Regeling vervallen per 31-12-2019

Beleidsplan Schuldhulpverlening 2016–2019 gemeente Bunschoten

Geldend van 01-01-2016 t/m 30-12-2019

Intitulé

Beleidsplan Schuldhulpverlening 2016–2019 gemeente Bunschoten

Samen kunnen we meer!

Voorkom en verhelp schulden

afbeelding binnen de regeling

1. Aanleiding

1.1 Schuldenproblematiek

afbeelding binnen de regeling Jaarlijks stijgt het aantal mensen met schulden en stijgt de gemiddelde hoogte van de schulden. In juni was het aantal openstaande betalingen bij incassobureaus met in totaal 7 miljard euro op het hoogste punt ooit 1 . Het aantal Nederlanders dat zich in 2014 bij het NVVK heeft gemeld steeg naar 92.000 mensen. De gemiddelde schuld van deze mensen steeg naar 38.500 euro.

Volgens onderzoeken 2 is gedrag een belangrijke oorzaak van schulden:

  • We leggen een onvoldoende buffer aan voor financiële tegenvallers;

  • We kopen of lenen geld voor iets omdat ‘iedereen dat heeft’ terwijl we wel weten dat we het eigenlijk niet kunnen betalen;

  • Als we iets op afbetaling kopen, maken we gebruik van het volledige kredietaanbod, zonder er actief over na te denken of we behoefte hebben aan het volledige aanbod.

De rol van de gemeente is sinds 2012 onder andere vastgelegd in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Het doel van deze wet is het voorkomen en wegnemen van schuldenproblematiek als drempel om te participeren in de samenleving. Met deze wet hebben gemeenten expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te (laten) voeren.

Als gemeente hebben we deze taak de afgelopen jaren met hulp van externe partijen op ons genomen. De schuldhulpverlening loopt goed en klanten zijn tevreden. Toch zijn er diverse redenen om beleid aan te passen.

Ten eerste is er integraal beleid met betrekking tot de transities, dat niet aansluit op de huidige schuldhulpverlening. In het integrale beleid worden speerpunten genoemd als ‘aandacht voor preventie’en benutting van de basiszorginfrastructuur.

Ten tweede zijn er in de afgelopen jaren wel afspraken gemaakt met de partijen binnen de schuldhulpverlening, maar deze afspraken zijn niet vastgelegd in schriftelijke overeenkomsten. Hierdoor is het lastig om beleid te evalueren en de schuldhulpverlening te sturen.

Ten derde is in de schuldhulpverlening de afgelopen jaren gebleken dat dikwijls de schulden zelf niet zozeer het probleem zijn, maar vooral het gedrag van de schuldenaar. Voorheen werd in de schuldhulpverlening voornamelijk gekeken of een schuld regelbaar was of niet. Niet-regelbare schulden zijn schulden door fraude, of boetes bij bijvoorbeeld het CJIB. Als er sprake was van regelbare schulden, werd een schuldregeling aangeboden. Tegenwoordig is gedrag en motivatie van de schuldenaar net zo belangrijk in de schuldhulpverlening. Er zijn diverse trajecten bekend waarbij de rechtbank een aanvraag WSNP heeft afgewezen omdat een schuldenaar niet heeft aangetoond van zijn schulden af te willen komen.

1.2 Leeswijzer

Het doel van dit beleidsplan is om de rol van de gemeente Bunschoten in de schuldenproblematiek te beschrijven. Het plan geeft de kaders weer. In hoofdstuk 2 wordt besproken met welke kaders dit beleidsplan rekening dient te houden. Deze kaders zijn door de gemeenteraad of het college in andere beleidsdocumenten beschreven. Daarnaast wordt ingegaan op de lokale situatie.

Hoofdstuk 3 beschrijft vervolgens wat we als gemeente willen bereiken en wie we willen bereiken. Maar ook wat we niet kunnen of niet willen doen als gemeente.

Meer inhoudelijk wordt in hoofdstuk 4 op de aanpak van de schuldenproblematiek ingegaan. En het beleidsplan wordt afgesloten met een begroting voor de komende 4 jaar.

