Regeling vervallen per 01-01-2021

Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014

Geldend van 13-02-2015 t/m 14-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014

Het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Waterland,

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het vastgestelde Zorg en Welzijn-beleid van de gemeente Waterland en de landelijk vastgestelde speerpunten van Zorg en Welzijn-beleid;

gelet op de Algemene subsidieverordening Waterland 2014,

besluit

vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteitenprogramma: het door de organisatie opgestelde programma van activiteiten met bijbehorende kostenraming waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Waterland 2014;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • d.

    eenmalige subsidie: een incidenteel te verlenen subsidie of een subsidie te verlenen voor een eenmalige activiteit;

  • e.

    periodieke subsidie: genormeerde, niet eenmalige, subsidie voor kosten die jaarlijks terugkeren;

  • f.

    voorziening: een klein bouwwerk of straatmeubilair dat voldoet aan de vereisten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • g.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • h.

    Z&W: Zorg en Welzijn.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten op de volgende terreinen:

    • a.

      kunst en cultuur;

    • b.

      sport;

    • c.

      sociaal-cultureel werk;

    • d.

      bibliotheekwerk;

    • e.

      peuteropvang;

    • f.

      dierenwelzijn;

    • g.

      jaarlijks door de gemeenteraad van de gemeente Waterland in de begroting te benoemen terreinen.

  • 2. Subsidie kan ook worden verstrekt voor projecten die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en waarbij de activiteiten bestaan uit het toevoegen van een voorziening in de openbare ruimte.

  • 3. De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan of aansluiten op het vastgestelde Z&W-beleid.

  • 4. Deze regeling is niet van toepassing op de bijdrage aan ouders/opvoeders voor de kosten van peuteropvang.

Artikel 3 Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

    • b.

      de subsidieaanvrager zelf in de kosten van de activiteit(en) kan voorzien uit eigen middelen en/of middelen van derden.

  • 2. Subsidieaanvragen die betrekking hebben op het bieden van zorg of steun worden niet gehonoreerd indien de aanvrager niet kan aantonen dat hij een protocol Meldcode huiselijk geweld heeft opgesteld en deze in zijn werkwijzen heeft verankerd.

Artikel 4 Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Onverminderd het gestelde in artikel 3, eerste lid sub b komen kosten niet voor subsidiëring in aanmerking als zij niet direct betrekking hebben op het project of de activiteiten die in de subsidieaanvraag worden vermeld.

  • 2. Ingeval in de subsidieaanvraag opgenomen activiteiten of kosten niet of gedeeltelijk subsidiabel zijn, wordt dit in de subsidieverleningsbeschikking nadrukkelijk vermeld.

Hoofdstuk 2: Eenmalige stimuleringssubsidie

Artikel 5 Doelgroep

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten subsidie te verstrekken aan natuurlijke personen.

Artikel 6 Procedurebepalingen

Eenmalige subsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

Artikel 7 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor eenmalige subsidies geldt een maximum van € 5.000,-- per aanvraag.

  • 2. Voor eenmalige subsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 3. Voor eenmalige subsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

  • 4. De vaststelling van de in lid twee genoemde subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

Artikel 8 Verdeling van het subsidieplafond

Behoudens de met naam en bedrag in de subsidieparagraaf van de gemeentebegroting opgenomen posten, vindt behandeling van de aanvragen plaats op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de wet de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Hoofdstuk 3 Periodieke subsidies

Artikel 9 Jaarlijkse subsidies

  • 1. De periodieke subsidies worden per kalenderjaar verleend.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten tot subsidieverlening per boekjaar.

Artikel 10 Doelgroep

Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt verstrekt aan rechtspersonen, daaronder begrepen een zelfstandig onderdeel van een rechtspersoon naar burgerlijk recht, die zich zonder winstoogmerk bezig houden met activiteiten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Waterland.

Artikel 11 Procedurebepalingen

  • 1. Subsidies tot en met maximaal € 500,-- worden direct vastgesteld.

  • 2. Ten aanzien van subsidieverleningen waaraan een uitvoeringsovereenkomst wordt gekoppeld besluit het college over de subsidieverlening.

Artikel 12 Berekening van de subsidie

  • 1. Voor subsidies tot en met € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de subsidiebeschikking genoemde subsidiebedrag.

