Eilandsverordening houdende regels met betrekking tot de structuur en het functioneren van de ambtelijke organisatie van het eilandgebied Sint Eustatius

Geldend van 02-09-1999 t/m 09-10-2010

Intitulé

Eilandsverordening houdende regels met betrekking tot de structuur en het functioneren van de ambtelijke organisatie van het eilandgebied Sint Eustatius

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ERNA: Eilandenregeling Nederlandse Antillen;

  • b.

    eilandgebied: het eilandgebied Sint Eustatius;

  • c.

    bestuur: het bestuur van het eilandgebied, uitgeoefend door de eilandsraad, het bestuurscollege en de gezaghebber;

  • d.

    bestuursorganen: de eilandsraad, het bestuurscollege en de gezaghebber;

  • e.

    eilandsraad: de eilandsraad van het eilandgebied Sint Eustatius;

  • f.

    bestuurscollege: het bestuurscollege van het eilandgebied Sint Eustatius;

  • g.

    gezaghebber: de gezaghebber van het eilandgebied Sint Eustatius;

  • h.

    eilandsecretaris: de functionaris, bedoeld in artikel 25 van de ERNA, als zodanig benoemd door de eilandsraad;

  • i.

    ambtelijke organisatie: de administratieve organisatie van het eilandgebied als geheel, waarin opgenomen alle administratieve organisatorische eenheden van het eilandgebied, voorzover functionerend onder verantwoordelijkheid van het bestuur;

  • j.

    bureau kabinet: de organisatorische eenheid binnen de ambtelijke organisatie, als zodanig door de eilandsraad aangewezen, die de gezaghebber ondersteunt ten behoeve van diens wettelijke taken;

  • k.

    bureau: elke organisatorische eenheid ressorterend onder de eilandsecretaris, als zodanig door de eilandsraad aangewezen, belast met de voorbereiding en uitvoering van beleid op de toegewezen terreinen van zorg en de specifieke taken;

  • l.

    afdeling: dienst: elke organisatorische eenheid binnen de ambtelijke organisatie, als zodanig door de eilandsraad aangewezen, belast met de voorbereiding en de uitvoering van beleid op de toegewezen terreinen van zorg en de specifieke taken;

  • m.

    dienst: elke organisatorische eenheid binnen de ambtelijke organisatie, als zodanig door de eilandsraad aangewezen, belast met de voorbereiding en de uitvoering van in het bijzonder extern gericht beleid op de toegewezen terreinen van zorg en de specifieke taken;

  • n.

    sectie: elke organisatorische eenheid binnen een afdeling of dienst, als zodanig door het bestuurscollege aangewezen, belast met de voorbereiding en uitvoering van beleid op de toegewezen terreinen van zorg en de specifieke taken;

  • o.

    bureauhoofd: de functionaris die de leiding heeft van een bureau, als zodanig door het bestuurscollege benoemd;

  • p.

    afdelingshoofd: de functionaris die de leiding heeft van een afdeling, als zodanig door het bestuurscollege benoemd;

  • q.

    diensthoofd: de functionaris die de leiding heeft van een dienst, als zodanig door het bestuurscollege benoemd;

  • r.

    sectiehoofd: de functionaris die de leiding heeft van een sectie, als zodanig door het bestuurscollege benoemd;

  • s.

    stafoverleg: het overlegteam bestaande uit de eilandsecretaris, bureau-, afdelings- en diensthoofden;

  • t.

    medebewind: het verlenen van medewerking aan het uitvoeren van hogere regelingen, zoals landsverordeningen en lands-besluiten, houdende algemene regelingen.

HOOFDSTUK II De structuur en de taken van de ambtelijke organisatie

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1. De afdelings-, bureau- en diensthoofden, alsmede het overige personeel worden ingedeeld in organisatorische eenheden aangeduid met de benaming bureau, afdeling, dienst, respectievelijk met de benaming sectie.

  • 2. Bij eilandsbesluit kunnen afdelingen en diensten worden onderverdeeld in secties.

  • 3. Bij eilandsbesluit wordt de formatie van de afdelingen, bureaus en diensten vastgesteld, alsmede de verdeling en toewijzing van taken over de voor het bureau, de afdeling en de dienst vastgestelde formatieplaatsen in de vorm van functieprofielen.

  • 4. De functieprofielen, bedoeld in het derde lid, bevatten in ieder geval een korte omschrijving van de functie, de plaats van de functie in de ambtelijke organisatie en eisen met betrekking tot opleiding, ervaring en persoonlijkheid die gesteld worden aan personen die de functie gaan vervullen.

  • 5. Tot wijziging van de doelstelling of taken van een bureau, afdeling of dienst, danwel van de onderverdeling van een afdeling of dienst in secties of van de formatie en functieprofielen van een afdeling, bureau, dienst of sectie wordt niet besloten dan nadat ieder personeelslid van de desbetreffende afdeling, het desbetreffend bureau, de desbetreffende dienst of van de desbetreffende sectie danwel een representatieve vertegenwoordiging daarvan in de gelegenheid is gesteld zich een mening te vormen over de voorgenomen wijziging alsmede deze mening naar het bestuurscollege te uiten.

