Eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016

Geldend van 02-09-2016 t/m 31-10-2016

Intitulé

Eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS;

GELEZEN,

  • -

    Het vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg d.d. 27 oktober 2015, inzake de publicatie van de Verordening havengelden Sint Eustatius 2015;

OVERWEGENDE,

  • -

    dat de Havengeldenverordening Sint Eustatius opnieuw moet worden gepubliceerd conform de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de vorige verordeningen ingetrokken moeten worden;

  • -

    dat het noodzakelijk is om de regelgeving inzake de havengelden, zo spoedig mogelijk te publiceren en in werking te laten treden, mede in verband met de precaire financiële situatie van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

Gelet op,

  • -

    artikelen 61 tot en met 63 van de Wet Openbare Financiën Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

BESLUIT:

Vast te stellen deze eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016:

Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      openbaar lichaam: het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • b.

      eilandsraad: de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c.

      bestuurscollege: het bestuurscollege van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • d.

      bruto ton: de eenheid voor de bruto inhoud van een vaartuig, zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 en die uit de meetbrief volgt;

    • e.

      bunkeren: het door een vaartuig innemen van brandstof voor eigen gebruik;

    • f.

      container: een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO688 als Series 1 freight containers van de International Organisation for Standardisation, voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt;

    • g.

      gebruiker: de partij die gebruik maakt van het havengebied en/of andere diensten van het openbaar lichaam afneemt, waaronder mede begrepen de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, de agent, alsmede degene die (als vertegenwoordiger van voornoemde personen) de voorbereidende handelingen jegens (de havenbeheerder van) het openbaar lichaam heeft verricht ter voorbereiding van het gebruik c.q. verblijf van het vaartuig of afname van diensten;

    • h.

      gebruiksvergoeding: de vergoeding ten aanzien van gebruik of afname van diensten dat de gebruiker is verschuldigd aan het openbaar lichaam en waarvan de hoogte uit het tarievenoverzicht blijkt;

    • i.

      geregistreerd vaartuig: een vaartuig wat volgens de Vaartuigenwet 1930 geregistreerd is in het openbaar lichaam en niet beschikt voor een meetbrief;

    • j.

      haven of havengebied: het water binnen de territoriale wateren rond het eiland van het openbaar lichaam, daaronder begrepen baaien, reden, pieren, aanlegsteigers, meerstoelen, meerpalen, meerboeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen met uitzondering van het onderwaterpark zoals omschreven in het Marien Milieu verordening Sint Eustatius;

    • k.

      havengeld: havenbelasting als bedoeld in artikel 61 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en rechten als bedoeld in artikel 62 van die wet geheven ter vergoeding van kosten in verband met het gebruik van de haven met een vaartuig en met het genot van diensten die verstrekt zijn door of vanwege het openbaar lichaam in verband met dat gebruik;

    • l.

      havenmeester: de door het bestuurscollege als zodanig benoemde of aangewezen functionaris;

    • m.

      kapitein: degene die de feitelijke leiding over een vaartuig voert;

    • n.

      lading: alle door een vaartuig geloste en ingenomen goederen, waaronder verpakkingsmateriaal, containers en trailers. Voor de toepassing van de verordening worden, niet tot de lading gerekend: ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, alsmede de handbagage die wordt vervoerd door opvarenden;

    • o.

      ligplaats: het nemen van een ligplaats waarbij het aanleggen van een vaartuig langs een kade of steiger op een directe dan wel indirecte wijze plaatsvindt. Hieronder wordt mede verstaan het innemen van een ligplaats langs een naastgelegen vaartuig dat reeds een ligplaats langs de kade heeft genomen. Ook het innemen van een (lig)plaats op een andere wijze binnen het havengebied wordt gezien als ligplaats;

    • p.

      meetbrief: een meetbrief, als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981, die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, Londen 1969;

    • q.

      oorlogsschip: vaartuig, behorende tot de operatieve sterkte van de Koninklijke Marine of behorende tot de marine van een vreemde mogendheid, waarover een militair der zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;

    • r.

      pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

    • s.

      tarievenoverzicht: het overzicht met de door het openbaar lichaam gehanteerde tarieven per belasting, recht of andere soort vergoeding zoals bedoeld in deze verordening;

    • t.

      territoriale wateren: de territoriale wateren rond het openbaar lichaam Sint Eustatius zoals vastgesteld bij of krachtens artikel 1 van de Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk;

    • u.

      tijdvak: een op het tarievenoverzicht genoemde tijdsduur, waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig gedurende een toegepast tijdvak de haven verlaat en terugkeert, een nieuw tijdvak begint

    • v.

      ton: een massa van 1.000 kilogram;

    • w.

      trailer: voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen of kennelijk is bestemd om door een ander voertuig te worden voortbewogen;

    • x.

      vaartuig of schip: elk drijvend lichaam, dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer te water, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende;

    • y.

      vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vangen van vis of andere levende rijkdommen van de wateren en de zee;

  • 2. Deze verordening is van toepassing op het openbaar lichaam en haar territoriale wateren.

Artikel 2 Tarievenoverzicht

  • 1. De in de artikelen genoemde en te heffen tarieven en tijdvakken zijn opgenomen in het tarievenoverzicht en worden vastgesteld bij besluit van het bestuurscollege.

  • 2. In het geval dat in een bepaald jaar geen besluit vastgesteld is gelden de tarieven zoals die in het voorafgaande jaar geldig waren.

Artikel 3 Aanvang gebruik

De verschillende tarieven worden berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen. Het bedoelde gebruik en/of genot vangt in ieder geval aan bij invaren van het havengebied, dan wel het innemen van een ligplaats en/of het gebruik van andere faciliteiten in het havengebied.

