Financiële beheersverordening openbaar lichaam Sint Eustatius

Geldend van 23-12-2013 t/m heden

Intitulé

Financiële beheersverordening openbaar lichaam Sint Eustatius

De eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

gelezen het advies van het bestuurscollege van 6 november nummer 0484/12;

gehoord het advies van de centrale commissie van 08 november 2012;

gelet op artikel 34, lid 1 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende verordening:

Financiële beheersverordening openbaar lichaam Sint Eustatius

HOOFDSTUK 1

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze eilandsverordening verstaat onder:

  • a.

    begroting: de befroting waarmee de eilandsraad de kaders vaststelt voor zowel het beleid als de financier;

  • b.

    dienst: elke organisatorische eenheid binnen de ambtelijke organisatie, als zodanig door deeilandsraad;

  • c.

    afdeling: elke organisatorische eenheid binnen een dienst, als zodanig door het bestuurscollege aangewezen;

  • d.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • e.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) het openbaar lichaam en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • f.

    financiële administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van de financiële gegevens van de eilandelijke organisatie of van een organisatieonderdeel daarbinnen, teneinde te komen tot een goed inzicht in de financieel-economische posititie, het beheer van vermogenswaarden, de uitvoering van de begroting, het afwikkelen van vorderingen en schulden en het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • g.

    administratieve organisatie: de zorg voor het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie die nodig is voor het besturen van (bedrijfs)processen en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • h.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht houden op het geheel van deeilandelijke middelen en rechten (vermogenswaarden) van het openbaar lichaam;

  • i.

    budget: een taakstelling tot uitdrukking komend in het bedrag dat verbonden is aan een of meer functies van de begroting.

  • j.

    budgethouder: die functionaris die binnen de hem via een budget gegeven machtiging bevoegd en verantwoordelijk is voor het aangaan van overeenkomsten tot levering van goederen, aanneming van werk en/of verlening van diensten;

  • k.

    rechtmatigheid: de vaststelling dat baten, lasten en balansmutaties in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving:

  • 1.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen:

  • m.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

  • o.

    het College: het College Financieel Toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Cft).

  • p.

    de wet: Besluit van 20 mei 2011, houdende de regels voor de begrotings- enverantwoordingsdocumenten van de openbare lichamen (Besluit Begroting en Verantwoording openbare lichamen BES; hierna aangeduid als BBVBES).

  • q.

    de Minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland

HOOFDSTUK 2

Begroting en verantwoording

Artikel 2. Kaders begroting

  • 1. Indien het maximale financiele kader van de begroting door het College vastgesteld wordt in de zogenaamde kaderbrief wordt hiermee rekening gehouden door het bestuurscollege.

  • 2. Jaarlijks maakt het bestuurscollege voorafgaand aan de (concept) begroting een begroting op basis van ongewijzigd beleid op.

  • 3. Op basis van de financiële ruimte die aanwezig is tussen de doorlopende verplichtingen uit de begroting op basis van ongewijzigd beleid en het financiële kader wordt door het bestuurscollege een (concept) beleidsplan voorgelegd aan de eilandsraad.

Artikel 3 Beleidsbegroting

  • 1. Op grond van de wet dient het beleidsplan tenminste in te gaan op de doelstelling van het te voeren beleid, welke activiteiten daar voor moeten worden verricht en welke kosten daaraan verbonden zijn voor het begrotingsjaar, en voor de periode van de meerjarenraming, waarbij op nieuw beleid separaaat wordt ingegaan.

  • 2. In de beleidsbegroting wordt verder in aparte paragrafen aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:

    • a.

      lokale heffingen;

    • b.

      weerstandsvermogen;

    • c.

      onderhoud kapitaalgoederen;

    • d.

      bedrijfsvoering;

    • e.

      deelnemingen;

    • f.

      grondbeleid;

    • g.

      collectieve sector.