Paragraaf 2 De afdelingen en bureaus

Artikel 3

  • 1. Als afdelingen worden ingesteld:

    • a.

      de afdeling algemene zaken;

    • b.

      de afdeling welzijnszaken;

    • c.

      de afdeling financiën en economische zaken.

  • 2. Als bureaus worden ingesteld:

    • a.

      het bureau kabinet;

    • b.

      het bureau personeelszaken.

Artikel 4

  • 1. De afdeling algemene zaken heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het bijdragen aan het instandhouden en verbeteren van het bestuurlijk proces;

    • b.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van burgerzaken, alsmede de uitvoering van medebe-windszaken terzake;

    • c.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a. en b. vermelde doelstellingen.

  • 2. De afdeling heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid de volgende taken:

    • a.

      algemene bestuurszaken;

    • b.

      wet- en regelgeving;

    • c.

      juridische zaken;

    • d.

      staatkundige aangelegenheden;

    • e.

      beleidsplanning en coördinatie op hoofdlijnen;

    • f.

      postregistratie en archivering;

    • g.

      bode- en portiersdiensten;

    • h.

      huisvesting, inkoop en beheer;

    • i.

      uitvoering bevolkingsadministratie, burgerlijke stand en verkiezingen;

    • j.

      uitvoering militaire, nationaliteits- en vreemdelingenzaken;

    • k.

      verstrekking paspoorten en identiteitsbewijzen.

Artikel 5

  • 1. De afdeling welzijnszaken heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van de individuele materiële hulpverlening aan burgers, de maatschappelijke dienstverlening en het maatschappelijk welzijn, alsmede de uitvoering van medebewindszaken terzake;

    • b.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandge bied op het gebied van onderwijs, kunst, sport en cultuur alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • c.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende onderwijs, culturele en sportvoorzieningen;

    • d.

      het bevorderen van de volksontwikkeling en het welzijn van de bevolking;

    • e.

      het bevorderen van de totstandkoming en de Instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende tot de educatieve, sociaal-culturele en sociaalmaatschappelijke Infrastructuur behorende voorzieningen;

    • f.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met e vermelde doelstellingen.

  • 2. De afdeling welzijnszaken heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      individuele materiële hulpverlening;

    • b.

      maatschappelijke dienstverlening;

    • c.

      ontwikkeling gehandicaptenzorg;

    • d.

      ontwikkeling bejaardenzorg;

    • e.

      stimulering emancipatiezaken;

    • f.

      ontwikkeling jeugd- en jongerenwerk;

    • g.

      stimulering sportbeoefening en recreatie;

    • h.

      uitvoering bestuurstaak openbaar onderwijs;

    • i.

      uitvoering overheidstaak bijzonder onderwijs;

    • j.

      uitvoering leerplichtwet;

    • k.

      uitvoering studietoelageregeling;

    • l.

      ondersteuning primaire onderwijsprocessen;

    • m.

      hulpverlening aan de leerling;

    • n.

      stimulering culturele en folkloristische programma's;

    • o.

      stimulering kunsten en kunstbeoefening;

    • p.

      stimulering overige volksontwikkeling;

    • q.

      beheer musea en monumentenzorg;

    • r.

      arbeidsbemiddeling en -voorziening;

    • s.

      uitvoering arbeidsregelingen.

Artikel 6

  • 1.

    • De afdeling financiën en economische zaken heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het bijdragen aan het instandhouden en verbeteren van het bestuurlijk proces;

    • b.

      het zorgdragen voor de middelen;

    • c.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op sociaal-economisch gebied, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • d.

      het bevorderen van een evenwichtige sociaal-economische ontwikkeling;

    • e.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende werkgelegenheid voor de bevolking;

    • f.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met e vermelde doelstellingen.

  • 2. De afdeling financiën en economische zaken heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      financieel beleid;

    • b.

      financiële administratie;

    • c.

      belastingen en heffingen;

    • d.

      incasso;

    • e.

      informatie en automatisering;

    • f.

      salarisadministratie;

    • g.

      sociaal-economische ontwikkelingsplanning;

    • h.

      ontwikkeling werkgelegenheid;

    • i.

      beleidsontwikkeling en stimulering van het toerisme, voorzover niet opgedragen aan de tourism foundation;

    • j.

      ontwikkeling en stimulering verkeer en vervoer, waaronder de coördinatie en afstemming met de haven, de luchthaven, nutsbedrijven en bedrijven, die transport- en telecommunicatiefaciliteiten leveren;

    • k.

      uitvoering van economische regelingen.

  • 3. De afdeling financiën en economische zaken heeft ter verwezenlijking van doelstellingen, genoemd in het eerste lid, voorts de volgende taken:

    • a.

      de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het middelenbeleid van het eilandgebied;

    • b.

      tot het middelenbeleid, bedoeld in onderdeel a, worden in elk geval gerekend:

      1°. het financiële beleid;

      2°. het organisatiebeleid;

      3°. het informatiebeleid;

      4°. het automatiseringsbeleid;

      5°. het aanschaffingenbeleid;

      6°. het beleid met betrekking tot het beheer van gebouwen ten behoeve van de huisvesting van de ambtelijke organisatie;

      7°. het beleid met betrekking tot het beheer van het materieel; 8°. het personeelsbeleid, voor wat betreft de evaluatie als onderdeel van het middelenbeleid;

    • c.

