Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 25 maart 1996 regelende de voorwaarden waaronder vergunningen worden afgegeven om vulstations te exploiteren personen te vervoeren en/of duikers te begeleiden in het marien park de in het marien park geldende voorwaarden van ankering en ankergelden en het vaststellen van de hoogte van de te heffen leges op vergunningen betrekking hebbende op het marien park

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen van 25 maart 1996 regelende de voorwaarden waaronder vergunningen worden afgegeven om vulstations te exploiteren personen te vervoeren en/of duikers te begeleiden in het marien park de in het marien park geldende voorwaarden van ankering en ankergelden en het vaststellen van de hoogte van de te heffen leges op vergunningen betrekking hebbende op het marien park

Artikel 1 Vergunninghouders

Als vergunninghouder wordt aangemerkt degene aan wie, op zijn/haar verzoek, van overheidswege een vergunning is verstrekt voor de artikelen 17, 19 en 20 van de Marien Milieu verordening Sint Eustatius, voor het uitoefenen van zijn/haar bedrijfsaktiviteiten in het marien park.

Artikel 2 Personeel

  • 1. De in artikel 1 genoemde vergunninghouder geeft aan de beheerder van het onderwaterpark de namen van het bij zijn/haar bedrijf werkzame personeel dat in het onderwaterpark kan werken, met de taken en de bevoegdheden.

  • 2. Duiklessen mogen alleen worden gegeven onder toezicht van instructeurs die in het bezit zijn van een instructeursbrevet afgegeven door de duikorganisaties NAUI, PADI, CMAS, YMCA, NASDS, SSI INSTRUCTOR of een gelijkwaardige organisatie.

  • 3. Divemasters en instructeurs dienen er zorg voor te dragen dat de aan hen toevertrouwde duikers de voorschriften van de Marien Milieuverordening stipt navolgen.

  • 4. De bestuurders van vaartuigen voor het transport van duikers dienen de vaarregels van het onderwaterpark strikt in acht te nemen.

  • 5. Divemasters, instructeurs en bootbestuurders dienen tenminste eenmaal per jaar deel te nemen aan een oriëntatie bijeenkomst gegeven door de beheerder van het onderwaterpark.

Artikel 3 Duikers

  • 1. Niet gebrevetteerde duikers mogen alleen in open water duiken na een inleidende instructie door een bevoegde instructeur in een zwembad of een daarmee vergelijkbaar water. Een openwaterduik mag alleen plaatsvinden onder leiding van een divemaster of instructeur met dien verstande dat een divemaster niet meer dan twee ongebrevetteerde duikers en een instructeur niet meer dan vier ongebrevetteerde duikers begeleidt.

  • 2. Gebrevetteerde duikers dienen een oriënterende duik te maken, waar mogelijk vanaf de plaats waar het vulstation waarvan zij perslucht betrekken is gevestigd, alvorens deel te nemen aan andere duiken vanaf de kust of vanaf vaartuigen.

Artikel 4 Vulstations

  • 1. Compressoren dien zodanig te worden onderhouden dat de kwaliteit van de perslucht te allen tijde voldoet aan de normen genoemd in het tweede lid.

  • 2. Samengeperste lucht mag geen grotere verontreiniging bevatten dan

    • ·

      koolstof dioxide 0.5 deel per promille;

    • ·

      koolstof monoxide 0.0 1 deel per promille;

    • ·

      olie 1 mg/m3;

    • ·

      geur geen;

    • ·

      water 0,07 promille.

  • 3. Duikflessen mogen alleen met perslucht worden gevuld indien deze zijn voorzien van een geldig keur door of namens het Stoomwezen te Curaçao afgegeven of door het Stoomwezen erkend, Hieronder wordt mede begrepen de keur afgegeven door of namens het Departement van Handel van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel 5 Vaartuigen

  • 1. Aan boord van vaartuigen voor het transport van duikers moeten zich, naast de reddingsmiddelen en veiligheidsmiddelen zoals voorgeschreven door de havenmeester bij registratie van het vaartuig, zuurstofbeademingsapparatuur en een EHBO verbanddoos bevinden.

