Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregels subsidiering speeltuinorganisaties

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsregels subsidiering speeltuinorganisaties

“BELEIDSREGELS SUBSIDIERING SPEELTUINORGANISATIES “

Artikel 1

Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    leden: de tot de speeltuinorganisatie behorende leden in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van Heerlen;

  • c.

    speeltuin: een omheind terrein, speciaal ingericht als speelgelegenheid voor kinderen, waarvan het beheer en het toezicht berust bij een speeltuinorganisatie;

  • d.

    speeltuinorganisatie: een vereniging, stichting of andere rechtspersoon, die ten behoeve van jeugdigen speelmogelijkheden met een sportief, creatief dan wel educatief karakter aanbiedt in een bij haar in exploitatie zijnde speeltuin in de gemeente Heerlen;

  • e.

    waarderingssubsidie: waarderingssubsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Heerlen.

    Artikel 2

    Criteria voor de subsidieverlening

    • 1.

      Het college verleent een waarderingssubsidie aan een speeltuinorganisatie met inachtneming van het bepaalde in deze beleidsregels.

    • 2.

      De organisatie bestaat op het moment van aanvraag van de subsidie ten minste 1 jaar en heeft haar statutaire zetel en domicilie in Heerlen.

    • 3.

      De speeltuinorganisatie is aangesloten bij de NUSO en/of Speeltuinwerk Limburg (SpeL).

    • 4.

      De speeltuinorganisatie neemt deel aan het gemeentelijk speeltuinoverleg.

    • 5.

      De speeltuinorganisatie heeft op het moment van de aanvraag ten minste 40 contributiebetalende leden of abonnees woonachtig in Heerlen.

    • 6.

      De organisatie is tenminste vier dagdelen per week, gedurende tenminste zes maanden per jaar, toegankelijk voor haar leden/abonnees.

    • 7.

      De activiteiten zijn gericht op en de speeltuin is toegankelijk voor de jeugd van 4 tot en met 12 jaar.

    • 8.

      De speeltuinorganisatie draagt zorg voor een veilige speelomgeving en houdt zich aan de wettelijke en gemeentelijke richtlijnen.

    • 9.

      De speeltuinorganisatie draagt zorg voor een gezond financieel beleid.

    Artikel 3

    Subsidiegrondslag

    • 1.

      De jaarsubsidie aan een organisatie omvat:

    • a.

      een bijdrage in de exploitatielasten en de algemene beheers- en onderhoudskosten zijnde een bedrag per m2 per speeltuin. Bij een oppervlakte tot 4000 m2 is dit € 0,65 per m2, bij een oppervlakte vanaf 4000 m2 € 0,60 per m2;

    • b.

      een bijdrage ter hoogte van de in het subsidiejaar ontvangen contributies oftewel van de opbrengst van verkoop van abonnementen of gezinskaarten;

    • c.

      een bijdrage ter hoogte van 25% van de in het subsidiejaar ontvangen entreegelden van niet leden;

    • d.

      een bijdrage van 75% in de kosten voor gediplomeerd toezicht tot een maximum van € 939,00 per speeltuin;

    • e.

      een bijdrage van 75% in de kosten van deelname van bestuur en kader aan erkende cursussen en landelijke of regionale bijeenkomsten op het gebied van kwaliteitsverbetering van de organisatie(structuur) en veiligheid tot een maximum van € 500,00 per speeltuin. Subsidiabele kosten zijn: cursus-/trainings-/bijscholingskosten; reis-/verblijf-/overnachtingkosten excl. consumpties (voor zover niet in de cursuskosten inbegrepen), extra materiaalkosten (voor zover niet in de cursuskosten inbegrepen);

    • f.

      een bijdrage van 50% in de kosten van activiteiten die buiten het geijkte speeltuinpatroon vallen en een voor kinderen sportief, creatief dan wel educatief karakter dragen. Dit tot een maximum van € 356,00 per speeltuin. Subsidiabele kosten zijn: kosten van huur oftewel aanschaf van materialen, inhuur begeleiding, kosten voor voorlichting / promotie specifiek voor deze activiteiten.

    Artikel 4

    Subsidieplafond

    • 1.

      Op deze beleidsregels is een subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing van € 110.729,00 per jaar. Op basis van het gemeentelijke accresbeleid zal dit bedrag jaarlijks al dan niet worden geïndexeerd.