Artikel 4 Financiële begroting

  • 1. De financiële begroting bevat voor de op grond van de BBV BES voorgeschreven hoofdfuncties en functies de raming van de baten en lasten en het saldo voor het budgetjaar en de drie daaropvolgende jaren. Tevens dienen ter vergelijking de gebudgetteerde bedragen van het vorig jaar en de realisatie van het jaar voorafgaand aan het vorig jaar te worden opgenomen.

  • 2. Tevens dient de financiële begroting een overzicht te bevatten van de voorgenomen investeringen voor het budgetjaar en de drie daarop volgende jaren. In dit overzicht dient naast het bedrag van de voorgenomen investering ook de wijzen van financiering te worden aangegeven. Verder dienen de jaarlijkse onderhoud- en afschrijvinglasten te worden aangegeven en het laatste jaar waarin afschrijving zal plaatsvinden. Indien van toepassing worth de naam en omvang van de voor de investering opgebouwde bestemmingsreserve opgenomen.

  • 3. Voorts dient in de financiële begroting te zijn opgenomen een staat van reserves en voorzieningen voor het budgetjaar en de drie op de begrotingsjaar volgende jaren. Per reserve en voorziening wordt getoond het verloop gedurende het jaar. Hieruit dient te blijken:

    • a.

      het geraamde saldo aan het begin van het begrotingsjaar;

    • b.

      de geraamde toevoegingen of onttrekkingen;

    • c.

      de geraamde toevoegingen of onttrekking uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar;

    • d.

      de geraamde verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd;

    • e.

      het geraamde saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

  • 4. Een toelichting van de grondslagen waarop de financiële begroting is gebaseerd dient te bevatten:

    • a.

      het gerealiseerde bedrag van het vorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging, de geraamde bedragen voor het begrotingsjaar en voor de eerst volgende drie jaren;

    • b.

      de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en bij grote afwijkingen, de oorzaken van het verschil;

    • c.

      een overzicht van geraamde incidentele baten en lasten;

    • d.

      een overzicht van vrije uitkeringen;

    • e.

      een overzicht personeel waarin op basis van het organisatiebesluit de aantallen personeel en de salarislasten worden opgenomen gesplitst informatieve en project functies;

    • f.

      een overzicht van de geactiveerde kapitaaluitgaven waarin per actief wordt opgenomen de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar en de verwachte mutaties tijdens het begrotingsjaar;

    • g.

      een overzicht van de geraamde bedragen aan subsidies en inkomensoverdrachten.

Artikel 5 Aanbieding en goedkeuring begroting

  • 1. Het bestuurscollege biedt uiterlijk 1 september van een jaar een ontwerpbegroting voor het volgend begrotingsjaar aan de eilandsraad aan. In deze ontwerpbegroting dienen te zijn verwerkt de beleidsprioriteiten van de eilandsraad en de adviezen van het College en vormt daarmee het uitvoeringskader voor het volgende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren.

  • 2. De eilandsraad stelt de definitieve begroting uiterlijk 1 november voorafgaande aan het begrotingsjaar vast en verleent hiermee het bestuurscollege de autorisatie om de begroting binnen het in het eerste lid genoemde uitvoeringskader te realiseren.

  • 3. Het bestuurscollege stuurt de door de eilandsraad vastgestelde begroting binnen 2 weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 november van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar ter goedkeuring aan de Minister door tussenkomst van het College.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1. Het bestuurscollege informeert de eilandsraad tenminste na afloop van elk kwartaal door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van het openbaar lichaam.

  • 2. De indeling van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de functie-indeling van de begroting.

  • 3. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en de lasten (input), de geleverde prestaties (output) en, indien daar aanleiding voor is, de maatschappelijke effecten (outcome).

  • 4. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de eilandsraad heeft het bestuurscollege de mogelijkheid om voorstellen voor bijstelling van het beleid en wijziging van de geautoriseerde budgetten in te dienen. Dit laat onverlet de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen een tussentijdse begrotingswijziging voor te stellen.