      Bij eilandsbesluit worden nadere regels vastgesteld omtrent het middelenbeleid, bedoeld in onderdeel b, en de rapportage inzake de uitvoering daarvan.

Artikel 7

  • 1. Het bureau kabinet heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het zorgdragen voor de beveiliging en bewaking van nader bij eilandsbesluit aangewezen personen, roerende en onroerende goederen;

    • b.

      het zorgdragen voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en rampen;

    • c.

      het bijdragen aan het instandhouden en verbeteren van het bestuurlijk proces In het bijzonder in relatie tot de aan de gezaghebber als zodanig opgedragen taken;

    • d.

      het zorgdragen voor de interne en externe communicatie;

    • e.

      alsmede de uitvoering van de medebewindstaken terzake van de doelstellingen genoemd in de onderdelen a tot en met d;

    • f.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied, meer in het bijzonder de gezaghebber, in de in de onderdelen a tot en met d genoemde doelstellingen.

  • 2. Het bureau kabinet heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      beleidsontwikkeling preventieve en repressieve brandbestrijding;

    • b.

      beleidsontwikkeling preventieve en repressieve rampenbestrijding;

    • c.

      beleidsontwikkeling beveiliging en bewaking;

    • d.

      voorlichting en public relations;

    • e.

      protocol;

    • f.

      coördinatiefunctie Interne en externe communicatie;

    • g.

      secretariaat gezaghebber en eilandsecretaris.

Artikel 8

  • 1. 1. Het bureau personeelszaken heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het bijdragen aan het instandhouden en verbeteren van het functioneren van de ambtelijke organisatie als geheel, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • b.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in het onderdeel a vermelde doelstelling.

  • 2. Het bureau personeelszaken heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      personeelsbeleid;

    • b.

      personeelsbeheer;

    • c.

      organisatiezaken.

Artikel 8a

Bij eilandsbesluit kunnen de taken van afdelingen en bureaus nader worden omschreven.

Paragraaf 3 De diensten

Artikel 9

  • 1. Als diensten worden ingesteld:

    • a.

      de dienst ruimtelijke ontwikkeling en beheer;

    • b.

      de dienst geneeskundige en gezondheidsdienst;

    • c.

      de dienst ziekenhuis en bejaardenzorg;

    • d.

      de dienst landbouw, veeteelt en visserij;

    • e.

      de dienst luchthaven;

    • f.

      de dienst zeehaven.

  • 2. De in het eerste lid, onderdelen a, b. en d, genoemde diensten kunnen worden aangeduid als DROB, GGD, respectievelijk LVV.

Artikel 10

  • 1. De dienst ruimtelijke ontwikkeling en beheer heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting, het milieu- en natuurbeheer en het beheer van openbare ruimten en voorzieningen, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • b.

      het bevorderen van een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling;

    • c.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van tot de fysieke infrastructuur behorende voorzieningen;

    • d.

      het voeren van het beheer over het onroerend goed van het eilandgebied;

    • e.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met d vermelde doelstellingen.

  • 2. De dienst ruimtelijke ontwikkeling en beheer heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      ruimtelijke ordening en volkshuisvesting;

    • b.

      bouw- en woningtoezicht;

    • c.

      milieu- en natuurbeheer;

    • d.

      monumentenzorg;

    • e.

      beheer en exploitatie van gronden, gebouwen en terreinen van het eilandgebied;

    • f.

      bouwkundig onderhoud gebouwen van het eilandgebied;

    • g.

      planning, aanleg en beheer civiel- en cultuurtechnische werken;

    • h.

      planning, aanleg en beheer openbare begraafplaatsen;

    • i.

      afvalinzameling;

    • j.

      schoonmaken en -houden straten en stranden;

    • k.

      beheer stortplaats;

    • l.

      eilandelijke watervoorziening.

Artikel 11

  • 1. De dienst geneeskundige en gezondheidsdienst heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van de gezondheidszorg en overige openbare hygiëne, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • b.

      het bevorderen van de volksgezondheid;

    • c.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende tot de gezondheidszorg en overige openbare hygiëne behorende voorzieningen;

    • d.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met c vermeide doelstellingen.

  • 2. De dienst geneeskundige en gezondheidsdienst heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      ontwikkeling algemene gezondheidszorg;

    • b.

      ontwikkeling jeugdgezondheidszorg, waaronder schooltandheelkundige zorg;

    • c.

      bestrijding verslavingsziekten;

    • d.

      gezondheidsvoorlichting en -opvoeding;

    • e.

      ziektekostenbeheersing;

    • f.

      hygiënische keuring van waren, lokaliteiten en drinkwater;

    • g.

      bestrijding gele koorts, muskieten en plaagdieren;

    • h.

      toezichthouden op het gebruik van bestrijdingsmiddelen;

    • i.

      het bevorderen van maatregelen op het gebied van de hygiëne en de psycho-hygiëne (geestelijke gezondheidszorg);

    • j.

      advisering milieubeleid;

    • k.

      periodieke controle prostituees;

    • l.

      bedrijfsgezondheidszorg;

    • m.

      het zorgdragen voor het verlenen van hulp bij ongevallen en het zieken- en gewondenvervoer.