Titel 1 Havengeld

Artikel 4 Belastbaarfeit met betrekking tot havenbe l ast i ng

Havenbe l ast i ng wordt geheven voor het:

  • a.

    het ankeren in de territoriale wateren, bedoeld in de Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk voor zover deze wateren grenzen aan het openbaar lichaam;

  • b.

    liggen of meren van vaartuigen in de haven;

  • c.

    liggen of meren van vaartuigen aan kaden en terreinen welke bij het openbaar lichaam in eigendom of in beheer en onderhoud zijn.

Artikel 5 Rechten ten aanzien van gebruik

  • 1. Rechten worden geheven:

    • a.

      Voor het gebruik van de territoriale wateren voor zover deze wateren grenzen aan het openbaar lichaam;

    • b.

      Voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van de haven met een vaartuig en voor het genot van diensten door of vanwege het openbaar lichaam verstrekt in verband met dat gebruik.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde rechten worden aangemerkt als eilandbelasting.

Artikel 6 Meldplicht

  • 1. Voorafgaand aan de aanvang van het verblijf in het havengebied dient de gebruiker melding te doen van de gegevens van het vaartuig, het doel van het verblijf, de beoogde ligplaats en de lading. Deze melding wordt verricht aan de havenmeester.

  • 2. Direct na afloop van het verblijf in de haven dient de gebruiker melding te doen van de voor facturatie benodigde gegevens, zoals deze door de havenmeester bekend worden gemaakt.

Artikel 7 Belastingplicht

Voor de betaling van het havengeld is hoofdelijk aansprakelijk, de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het vaartuig, bijvoorbeeld in het kader van de vertegenwoordiging van de reder of kapitein. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen.

Artikel 8 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in het bij deze verordening behorende tarievenoverzicht.

  • 2. De tarieven gelden voor het tijdvak als genoemd in het tarievenoverzicht.

  • 3. In geval van twijfel of onduidelijkheid bepaalt de havenmeester welke maatstaf, tijdvak of tarief wordt toegepast.

  • 4. Het totaal verschuldigde havengeld wordt naar beneden op gehele dollars afgerond.

Artikel 9 Tarieven

  • 1. Het havengeld wordt berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen, waarbij een niet onderbroken verblijf in de haven tot ten hoogste de duur van de in het tarievenoverzicht genoemde tijdvakken in aanmerking wordt genomen;

  • 2. Het bestuurscollege van het openbaar lichaam heeft het recht tarieven te wijzigen en vast te stellen. Vanaf het moment van vaststelling gelden die gewijzigde tarieven als zijnde de door het openbaar lichaam gehanteerde tarieven per soort belasting, recht of andere soort vergoeding.

Artikel 10 Geregistreerde vaartuigen

Voor in het openbaar lichaam volgens de Vaartuigenwet 1930 geregistreerde vaartuigen welke regelmatig gebruik maken van de publieke ligplaatsen geldt een tarief zoals opgenomen in het tarievenoverzicht. Vaartuigen voorzien van een meetbrief worden behandeld als niet zijnde geregistreerde vaartuigen.

Artikel 11 Tarieftoepassing

Bij de toepassing van de tarieven:

  • a.

    geldt de (grootste) bruto tonnage van een vaartuig, uitgedrukt in bruto tonnen, zoals deze blijkt uit de meetbrief;

  • b.

    geldt voor een geregistreerd vaartuig de lengte;

  • c.

    wordt een gedeelte van een eenheid van lengte, breedte, tonnage en massa voor een volle eenheid gerekend;

  • d.

    gelden de lengte, breedte, zomerdiepgang, bruto tonnage en massa, zoals die ambtshalve door de havenmeester wordt vastgelegd indien geen meetbrief wordt overgelegd;

  • e.

    wordt de door het vaartuig geloste en ingenomen lading, uitgedrukt in metrische tonnen;

  • f.

    wordt de door het vaartuig bij het bunkeren ingenomen brandstof voor eigen gebruik, uitgedrukt in metrische tonnen;

  • g.

    wordt het aantal tonnen geloste en/of ingenomen lading of bunkers ambtshalve door de havenmeester bepaald, indien deze onvoldoende worden aangetoond;

Artikel 12 Vrijstellingen

  • 1. Geen havengeld is verschuldigd voor:

    • a.

      een vaartuig in dienst van het openbaar lichaam;

    • b.

      een vaartuig dat in opdracht of op verzoek van het openbaar lichaam wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten;

    • c.

      vaartuigen welke op grond van de ‘Marien milieu verordening Sint Eustatius’ ankergeld verschuldigd zijn;

    • d.

      een vaartuig in directe dienst van het Koninkrijk, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig worden vervoerd;

    • e.

      een oorlogsschip;

    • f.

      een vaartuig, geen oorlogsschip zijnde, dat uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van manschappen en goederen van de strijdkracht van het Koninkrijk of van de strijdkracht van bevriende mogendheden;

    • g.

      een vaartuig waarmee door het openbaar lichaam een overeenkomst voor het havengeld is aangegaan.

  • 2. De havenmeester kan in incidentele gevallen op schriftelijke verzoek een vrijstelling of reductie van het havengeld verlenen.

Titel 2 Meergeld

Artikel 13 Assistentie bij meren, ontmeren of verhalen

  • 1. Voor assistentie bij het meren, ontmeren en verhalen van vaartuigen aan publieke ligplaatsen is een vergoeding verschuldigd. De tarieven voor de assistentie bij het meren, ontmeren en verhalen zijn in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Voor assistentie bij het meren, ontmeren of verhalen van vaartuigen buiten de normale werktijden wordt een toeslag in rekening gebracht zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 3. Indien bij het meren, ontmeren of verhalen gebruikt wordt gemaakt van een vaartuig, worden deze kosten apart in rekening gebracht.