  • 2. Het is niet toegestaan meer dan een boot gelijktijdig aan een meerboei af te meren. Het is evenmin toegestaan de drijflijn welke aan de meerboeien is bevestigd aan boord vast te maken.

  • 3. Bij het vastmaken aan meerboeien dient minimaal 6 meter eigen lijn te worden uitgevierd vanaf het vaartuig. De beheerder van het onderwaterpark kan boeien aanwijzen waaraan met een kortere eigen lijn kan worden afgemeerd.

  • 4. In geval de veiligheid van het vaartuig dan wel van de bemanning en passagiers het ankeren vereist mogen zich geen duikers te water begeven, met uitzondering van bemanningsleden indien zulks vereist is, bijvoorbeeld voor het klaren van een schroef.

Artikel 6 Verhuur

In geval de in artikel 1 genoemde vergunninghouder duikapparatuur verhuurt of ter beschikking stelt aan bezoekers van het park dient deze in goed werkende conditie te zijn en minimaal eenmaal per jaar een onderhoudsbeurt te ondergaan.

Artikel 7 Voorwaarden bij ankering

De instructies voor het gebruik van meerboeien, als vastgelegd in artikel 11 van de Marien Milieu verordening, luiden als volgt:

  • a.

    boten, langer dan 35 meter (115 voet) mogen geen gebruik maken van een meerboei welke is geplaatst door of namens de beheerder van het onderwaterpark;

  • b.

    boten met een lengte van 15 meter (50 voet) of meer, waarvan de passagiers de intentie hebben te gaan duiken en/of snorkelen, mogen alleen gebruik maken van de oranje meerboeien;

  • c.

    boten met een lengte van maximaal 18 meter (60 voet), waarvan de passagiers niet gaan duiken en/of snorkelen mogen alleen gebruik maken van de gele meerboeien;

  • d.

    het is niet toegestaan de witte en oranje meerboeien langer bezet te houden dan de tijd die nodig is voor het duiken. Met toestemming van de beheerder kan voor de oranje meerboeien een uitzondering worden gemaakt indien geen andere boot verzoekt op gebruikmaking van de betreffende meerboei voor duik en/of snorkel aktiviteiten.

Artikel 8 Tarief voor ankergeld

Het tarief voor ankergeld in het marien park, zie artikel 18 vijfde lid van de Marien Milieu verordening Sint Eustatius, is vastgesteld op:

  • ·

    Naf 0,18 (USD 0,10) per BRT voor schepen langer dan 30 meter (100 voet); en

  • ·

    Naf 3,60 (USD 2.00) per persoon voor schepen van 30 meter (100 voet) of minder.

Artikel 9 Leges op vergunningen

Het tarief aan leges, verbonden aan de vergunningen van artikel 17, 19 en 20 van de Marien Milieu verordening Sint Eustatius, is vastgesteld op:

  • 1.

    Vergunning betreffende het houden van een vulstation: Naf 50,00.

  • 2.

    Vergunning betreffende het commercieel vervoeren van personen binnen het marien park: Naf 50.00.

  • 3.

    Vergunning betreffende het begeleiden van duikers: Naf 50,00.

  • 4.

    De voornoemde tarieven zijn vastgelegd in de retributieverordening van het eilandgebied Sint Eustatius.

Artikel 10

  • 1. Als beheerder van het Statia Marine Park wordt aangesteld de Stichting "Sint Eustatius Natuur Parken" (STENAPA) gevestigd te Sint Eustatius.

  • 2. Het beheer wordt bij overeenkomst geregeld tussen het bestuurscollege en de onder het eerste lid aangestelde beheerder.

Artikel 11

Dit eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, treedt in werking met ingang van de dag nadat zij is afgekondigd.