Artikel 12

  • 1. De dienst ziekenhuis en bejaardenzorg heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van patiëntenzorg, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • b.

      het behartigen en coördineren van de eigen aangelegenheden van het eilandgebied op het gebied van bejaardenzorg, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • c.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a en b vermelde doelstellingen.

  • 2. De dienst ziekenhuis en bejaardenzorg heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      het beheren en exploiteren van het ziekenhuis;

    • b.

      de uitoefening van de huisartsenpraktijk, waaronder tandheelkundige zorg;

    • c.

      de patiëntenzorg in het ziekenhuis;

    • d.

      de uitoefening van de wijkgezondheidszorg;

    • e.

      de uitoefening van de avond- en weekenddiensten.

Artikel 13

  • 1. De dienst landbouw, veeteelt en visserij heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het stimuleren van lokale initiatieven met betrekking tot landbouw, veeteelt en visserij;

    • b.

      het bevorderen van landbouw, veeteelt en visserij in de breedste zin des woords;

    • c.

      het bevorderen van de gezondheid van vee en landbouwhuisdieren en de kwaliteit van vlees, vis en dierlijke producten, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • d.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende tot de veterinaire gezondheidszorg behorende voorzieningen, alsmede de uitvoering van medebewindstaken terzake;

    • e.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met d vermelde doelstellingen.

  • 2. De dienst landbouw, veeteelt en visserij heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      het ontwikkelen en verbeteren van lokaal haalbare technieken en methodes met betrekking tot landbouw, veeteelt en visserij;

    • b.

      het verbreiden van technieken en methodes, bedoeld in onderdeel a, onder meer door het geven van voorlichting en demonstraties en de inkoop, verkoop en het bemiddelen van, respectievelijk bij produkten, goederen en fokdieren;

    • c.

      het verrichten van onderzoek op het gebied van plantenziektekunde, bosbouw, bodemkunde, aquacultuur, putten, dammen en grondwater en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden;

    • d.

      het keuren van vee, vlees, vis en overige dierlijke produkten, waaronder de controle op vlees- en visverwerkende bedrijven;

    • e.

      het beheren en exploiteren van het slachthuis;

    • f.

      het zorgdragen voor diergeneeskundige zorg voor vee en landbouwhuisdieren;

    • g.

      het beheren en exploiteren van de marktplaats;

    • h.

      planning, aanleg en beheer openbare groengebieden en andere vormen van aanplant ter verfraaiing, grondverbetering, erosiebestrijding of natuurherstel.

Artikel 14

  • 1. De dienst luchthaven heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het zo effectief, efficiënt, ordelijk en veilig mogelijk laten verlopen van het afhandelingsproces van passagiers, vliegtuigen, vracht en post;

    • b.

      het bevorderen van de orde en veiligheid op en de beveiliging van de luchthaven;

    • c.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende luchthavenfaciliteiten ten behoeve van het luchtverkeer en luchthavengebruikers;

    • d.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en rampen en het voorkomen en beperken van brandgevaar en ongevallen bij brand;

    • e.

      het verlenen van hulp bij ongevallen;

    • f.

      het bevorderen van de doorvoering van maatregelen ter voorkoming van brand en rampen;

    • g.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende brandweer- en rampenbestrijdingsfaciliteiten;

    • h.

      het beschermen van nader bij eilandsbesluit aangewezen personen en goederen;

    • i.

      het handhaven van de orde, rust en veiligheid in en nabij gebouwen en lokalen, waarin openbare diensten, bedrijven, afdelingen, instellingen ten algemene nutte of onderwijsinstellingen zijn gevestigd en op en nabij openbare badplaatsen;

    • j.

      het opsporen van strafbare feiten, voor zover dit ter juiste uitvoering van de funktie van buitengewoon agent van politie aan diens waakzaamheid is toevertrouwd;

    • k.

      het verlenen van de nodige medewerking en hulp aan de brandweer en aan het Korps Politie Nederlandse Antillen, Korpsonderdeel Sint Eustatius bij de uitoefening van hun taken;

    • l.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met k vermelde doelstellingen.

  • 2. De dienst luchthaven heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      het afwikkelen en afhandelen van het passagiers-, vlieg- en vrachtverkeer;

    • b.

      het invoeren en handhaven van maatregelen en het treffen van voorzieningen op het gebied van orde, veiligheid en beveiliging overeenkomstig de internationale normen;

    • c.

      het uitvoeren van de wettelijke regelingen met betrekking tot de luchtvaart; alsmede van de toepasselijke internationale overeenkomsten op luchtvaartgebied;

    • d.

      het evalueren van de wijze van uitvoering van de operationele functie van de luchthaven, van de groei in het luchtverkeer en de behoeftes van de luchtvaart en de luchthavengebruikers;

    • e.

      het nemen van maatregelen of het treffen van voorzieningen om het niveau van dienstverlening te verbeteren en knelpunten op te heffen danwel te voorkomen;

    • f.

      preventieve en repressieve brandbestrijding op de luchthaven;

    • g.

      preventieve en repressieve brandbestrijding elders op het eilandgebied;

    • h.

      preventieve en repressieve rampenbestrijding;

    • i.