In het beleidsplan staan veel afkortingen en vakinhoudelijke termen. Als bijlage 1 is een afkortingenlijst en verklarende woordenlijst opgenomen, waardoor de uitleg in de tekst beperkt is gehouden.

Dit beleidsplan Schuldhulpverlening formaliseert de bestaande dienstverlening en beschrijft uitbreiding van deze dienstverlening. Na het vaststellen van het beleidsplan door de gemeenteraad, heeft het college de taak om te zorgen dat dit beleidsplan ook uitgevoerd wordt. In Bijlage 5 is het uitvoeringsplan opgenomen om tot die uitvoering te komen.

2. Beleidskaders

De wetgever wijst de gemeenten erop dat schuldenproblematiek de participatie in de samenleving bemoeilijkt. Daarmee is de schuldenproblematiek onlosmakelijk verbonden met de drie transities binnen het Sociaal Domein, waarin participatie centraal staat. Voor kaders kijken we dan ook naar de toepasbare kaders binnen het Sociaal Domein.

2.1 Coalitieakkoord

Als eerste kijken we voor kaders naar het coalitieakkoord. Anno augustus 2015 geldt het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen kunnen we meer!’.

Voor de uitvoering van de schuldenproblematiek zijn de volgende beschreven kaders van toepassing:

  • Waar dat mogelijk, nodig en efficiënt is, wordt bij voorkeur samenwerking gezocht met gelijkwaardige partners;

  • De kracht van de gemeente en gemeentelijke organisatie wordt vergroot door in te zetten op gericht en efficiënt samen werken met gemeenten in de regio en andere samenwerkingsverbanden;

  • Het college geeft uitvoering aan de decentralisaties en levert goede zorg aan degenen die dat nodig hebben;

  • Het college benut de kracht van de samenleving op individueel en groepsniveau door het ondersteunen van (individuele en collectieve) netwerken;

  • De voorkeur gaat ernaar uit dat de organisaties die zorg leveren zijn geconcentreerd in één pand;

  • De actieve schuldpreventie en schuldhulpverlening wordt voortgezet in samenwerking met onder andere de diaconieën, waarbij speciale aandacht voor jongeren en alleenstaande ouders met opgroeiende kinderen.

afbeelding binnen de regeling

2.2 Programmabegroting 2015

Kaders met betrekking tot ‘participatie in de samenleving’ zijn in de Programmabegroting 2015 samengevat vanuit verschillende beleidsdocumenten. Hieronder volgt een opsomming:

  • Participatie betekent dat iedereen mee kan doen in de samenleving;

  • Zelfredzaamheid betekent dat mensen noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen kunnen uitvoeren en een gestructureerd huishouden kunnen voeren;

  • Versterken van de kracht van de samenleving;

  • Het geven van effectieve en efficiënte ondersteuning aan inwoners in een kwetsbare positie;

  • Meer aandacht voor preventie;

  • Integrale hulp voor betere samenwerking rond huishoudens: één huishouden, één plan, één regisseur.

afbeelding binnen de regeling

2.3 Kadernota transities

De belangrijkste maatschappelijke effecten die we voor alle transities willen bereiken zijn benoemd in de Kadernota transities:

  • Versterken van de kracht van de samenleving;

  • Effectieve en efficiënte ondersteuning bieden aan inwoners in een kwetsbare positie. Daarbij is er meer dan nu aandacht voor preventie.

In de Kadernota Transities is dit verwoord met onderstaande piramide van ondersteuning.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Piramide van ondersteuning

2.4 Lokale situatie

In deze paragraaf wordt de huidige lokale situatie geschetst. Mogelijke aanpassingen worden in hoofdstuk 4 besproken.

De schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door Plangroep en door Zuidweg & Partners. Plangroep heeft inloopspreekuur bij De Boei, waar alle burgers zich kunnen melden voor de schuldhulpverlening.

Soms hebben de burgers dan al een gesprek gehad met de BBS, de Boei of het Sociaal Team De Lingt.