  • 5. Met het vaststellen van de tussentijdse rapportages, begrotingswijzigingen en de jaarstukken worden alle wijzigingen en bijstellingen tot dat moment geautoriseerd door de eilandsraad.

  • 6. Het bestuurscollege biedt na afloop van elk kwartaal een uitvoeringsrapportage vergezeld van eventuele ontwerpen van begrotingswijziging aan de Minister aan door tussenkomst van het College.

Artikel 7. Uitvoering begroting

  • 1. Het bestuurscollege draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de eilandelijke functies in de fmanciele administratie waaraan de werkelijke lasten en baten door middel van kostentoerekening worden toegerekend, eenduidig zijn toe te wijzen aan de functies welke zijn vastgelegd in de wet;

    • b.

      de budgetten uit de begroting en kredieten voor investeringen van de vastgestelde investeringsbesluiten eenduidig worden toegewezen aan de diensten cq. afdelingen;

    • c.

      de lasten van de functies zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 8. Begrotingswijzigingen

  • 1. De eilandsraad machtigt het bestuurscollege om overschrijving van begrotingsbedragen tussen functies uit te voeren als deze voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      overschrijvingen zijn alleen toegestaan als deze passen binnen het vastgestelde beleid;

    • b.

      overschrijvingen mogen het begrotingssaldo niet beinvloeden;

    • c.

      de overschrijdingen worden opgenomen in de tussentijdse rapportages als bedoeld in artikel 6.

Beheersing en Interne controle

Artikel 9. Interne controle

  • 1. Het bestuurscollege draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor een administratieve organisatie met ingebouwde maatregelen van interne controle ter waarborging hiervan.

  • 2. Daarnaast kan het bestuurscollege de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen laten toetsen. De resultaten van een dergelijke toets en het eventuele plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de eilandsraad aangeboden.

Artikel 10. Jaarstukken

  • 1. Het bestuurscollege legt verantwoording af aan de eilandsraad over de uitvoering van de begroting door middel van de jaarstukken.

  • 2. De jaarstukken bestaan tenminste uit het jaarverslag en de jaarrekening.

Artikel 11 Jaarverslag

  • 1. Het Jaarverslag bevat een hoofdstuk beleidsverantwoording en een aantal verplichte paragrafen.

  • 2. Conform de wet dient in het hoofdstuk beleidsverantwoording van het Jaarverslag verslag te worden gedaan over de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de verrichte activiteiten gedurende het begrotingsjaar.

  • 3. In het jaarverslag wordt verder in aparte paragrafen zoals genoemd in artikel 3 van deze verordening aandacht besteed aan de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen.

Artikel 12 Jaarrekening

  • 1. De Jaarrekening bestaat uit een balans en toelichtingen, de rekening met toelichtingen en het overzicht verantwoordingsinformatie bijzondere uitkeringen.

  • 2. De rekening bestaat uit het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten, de initiële en bijgestelde begroting voor en na wijziging, het resultaat en de toelichting.

  • 3. De toelichting op de rekening bevat tenminste:

    • a.

      een analyse van de significante verschillen tussen de gewijzigde begroting en de rekening;

    • b.

      een overzicht personeel;

    • c.

      een overzicht subsidie en inkomensoverdrachten;

    • d.

      een overzicht deelnemingen.

Artikel 13 Accountantscontrole

  • 1. De eilandsraad wijst een accountant aan die belast is met de controle van de jaarrekening.

  • 2. De accountant geeft een verklaring af bij de Jaarrekening en brengt een verslag van bevindingen uit.

  • 3. De verklaring van de accountant wordt opgenomen in de jaarstukken.

Artikel 14 Vaststellen en aanbieden jaarstukken

  • 1. Het bestuurscollege legt tijdig de jaarstukken ter vaststelling voor aan de eilandsraad.