      het verlenen van hulp bij ongevallen;

    • j.

      beveiliging van de luchthaven;

    • k.

      bewaking van eilandelijke eigendommen;

    • l.

      handhaving van de orde, rust en veiligheid in en nabij openbare gebouwen en lokalen en op en nabij openbare badplaatsen;

    • a.

      m.opsporing van strafbare feiten;

    • m.

      verlening van de nodige medewerking en hulp aan de brandweer bij het bestrijden van brand en bij het zieken- en gewondenvervoer;

    • n.

      verlening van de nodige medewerking en hulp aan het Korps Politie Nederlandse Antillen, korpsonderdeel Sint Eustatius, in verband met de daadwerkelijke handhaving van de orde, rust en veiligheid en de bescherming van personen en goederen;

    • o.

      het verrichten van andere werkzaamheden, die in het kader van handhaving van de orde, rust en veiligheid en de bescherming van personen en goederen worden opgedragen.

  • 3. Bij eilandsverordening worden instructies vastgesteld aangaande de orde en de veiligheid op en de beveiliging van de luchthaven en van andere personen en goederen elders op het eilandgebied.

  • 4. Het ontwerp van de eilandsverordening, bedoeld in het derde lid, behoeft de in stemming van de gezaghebber.

  • 5. Bij eilandsbesluit wordt een algemeen dienstvoorschrift vastgesteld voor het personeel bij de dienst luchthaven.

  • 6. De inhoud van het dienstvoorschrift, bedoeld in het vijfde lid, behoeft, voor zover het betreft de beveiliging, de instemming van de gezaghebber.

  • 7. Bij eilandsverordening worden instructies vastgesteld aangaande de preventieve en repressieve brandbestrijding op de luchthaven en elders op het eilandgebied.

  • 8. Het ontwerp van de eilandsverordening, bedoeld in het zevende lid behoeft de instemming van de gezaghebber.

  • 9. Bij eilandsbesluit wordt een algemeen dienstvoorschrift vastgesteld voor het personeel van de brandweer.

  • 10. De inhoud van het dienstvoorschrift, bedoeld in het negende lid, behoeft de instemming van de gezaghebber.

  • 11. Dienstorders betreffende de leiding of de uitoefening van de taken van de dienst vanuit het bestuurscollege worden gegeven door tussenkomst van de gezaghebber, voor zover niet bij of krachtens wettelijke regeling anders is bepaald.

  • 12. Bij brand of een ramp voert de gezaghebber het opperbevel over het personeel van de brandweer.

  • 13. De dienstorders betreffende de leiding of de uitoefening van de taken van de dienst, die door de gezaghebber worden gegeven, worden onverwijld ter kennis gebracht van het bestuurscollege.

  • 14. De brandweer dient bij de verrichting van haar taak op en nabij de luchthaven de vigerende internationale, landelijke en eilandelijke voorschriften betreffende de preventieve en repressieve brandbestrijding op de luchthaven na te leven.

Artikel 15

  • 1. De dienst zeehaven heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      het zo effectief, efficiënt, ordelijk en veilig mogelijk laten verlopen van het afhandelingsproces van passagiers, schepen, vracht en post;

    • b.

      het bevorderen van de orde en veiligheid in en de beveiliging van de haven;

    • c.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van kwantitatief en kwalitatief voldoende havenfaciliteiten ten behoeve van het scheepsverkeer en havengebruikers;

    • d.

      het ondersteunen van de bestuursorganen van het eilandgebied in de in de onderdelen a tot en met c vermelde doelstellingen.

  • 2. De dienst zeehaven heeft ter verwezenlijking van de doelstellingen, genoemd in het eerste lid, de volgende taken:

    • a.

      het afwikkelen, respectievelijk afhandelen van het loodsen, meren en ontmeren van de schepen, aanwijzen van ligplaatsen en de daarmee samenhangende inning en afdracht van de loods-, lig- en meergelden, alsmede van precariorechten of belastingen;

    • b.

      het invoeren en handhaven van maatregelen en treffen van voorzieningen op het gebied van orde, veiligheid en beveiliging overeenkomstig de bestaande voorschriften, wetten en verordeningen en internationale normen;

    • c.

      het uitvoeren van de wettelijke regelingen, verordeningen en voorschriften met betrekking tot de scheepvaart en de zeehaven, alsmede van de toepasselijke internationale overeenkomsten op scheepvaartgebied;

    • d.

      het evalueren van de wijze van uitvoering van de operationele functie van de haven, van de groei in het scheepsverkeer en de behoeften van de scheepvaart en de havengebruikers;

    • e.

      het nemen van maatregelen of het treffen van voorzieningen om het niveau van dienstverlening te verbeteren en knelpunten op te heffen danwei te voorkomen.

  • 3. Bij eilandsverordening worden instructies vastgesteld aangaande de orde en de veiligheid in de haven en de beveiliging van de zeehaven.

  • 4. Bij eilandsbesluit wordt een algemeen dienstvoorschrift vastgesteld voor het personeel bij de dienst zeehaven.

Artikel 15a

Bij eilandsbesluit kunnen de taken van de diensten nader worden omschreven.