Na melding bij Plangroep, vindt een intake plaats. In deze intake worden vragen beantwoord, wordt het proces uitgelegd en worden afspraken gemaakt met de schuldenaar. Op het moment dat de schuldenaar een inkomen heeft uit eigen onderneming, wordt de schuldenaar via de BBS doorverwezen naar Zuidweg & Partners. Het aantal ondernemers dat zich meldt, is zeer gering.

Als blijkt dat de schuldenaar hulp nodig heeft met formulieren of op orde krijgen van de administratie, dan verwijst Plangroep de schuldenaar door naar CLIP. De vrijwilligers van CLIP staan onder de regie van De Boei voor werving en selectie, opleidingen, etc.

Op het moment dat de schuldenaar andere problemen heeft, wordt de schuldenaar doorverwezen naar het Sociaal Team.

Jaarlijks ontvangen we een jaarverslag van Plangroep met daarin alle informatie over de trajecten en de mensen die schuldhulpverlening hebben aangevraagd. Het jaarverslag van 2014 is ter inzage aangeboden aan de gemeenteraad. In de tabel hieronder vindt u een aantal uitgelichte gegevens uit het jaarverslag van Plangroep

2012

2013

2014

Aantal dossiers

133

127

145

Aantal huishoudens

144

152

167

Alleenstaanden (in %)

59

53

54

Alleenstaande ouders (in %)

15

18

21

Huishoudens inkomen < modaal (in %)

85

81

79

Huishoudens inkomen >= modaal (in %)

15

19

21

Gemiddeld schuldbedrag (in €)

31.020

32.000

31.500

Tabel: aantal gegevens uit de jaarverslagen 2012 t/m 2014 van Plangroep

Uit de jaarverslagen van de afgelopen 3 jaar, blijkt dat het aantal huishoudens dat een beroep doet op de gemeente in de laatste drie jaar met 16% is gestegen. De uitval 3 was in 2014 uitzonderlijk laag met een percentage van 14%. Het percentage alleenstaande ouders en huishoudens met een meer dan modaal inkomen stijgt jaarlijks, hoewel veruit de meeste huishoudens van een inkomen onder modaal niveau moeten rondkomen..

Uit de overige tabellen van Plangroep zijn geen opmerkelijke conclusies te trekken waar speciaal beleid op gemaakt moet worden. Ook blijkt niet dat er een groep is die speciale aandacht nodig heeft. Dit kan door de geringe aantallen komen, waardoor moeilijk een trend te constateren valt. Er zijn namelijk signalen vanuit de basiszorginfrastructuur dat er wel degelijk groepen zijn die speciale aandacht nodig hebben, zoals zzp’ers en gezinnen met puberende jongeren. Met deze signalen moet rekening gehouden worden in de monitoring en uitvoering van het beleid.

3. Kaders schuldhulpverlening

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de kaders en de lokale situatie uit hoofdstuk 2 vertaald naar beleid voor schuldhulpverlening.

3.2 Visie

Een visie is een ideaalbeeld waarnaar we streven in de gemeente. Het is niet SMART, maar een stip op de horizon. De visie voor de gemeente Bunschoten luidt:

In de gemeente Bunschoten zijn geen huishoudens met problematische schulden 4 . De inwoners verkeren in een goede gezonde financiële situatie met een buffer voor onverwachte uitgaven en financiële tegenslagen.

3.3 Missie

In de missie beschrijven we een situatie waarnaar we de komende 4 jaar streven en met welke reden we dit doen.

De inwoners van de gemeente Bunschoten weten hoe zij problematische schulden kunnen voorkomen. Mensen met problematische schulden vinden op tijd hun weg naar de hulpverlening. Mensen die in staat zijn hun schuldenproblematiek zelf op te lossen, worden begeleid dit zelf te doen.