  • 2. Voor subsidies van meer dan € 500,-- bedraagt de subsidie maximaal het in de beschikking tot verlening van de subsidie genoemde bedrag per gespecificeerde activiteit.

  • 3. Ten aanzien van de subsidie voor peuteropvang worden de normbedragen voor dagdelen peuteropvang en maximale subsidiebedragen voor huisvestingskosten bij gemeentebegroting bepaald.

  • 4. Voor subsidies kan periodiek een indexering plaatsvinden met gebruikmaking van de CPB-index bruto overheidsinvesteringen.

  • 5. Voor subsidies genoemd in het eerste lid en subsidies genoemd in het tweede lid waarbij vrijwilligers voor de uitvoering zorgen, wordt onder periodiek als bedoeld in het vierde lid verstaan: een periode van minimaal 5 jaar.

  • 6. Voor subsidies genoemd in het tweede lid waarop het vijfde lid niet van toepassing is en voor subsidies genoemd in het derde lid wordt onder periodiek als bedoeld in het vierde lid verstaan: een periode van een jaar.

Artikel 13 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Indien honorering van alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen en die niet geheel of gedeeltelijk worden geweigerd op grond van artikel 9 van de Algemene subsidieverordening of artikel 3 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikt de afdeling Z&W de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. De volgorde op deze lijst wordt in aflopend gewicht bepaald door onderstaande criteria. Daarbij wordt afgewogen de mate waarin:

    • a.

      het activiteiten betreft die behoren tot de uitvoering van een wettelijke taak;

    • b.

      de activiteiten aansluiten bij speerpunten van beleid;

    • c.

      de activiteiten aansluiten bij vastgesteld gemeentelijk Z&W-beleid;

    • d.

      de subsidieaanvraag duidelijke concrete beschrijvingen van de activiteiten en bijbehorende marktconforme tarieven bevat;

    • e.

      de dienst/het product waarvoor subsidie wordt aangevraagd al afdoende door andere organisaties wordt aangeboden;

    • f.

      de dienst/het product ook op een commerciële markt en/of door commerciële organisaties wordt aangeboden;

    • g.

      het te subsidiëren aanbod aan producten/diensten overeenkomt met de lokale vraag;

    • h.

      de resultaten en het (maatschappelijk) effect van de uit te voeren activiteiten meetbaar/zichtbaar zijn (te maken).

  • 3. De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

  • 4. Het college stelt jaarlijks de prioriteitenlijst voor het volgende jaar vast.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op de in de gemeentebegroting opgenomen posten waarvoor artikel 4:23 derde lid sub c van de wet als grondslag dient.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing op aanvragen waarvoor artikel 4.23, derde lid sub d van de wet als grondslag dient.

Artikel 14 Voorschot

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 2500,-- kan een voorschot worden verleend van 80-100 %.

  • 2. Het voorschot kan worden verleend volgens een in de subsidiebeschikking vermeld betaalritme.

Artikel 15 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op grond van de werkelijk verrichte gesubsidieerde activiteiten tegen de bij subsidieverlening vermelde normbedragen.

  • 2. Van de bij het eerste lid genoemde wijze van vaststellen kan worden afgeweken als de vorm van de activiteiten en/of de subsidieverlening zich hier redelijkerwijze niet voor lenen. In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in dat geval duidelijk omschreven op welke wijze de subsidie wordt vastgesteld.

Artikel 16 Bepaling vergoedingsplicht bij vermogensvorming

  • 1. In de gevallen waarin bij de subsidieverlening afdeling 4.2.8 alsmede artikel 4:41 van de wet van toepassing zijn verklaard, gelden ten aanzien van de berekening van de vergoedingsplicht de volgende uitgangspunten:

    • a.

      bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de reële waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt;

    • b.

      in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen;

    • c.

      indien het onroerende zaken betreft, vindt de waardebepaling plaats door een onafhankelijke deskundige die wordt aangewezen door de gemeente.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva met toestemming van het college tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidies Zorg en Welzijn 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 16 september 2014.

D.Broere

algemeen directeur/gemeentesecretaris

L.M.B.C. Wagenaar-Kroon

burgemeester