Regeling vervallen per 13-12-2023

Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2019

Geldend van 01-12-2019 t/m 12-12-2023

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2019

Bekendmaking gemeente Zwolle verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2019.

De raad van de gemeente Zwolle;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 14 oktober 2019

besluit vast te stellen de verordening rechtspositie raadsleden en burgerleden 2019. Deze verordening treedt 1 december 2019 in werking,

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

  • b.

    burgerlid: door de fracties aangewezen leden, niet zijnde raadsleden, die het woord mogen voeren namens de fractie tijdens de informatie- en debatrondes van het Raadsplein.

  • c.

    presidium: het overlegorgaan bestaande uit de fractievoorzitters bedoeld in artikel 7 van het Reglement van orde van het Raadsplein 2018.

  • d.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Toelage lid onderzoekscommissie

  • 1.

    Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt, overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend ter hoogte van 1 maal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

  • 3.

    Als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk wijziging ondergaat, wordt het bedrag in het eerste lid gewijzigd overeenkomstig de ministeriële regeling bedoeld in artikel 3.1.4 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3 Toelage lid bijzondere commissie

  • 1.

    Raadsleden die lid zijn van een door de gemeenteraad ingestelde bijzondere commissie waarvan de gemeenteraad vaststelt dat deze commissie een zodanig belang dient dat de belasting en tijdsbeslag redelijkerwijs niet geacht kunnen worden te behoren tot het reguliere werk van een raadslid, ontvangen ten laste van de gemeente een toelage van € 122,40 per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van de activiteiten vast.

  • 3.

    Als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk wijziging ondergaat, wordt het bedrag in het eerste lid gewijzigd overeenkomstig de ministeriële regeling bedoeld in artikel 3.1.4 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 4 Loopbaanoriëntatie

  • 1.

    Raadsleden die zich in het laatste jaar van de zittingstermijn van de gemeenteraad oriënteren op hun verdere loopbaan of mobiliteit bevorderende activiteiten ontplooien ontvangen ten laste van de gemeente een vergoeding voor de kosten die zij hiervoor maken overeenkomstig artikel 3.2.11 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Het presidium stelt richtlijnen op of sprake is van oriënteren op een verdere loopbaan of het ontplooien van mobiliteit bevorderende activiteiten. De griffie is belast met de uitvoering.

Artikel 5 Tegemoetkoming burgerleden

Burgerleden ontvangen voor de duur van hun activiteiten de maximale vaste onbelaste vergoeding conform de door de belastingdienst gehanteerde vrijwilligersregeling.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorziening

  • 1.

    Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raadslid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    Voor raadsleden die sinds maart 2018 in functie zijn geldt een overgangsregeling. Zolang een raadslid niet is afgetreden, ontslagen of herbenoemd, blijft voor hem het desbetreffende artikel van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat luidde voor 1 januari 2019, en de op dat artikel gebaseerde nadere regels, van toepassing, Indien hem in 2018 een tegemoetkoming of een vergoeding op grond van dat artikel is verleend.

Artikel 7 Vergoeding reis- en verblijfkosten reizen buiten de gemeente

Een raadslid ontvangt een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur overeenkomstig de vergoeding bedoeld in artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 8 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslist het Presidium.

Artikel 9 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 10 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2019.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden en commissieleden 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 november 2019.

P. Snijders, voorzitter

A. ten Have, griffier