Regeling vervallen per 04-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 03-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

De raad van de gemeente Waterland,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Gelet op het aangenomen amendement 2009-162C;

Besluit:

  • I.

    tot intrekking van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2009, met ingang van 1 januari 2010;

  • II.

    tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010:

Artikel 1

Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb.1994, 80).

Artikel 2

Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3

Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

    • a.

      indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,

      indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het

      belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht,

      wordt gebruikt door een persoon € 162,00

    • b.

      indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,

      indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het

      belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht,

      wordt gebruikt door twee personen € 244,80

    • c.

      indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of,

      indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het

      belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht,

      wordt gebruikt door meer dan twee personen € 265,20

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het 1e lid bedraagt de belasting voor het op 1 januari van het

    belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van

    de belastingplicht, voor het in bruikleen hebben van:

    • a.

      meer dan één container van 140 liter, bestemd voor

      groente-, fruit- en tuinafval,

      per container per belastingjaar € 75,60

    • b.

      meer dan één container van 140 liter, bestemd voor

      de overige huishoudelijke afvalstoffen,

      per container per belastingjaar € 93,60

    • c.

      meer dan één container van 240 liter, bestemd voor

      de overige huishoudelijke afvalstoffen,

      per container per belastingjaar € 117,00

Artikel 4

Tijdstip beoordeling omstandigheden

  • 1.

    Voor de beoordeling van de belastingplicht en voor de toepassing van de maatstaf van heffing en tarief, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, gelden de omstandigheden die op 1 januari van het belastingjaar aanwezig zijn.

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, gelden voor de in het eerste lid bedoelde beoordeling, de omstandigheden die bij aanvang van de belastingplicht aanwezig zijn.

Artikel 5

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6

Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden

    betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand

    volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee

    maanden later.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op het in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    Belastingbedragen van € 14,00 of minder worden niet geheven.

  • 6.

    Ontheffing wordt verleend indien deze meer dan € 14,00 bedraagt.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10

Tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,
gehouden op 5 november 2009
De raad voornoemd,
De griffier,
(Drs. E.G.H. Dijk)
De voorzitter,
(Mr. E.F. Jongmans)