  • 2. Binnen twee weken na vaststelling door de eilandsraad maar in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgend op het begrotingsjaar stuurt het bestuurscollege de door de eilandsraad vastgestelde jaarstukken toe aan de Minister door tussenkomst van het College.

HOOFDSTUK 3

Paragrafen in begroting en jaarrekening

Artikel 15. Lokale heffingen

  • 1. Bij de begroting en jaarstukken doet het bestuurscollege in de paragraaf lokale heffingen ten minste verslag van:

    • a.

      de geraamde inkomsten;

    • b.

      het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

    • c.

      een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;

    • d.

      een aanduiding van de locale lastendruk;

    • e.

      een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Artikel 16. Weerstandsvermogen

  • 1. Het bestuurscollege geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting de risico’s aan waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het bestuurscollege geeft tevens een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het bestuurscollege brengt hierbij in elk geval de risico's in beeld en actualiseert deze risico's waar nodig.

  • 2. Tevens geeft het bestuurscollege in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit aan en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. Een inventarisatie en het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's dient te worden toegevoegd.

Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Bij de begroting en de jaarstukken doet het bestuurscollege in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan wegen, riolering, water, openbaar groen en gebouwen. Hierbij zal onder anderen verwezen worden naar eilandelijke beheersplannen, waarin het beleidskader wordt aangegeven met de daaruit voortvloeiende financiele consequenties. De financiële consequenties dienen opgenomen te worden in de begroting.

Artikel 18. Bedrijfsvoering

  • 1. Het bestuurscollege biedt de eilandsraad jaarlijks, bij de behandeling van de begroting, een paragraaf inzake de bedrijfsvoering aan. In deze paragraaf wordt mede ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven en wordt inzicht gegeven in de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Hierbij zal onder andere aandacht worden geschonken aan het P&O- beleid, Dienstverleningen Planning & Control.

  • 2. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 19. Verstrekking subsidies en inkomensoverdrachten

Het bestuurscollege biedtjaarlijks bij de begrotingeen staat van inkomens- overdrachten aan. De staat bevat een overzicht van de toe te kennen en toegekende subsidies en inkomensoverdrachten. Betreffende de deelnemingen dient de visie op deelnemingen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in de begroting te worden opgenomen, met daarbij een uitgebreide lijst van alle deelnemingen van het openbaar lichaam.

Artikel 20 Grondbeleid

Het bestuurscollege dient op grond van de wet jaarlijks in de begroting en het jaarverslag in te gaan op de beleidsvisie ten aanzien van het grondbeleid en de actuele prognose van de verwachte resultaten met daarbij de geraamde winstneming en de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken.

HOOFDSTUK 4

Financiele positie

Artikel 21. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1.

    Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

  • 2.

    De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.

  • 3.

    Op de materiële vaste activa wordt lineair en onafhankelijk van het resultaat afgeschreven in:

    • a.

      40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    • b.

      50 jaar: weg- en waterbouwkundige voorzieningen;

    • c.

      10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; technische installaties in en buiten bedrijfsgebouwen; zware transportmiddelen;

    • d.

      5 jaar: lichte transportmiddelen, meubilair en hard- en software. Over het jaar van ingebruik nemen wordt niet afgeschreven, maar over het jaar van afstoting wel.

  • 4.

    Niet wordt afgeschreven op gronden, terreinen en overige materiele vaste activa die niet in bovenstaande opsomming genoemd zijn.

  • 5.

    Activa met een individuele verkrijgingsprijs van minder dan $3.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen, computer hardware en gemotoriseerde transportmiddelen. Deze laatst genoemde worden altijd geactiveerd.

  • 6.

    De in de lid 3 genoemde termijnen kunnen aangepast worden indien voorzienbaar en aantoonbaar is, dat het actief een afwijkende economische levensduur kent.

  • 7.

    De opbrengst van de verkoop van activa wordt verantwoord op functie 922 Algemene uitgaven en inkomsten.

Artikel 22. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van ervaringscijfers en/of een beoordeling van openstaande vorderingen.

