LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 3 en 12 van de Visserijlandsverordening

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 3 en 12 van de Visserijlandsverordening

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

landsverordening: Visserijlandsverordening;

vergunninghouder: de vergunninghouder, bedoeld in artikel 2 van de landsverordening.

Artikel 2

Het is aan een ieder in de visserijzone, en aan de vergunninghouder tevens in de territoriale zee, verboden te vissen met:

  • a.

    schrobnetten;

  • b.

    visfuiken met een maaswijdte van minder dan 1.5 inches of 38 mm;

  • c.

    visfuiken die niet zijn voorzien van een ontsnappingsopening welke is afgedekt door een paneel, van biologisch afbreekbaar materiaal, dat na gebruik in zeewater uiteenvalt zodat na een periode van om en nabij 20 dagen een opening in één van de zijkanten van de fuik ontstaan van tenminste 15 cm bij 15 cm;

  • d.

    chemische middelen, met uitzondering van Quinaldine indien dit gebruikt wordt voor de vangst van aquariumvissen;

  • e.

    ontplofbare stoffen;

  • f.

    aas bestaande uit vlees van zeezoogdieren;

  • g.

    kieuwnetten met een lengte van meer dan 2,5 km.

Artikel 3

  • 1. Het is aan een ieder in de visserijzone, en aan de vergunninghouder tevens in de territoriale zee, verboden te vissen op:

    • a.

      zeeslakken behorende tot de soort Strombus gigas van minder dan 18 cm lengte;indien de zeeslakken reeds uit de schelp gehaald zijn, dient het minimum gewicht aan vlees 225 gr te bedragen;

    • b.

      alle soorten zeeschildpadden;

    • c.

      alle zeezoogdieren;

    • d.

      kreeften behorende tot de soort Panulirus argus die:

      • -

        minder dan 25 cm lang zijn, gemeten wanneer zij plat gelegd worden, van de voorrand van de kop tussen de ogen tot aan de boog van de staart;

      • -

        een carapax lengte van minder dan 9,5 cm hebben;

      • -

        een totaalgewicht van minder dan 680 gr hebben of een staartgewicht van minder dan 200 gr.

  • 2. Het is verboden kreeften behorende tot de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort te behouden indien:

    • a.

      zij zich in het vervellingsstadium bevinden;

    • b.

      zij eieren bij zich dragen.

  • 3. Het is verboden eierdragende kreeften van de in het eerste lid, onderdeel d, genoemde soort van hun eieren te ontdoen.

Artikel 4

De vergunninghouder houdt een verslag van de visactiviteiten bij, dat informatie omtrent het visgebied, de visserij-inspanning, de gevangen soorten en de gebruikte vismethoden omvat.

De modellen voor het bedoelde verslag worden door de Visserijcommissie, bedoeld in artikel 13 van de landsverordening, vastgesteld en kosteloos aan de betrokkenen ter beschikking gesteld. Een afschrift van dit verslag wordt binnen 45 dagen na de beëindiging van de vistocht waar het verslag betrekking op heeft aan de Visserijcommissie gezonden. Het verslag kan zo nodig ook door de Visserijcommissie opgevraagd worden.

Artikel 5

  • 1. De hoogte van het recht, bedoeld in artikel 12 van de landsverordening, bedraagt:

    • a.

      voor het vissen met visfuiken, voor het vangen van kreeft met duikers, voor het vissen op zeeslakken behorende tot de soort Strombus gigas, alsmede voor het vissen met bottom en drop longlines op demersale soorten:

      • 1°.

        met een schip kleiner dan 6 B.R.T. of een deklengte minder dan 12 m,

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de landsverordening: nihil;

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de landsverordening: NAƒ 900,- per jaar;

      • 2°.

        met een schip van 6 B.R.T. tot 25 B.R.T., of indien het schip kleiner is dan 6 B.R.T. met een deklengte van meer dan 12 m,

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de landsverordening: NAƒ 550,- per jaar;

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de landsverordening: NAƒ 1.800,- per jaar;

      • 3°.

        met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.,

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de landsverordening: NAƒ 900,- per jaar;

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de landsverordening: NAƒ 2.700,- per jaar;

      • 4°.

        met een schip van 50 B.R.T. tot 150 B.R.T. of meer,

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de landsverordening: NAƒ 1.250,- per jaar;

        • -

          voor de natuurlijke personen en rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de landsverordening: NAƒ 3.600,- per jaar.

    • b.

      voor het vissen met kieuwnetten tot een maximum van 2,5 km lengte:

      • 1°.

        met een schip kleiner dan 25 B.R.T.: nihil;

      • 2°.

        met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.: NAƒ 900,- per jaar

      • 3°.

        met een schip groter dan 50 B.R.T.: NAƒ 1.450,- per jaar.

    • c.

      voor het vissen met drift longlines:

      • 1°.

        met een schip van 25 B.R.T. tot 50 B.R.T.: NAƒ 3.600,- per jaar;

      • 2°.

        met een schip van 150 B.R.T. tot 300 B.R.T.: NAƒ 9.000,- per jaar;

      • 3°.

        met een schip van 300 B.R.T. of groter: NAƒ 14.500,- per jaar.

    • d.

      voor het vissen van ringnetten:

      • 1°.

        met een schip tot 800 B.R.T.: NAƒ 18.000,- per jaar;

      • 2°.

        met een schip van 800 B.R.T. tot 1000 B.R.T.: NAƒ 27.000,- per jaar;

      • 3°.

        met een schip groter dan 1000 B.R.T.: NAƒ 36.000,- per jaar.

  • 2. Onder een jaar wordt verstaan een periode van 12 maanden.

  • 3. De inning van het recht, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door middel van storting van het verschuldigde op een door de Ontvanger aangehouden bankrekening.

Artikel 6

  • [vervallen]

Artikel 7

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 8

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Visserijlandsbesluit.