HOOFDSTUK III De ambtelijke organisatie in relatie tot de bestuursorganen

Paragraaf 1 Eilandsecretaris in relatie tot de bestuursorganen

Artikel 16

  • 1. De eilandsecretaris draagt zorg voor een doelmatige ondersteuning van de leden van de eilandsraad.

  • 2. De eilandsecretaris staat de voorzitter van de eilandsraad terzijde bij diens zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de eilandsraad.

  • 3. De eilandsecretaris draagt er zorg voor dat van de vergaderingen van de eilandsraad verslag wordt gemaakt en een presentielijst wordt opgesteld.

Artikel 17

  • 1. De eilandsecretaris draagt, onverminderd de verantwoordelijkheden van de gezaghebber, zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het bestuurscollege.

  • 2. De eilandsecretaris draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan het bestuurscollege.

  • 3. De eilandsecretaris is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures en bevordert een voortvarende uitvoering van de besluiten van het bestuurscollege.

  • 4. De eilandsecretaris draagt zorg voor een doelmatige ondersteuning van de leden van het bestuurscollege.

  • 5. De eilandsecretaris draagt er desgevraagd of uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het bestuurscollege over alle informatie kunnen beschikken, die zij behoeven om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

  • 6. De eilandsecretaris draagt er zorg voor dat tijdens de vergaderingen van het bestuurscollege genomen besluiten worden vastgelegd en dat een presentielijst wordt bijgehouden.

  • 7. Bij eilandsbesluit kunnen ten aanzien van de in dit artikel omschreven taken nadere instructies worden gegeven.

Artikel 18

  • 1. De eilandsecretaris staat de gezaghebber in diens hoedanigheid van bestuurlijk coördinator ter zijde.

  • 2. Ter uitvoering van het gestelde in het eerste lid bevordert de eilandsecretaris samen met de gezaghebber een goede afstemming tussen de bestuursorganen enerzijds en de ambtelijke organisatie anderzijds.

  • 3. Ter uitvoering van het gestelde in het eerste lid is de eilandsecretaris de gezaghebber behulpzaam bij de bevordering van een goede samenwerking en afstemming tussen de bestuursorganen, alsmede bij de bewaking van het functioneren als collegiaal bestuur van het bestuurscollege.

Artikel 19

  • 1. De eilandsecretaris wijst het bestuurscollege op gesignaleerde problemen binnen de organisatie en doet voorstellen hoe te komen tot oplossingen voor die problemen.

  • 2. Het bestuurscollege kan de eilandsecretaris opdracht geven tot het instellen van een onderzoek naar het doelmatig of doeltreffend functioneren van bureaus, afdelingen en diensten.

  • 3. Alvorens een onderzoek bedoeld in het tweede lid in te stellen, voert de eilandsecretaris hierover overleg met het hoofd van het betrokken bureau, van de betrokken afdeling of van de betrokken dienst.

  • 4. De eilandsecretaris rapporteert aan het bestuurscollege niet dan na het betrokken hoofd in de gelegenheid te hebben gesteld diens standpunt ten aanzien van de bevindingen van het onderzoek aan de eilandsecretaris kenbaar te maken.

Paragraaf 2 Ambtelijke organisatie en uitoefening van de bestuursbevoegdheid van bestuursorganen

Artikel 20

  • 1. Het bestuurscollege kan, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid als bedoeld in de ERNA, voor bepaalde categorieën zaken de eilandsecretaris of met instemming van de eilandsecretaris, een bureau, afdelings-, respectievelijk diensthoofd of een andere aan te wijzen functionaris binnen diens afdeling, respectievelijk dienst de bevoegdheid geven namens hem of in zijn plaats beslissingen te nemen of stukken te ondertekenen, mits de regeling waarop de bevoegdheid van het bestuurscollege berust zich daartegen niet verzet.

  • 2. De te mandateren bevoegdheden worden opgenomen in een afzonderlijk mandaatbesluit.

  • 3. Het bestuurscollege verwerkt de besluiten tot het verlenen van mandaat in een totaaloverzicht, dat voor een ieder ter inzage ligt.

  • 4. Bij eilandsbesluit worden instructies vastgesteld omtrent de wijze waarop de verantwoording over en de controle op de bevoegdheid, bedoeld in eerste lid, dienen plaats te vinden.

  • 5. Het bepaalde in de voorafgaande leden van dit artikel is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de gezaghebber als bestuursorgaan.

Paragraaf 3 Ondersteuning gedeputeerden en advisering bestuurscollege

Artikel 21

  • 1. Elk gedeputeerde krijgt desgevraagd de beschikking over een functionaris, die ondersteuning geeft bij de uitvoering van diens taken.

  • 2a. Ingeval de functionaris, bedoeld in het eerste lid, van buiten de ambtelijke organisatie wordt aangetrokken, zal sprake zijn van een contract voor bepaalde tijd.

  • 2b. Het contract, bedoeld onder a, heeft een maximale contractperiode gelijk aan de zittingsperiode van de gedeputeerde.

  • 3a. Ingeval de functionaris, bedoeld in het eerste lid, van binnen de ambtelijke organisatie wordt aangetrokken, zal sprake zijn van een tijdelijke overplaatsing, met de garantie teruggeplaatst te worden in de oorspronkelijke functie na afloop van de zittingsperiode van de gedeputeerde.