Titel 4 Gebruiksvergoeding

Artikel 14 Gebruiksvergoeding

  • 1. De gebruiker is voor het gebruik van de haven of de afname van diensten een gebruiksvergoeding verschuldigd. De gebruiksvergoeding is verschuldigd vanaf het moment dat het daadwerkelijke gebruik of dienst is aangevangen onder voorwaarde dat het openbaar lichaam akkoord is met het bedoelde gebruik.

  • 2. In het tarievenoverzicht wordt per soort gebruik aangegeven welke gebruiksvergoeding verschuldigd is en hoe deze tot stand komt.

  • 3. Voor de berekening van de gebruiksvergoeding worden gedeelten van de in het tarievenoverzicht genoemde eenheden voor één geheel gerekend.

Artikel 15 Gebruik publieke pier

Voor het aanlanden en voor vervoer aanleveren van goederen op een pier toebehorend aan het openbaar lichaam, is piergeld verschuldigd. Hieraan zijn voorwaarden verbonden:

  • a.

    Aangelande en voor vervoer aangeleverde goederen mogen maximaal twee dagen op een publieke pier blijven staan.

  • b.

    Voor goederen welke zonder ontheffing langer op een pier staan zal een toeslag worden berekend.

  • c.

    Goederen welke langer op de pier staan kunnen door de havenmeester naar het opstalterrein worden verplaatst op kosten van de eigenaar, vervoerder of vertegenwoordiger van dezen. Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens deze verplaatsing van goederen.

  • d.

    Voor verschillende soorten goederen zal het openbaar lichaam verschillende tarieven met verschillende tijdvakken in rekening brengen, zoals dezen op het tarievenoverzicht zijn vermeld.

  • e.

    Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens de op- en overslag van goederen.

  • f.

    In speciale gevallen kan de havenmeester ontheffing verlenen van hetgeen in dit artikel is bepaald. Aan deze ontheffing kunnen aanvullende voorwaarden verbonden zijn.

Artikel 16 Overslag via publieke pier

Voor gebruik van een pier toebehorend aan het openbaar lichaam is piergeld verschuldigd als lading van het ene vaartuig naar het andere vaartuig wordt overgebracht. Het piergeld is aangegeven op het tarievenoverzicht.

Artikel 17 Materieel

Voor gebruik van materieel in dienst van het openbaar lichaam is een vergoeding verschuldigd zoals op het tarievenoverzicht vermeld.

  • 1.

    Alle vergoeding zijn inclusief kosten zoals brandstof en personeel.

  • 2.

    Voor gebruik van het materieel buiten de normale werktijden wordt een toeslag in rekening gebracht welke op het tarievenoverzicht is vermeld.

  • 3.

    Aanvullende voorwaarden voor gebruik en tarieven zijn op het tarievenoverzicht aangegeven.

  • 4.

    In incidentele gevallen kan de havenmeester afwijken van het tarievenoverzicht.

Artikel 18 Opstalterrein

  • 1. Voor gebruik van het opstalterrein voor de opslag van goederen en voorwerpen is een gebruiksvergoeding verschuldigd volgens het tarievenoverzicht.

  • 2. Voor verschillende goederen kunnen verschillende tarieven worden berekend zoals aangegeven op het tarievenoverzicht.

  • 3. Goederen mogen alleen met toestemming van de havenmeester op het terrein worden geplaatst.

  • 4. Vrijgesteld van de kosten voor gebruik van het opstalterrein zijn:

    • a.

      voertuigen in gebruik bij personen in dienst van het openbaar lichaam en voor zover voor de dienst noodzakelijk;

    • b.

      voertuigen in gebruik beheer of dienst van overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane en scheepvaartinspectie;

  • 5. In speciale gevallen kan de havenmeester ontheffing verlenen van hetgeen in dit artikel is bepaald. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden verbonden zijn

Artikel 19 Vaartuig

  • 1. Voor gebruik van een vaartuig in dienst van het openbaar lichaam is een gebruiksvergoeding verschuldigd zoals op het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Er gelden verschillende tarieven voor gebruik in het havengebied van het openbaar lichaam en voor gebruik buiten dit havengebied.

  • 3. Gebruik van het vaartuig is op verzoek aan de havenmeester. De havenmeester kan in overleg met het bestuurscollege nadere voorwaarden stellen aan het gebruik. Deze voorwaarden zullen vooral betrekking hebben op het gebied van orde en veiligheid.

Titel 4 Beveiliging

Artikel 20 Toegangspas

  • 1. Alle bezoekers van het haventerrein moeten beschikken over een toegangspas. De geldigheid van deze pas is minimaal 1 week. Aan een toegangspas kunnen kosten verbonden zijn, zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Regelmatig bezoekers van het haventerrein kunnen een toegangspas aanvragen. De geldigheid van deze toegangspas is maximaal een jaar. Aan een toegangspas zijn kosten verbonden zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 3. Voertuigen moeten voor toegang tot het haventerrein beschikken over een toegangspas. De geldigheid van deze toegangspas is maximaal een jaar. Aan een toegangspas zijn kosten verbonden zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 4. Vrijgesteld van de kosten voor een toegangspas zijn:

    • a.

      personen in dienst van het openbaar lichaam, zover een beroepsmatige betrokkenheid op het haventerrein noodzakelijk is;

    • b.

      voertuigen in gebruik bij personen in dienst van het openbaar lichaam;

    • c.

      personen in dienst en functie bij overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane, Koninklijke Marine, kustwacht en scheepvaartinspectie;

    • d.

      voertuigen in gebruik beheer of dienst van overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane en scheepvaartinspectie;

  • 5. Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor letsel of schade ontstaan tijdens verblijf op het haventerrein.

