Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Geldend van 07-12-2012 t/m 31-12-2014

De raad van de gemeente Waterland,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

Besluit:

tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam parkeerbelasting wordt de volgende belasting geheven:

  • a.

    Een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.

  • b.

    Een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning of ontheffing voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning of ontheffing aangegeven plaats en wijze.

Artikel 2 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    dag: een etmaal;

  • d.

    week: een tijdvak van 7 etmalen aanvangende maandag 0.00 uur;

  • e.

    maand: kalendermaand;

  • f.

    kwartaal: kalenderkwartaal;

  • h.

    jaar: kalenderjaar.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 1, onder deel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijktwie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het

    tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze

    aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft

    gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen;

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning of ontheffing heeft aangevraagd.

Artikel 4 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing wordt verleend.

Artikel 5 Tarieven, tijdvak, maatstaf van heffing

  • 1. Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 1, onderdeel a: bedraagt per tijdseenheid van maximaal 11 uren voor:

    • a.

      een motor € 2,50

    • b.

      een auto € 3,50

    • c.

      een caravan/aanhanger € 3,50

    • d.

      een camper € 10,20

    • e.

      een autobus € 10,20

    • f.

      voor iedere ander voertuig voor zover niet vallende

      onder één van de vorige leden van dit artikel € 3,50

  • 2. Het tarief voor een parkeervergunning of -ontheffing als bedoeld

    in artikel 1, onderdeel b: € 27,60

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. a. De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven door middel van een mondelinge of schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota, bon of andere schriftuur;

    • b.

      De belasting onder sub a moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

    • c.

      Van ondernemers die een overeenkomst hebben met de gemeente Waterland, betreffende de inning van parkeerbelasting, wordt geheven door middel van een schriftelijke kennisgeving en de betaling dient binnen 30 dagen na dagtekening plaats te vinden.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 10 Tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

  • 1.

    De verordening parkeerbelastingen 2012 van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening parkeerbelastingen 2013”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,

gehouden op 22 november 2012

De raad voornoemd,

De griffier,

Drs. E.G.H. Dijk

De voorzitter,

L.M.B.C. Wagenaar-Kroon