Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de lokale rekenkamercommissie van de Gemeente Waterland 2010

Geldend van 26-03-2011 t/m 10-07-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2010

De raad van de gemeente Waterland,

Gelet op de verplichting tot het instellen van een rekenkamer of rekenkamerfunctie welke voortkomt uit hoofdstuk VIa of VIb van de Gemeentewet;

Gelet op het bepaalde in artikel 81o, eerste lid uit hoofdstuk VIb van de Gemeentewet met betrekking tot de door de raad bij verordening vast te stellen regels voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie;

Onder verwijzing naar artikel 84 van de Gemeentewet met betrekking tot het instellen van een raadscommissie,

Besluit:

Vast te stellen de Verordening op de lokale rekenkamercommissie van de Gemeente Waterland:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    raad: raad van de gemeente Waterland;

  • c.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    lokale rekenkamercommissie: rekenkamercommissie van de gemeente Waterland;

  • g.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie dat niet tevens raadslid in de gemeente Waterland is;

  • h.

    intern lid: lid van de rekenkamercommissie dat tevens raadslid in de gemeente Waterland is;

  • i.

    secretariaat: bureau van de ambtelijk secretaris.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit twee interne leden, twee externe leden en een voorzitter.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de commissie.

  • 2. De interne leden van de commissie, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen. De externe leden worden voor een periode van zes jaar aangewezen.

  • 3. De voorzitter is geen raadslid.

Artikel 4 Integriteit

  • 1. Artikel 81g van de Wet is van overeenkomstige toepassing op de externe leden

  • 2. Artikel 12 van de Wet is van overeenkomstige toepassing op de externe leden

  • 3. Artikel 15 van de Wet is van overeenkomstige toepassing op de externe leden

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie van een intern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is zijn functie in de rekenkamercommissie te vervullen.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de commissie van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4.

    De externe leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen en wanneer naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten ernstig nadeel wordt toegebracht aan het aanzien van de rekenkamercommissie

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris van de commissie na overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De ambtelijk secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie nodigt de gemeenteraad eenmaal per jaar uit om onderwerpen voor onderzoek aan te

    geven.

  • 2.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • 2.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 3.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6.

    De commissie vergadert in beslotenheid.

  • 7.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die minstens twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt..

Artikel 11 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de maandvergoedingen aan de externe leden, zoals door de gemeenteraad vastgesteld;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld, en

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

    • e.

      de reis- en verblijfkosten van de externe leden, overeenkomstig de binnen de gemeente Waterland geldende regeling.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 december 2010

  • 2.

    De op 30 juni 2005 vastgestelde verordening lokale rekenkamercommissie van de gemeente Waterland wordt per 1 december 2010 ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lokale rekenkamercommissie van de gemeente Waterland 2010’.

Aldus besloten vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland,

gehouden op 20 januari 2011

De raad voornoemd,

De griffier

Drs. E.G.H. Dijk

De vicevoorzitter

F. Ronchetti