Artikel 23. Reserves en voorzieningen

  • 1. Het bestuurscollege biedt jaarlijks bij de begroting en de jaarrekening een staat van reserves en voorzieningen aan.

  • 2. Deze staat behandelt o.a. (wijzigingen in) de vorming en besteding van reserves en voorzieningen, de aard en doelstelling per reserve en voorziening.

  • 3. Tussentijds noodzakelijk geachte maar niet reeds begrote vorming of opheffing van reserves en voorzieningen, danwel toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen, kunnen zonder afzonderlijk voorafgaand eilandsraadsbesluit plaatsvinden. In de tussentijdse rapportages respectievelijk de jaarstukken dienen deze mutaties zichtbaarte zijn. Middels het vaststellen van tussentijdse rapportages respectievelijk de jaarstukken vindt formele autorisatie door de eilandsraad plaats.

  • 4. Voorwaarde voor toepassing van lid 3 is dat deze mutaties noodzakelijk zijn om de in de begroting aangegeven doelstellingen of activiteiten te realiseren of wanneer deze op grond van geldende verslaggevingsregels noodzakelijk blijken. In het geval van onttrekkingen dienen de te dekken lasten duidelijk te passen bij aard en doelstelling van de reserve of voorziening.

Artikel 24. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Het bestuurscollege draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen

  • 2. De bezittingen welke geregistreerd worden zijn; terreinen, gebouwen, vervoersmiddeIen,hardware‚ software, kantoormeubilair en airco's.

  • 3. Het bestuurscollege draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van het Openbaar lichaam Sint Eustatius systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-) vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-) schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar.

  • 4. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het bestuurscollege maatregelen ter correctie van de tekortkomingen.

  • 5. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de eilandsraad aangeboden.

Artikel 25. Collectieve sector

Het bestuurscollege neemt in de begroting op een overzicht van de rechtspersonen die behoren tot de collectieve sector. De betrokkenheid van het openbaar lichaam dienen duidelijke te worden beschreven met daarbij een duidelijke toelichting van het financieringsbeleid en de beoogde doelstellingen.

HOOFDSTUK 5

Financiele organisatie en administratie

Artikel 26. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van het Openbaar lichaam;

  • b.

    bet verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van registergoederen, kapitaalgoederen, voorraaden, vorderingen en schulden, etcetera;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informative alsmede de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 27. Financiele administratie

  • l. Het bestuurscollege draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de inrichting en de werking van de financiele administratie voldoet aan de wet en andere relevante wet- en regelgeving;

    • b.

      de vereiste informatie verstrekt wordt aan de Minister en het College alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het Openbaar lichaam.

Artikel 28. Financiele organisatie

  • 1. Het bestuurscollege draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de eilandelijke organisatie eenduidig is ingedeeld en de taken van het openbaar lichaam eenduidig zijn toegewezen aan de diensten eq. afdelingen;

    • b.

      taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, voor zover mogelijk met inachtneming van de kleinschaligheid van de ambtelijke organisatie, adequaat zijn gescheiden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      afspraken zijn gemaakt met de diensten over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • d.

      mandaten en volmachten zijn verleend voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 29 Interne regelgeving

Het bestuurscollege draagt er zorg voor dat op basis van door de eilandsraad vastgestelde regelgeving het administratieve proces wordt bestuurd. In het kader hiervan legt het bestuurscollege interne procedurele regels neer in nadere regelgeving die door de eilandsraad wordt vastgesteld voor onder andere:

  • a.

    de inkoop van goederen, de aanbesteding van werken en het verwerven van onroerende goederen;

  • b.

    de vervreemding van eilandelijke bezittingen;

  • c.

    de toekenning van subsidies.

HOOFDSTUK 6

Slotbepalingen

Artikel 30. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Financiele beheersverordening Sint Eustatius’.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na die van zijn afkondiging.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad 15 november 2012.
De voorzitter, De eilandgriffier,