  • 3b. Het organisatie-onderdeel waar vanuit de tijdelijke overplaatsing, bedoeld onder a plaats heeft gevonden, krijgt de mogelijkheid voor de duur van de overplaatsing de vacature op contractbasis in te vullen.

  • 4a. Het vervullen van de functie, bedoeld in het eerste lid, is uitgesloten voor personen die binnen de ambtelijke organisatie de functie van directeur, afdelingshoofd of (adjunct)eilandsecretaris vervult.

  • 4b. Indien uitgesloten personen, bedoeld onder a, toch de functie, bedoeld in het eerste lid, wensen te vervullen, dienen zij vooraf afstand te doen van hun functie als directeur, afdelingshoofd of (adjunct)eilandsecretaris.

Artikel 21a

  • a. Het bestuurscollege kan een functionaris aanwijzen om haar in het algemeen te adviseren.

  • b. Het bepaalde in artikel 21, leden 2 t/m 4 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van deze functionaris, met dien verstande dat met de zittingsperiode wordt bedoeld, die van het bestuurscollege in de compositie die de functionaris heeft aangewezen.

HOOFDSTUK IV Werkwijze van de ambtelijke organisatie

Paragraaf l Eilandsecretaris in de ambtelijke organisatie

Artikel 22

  • 1.

    De eilandsecretaris staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    De eilandsecretaris is belast met:

    • a.

      het initiëren en coördineren van het strategisch management van de ambtelijke organisatie;

    • b.

      de afstemming en coördinatie in het kader van de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • c.

      de afstemming tussen de bestuursorganen en de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    De eilandsecretaris is eindverantwoordelijk voor de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van de ambtelijke organisatie.

  • 4.

    De eilandsecretaris draagt er zorg voor dat het proces van beleidsvoorbereiding en -uitvoering doeltreffend en doelmatig verloopt.

  • 5.

    De eilandsecretaris treft, met inachtneming van de eventuele instructies als bedoeld in het elfde lid, de maatregelen en voorzieningen, die de eilandsecretaris omwille van een doelmatige uitvoering van de aan de ambtelijke organisatie opgedragen taken nodig acht.

  • 6.

    Indien maatregelen, bedoeld in het vijfde lid, door een bestuursorgaan zijn te nemen, rapporteert de eilandsecretaris daaromtrent aan het bestuurscollege.

  • 7.

    De eilandsecretaris draagt in geval van vacatures, na overleg met het betrokken bureau-, afdelings- of diensthoofd, te benoemen medewerkers voor aan het bestuurscollege.

  • 8.

    Het bestuurscollege zal met betrekking tot benoemingen, bedoeld In het zevende lid, zich doen adviseren door het hoofd van het bureau personeelszaken.

  • 9.

    De eilandsecretaris draagt zorg voor:

    • a.

      de totstandkoming en uitvoering van een jaarplan voor de ambtelijke organisatie;

    • b.

      het periodiek afleggen van verantwoording over het gevoerde dagelijks beheer aan het bestuurscollege door middel van een managementrapportage.

  • 10.

    Bij eilandsbesluit worden instructies vastgesteld omtrent de frequentie, de aard, de inhoud en de vorm van de managementrapportage, bedoeld in het negende lids onderdeel b.

  • 11.

    Bij eilandsbesluit kunnen ten aanzien van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de eilandsecretaris nadere instructies worden gegeven.

  • 12.

    Het bestuurscollege kan naast het gestelde in het elfde lid taakopdrachten voor de eilandssecretaris vaststellen, waarin op het beheer en de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie betrekking hebbende taken voor een bepaalde periode nader worden vastgesteld.

Artikel 23

  • 1. De eilandsecretaris wint bij de bureau-, afdelings- en de diensthoofden, alsmede bij overige medewerkers inlichtingen in, die voor een goede vervulling van diens taak nodig zijn.

  • 2. De eilandsecretaris toetst de voor de bestuursorganen bestemde ambtelijke stukken op beslissingsrijpheid.

  • 3. Indien de eilandsecretaris een ambtelijk stuk niet beslissingsrijp acht brengt deze, als adviseur van de bestuprsorganen dit naar voren bij het desbetreffende aan de orde zijnde agendapunt.

  • 4. Indien het advies van de eilandsecretaris, bedoeld in het derde lid, afwijkt van het in stuk verwoorde advies van een bureau-, afdelings-, of diensthoofd licht de eilandsecretaris het desbetreffende hoofd hierover in, onder vermelding van de redenen, bij voorkeur vooraf en in ieder geval achteraf.

  • 5. Voorzover de eilandsecretaris zulks, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze verordening is bepaald, nodig acht, stelt deze in overleg met de bureau-, afdelings- en diensthoofden procedures vast voor de behandeling van zakens die door de bestuursorganen aan de ambtelijke organisatie ter voorbereiding of ter uitvoering zijn opgedragen.

  • 6. De eilandsecretaris is hoofd van het bureau kabinet.

Artikel 24

Overeenkomstig het bepaalde in het Reglement van Orde Eilandsraad van het Eilandgebied Sint Eustatius, wijst het bestuurscollege op aanbeveling van de eilandsecretaris één of meer functionarissen aan als adjuncteilandsecretaris.