    • 2.

      Indien het in de gemeentebegroting opgenomen budget ontoereikend is voor honorering van alle aanvragen wordt de subsidie van elke aanvrager, die aan de subsidiecriteria voldoet, naar evenredigheid gekort met een percentage van het bedrag waarmee de begroting overschreden wordt.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding

    Deze beleidsregels worden gepubliceerd en treden in werking met ingang van 1 januari 2010.

    Aldus besloten tijdens de vergadering van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 20 oktober 2009.

    gemeentesecretaris, burgemeester,

    Toelichting op de Beleidsregels subsidiëring speeltuinorganisaties

    Wettelijk kader

    De Algemene subsidieverordening Heerlen (ASV) fungeert als ‘kapstokverordening’ waarop alle subsidieregels in de Gemeente Heerlen worden gebaseerd. Bij de vaststelling van de ASV is afgesproken dat voor de concrete subsidieverstrekking beleidsregels worden vastgesteld op basis waarvan gesubsidieerd wordt. In de beleidsregels staan de inhoudelijke en financiële criteria per doelgroep of beleidsterrein gepreciseerd. Met deze werkwijze wordt beoogd het subsidieproces te structureren.

    Beleidskader

    Het college van burgemeester en wethouders acht het van belang de speeltuinen in de buurten in stand te houden. Speeltuinen leveren een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van de buurten. Kinderen moeten zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving buiten kunnen spelen. Het is dan ook belangrijk dat er in Heerlen adequaat ingerichte speeltuinen en openbare speelplekken zijn. Een speeltuin is een omheind terrein dat speciaal is ingericht als speelgelegenheid voor kinderen. Beheer, onderhoud en toezicht berusten bij een speeltuinorganisatie. De meerwaarde van een speeltuin ten opzichte van een openbare speelplek zit in de aanwezigheid van toezichthouders en een grotere diversiteit aan speelmogelijkheden. De Heerlense speeltuinen dienen veilige en laagdrempelige voorzieningen te zijn waar kinderen op hun eigen manier kunnen spelen en bewegen.

    Subsidieproces

    De subsidieaanvraag omvat een verzoek tot subsidievaststelling van het voorgaande subsidiejaar en een verzoek tot subsidieverlening met voorschotverstrekking voor het komende subsidiejaar

Toelichting op artikel 2 Criteria voor de subsidieverlening

1.Het college verleent een waarderingssubsidie aan een speeltuinorganisatie met inachtneming van het bepaalde in deze beleidsregels.

Een waarderingsubsidie wordt verstrekt als waardering om bepaalde activiteiten te ondersteunen of mogelijk te maken die de gemeente van belang acht zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden.

2.De organisatie bestaat op het moment van aanvraag van de subsidie ten minste 1 jaar en heeft haar statutaire zetel en domicilie in Heerlen.

Een organisatie moet aantonen dat de verwachting gerechtvaardigd is dat de doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Een organisatie die nog geen jaar geleden is opgericht, heeft haar bestaansrecht nog niet kunnen aantonen. De gemeente Heerlen subsidieert een organisatie indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een gemeentelijk belang dienen en indien zij in voldoende mate overeenstemmen met de door de raad en het college geformuleerde beleidsdoelstellingen en prioriteiten.

  • 3.

    De speeltuinorganisatie is aangesloten bij de NUSO en/of Speeltuinwerk Limburg (SpeL).

    Van een speeltuinorganisatie wordt verwacht dat zij aangesloten is bij de NUSO, de landelijke adviesorganisatie op het gebied van speeltuinwerk, of SpeL, die eenzelfde rol op provinciaal niveau speelt. De speeltuinorganisatie maakt gebruik van het aanbod van deze overkoepelende organisaties om de kwaliteit van het speeltuinwerk te garanderen.

  • 4.

    De speeltuinorganisatie neemt deel aan het gemeentelijk Speeltuinoverleg.

Dit overleg wordt aangestuurd door de gemeente en vindt maximaal 2 keer per jaar plaats. Doel van het overleg is de speeltuinorganisaties te informeren over actuele ontwikkelingen.