Van de huishoudens die hiertoe niet in staat zijn of van wie de schuldenproblematiek te groot is om zelf op te lossen, is 70% na maximaal 5 jaar schuldenvrij. Voor de overige 30% is maximaal 15% uitval en voor 15% zijn de schulden gestabiliseerd binnen 3 jaar. Iedereen die in een situatie terecht is gekomen van problematische schulden, weet na afloop van het traject hoe hij of zij nieuwe schulden kan voorkomen.

Hiermee voorkomen we dat mensen door hun problematische schulden niet meer in de samenleving kunnen participeren en we hoge maatschappelijke kosten krijgen.

De missie leidt tot de volgende doelen voor de periode 2016-2019:

  • 1.

    Inwoners weten hoe zij problematisch schulden kunnen voorkomen;

  • 2.

    Mensen met problematische schulden vinden hun weg naar de hulpverlening;

  • 3.

    Een intake vindt binnen 2 weken na aanmelding plaats en bij crisisinterventie binnen 2 werkdagen;

  • 4.

    De uitval van huishoudens na de intake is maximaal 15%;

  • 5.

    De schuldenaar lost zo veel mogelijk zijn eigen problematische schuld op;

  • 6.

    70% van de huishoudens met een schuldhulpverleningstraject is na maximaal 5 jaar schuldenvrij;

  • 7.

    De overige 15% van de huishoudens heeft zijn schulden na maximaal 3 jaar gestabiliseerd;

  • 8.

    Na afloop van het traject weet de schuldenaar hoe nieuwe schulden te voorkomen.

3.4 Uitgangspunten

Om vanuit de missie te komen tot een manier waarop we de doelen kunnen bereiken, hanteren we volgende uitgangspunten. Deze uitgangspunten vloeien voort uit de beleidskaders, beschreven in hoofdstuk 2, en uit de missie.

  • De basiszorginfrastructuur moet op de hoogte zijn van het gemeentelijke schuldhulpverleningsbeleid;

  • Preventie en vroegsignalering zijn belangrijke onderdelen van het beleid;

  • De schuldenaar is probleemeigenaar;

  • Een screening bepaalt het traject;

  • Wat door vrijwilligers gedaan kán worden, wordt door vrijwilligers gedaan;

  • De regisseur streeft naar zo min mogelijk hulpverleners en zo min mogelijk overdrachtsmomenten;

  • Dienstverlening is maatwerk, wat betekent dat we de uitvoerders maximale vrijheid geven, binnen de wettelijke kaders.

Ten slotte geldt het uitgangspunt ‘don’t change a winning team’, dus alles wat goed gaat, proberen we te behouden. Dit moet echter wel mogelijk zijn binnen de geldende wet- en regelgeving.

3.5 Doelgroepen

Als beschreven in paragraaf 2.4, blijkt uit het jaarverslag niet dat bepaalde doelgroepen speciaal beleid vragen, ondanks signalen uit de basiszorginfrastructuur. Het beleid Schuldhulpverlening is dusdanig flexibel dat als na screening blijkt dat een bepaalde doelgroep wel speciale trajecten nodig heeft, dit mogelijk is. Als bijvoorbeeld blijkt dat veel jongeren van 12 tot 16 jaar schulden maken met kosten voor smartphones, kunnen deze jongeren groepsgewijs benaderd worden.

Er is echter één doelgroep die een speciaal traject vraagt. Dit zijn de zzp’ers die vanuit een eenmanszaak of bv handelen, en vennootschappen onder firma. Voor deze doelgroep zijn andere producten beschikbaar, zoals ‘115 redt een bedrijf’ en speciale schuldregelingstrajecten. Aan de regisseurs, wordt gevraagd voor deze groep speciale producten te benutten of te ontwikkelen.

4. Werkwijze

In het vorige hoofdstuk zijn drie hoofdtaken beschreven die de basis vormen van de werkwijze en waarop verder in dit hoofdstuk wordt ingegaan:

  • 1.

    Preventie

  • 2.

    Curatie: Schuldhulpverlening

  • 3.

