Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Waterland 2015

Geldend van 04-09-2015 t/m 12-07-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Waterland 2015

De raad van de gemeente Waterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 juni 2015;

overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen over de doelgroep loonkostensubsidie en de loonwaarde;

gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet,

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Waterland 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • b.

    UWV: Uitvoeringsinstituut werknemers verzekeringen.

Artikel 2. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

  • 1. Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2. Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

  • 3. Het UWV adviseert het college met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het UWV neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.

Artikel 3. Vaststelling loonwaarde

  • 1. Het college gebruikt de in de bijlage 1 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.

  • 2. Het UWV adviseert het college met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon. Het UWV neemt daarbij de in de bijlage 1 omschreven methode in acht.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Waterland 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op 25 juni 2015.
De raad voornoemd,
drs. E.G.H. Dijk
griffier
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
voorzitter

Bijlage 1, behorende bij artikel 3 van de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Waterland 2015

Wijze waarop loonwaarde wordt vastgesteld

Het college maakt gebruik van de UWV loonwaardebepaling om de loonwaarde van een persoon te bepalen. Hierna wordt de werkwijze van deze methode omschreven.

Korte beschrijving

Loonwaarde is de waarde van een arbeidsprestatie van een werknemer in een bepaalde functie. Bij een loonwaardebepaling wordt de hoogte van die arbeidsprestatie vastgesteld. Een arbeidsprestatie bestaat uit doelgerichte handelingen die resulteren in (bijdrage aan) producten of diensten die een economische waarde hebben voor een werkgever. Het gaat hierbij nadrukkelijk om een gerealiseerde, situationele loonwaarde in een concrete werksituatie op een bepaald moment en niet om een voorspelling van de loonwaarde. De hoogte van loonkostensubsidie wordt vastgesteld aan de hand van de loonwaardebepaling. De loonwaardebepaling heeft betrekking op het prestatieniveau van de werknemer: tempo, kwaliteit en inzetbaarheid.

Het UWV stelt de loonwaarde vast aan de hand van vijf gedefinieerde begrippen, zijnde reguliere normfunctie, tempo, kwaliteit, inzetbaarheid en additionele kosten. De loonwaarde wordt gemeten en bepaald door gecertificeerde arbeidsdeskundigen. De rapportages loonwaarde zijn verifieerbaar, inzichtelijk en transparant (bezwaar- en beroepbestendig). De activiteiten van een arbeidsdeskundige bestaan uit dossierstudie vooraf, werkplekonderzoek, gesprek met werkgever, gesprek met werknemer en rapportage en overdracht aan de gemeente.

Stappenplan UWV

  • 1.

    Inventarisatie van feitelijk uitgeoefende taken

  • 2.

    Vaststellen van de normfunctie (taak/uren-analyse)

  • 3.

    Vaststellen van het normloon

  • 4.

    Beschrijven hoe de werknemer functioneert in termen van Tempo, Kwaliteit en Inzetbaarheid per hoofdtaak

  • 5.

    Vaststellen prestatie werknemer afgezet tegen de normfunctie

  • 6.

    Vaststellen van de additionele kosten

  • 7.

    Integrale vertaling naar totale arbeidsprestatie uitgedrukt in een % van de prestatie van de normfunctie

  • 8.

    Advies over hoe de loonwaarde verhoogd kan worden