5.De speeltuinorganisatie heeft op het moment van de aanvraag ten minste 40 contributiebetalende ingeschreven leden of abonnees woonachtig in Heerlen.

De ASV definieert een rechtspersoon, waaronder een vereniging of stichting, als een organisatie die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van de inwoners van Heerlen,of een deel daarvan ten doel stelt. Dat ook een aanzienlijk percentage van de deelnemers van de organisatie uit jeugdigen van Heerlen moet bestaan is dan alleszins redelijk.

Voor organisaties die nog niet aan het vereiste minimum aantal leden voldoen, geldt een overgangsregeling van maximaal twee jaar om het ledenaantal op peil te brengen. Na het verstrijken van een jaar maakt de organisatie in een bijlage bij de subsidieaanvraag inzichtelijk welke stappen zijn ondernomen.

  • 6.

    De organisatie is tenminste vier dagdelen per week, gedurende tenminste zes maanden per jaar toegankelijk voor haar leden/abonnees.

    Een organisatie die voor subsidie in aanmerking wil komen zal voldoende activiteiten moeten ontplooien waarbij de continuïteit van de speeltuin gewaarborgd is. Voor een speeltuin zal dit vooral moet blijken uit de uren van openstelling voor haar leden / abonnees.

  • 7.

    De activiteiten zijn gericht op en toegankelijk voor de jeugd van 4 tot en met 12 jaar.

Bij de planning en organisatie van activiteiten wordt rekening gehouden met de leeftijdcategorie van de doelgroep.

8. De speeltuinorganisatie draagt zorg voor een veilige speelomgeving en houdt zich aan de wettelijke en gemeentelijke richtlijnen

Activiteiten voor jeugd dienen plaats te vinden in een beschermde en veilige omgeving die aan alle wettelijke en gemeentelijke eisen voldoet. .

Voor speeltoestellen geldt het Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen waarin de veiligheidseisen zijn vastgelegd. De gemeente draagt jaarlijks zorg voor een grote inspectie van de speeltoestellen. De speeltuinorganisaties ontvangen een rapportage van deze inspectie. De speeltuinorganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de visuele en functionele inspecties, verzorging en reparatie van de speeltoestellen en de verslaglegging hiervan in een logboek.

De activiteiten vinden plaatst onder toezicht van een volwassen en vakkundig kader die zorgen voor een goed pedagogisch klimaat. Van de toezichthouders wordt verwacht dat zij in diverse situaties verantwoord kunnen handelen en de juiste beslissingen kunnen nemen. Tijdens de activiteiten/openstelling moet minimaal 1 toezichthouder aanwezig zijn die in het bezit is van een geldig EHBKO certificaat of EHBO diploma.

9.De speeltuinorganisatie draagt zorg voor een gezond financieel beleid

9. De speeltuinorganisatie zorgt voor een goed financieel beheer en een juiste en volledige financiële verslaglegging. Jaarlijks wordt een kostendekkende begroting, een jaarrekening en balans opgesteld die gebaseerd zijn op algemeen aanvaarde waarderingsgrondslagen.

Toelichting op artikel 3 Subsidiegrondslag

De kwaliteit van het speeltuinwerk wordt bepaald door de veiligheid van de speelomgeving, de deskundigheid van het bestuur en kader en de mate waarin aanvullende sportieve, educatieve en creatieve activiteiten georganiseerd worden. De subsidiegrondslagen zijn hier op gericht.

Aangezien de exploitatiekosten bij kleine speeltuinen relatief hoger zijn, ontvangen zij een hogere bijdrage per m2 in de exploitatie, beheers- en onderhoudskosten.

Speeltuinen die goede resultaten leveren worden beloond middels de bijdrage in contributies/abonnementen/ gezinskaarten en entreegelden.

Gediplomeerde toezichthouders zijn een vereiste. De kosten van dit toezicht zijn subsidiabel.

Het organiseren van educatieve en creatieve activiteiten wordt gestimuleerd. Op kosten die direct met deze activiteiten te maken hebben en als redelijk worden beschouwd, wordt subsidie verstrekt.

Om de deskundigheid van het bestuur en kader te vergroten wordt het volgen van cursussen gestimuleerd en is het subsidiebedrag hiervoor verhoogd.

Toelichting op artikel 4 Subsidieplafond

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt een algemeen kortingspercentage toegepast.