    Nazorg

In dit hoofdstuk worden de taken beschreven en of de taak wordt uitgevoerd door een gecontracteerde partij, een partij binnen de basiszorginfrastructuur of vrijwilligers via de basiszorginfrastructuur in de gemeente Bunschoten. In dit hoofdstuk wordt niet verder ingegaan op de manier waarop vrijwilligers worden betrokken en hoe de financiering is. Dit wordt meegenomen in het beleid Mantel- en Vrijwilligerszorg.

4.1 Preventie

"Inwoners weten hoe zij problematische schulden kunnen voorkomen"

Voorkomen is beter dan genezen. Preventie is het voorkomen dat inwoners van de gemeente Bunschoten in een situatie van problematische schulden komen. Preventie is het bevorderen van gezond financieel gedrag. De boodschap ‘Maak geen schulden’ en ‘Bouw een buffer op’ moet op langere termijn gedrag veranderen. Landelijke voorbeelden zijn voorlichting aan groep 7 en 8 van basisscholen door de Rabobank, voorlichting in kerken, voorlichting aan asielzoekers tijdens taaltrajecten en voorlichting mensen met een werkloosheidsuitkering over omgang met (nog) minder geld in de cursus ‘Grip op de knip’.

De gemeente gaat in samenwerking met de andere regisseurs, zoals De Boei en Sociaal Team De Lingt, deze taak op zich nemen. De basiszorginfrastructuur wordt gevraagd met projecten te komen, bijvoorbeeld in maart in De Week van het Geld. Uitvoering is voornamelijk door vrijwilligers, waardoor de kosten beperkt blijven tot manuren voor de regievoering.

4.2 Schuldhulpverlening

De taak schuldhulpverlening is in diverse deeltaken onder te verdelen:

  • 1.

    Vroegsignalering

  • 2.

    Screening

  • 3.

    Zelfstandig schuld oplossen

  • 4.

    Gemeentelijke schuldregeling

  • 5.

    Langdurige schuldenstabilisatie

4.2.1. Vroegsignalering

"Mensen met problematische schulden vinden op tijd hun weg naar de schuldhulpverlening"

Bij vroegsignalering willen we dat inwoners van de gemeente Bunschoten eerder hulp zoeken en hulp krijgen om problematische schuldsituaties te voorkomen. Landelijke voorbeelden hiervan zijn de vragenkaart van het Rode Kruis, die gebruikt wordt ter bevestiging van hun onderbuik gevoel en ‘Eerste Hulp Bij Schulden’ dat vanuit deelnemende kerken aan Schuldhulpmaatje wordt aangeboden. Er zijn ook voorbeelden van samenwerkingen tussen gemeente en werkgevers om hulp te bieden aan hun werknemers bij wie loonbeslag is gelegd.

De gemeente voert de regie over deze taak. We willen als gemeente de partijen verbinden die iets met schuldhulpverlening te maken hebben of signalen kunnen oppikken. Daarvoor is een communicatieplan nodig waar activiteiten in staan zoals folders, een bijeenkomst, bezoeken aan kerken, training. We zorgen samen met de regisseurs dat alle partijen en vrijwilligers de signalen herkennen en iedereen elkaar weet te vinden. Er wordt een budget in de begroting opgenomen om dit mogelijk te maken.

4.2.2. Screening

"Een intake vindt binnen twee weken na aanmelding plaats, bij crisisinterventie binnen twee werkdagen"

"De uitval na de intake is maximaal 15%"

Een goede screening voorkomt dat mensen een aantal keren hetzelfde verhaal moeten vertellen, op een verkeerd traject worden gezet of dat mensen te vroeg stoppen met het traject (uitval). Geen uitval, is vooralsnog niet mogelijk, omdat er altijd mensen zijn die er voor kiezen geen hulp meer te accepteren. De komende jaren moet deze uitval echter beperkt worden tot maximaal 15%. In de volgende beleidsplannen, als de gevolgen van het beleid in dit beleidsplan zichtbaar worden, wordt dit percentage lager.

