Regeling vervallen per 01-07-2017

Beleidsregels Wet BIBOB

Geldend van 01-07-2007 t/m 30-06-2017

Intitulé

Beleidsregels Wet BIBOB

De burgemeester en het college van de gemeente De Wolden ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Drank- en Horecawet en artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

besluiten vast te stellen de volgende:

Beleidsregels Wet BIBOB

inzake vergunningen voor horeca-inrichtingen en prostitutiebedrijven

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. aanvraag: de aanvraag om een beschikking;

b. advies: het advies, zoals bedoeld in artikel 9 van de wet;

c. Besluit: het Besluit BIBOB;

d. bestuursorgaan: de burgemeester respectievelijk het college;

e. betrokkene: de aanvrager, de vergunninghouder, de gegadigde;

f. BIBOB-toets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij door het bestuursorgaan volgens deze beleidsregels wordt beoordeeld of er redenen ontleend aan de wet aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren resp. de beschikking in te trekken dan wel een advies aan te vragen;

g. Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;

h. wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 2 Doel

1. De gemeente beoogt met toepassing van de wet te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, de leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht worden aangetast.

2. Deze beleidsregels hebben tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop het bestuursorgaan de wet toepast.

Artikel 3 Categorieën

1. Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet toe met betrekking tot beschikkingen zoals bedoeld in:

a. artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf,

overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

b. artikel 7 van de wet juncto artikel 3.2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (prostitutie- en escortbedrijven), indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, overname van een bestaand bedrijf of wijziging van de ondernemingsvorm;

2. Het bestuursorgaan past, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, eveneens de wet toe met betrekking tot de intrekking van de in het eerste lid genoemde vergunningen.

Artikel 4 Bijzondere situaties

Behalve op de in artikel 3 genoemde categorieën, past het bestuursorgaan de wet toe:

a. ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;

b. in de gevallen dat de officier van justitie op basis van artikel 11 juncto 26 van de wet wijst op de wenselijkheid om een advies aan te vragen.

Artikel 5 Vragenlijst

1. In alle in artikel 3 en 4 bedoelde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke vragenlijsten BIBOB-vragenlijsten invullen.

2. De in het eerste lid bedoelde BIBOB-vragenlijsten worden door het bestuursorgaan bij openbaar bekend te maken besluit vastgesteld.

3. Weigering om de in het eerste lid bedoelde BIBOB-vragenlijst volledig in te vullen kan een grond opleveren om de aanvraag te weigeren respectievelijk de beschikking in te trekken.

Artikel 6 Regulier afhandelen

1. Het bestuursorgaan gaat over tot het positief beschikken op de aanvraag indien noch de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen, noch de weigeringsgronden op grond van de wet van toepassing zijn.

2. Het bestuursorgaan weigert de aanvraag of gaat over tot het intrekken van beschikkingen, indien de reguliere weigeringsgronden behorende bij de in artikel 3 genoemde vergunningen van toepassing zijn.

Artikel 7 Ultimum remedium

1. Uitsluitend indien geen toepassing gegeven kan worden aan artikel 6, beoordeelt het bestuursorgaan of weigering danwel intrekking op grond van de wet mogelijk is.

2. Het bestuursorgaan kan om een advies vragen in het kader van de in het eerste lid bedoelde beoordeling én indien het bestuursorgaan door de officier van justitie is gewezen op de wenselijkheid daarvan.

Artikel 8 Motivering

Het voornemen om een advies aan te vragen wordt gemotiveerd.

Artikel 9 Informatieplicht

1. Het bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over het voornemen om een advies van het Bureau aan te vragen. Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels.

2. In het geval het bestuursorgaan overgaat tot het aanvragen van een advies aan het Bureau, voegt het een afschrift van het schrijven als bedoeld in het eerste lid toe aan de adviesaanvraag.

Artikel 10 Opschorten beslistermijn

1. Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt, wordt op grond van artikel 31 van de wet de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan vier weken nadat het bestuursorgaan een advies heeft aangevraagd.

2. De in het eerste lid bedoelde (beslis)termijn wordt verlengd indien het Bureau zijn adviestermijn op grond van artikel 15, derde lid van de wet, verlengt. Deze verlenging bedraagt niet meer dan vier weken.

3. Het bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 11 Weigering en aanvullende voorwaarden

1. Het bestuursorgaan weigert in elk geval een aanvraag of gaat over tot intrekking van de beschikking op grond van de wet, indien sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

2. Het bestuursorgaan kan de aanvraag weigeren of de beschikking intrekken, indien sprake is van een mindere mate van gevaar die niet kan worden geweerd door het stellen van aanvullende voorwaarden en bovendien de gevolgen van deze weigering niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.

3. Indien het bestuursorgaan voornemens is de aanvraag te weigeren of de beschikking in te trekken op grond van de wet, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld daartegen zienswijzen in te brengen.

Artikel 12 Slotbepalingen

1. Deze beleidsregels treden in werking op 01 juli 2007.

2. Deze beleidsregels zijn van toepassing op na de datum van inwerkingtreding ontvangen aanvragen en op de datum van inwerkingtreding afgegeven beschikkingen als bedoeld in artikel 3 en 4 van deze beleidsregels.

3. Uitvoering van deze beleidsregels wordt na 1 jaar geëvalueerd.

4. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Wet BIBOB’.

Ondertekening

Zuidwolde, 19 juni 2007.
Burgemeester en Wethouders van De Wolden,
de secretaris, de burgemeester,
drs. A. van Walstijn, P.H. Snijders