Subsidieregeling steunfonds coronamaatregelen culturele sector Goeree-Overflakkee

Artikel 2 Toepassingsbereik

• 1. Burgemeester en wethouders stellen aan culturele instellingen in Goeree-Overflakkee een eenmalige financiële tegemoetkoming beschikbaar waarmee de continuering van deze instellingen gewaarborgd blijft.

• 2. De tegemoetkoming is bestemd voor financiële problemen ontstaan als direct gevolg van COVID-19 en/of de maatregelen die naar aanleiding van COVID-19 zijn getroffen.

• 3. De regeling is van tijdelijke aard en is van toepassing op aanvragen, verstrekkingen en vaststellingen van subsidies door burgemeester en wethouders naar aanleiding van subsidieaanvragen door aanvragers die een compensatie willen ontvangen voor de inkomstenderving in het jaar 2020, direct gerelateerd aan de COVID-19-maatregelen.

Artikel 3 Doelgroep

• 1. Aanvrager is een op Goeree-Overflakkee gevestigde en werkzame cultuurinstelling welke voor eenieder toegankelijk is.

• 2. Commerciële organisaties zijn uitgesloten om een bijdrage vanuit het steunfonds coronamaatregelen culturele sector Goeree-Overflakkee te ontvangen.

• 3. Hoofdactiviteit(en) van de aanvrager zijn gericht op de eilandelijke omgeving en komen hoofdzakelijk ten goede aan de inwoners van Goeree-Overflakkee.

• 4. Aanvrager heeft aantoonbare financiële schade ondervonden als direct gevolg van het COVID-19-virus of de maatregelen die zijn getroffen in het kader van COVID-19.

Artikel 5 Voorwaarden

• 1. Om in aanmerking te komen voor een subsidie op grond van deze regeling dient de aanvrager aan te tonen dat:

  • a.

    sprake van financieel negatieve effecten in het jaar 2020, die direct gevolg zijn van overheidsmaatregelen naar aanleiding van COVID-19-virus;

  • b.

    alle mogelijke steunregelingen zijn benut;

  • c.

    de instelling levensvatbaar is.

• 2. Negatieve effecten als bedoeld in het vorige lid, blijken uit derving van inkomsten dan wel werkelijk gemaakte aanvullende kosten, een vergelijking tussen het (verwachte) financieel resultaat 2020 en de begroting 2020, en een vergelijking met representatieve cijfers uit voorgaande jaren;

• 3. Aanvrager heeft maatregelen genomen om niet-noodzakelijke uitgaven en/of variabele kosten in redelijke mate terug te brengen.

• 4. Een aanvraag dient schriftelijk voor 1 februari 2021 te zijn ingediend.

Artikel 7 Vorm en hoogte van de steun

• 1. Een subsidie op grond van deze regeling kan eenmalig aan de aanvrager worden verleend.

• 2. De hoogte van steun staat in verhouding tot de omvang van het financiële nadeel dat door COVID-19-maatregelen is ontstaan.

Artikel 8 Aanvraag

• 1. Een subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf publicatie van de regeling door middel van het door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier behorende bij deze regeling.

• 2. Bij de aanvraag dient overgelegd te worden de begroting 2020 alsmede het (verwachte) financieel resultaat 2020 en een vergelijking met representatieve cijfers uit voorgaande jaren.

• 3. De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van een de-minimisverklaring.

Artikel 9 Beoordeling en beslistermijn

• 1. Beoordeling vindt plaats op volgorde van binnenkomst en op grond van de in deze regeling genoemde voorwaarden.

• 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een complete aanvraag binnen vier weken na de dag van ontvangst op de aanvraag.

• 3. De beslistermijn kan eenmalig met vier weken worden verlengd.

• 4. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van tijdstip van binnenkomen van de complete aanvraag.

Artikel 10 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 1.000.000,- voor het Steunfonds coronamaatregelen voor behoud sociaal aanbod, te verdelen onder de volgende deelgebieden:

• a.

  cultuur;

• b.

  verenigingsgebouwen met en zonder sportzalen;

• c.

  SRGO-accommodaties;

• d.

  binnen- en buitensportverenigingen;

• e.

  overige sociaal culturele verenigingen en afgelaste evenementen welke georganiseerd worden door een vrijwilligersorganisatie;

een en ander met dien verstande dat subsidieverlening op basis van een van de ter zake vastgestelde regelingen, strekt tot vermindering van de voor de andere deelterreinen beschikbare middelen.