Door screening wordt men meteen verwezen naar de juiste hulpverlener binnen onderstaande kwadranten. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de schulden, maar vooral ook naar gedrag en motivatie van de schuldenaar.

afbeelding binnen de regeling Figuur: kwadranten schuldhulpverlening 5

Screening vindt plaats na een eerste contact met de klant. Dit eerste contact kan een telefonisch contact met het KCC zijn of een gesprek over een andere hulpvraag, zoals een gesprek over de uitkering bij de BBS of een gesprek bij CLIP over het invullen van formulieren. Wanneer bij het eerste contact blijkt dat er een signaal wordt gegeven van schulden (vroegsignalering), wordt de inwoner ingelicht over de schuldhulpverlening en doorverwezen naar de screening.

Een screening bestaat uit één of meerdere gesprekken met de schuldenaar. Uit de screening blijkt niet alleen de problematiek van de schuldenaar, maar ook de mogelijke termijnen voor verbetering in de situatie en een globaal plan van aanpak. De termijnen hangen af van gedrag, motivatie, zelfredzaamheid en de hoogte van de schulden van de burger. Een voorbeeld van een vragenlijst vindt u als bijlage 3 opgenomen.

De screening moet objectief en professioneel gedaan worden. Objectief om te voorkomen dat een bepaald traject financieel voordeel oplevert voor een partij. En professioneel omdat de schuldenproblematiek vaak complex is waardoor grote kennis en ervaring nodig is.

Een partij binnen de basiszorginfrastructuur wordt gecontracteerd om deze taak op zich te nemen. We willen een partij die geen belang heeft bij de andere taken, die de juiste kennis en ervaring heeft en die voor de inwoners van de gemeente Bunschoten laagdrempelig is. Het liefst een al bekende partij die vaak als partij voor eerste contact fungeert, zoals Sociale Dienst BBS of Maatschappelijk Werk De Boei. Indien nodig, kan de screening ondersteund worden met een specifiek screeningsinstrument, zoals Mesis, IntakeKompas en Traject 51.

Het budget voor screening is voor manuren en voor een screeningsinstrument. We rekenen voor de komende jaren op een jaarlijkse toename in screeningen en extra kosten voor het instrument. Vanaf 2018 verwachten we dat het aantal screeningen weer terugloopt. Een goede screening moet kosten voor schuldregeling voorkomen. Ook dat moet vanaf 2018 gaan blijken.

Na screening blijkt in welk kwadrant van het figuur de schuldenaar past en wordt de schuldenaar overgedragen aan de hulpverlener die bij dat kwadrant past.

4.2.3. Zelfstandig schuld oplossen

"De schuldenaar lost zo veel mogelijk zijn eigen problematische schuld op"

Het eerste kwadrant, is het zelfstandig oplossen van de schuld. Een adviesgesprek blijkt voldoende voor deze schuldenaars.

Dit is mogelijk als de problematiek niet groot en/of niet complex is en de schuldenaar zelf in staat is de schuldensituatie aan te pakken. De hulpverlener van de screening vraagt de schuldenaar de schuld zelf op te lossen, eventueel met inzet van producten als budgetcoach en budgetbegeleiding, die door vrijwilligers worden geboden.

Er komt geen budget beschikbaar voor inzet op dit kwadrant, omdat dit onderdeel is van het beleid Mantel- en Vrijwilligerszorg.

4.2.4. Zelfstandig schuld stabiliseren

Het tweede kwadrant is kortdurend zorgen dat de schuld gestabiliseerd wordt. Dit is als iets kortdurend de schuldenaar belemmert om in aanmerking te komen voor een van de andere kwadranten. Bijvoorbeeld een schuldenaar met boetes bij het CJIB. Deze boetes moeten eerst afgelost worden. De schuldenaar kan hulp van het CLIP krijgen om te kijken waar het geld van de boetes vandaan moet komen.

Afhankelijk van het klantprofiel en de problematiek van de schuldenaar, wordt de regie van deze taak bij de schuldenaar zelf of de regisseur binnen de basiszorginfrastructuur van de belemmering neergelegd, zoals De Boei of het Sociaal Team.

Er komt geen budget beschikbaar voor inzet op dit kwadrant. De inspanningen worden geregeld binnen bestaande (subsidie-)afspraken.