Titel 5 Betalingen en vertrekpas

Artikel 21 Vertrekpas

  • 1. De havengelden zijn verschuldigd, voor zoveel een vaartuig betreft, door de kapitein, eigenaar, gebruiker of vertegenwoordiger.

  • 2. Betaling van havengelden geschiedt bij het havenkantoor, vóór het vertrek van het vaartuig.

  • 3. Geen vertrekpas wordt uitgereikt, indien het verschuldigde havengeld niet is voldaan, tenzij daartoe naar het oordeel van het openbaar lichaam voldoende zekerheid is gesteld.

Artikel 22 Facturering en betaling

  • 1. Voor de betaling van de door gebruiker verschuldigde bedragen is hoofdelijk aansprakelijk elke partij die valt onder het begrip “gebruiker”. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen.

  • 2. Het havengeld wordt berekend op basis van de opgave en bij gebreke daarvan op basis van de vaststelling door de havenmeester.

  • 3. Voor alle verschuldigde bedragen in het kader van deze verordening zal het openbaar lichaam aan gebruiker een factuur zenden.

  • 4. De betalingstermijn van de factuur bedraagt 30 dagen tenzij op de factuur een andere betalingstermijn staat vermeld.

  • 5. Geschillen ten aanzien van de door het openbaar lichaam in rekening gebrachte bedragen geven gebruiker niet het recht de betaling op te schorten.

  • 6. Gebruiker is niet gerechtigd de door de het openbaar lichaam in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met vorderingen die hij eventueel op het openbaar lichaam heeft of pretendeert te hebben.

  • 7. De gebruiker dient voor bedragen boven de $ 1,500.00 voorafgaand aan de uitvoering van het gebruik of dienst genoegzame zekerheid te stellen voor de voldoening van de verplichtingen van gebruiker, bijvoorbeeld door middel van betaling van een voorschot, een borgstelling of een bankgarantie.

Artikel 23 Algemene bestedingsbelasting (ABB)

Alle bedragen en tarieven die zijn opgenomen in het tarievenoverzicht zijn exclusief eventueel verschuldigde bestedingsbelasting. Indien bestedingsbelasting is verschuldigd krachtens het bepaalde in de Wet Belastingwet BES, zal gebruiker deze bestedingsbelasting tegelijk met de in rekening gebrachte bedragen voldoen.

Titel 6 Uitvoering en slotbepalingen

Artikel 24 Uitvoering

Met de uitvoering van deze eilandsverordening is belast de havenmeester, bijgestaan door het daartoe door het bestuurscollege aangewezen personeel.

Artikel 25 Toepasselijk recht en geschillen

Op alle uit deze verordening voortvloeiende rechten, verplichtingen en geschillen zijn uitsluitend van toepassing de wetten en verordeningen welke van toepassing zijn op het openbaar lichaam Sint Eustatius.

Artikel 26 Overggangsbepalingen

  • 1. De Havengeldenverordening Sint Eustatius 1982, A.B. 1982 no. 2, ingegaan op 5 oktober 1982 en bestendigd op 10 oktober 2010, zoals laatst gewijzigd, en de Verordening havengelden Sint Eustatius 2015, zoals laatst gewijzigd, worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordeningen van toepassing.

Artikel 27 Inwerkingtreding, citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na haar afkondiging.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius van 31 augustus 2016.

De Voorzitter, wnd. De Eilandgriffier, plv.

Memorie van Toelichting op de Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016

A. Algemeen

1. Inleiding

De Havengeldenverordening Sint Eustatius 1982 was van kracht sinds oktober 1982. Er was nooit een wijziging op deze verordening of de in deze verordening vermelde tarieven. In 2010 werd deze verordening bekrachtigd voor de overgang in eiland status. Tekstueel is er toen niets aangepast. Zowel na 1982 ‚ maar zeker in 2010 hebben er diverse grote veranderingen plaats gevonden.

De meest opvallende wijzigingen zijn de verandering van eiland status naar openbaar lichaam en de verandering van munteenheid naar Amerikaanse Dollars.

Hoewel vanzelfsprekend wel in dollars wordt gefactureerd en betaald zijn er geen officiële lijsten met de nieuwe tarieven beschikbaar. Vervolgens heeft de eilandsraad in 2015 de Verordening havengelden Sint Eustatius 2015 vastgesteld waarbij tevens nieuwe tarieven werden vastgesteld.

2. Wettelijke basis

Het openbaar lichaam kan havenbelasting heffen, op grond van artikel 61 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook kunnen rechten worden geheven op grond van artikel 62 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Op grond van het eerste lid van dit artikel kunnen rechten worden geheven voor:

  • a.

    het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het openbaar lichaam of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij het openbaar lichaam in beheer of in onderhoud zijn;

  • b.

    het genot van door of vanwege het openbaar lichaam verstrekte diensten.

Onder de onder b bedoelde rechten vallen ook de leges, die immers een vergoeding zijn voor door of vanwege het openbaar lichaam verstrekte diensten. In veel gevallen gaat het dan om het in behandeling nemen van aanvragen voor vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten. Op 27 oktober 2015, heeft de rechter van het Gerecht in Eerste Aanleg vonnis gewezen in de zaak van Nustar Terminal N.V. tegen het openbaar lichaam Sint Eustatius.