Paragraaf 2 Bureau-, afdelings- en diensthoofden

Artikel 25

  • 1. Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst.

  • 2. Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de personeelszorg binnen diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst, met inachtneming van terzake door de eilandsecretaris gegeven aanwijzingen.

  • 3. Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de doelmatige aanwending van de voor het bureau, de afdeling, respectievelijk de dienst ter beschikking gestelde financiële middelen, zulks met inachtneming van de nadere regels terzake, bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel c.

  • 4. Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de inhoud van de beleidsadvisering vanuit diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst.

  • 5. Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd pleegt regelmatig overleg met de medewerkers van zijn bureau, afdeling, respectievelijk dienst, waarbij in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde komen:

    • a.

      algemene aangelegenheden die het gehele bureau, de gehele afdeling, respectievelijk dienst aangaan op het gebied van de personeelszorg en de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening;

    • b.

      aangelegenheden die de coördinatie en de organisatie van het bureau, de afdeling, respectievelijk de dienst betreffen;

    • c.

      de planning van de werkzaamheden;

    • d.

      de voortgang van de werkzaamheden;

    • e.

      informatie over beleidslijnen van de bestuursorganen.

Artikel 26

  • 1. Het bestuurscollege wijst op aanbeveling van de eilandsecretaris, gehoord het betrokken bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofds een functionaris van het bureau, de afdeling, respectievelijk dienst aan als plaatsvervangend bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd.

  • 2. De eilandsecretaris wijst op aanbeveling van het afdelings-, respectievelijk diensthoofd, gehoord het betrokken sectiehoofd, een functionaris van de onder die afdeling ressorterende sectie aan als plaatsvervangend sectiehoofd.

Paragraaf 3 Stafoverleg

Artikel 27

  • 1. Ten behoeve van een gecoördineerde afstemming van beleidsvoorbereiding en -uitvoering op ambtelijk niveau is er een Stafoverleg.

  • 2. Het Stafoverleg heeft tot doel de eilandsecretaris behulpzaam te zijn bij het initiëren van beleid en strategisch management, alsmede bij de zorg voor het algemene functioneren van de ambtelijke organisatie.

  • 3. Het Stafoverleg adviseert de eilandsecretaris met betrekking tot:

    • a.

      de noodzakelijke afstemming van zaken tussen de bestuursorganen en de ambtelijke organisatie;

    • b.

      de coördinatie van de totstandkoming van beleidsplannen, meerjarenplannen en dergelijke;

    • c.

      de coördinatie van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • d.

      de coördinatie van overige de bureaus, afdelingen en diensten overstijgende zaken, waaronder begrotingszaken en overige aspecten betreffende de inzet van middelen, adviezen terzake de bestuurlijke organisatie van het eilandgebied, de positie van het eilandgebied binnen de Nederlandse Antillen, algemene beheersvraagstukken, de samenstelling van bestuursaccoorden en dergelijke;

    • e.

      het permanent gestalte geven aan het proces ter verbetering van de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van de ambtelijke organisatie als geheel.

  • 4. Het stafoverleg is samengesteld uit:

    • a.

      de eilandsecretaris, tevens voorzitter;

    • b.

      de bureauhoofden;

    • c.

      de afdelingshoofden;

    • d.

      de diensthoofden.

  • 5. Het stafoverleg komt wekelijks bijeen en verder zo vaak als de voorzitter dit nodig acht of indien ten minste twee leden daarom verzoeken.

  • 6. Van de vergaderingen van het stafoverleg worden de gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd en toegezonden aan:

    • a.

      de voorzitter en de leden van het stafoverleg;

    • b.

      het bestuurscollege.

  • 7. De bureau-, afdelings- en diensthoofden geven hun medewerkers de gelegenheid kennis te nemen van de gemaakte afspraken in het stafoverleg.

Paragraaf 4 Financieel management en de administratieve organisatie

Artikel 28

Bij eilandsverordening worden instructies vastgesteld aangaande de organisatie van de financiële administratie, de interne controle, het financieel beheer in het algemeen en het beheer van de geldmiddelen van het eilandgebied.

HOOFDSTUK V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29

  • 1. Voor zover op het moment van inwerkingtreding van deze verordening reeds is voorzien in regelgeving, welke krachtens deze verordening kan of dient te worden vastgesteld, wordt de bestaande regelgeving aangemerkt als regelgeving welke is vastgesteld krachtens deze verordening.

  • 2. Voor zover bepalingen van de bestaande regelgeving, bedoeld in het eerste lid, niet overeenstemmen met deze verordening, blijven die bepalingen buiten toepassing.

Artikel 30

Het bestuurscollege is bevoegd nadere regels te stellen ten aanzien van de ambtelijke organisatie welke in deze verordening niet zijn voorzien.

Artikel 31

Ingetrokken wordt de bij besluit van de eilandsraad van 27 mei 1996 vastgestelde Organisatieverordening Sint Eustatius.

Artikel 32

Deze eilandsverordening treedt in werking op de dag na die van haar afkondiging en zij werkt terug tot en met 27 mei 1996.

Artikel 33

Deze eilandsverordening wordt aangehaald als: Organisatieverordening Sint Eustatius 1996.