Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 5, lid 2, en artikel 16 van de loterij verordening 1996

Geldend van 30-01-1997 t/m 09-10-2010

Intitulé

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 5, lid 2, en artikel 16 van de loterij verordening 1996

Artikel 1

Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de verordening: de Loterijverordening 1996.

Artikel 2

  • 1. Aan een vergunning, krachtens artikel 5 van de verordening verleend, worden behalve de voorschriften en beperkingen bedoeld in artikel 16 en in artikel 18 van de verordening de navolgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    • a.

      de vergunning is niet overdraagbaar en de exploitatie ervan kan niet aan een derde worden overgelaten noch kunnen de opbrengsten uit de loterij in economische zin aan een derde toekomen;

    • b.

      de vergunning wordt verleend voor een bepaalde, nader in de vergunning op te nemen, periode;

    • c.

      aan een vergunning kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen eisen met betrekking tot ruimte, licht, inrichting, ramen, luchtverversing en hygiëne van de betreffende lokaliteit worden verbonden;

    • d.

      een door of namens het Bestuurscollege gewaarmerkt afschrift van de vergunning dient in ieder van de lokaliteiten, waarvoor de vergunning verleend is, te worden opgehangen op een voor het publiek duidelijk zichtbare plaats op een hoogte van twee meter van de vloer;

    • e.

      de personen, voor wie krachtens een vergunning toestemming is verleend om buiten een lokaliteit om, in de hoedanigheid van of namens de vergunninghouder loten te verkopen, zijn gehouden te allen tijde een door het Bestuurscollege af te geven legitimatiebewijs bij zich te dragen;

    • f.

      het is de vergunninghouder verboden loten te verkopen, te doen verkopen of af te leveren of te doen afleveren aan personen beneden de leeftijd van achttien jaar;

    • g.

      het is de vergunninghouder verboden om loten te verkopen of te doen verkopen of af te leveren of te doen afleveren buiten de dagen, waarop door of vanwege het Bestuurscollege toestemming tot het houden van trekkingen is gegeven;

    • h.

      het is de vergunninghouder verboden loten te verkopen of te doen verkopen of af te leveren of te doen afleveren terzake een trekking anders dan die, waarvoor door of vanwege het Bestuurscollege toestemming is verleend;

    • i.

      het is de vergunninghouder verboden loten te verkopen of te doen verkopen of af te leveren of te doen afleveren, welke niet het bepaalde in artikel 16, lid 2, van de verordening benevens de nominale waarde van het lot, de datum, waarop het is verkocht, de prijzen, waarop het recht geeft, de datum van trekking en het nummer van de vergunning van de vergunninghouder, vermelden;

    • j.

      het is de vergunninghouder verboden een bedrag aan prijzen uit te keren anders dan conform het in artikel 4 sub c bepaalde;

    • k.

      het is de vergunninghouder verboden kortingen toe te kennen aan deelnemers aan de loterij, waardoor de vaste relatie tussen ingezet bedrag en het percentage uitgeloofde prijzen wordt verstoord, of zich te dien einde te bedienen van andere listige kunstgrepen;

    • l.

      de vergunninghouder is gehouden zorg te dragen voor een doelmatige administratie, die, op dagelijkse basis, voldoende inzicht geeft in de gehouden loterijen, de bedragen, die ingezet worden, en de uitbetaalde prijzen. De vergunninghouder is gehouden de richtlijnen gegeven door of vanwege het Bestuurscollege op te volgen;

    • m.

      de vergunninghouder is verplicht om uiterlijk 30 minuten voor iedere trekking de door het Bestuurscollege te verstrekken verzamelstaten en bijbehorende bescheiden in te leveren op een door het Bestuurscollege aan te wijzen plaats;

    • n.

      de vergunninghouder is gehouden op de eerste aanmaning van het Bestuurscollege of op de eerste aanmaning van de daartoe door het Bestuurscollege aangewezen ambtenaren inzage te verschaffen in de administratie van de vergunninghouder met alle daartoe behorende boeken en bescheiden;

    • o.

      de vergunninghouder is verplicht het op een lot opengevallen bedrag voor de periode van drie maanden na de trekking ter beschikking te houden van de gerechtigde.

  • 2. In afwijking van het in lid 1 sub a bepaalde kan, wanneer de vergunning aan een natuurlijke persoon werd verleend, de langstlevende echtgenoot in geval van overlijden van de vergunninghouder voor ten hoogste drie maanden de aan de vergunning verbonden bevoegdheden uitoefenen. Indien er geen langstlevende echtgenoot is, kan de persoon met wie de overleden vergunninghouder langdurig samenwoonde als waren zij getrouwd, de aan de vergunning verbonden bevoegdheden uitoefenen voor ten hoogste drie maanden. Indien er ook geen persoon is met wie de overleden vergunninghouder duurzaam samenwoonde, kan een of meer van zijn kinderen de aan de vergunning verbonden bevoegdheden uitoefenen voor ten hoogste drie maanden.

Artikel 3

  • 1. De vergunning wordt ingetrokken indien aan het Bestuurscollege is gebleken dat zij is verleend op grond van opzettelijk onjuist of onvolledig verstrekte gegevens.

  • 2. Met betrekking tot een bepaalde lokaliteit kan de vergunning worden ingetrokken indien aan het Bestuurscollege is gebleken dat door de vergunninghouder van de genoemde lokaliteit geen gebruik wordt gemaakt, althans niet een zodanig gebruik als waarvoor de vergunning is uitgegeven, dan wel indien aan het Bestuurscollege is gebleken dat de vergunninghouder de beschikking over de lokaliteit heeft verloren of nimmer heeft bezeten.

  • 3. De vergunning vervalt van rechtswege bij faillissement, onder curatele stelling of overlijden van de vergunninghouder, bij verlening van surséance van betaling aan de vergunninghouder en wanneer het waarborgfonds door toedoen of nalaten van de vergunninghouder aangesproken wordt.

  • 4. De vergunning wordt geacht niet te zijn verleend indien zij betrekking heeft op een lokaliteit, waartoe ingevolge enige andere wettelijke regeling of een van overheidswege verleende vergunning het houden van winkelnering of nevenactiviteiten niet is toegestaan.

Artikel 4

  • 1. Een loterij, zoals bedoeld in artikel 5 van de verordening, moet aan de nader bij besluit van het Bestuurscollege te geven voorschriften voldoen.

  • 2. De aan de deelnemers in het vooruitzicht gestelde prijzen bedragen tenminste 40% van de nominale waarde van de loten.

  • 3. De prijzen zijn betaalbaar met ingang van de eerste dag na de trekking tot en gedurende de periode van zes volle maanden daarna. Indien de tot de prijs gerechtigde bij het verstrijken van de bovengenoemde periode zijn recht niet heeft doen gelden vervalt het bedrag van rechtswege toe aan vergunninghouder.

Artikel 5

Dit eilandsbesluit houdende algemene maatregelen treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.

Artikel 6

Dit eilandsbesluit wordt aangehaald als: Eilandsbesluit nummerloterijen.