Daarbij heeft de rechter geconstateerd, dat de wijze van publicatie van de Verordening door het openbaar lichaam Sint Eustatius niet conform de wet is gedaan. Het gevolg hiervan is dat de in 2015 vastgestelde en publiceerde verordening geen gelding meer had. De eilandsraad heeft inmiddels gelezen het vonnis en rekening houdende met de precaire financiële van het openbaar lichaam besloten om de in 2015 vastgestelde tekst, opnieuw te publiceren.

3. Opzet

Er is voor gekozen om de verordening volledig nieuw op te zetten om met deze nieuwe modernere verordening weer volledig up-to-date te zijn. Een andere keuze is om de tarieven niet in de verordening op te nemen, maar een separaat tarievenoverzicht te maken. Dit verhoogt de leesbaarheid van de verordening en geeft een duidelijker overzicht van de tarieven. De tarieven zijn eenvoudiger aan te passen zonder dat de onderlinge samenhang van de artikelen in de verordening verloren gaat.

Een aantal minder in het oogspringende zaken waren mede aanleiding tot genoemde modernisering, te weten:

  • Stoom- en zeilschepen zijn nauwelijks meer commercieel in de vaart, dit is vervangen door de neutralere term vaartuig of (motor)schip;

  • Bruto Tonnage (BT) heeft bruto register ton (BRT) vervangen. In 1969 heeft de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), onderdeel van de Verenigde Naties, een nieuwe wijze van scheepmeten, bruto tonnage, geïntroduceerd. Het verdrag is uiteindelijk vastgesteld op 18 juli 1982, met een overgangsperiode van 12 jaar voor bestaande vaartuigen. Vanaf 1994 bestaat alleen nog bruto ton voor het meten van vaartuigen. De oude term ‘ton’, waarmee werd bedoelt bruto register ton, is omgezet naar bruto ton. Waarmee de term ton nu wordt gebruikt voor het aangeven van massa in kilogram.

  • De meeste tarieven zijn aangepast, verhoogd, naar een rond bedrag. Er is naar gestreefd om een zekere samenhang in de tarieven te waarborgen.

Er is naar gestreefd om alle bij de havendienst gebruikte tarieven in de verordening te beschrijven en in het tarievenoverzicht op te nemen. Hierdoor is er voor alle gebruikers één duidelijk overzicht van alle regels en tarieven.

B. Artikelgewijze toelichting

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

lid 1

Alle begripsomschrijvingen zijn beoordeeld en waar nodig herzien. De begripsomschrijvingen zijn in alfabetische volgorde geplaatst, met uitzondering van de begrippen openbaar lichaam, eilandsraad en bestuurscollege. Een alfabetische volgorde verbetert de leesbaarheid.

Een modernisering is o.a het verwijderen van een omschrijving voor stoomschepen. Deze zijn nauwelijks nog in de vaart. Alle in de begrippen en verder verordening genoemde wet- en regelgeving is gecontroleerd op actualiteit.

  • Onder sub d is bruto tonnage opgenomen. De inhoud van vaartuigen werd bepaald in bruto register ton, in de verordening van 1982 opgenomen als ton. Een bruto register ton was 100 cft of 2,83 m3. De eenheid van bruto ton is zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969. Dit verdrag is uiteindelijk in 1982 van kracht geworden en met een overgangsperiode tot 1994 hebben onder het verdrag vallende vaartuigen een nieuwe meetbrief;

  • Onder sub e is opgenomen bunkeren, omdat in de nieuwe verordening rekening wordt gehouden met het bunkeren van vaartuigen;

  • Onder sub f is container opgenomen. Deze is herzien naar de internationale standaard;

  • Onder sub i is een geregistreerd vaartuig opgenomen, volgens de Vaartuigenwet 1930. Er is hiervoor een speciaal tarief opgenomen;

  • Onder sub j is de haven benoemd, zijnde de territoriale wateren. Het beschrijft het werkgebied van de haven, met uitzondering van het onderwaterpark die momenteel onder het beheer is van STENAPA. Het openbaar lichaam wil toezicht houden op de in de vaartuigen welke rond het eiland een interactie met het eiland hebben. Vrije doorvaart valt hier dus buiten;

  • Onder sub k is benoemd wat bedoeld wordt met havengeld, namelijk havenbelasting en rechten, zoals bedoeld in respectievelijk artikel 61 en 62 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

  • Onder sub l is de havenmeester genoemd. Om de verordening goed te kunnen laten werken moet zeker gesteld worden dat altijd een havenmeester is benoemd en een officiële vervanger is aangesteld.

  • Onder sub n is de vernieuwde definitie van lading. Noodzakelijk voor de nieuwe tarievenstructuur.

  • Onder sub p is opgenomen meetbrief. Deze is nu in overeenstemming met de internationale standaards en met de Meetbrievenwet 1981.

  • Onder sub s is het tarievenoverzicht. Dit maakt een onderdeel uit van de verordening.

  • Onder sub u is een tijdvak. Om tarieven effectief toe te kunnen passen is een tijdseenheid nodig. De tijdvakken zijn zo gekozen dat voor de normale werkzaamheden op het eiland geen grote verandering zal ontstaan.

  • Onder sub v is ton opgenomen. Dit is de meer international omschrijving van massa, zijnde 1.000 kilogram.

  • Onder sub w is trailer genoemd. Bijna alle containers welke naar het eiland komen of het eiland verlaten staan op een trailer. In enkele gevallen verlaten lege trailers weer het eiland. Dit is door een definitie en in het tarievenoverzicht beter vastgelegd.

lid 2

Opgenomen als een verduidelijking van lid 1 onder j en t.

Artikel 2 Tarievenoverzicht

De bevoegdheid tot vastelling van het tarievenoverzicht is gegeven aan het bestuurscollege, dit wordt weer bevestigd in artikel 9 lid 2. De gedachtengang hier is om te stimuleren dat een jaarlijkse aanpassing met de inflatie wordt doorgevoerd.

Hierdoor kunnen wijzigingen sneller worden doorgevoerd. Normale wijzigingen zijn jaarlijkse aanpassingen met de inflatie. Bijzondere financiële zaken kunnen een verder verhoging (of verlaging) wenselijk maken. Een wijziging van de verordening zal aan de eilandsraad worden voorgelegd.

Hoewel wenselijk om jaarlijks de tarieven met de inflatie aan te passen is een regel opgenomen om te regelen wat er gebeurt als er geen wijziging is.

Artikel 3 Aanvang gebruik

Opgenomen om duidelijk te stellen wanneer de aanvang van het gebruik is begonnen. Voor vaartuigen is dit bij binnenvaren van het havengebied. Voor verleende diensten bij aanvang van deze dienst.

Titel 1 Havengeld

Artikel 4 Belastbaar feit

Beschrijft de te heffen havenbelasting wanneer vaartuigen gebruik maken van de haven. Ditgeldt voor drijvende, gemeerde en geankerde vaartuigen, in aansluiting bij artikel 61 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 5 Rechten ten aanzien van gebruik

In overeenstemming met de wet financiën is hier het recht voor gebruik opgenomen.

Artikel 6 Meldplicht

In dit artikel is de verplicht tot het melden van vaartuigen opgenomen. In andere wet- en regelgeving is niet iets specifiek opgenomen voor het melden van vaartuigen bij het openbaar lichaam. Het betreft meldingen voor de aanvang van een verblijf in de haven. Maar ook een melding na vertrek van het vaartuig om de overgeslagen lading en bunkers op te geven. Voor het openbaar lichaam betekent dit een melding om de registratie van vaartuigen compleet te hebben.

Artikel 7 Belastingplicht

Dit artikel regelt wie de betaling van een vaartuig uit voert. In de meeste gevallen zal dit dewettelijke vertegenwoordiger, de agent, zijn, maar ook een kapitein zou voor de betalingenkunnen zorgen.

Artikel 8 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

Uit artikel 42, tweede lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba blijkt dat de eilandsraad vrij is een heffingsmaatstaf te kiezen. Daarbij kan rekening worden gehouden met het beleid van de eilandsraad en met de praktijk van de belastingheffing. Ter voorbereiding op de vaststelling van de maatstaf in dit artikel 8, is onderzoek gedaan naar soortgelijke regelingen van andere publieke organen. Ook is een economische analyse gemaakt van de passende belastingtarieven.

Dit artikel hoort bij artikel 11 en het tarievenoverzicht. In het tarievenoverzicht is duidelijk aangegeven aan welke maatstaven het tarief voldoet op gebied van grondslag, eenheid en tijdvak.

lid 3

Indien er onduidelijk over een toe te passen tarief, eenheid of tijdvak zou zijn is aangegeven dat de havenmeester bepaald. Dit is opgenomen om elke onduidelijkheid op te kunnen lossen.

lid 4

De tarieven worden voor de overzichtelijkheid afgerond op hele dollars. Er wordt naar beneden afgerond om bij kleine bedragen de gebruiker niet te zwaar te belasten.

Artikel 9 Tarieven

Dit artikel is een verdere toelichting op artikel 3, aanvang van gebruik. Dit artikel is echter meer toegespitst op vaartuigen, dus havengelden.

lid 2

Er wordt aangegeven dat het bestuurscollege de tarieven mag wijzigen. Deze mogelijkheid is onder andere gecreëerd in geval van jaarlijkse aanpassingen van de tarieven noodzakelijk zijn wegens inflatie. Zie toelichting artikel 2.

Artikel 10 Geregistreerde vaartuigen

Geregistreerde vartuigen zijn de vaartuigen welke op grond van de Vaartuigenwet 1930 in het openbaar lichaam Sint Eustatius zijn geregistreerd. Het betreft over het algemeen kleinere vaartuigen. Dit artikel is opgenomen omdat deze vaartuigen als lokale vaartuigen en nagenoeg altijd in het havengebied een bijzondere plaats in de haven en op het eiland innemen. Op grond van de genoemde wet worden de vaartuigen geregistreerd en wordt de inventaris gecontroleerd in het kader van orde en veiligheid.

Artikel 11 Tarieftoepassing

Om duidelijk te stellen hoe de verschillende eenheden worden toegepast is dat in dit artikel opgenomen. Alle in het tarievenoverzicht opgenomen eenheden zouden hier moeten zijn opgenomen.

Ook hier is opgenomen dat in geval van twijfel of onduidelijkheid de havenmeester de eenheid vaststelt.

Het artikel komt overeen met artikel 8.

Artikel 12 Vrijstellingen

In dit artikel is opgenomen om een aantal gebruikelijke vrijstellingen voor vaartuigen vast te stellen.

  • onder a is aangegeven dat een vaartuig van het openbaar geen havengeld hoeft te betalen;

  • onder b is aangegeven dat een vaartuig in opdracht van het openbaar lichaam is vrijgesteld. Dit zou kunnen zijn bij een vaartuig wat werkzaamheden in de haven uitvoert in opdracht van het openbaar lichaam. Uiteindelijk zouden deze kosten namelijk toch weer bij het openbaar lichaam terecht komen;

  • onder c zijn opgenomen vaartuigen welke voor de marien milieu verordening haven- of ankergeld betalen. Dit om te voorkomen dat vaartuigen dubbel betalen voor een havenbezoek. Aan de andere kant moet deze verordening worden aangepast om grote commerciële vaartuigen ankergeld te laten betalen. In artikel 18 van genoemde verordening is dat onmogelijk gemaakt;

  • onder d vaartuigen van het koninkrijk. Hieronder vallen de vaartuigen van Rijkswaterstaat, kustwacht en douane;

  • onder e zijn oorlogsschepen vrijgesteld. In veel havens is dit geregeld om de Koninklijke Marine vrij te stellen van havengelden, maar ook de vriendschappelijke betrekkingen met andere mogendheden te houden;

  • onder f bedoeld om vervoer van manschappen en goederen van marines vrij te stellen.

  • onder g is om regelingen met vaartuigen te kunnen regelen of bestaande regelingen geldig te houden. Hoewel een gebruik beperkt moet worden om een zekere willekeur te vermijden zijn er een aantal voorbeelden die geregeld kunnen worden. De vaartuigen die bijna altijd in de haven zijn, maar geen geregistreerd vaartuig zijn kunnen we onder vallen. Het betreft dan onder andere de sleepboten in dienst van de terminal. Een regel kan worden gemaakt om de administratieve lasten te verminderen door bijvoorbeeld een overeenkomst voor havengebruik. Registratie en facturatie kan dan worden beperkt.

Titel 2 Meergeld

Artikel 13

Dit artikel regelt de assistentie bij het meren en ontmeren van vaartuigen. In veel gevallen betekent dit het aannemen van trossen en meerlijn en van vaartuigen. dit is een dienstverlening van de haven die betaald moet worden. Er is geen verplichting opgelegd om deze diensten alleen door de haven uit te laten voeren.

Dit artikel is allen van toepassing op de publieke ligplaatsen.

lid 3

Bij gebruik van de in het verlengde van de pier staande meerpalen is een vaartuig noodzakelijk. De kosten voor het meren en ontmeren dekken iet de kosten van een vaartuig en zijn bestemd voor meren of ontmeren op de pier. De kosten voor gebruik van een vaartuig worden daarom apart belast.

Titel 3 Gebruiksvergoeding

Deze titel is van toepassing op gebruik van diensten of faciliteiten verstrekt door het openbaar lichaam.

Artikel 14 Gebruiksvergoeding

Geeft aan dat voor gebruik van publiek terreinen van het openbaar lichaam een vergoeding kan worden geheven. De tarieven voor deze vergoeding staan in het tarievenoverzicht vermeld.

Artikel 15 Gebruik publieke pier

  • onder a staat dat goederen niet langer als twee dagen op de pier mogen blijven staan. Dit om de publieke pier vrij te houden van lading en de netheid van het terrein te behouden;

  • onder b regelt dat bij langer blijven staan, zonder toestemming, de kosten toenemen. In incidentele gevallen kan een toestemming voor langer blijven staan worden afgegeven;

  • onder c is een lid wat de mogelijkheid biedt om goederen te verwijderen van de pier en naar het opstalterrein, bedoelt voor langere opslag, te brengen;

  • onder e is een vrijwaring van aansprakelijkheid voor het openbaar lichaam opgenomen;

  • onder f wordt de ontheffingsmogelijkheid van de havenmeester aangegeven.

Artikel 16 Overslag via publieke pier

Dit artikel regelt dat voor goederen die via de publieke pier worden geladen of gelost een vergoeding verschuldigd is. In tegenstelling tot de andere, niet publieke, havens waar lading wordt berekent met het vaartuig is hier gekozen om lading niet met het vaartuig te rekenen. Door het rekenen van piergeld wordt voor lading ook op publieke ligplaatsen een vergoeding betaald. voor deze constructie is gekozen omdat de meeste lading aangeland op publieke terreinen ookop het opstalterrein komt, waar deze vergoeding dan mee wordt gecombineerd.

Artikel 17 Materieel

Het openbaar lichaam beschikt over materieel wat wordt ingezet bij de afhandeling van goederen op het publieke haventerrein. Een terminal truck is op dit ogenblik niet operationeel, maar er is een vorkheftruck. De inzet van dit materiaal zijn kosten verbonden welke in het tarievenoverzicht zijn aangegeven.

Artikel 18 Opstalterrein

lid 3

Dit lid geeft aan dat alleen met een toestemming van de havenmeester goederen op het terrein mogen worden geplaatst. Dit artikel voorkomt dat er ongeoorloofd van het terrein gebruik wordt gemaakt. Dit betekent tevens dat de havenmeester een afgegeven toestemming met een redelijke termijn in kan trekken. Dit lid zal vooral gebruikt worden bij wanbetaling of overlast. Maar ook, naar oordeel van de havenmeester, te lang gebruik van het terrein.

De tarieven voor langer gebruik van het terrein nemen toe. Dit om misbruik van het terrein te voorkomen.

lid 4

Opgenomen om voertuigen van (rijks) overheidsdiensten vrij stellen van betaling van gebruikvan het terrein.

lid 5

Een ontheffing kan worden gegeven bij bijzondere gevallen te bepalen door de havenmeester. Hierbij moet worden gedacht aan speciale goederen die langer op het terrein moeten blijven voor afhandeling van formaliteiten of voor een speciaal project.

Zoals met deze zaken gebruikelijk moeten ontheffingen schriftelijk worden gegeven.

Artikel 19 Vaartuig

Het openbaar lichaam heeft een vaartuig wat wordt ingezet voor diensten en behoeve van derden. Om de bevoegdheden voor het vaststellen van regels voor het gebruik en de tarieven te regelen is dit artikel opgenomen. Het is één van de tarieven waar opname in het tarievenoverzicht wenselijk was om een compleet overzicht te houden.

Voor 2015 is er voor gekozen de tariefverhoging voor de overzeese reizen mee te nemen. Dit dient om de exploitatiekosten van het vaartuig te beheersen.

In het derde lid wordt aangegeven hoe een aanvraag moet geschieden. Dit is tevens opgenomen in het tarievenoverzicht als bijlage 3.

Titel 4 Beveiliging

De publieke haven valt onder de internationale verplichtingen van ISPS. Voor de beveiliging van de publieke haven is dan ook een systeem van toegangspassen opgezet. Hierdoor is eer inzicht in de personen en voertuigen die op het haventerrein komen.

Artikel 20 Toegangspas

lid 1

Alle bezoeker van de publieke haven moeten worden geregistreerd en worden voorzien van een pas. Voor niet frequente bezoekers worden dagpassen uitgegeven.

lid 2 en 3

Regelmatige bezoekers van de publieke haven moeten een pas aanvragen voor een langere periode. Deze passen worden voorzien van naam en pasfoto. Om de kosten administratieve kosten hiervoor en gebruik van het haventerrein te dekken wordt een vergoeding hoervoor berekent.

lid 4

Dit lid regelt een vrijstelling voor de betalingen voor personeel en voertuigen van havenpersoneel en overheidsdiensten. Deze personen maken voor de (rijks) overheid gebruik van de haventerreinen.

lid 5

Om het openbaar lichaam te vrijwaren is hier aangegeven dat betreden van de terreinen altijd op eigen risico is en een toegangspas dan ook niet betekent dat het openbaar lichaam aansprakelijk is.

Titel 5 Betalingen en vertrekpas

Artikel 21 Vertrekpas

Zoals voorheen wordt een vertrekpas alleen afgegeven als zekerheid van betaling is afgegeven. Voorheen vonden betaling contact plaats voor vertrek. Door de nieuwe werkwijze zal dat niet meer plaats kunnen vinden. in lid 3 van dit artikel is opgenomen dat het openbaar lichaam een zekerheid kan vragen. Volgens artikel 22 zevende lid is dit een verplichting boven de $ 1500, maar volgens dit artikel kan ook onder de $ 1500 een zekerstelling worden gevraagd.

Artikel 22 Facturering en betaling

Een artikel wat de betalingen nader beschrijft. De basis van dit artikel komt uit andere Nederlandse havengeld verordeningen.

lid 1

Komt overeen met artikel 7 voor vaartuigen. Regelt wie de betalingen doet.

lid 2

Onder de opgave wordt de melding van de agent voor het verstrekken van de gegevens voor de overslag van lading en bunkers verstaan.

lid 3

Om een sluitende boekhouding te krijgen is het noodzakelijk dat er facturen worden gemaakt. Dit vermindert de kans op fraude en zal voor een accountant een beter inzicht in de betalingen geven.

lid 4

Een betalingstermijn van 30 dagen is gebruikelijk bij facturen. Mogelijk is dit ook in BES belastingwetgeving vastgelegd.

lid 5 en lid 6

Een artikel om te voorkomen dat gebruikers geld inhouden om mogelijke ten onrechte betaald betalingen te compenseren. Vooral bedoelt om acties van betalingen en compensatie bij het openbaar lichaam te houden en niet bij de gebruiker.

lid 7

In tegenstelling tot de huidige werkwijze zal met de nieuwe werkwijze betaling pas achteraf plaats kunnen vinden, dus na vertrek van een vaartuig. Om risico’s hierbij voor het openbaar lichaam te verminderen is de mogelijkheid van een borg of bankgarantie geregeld. Er is voor een minimum bedrag van $ 1500 gekozen om de operaties bij kleine betalingen niet te verstoren.

Diensten onder dit bedrag zijn meestal direct aan de publieke pier gerelateerd en betreft over het algemeen terugkerende operaties. Om meer zekerheid over de betalingen te hebben kan een zekerstelling conform artikel 21 derde lid worden gevraagd.

Artikel 23 Algemene Bestedingsbelasting (ABB)

Indien op een bepaalde dienst een ABB moet worden toegepast kan dat volgens dit artikel worden geregeld. Op dit ogenblik wordt ABB niet toegepast op diensten verstrekt door de havendienst.

Titel 6 Uitvoering en slotbepalingen

Dit zijn vooral artikelen die in elke verordening voorkomen om de verordening ene plaats te geven en officeel te benoemen en van kracht te laten worden.

Artikel 24 Uitvoering

De uitvoering van de verordening is neergelegd bij de havenmeester. Als hoofd van dienst zeehaven heeft hij het toezicht op de registratie en facturatie van vaartuigen die de haven aandoen. Ook de uitvoering van diensten of faciliteiten door de havendienst vallen onder hem. In dit artikel is geregeld dat de mensen van de haven de uitvoering van deze verordening doen.

Artikel 25 Toepasselijk recht en geschillen

Een artikel om de verordening een plaats binnen andere wet- en regelgeving te geven.

Artikel 26 Overgangsbepalingen

Regelt het intrekken van de oude verordeningen en voor zaken die zich voordeden terwijl deze verordening van toepassing was. In dit geval worden zowel de door het Gerecht in Eerste Aanleg niet in werking getreden verordening als de daarvóór geldende verordeningen ingetrokken. De reden is omdat in principe na de vonnis in principe de oude wetgeving nog van kracht is.

Artikel 27 Inwerkingtreding, citeertitel

De verordening zal van kracht worden op de dag na haar inwerkingtreding.