4.2.5. Gemeentelijke schuldregeling

"70% van de huishoudens met een schuldhulpverleningstraject is na maximaal 5 jaar schuldenvrij"

"15% van de huishoudens met een schuldhulpverleningstraject heeft zijn schulden na maximaal 3 jaar gestabiliseerd"

Als uit screening blijkt dat het mogelijk is om de schuldenaar op langere termijn schuldenvrij te krijgen, wordt de schuldenaar verwezen naar de gemeentelijke schuldregeling.

De schuldregeling bestaat ten eerste uit een inventarisatie van de exacte schulden. Daarna wordt gezorgd dat schuldeisers stoppen met hun correspondentie over de schulden. Vervolgens wordt een schuldregeling getroffen via een minnelijk traject (eventueel met dwangakkoord) of een WSNP-traject.

De gemeentelijke schuldregeling is complex en vraagt kennis en ervaring van een dienstverlener. Tot nu toe waren die dienstverleners Plangroep bij individuele schulden en Zuidweg & Partners bij bedrijfsmatige schulden.

Er wordt een partij gecontracteerd om de regie over deze taak uit te voeren. De voorkeur gaat uit naar één partij. Deze partij kan met onderaannemers werken om specialistische kennis te kunnen blijven bieden.

Voor de uitvoering van de producten binnen deze taak, zoals thuisadministratie, formulierenbrigade, budgetcoach en budgetbegeleiding, worden zo veel mogelijk vrijwilligers binnen de basiszorginfrastructuur ingezet. De gecontracteerde partij zorgt voor uitvoering van producten als budgetbeheer en bewindvoering waar inzet van vrijwilligers niet mogelijk is.

Het grootste deel van het budget wordt op deze taak ingezet. Deze taak duurt doorgaans 3 tot 5 jaar en vergt veel inzet van de gecontracteerde partij. De komende jaren wordt nog een groei van het aantal trajecten verwachten. Door duidelijkere afspraken te maken met de partij en door screening, wordt de groei beperkt en wordt in 2018 een verlaging van de kosten verwacht.

4.2.6. Langdurige schuldenstabilisatie

"15% van de huishoudens heeft zijn schulden na maximaal 3 jaar gestabliseerd"

Als bij screening blijkt dat er langdurige belemmeringen zijn om schuldenvrij te worden, is langdurige schuldenstabilisatie aan de orde. Een voorbeeld van een langdurige belemmering, is verslaving of geen vaste verblijfplaats. Maar ook gebrek aan motivatie om schulden op te lossen, blijkt steeds meer een belemmering te zijn om een schuldregeling in te kunnen zetten.

Bij schuldenaars in dit kwadrant, moeten eerst hun belemmeringen opgelost zijn voordat hun schuldenproblematiek kan worden opgelost. Zij worden bij enkelvoudige problematiek doorverwezen naar de Boei en bij meervoudige problematiek naar het Sociaal Team De Lingt. Doel van hun begeleiding is het aanpakken van de belemmeringen, waarbij er ook gestreefd wordt naar stabiliseren van de schulden. Soms is het echter alleen mogelijk om de schuldenaar in beeld te houden en is dat het doel van De Boei of het Sociaal Team.

De regie van deze taak wordt bij De Boei of het Sociaal Team De Lingt neergelegd. De uitvoering is afhankelijk van de problematiek en omdat de taken daarin zeer divers zijn, is een opsomming hier niet mogelijk. De volledige basiszorginfrastructuur kan hierbij betrokken worden.

Er komt geen budget beschikbaar voor inzet op dit kwadrant. Dit is geregeld binnen bestaande (subsidie-)afspraken.

4.3 Nazorg

"Na afloop van het traject weet de schuldenaar hoe nieuwe schulden te voorkomen"

Met nazorg bedoelen we dat de schuldenaar tijdens en na het afsluiten van het traject getraind en gevolgd wordt om nieuwe schulden te voorkomen.

De regie van deze taak ligt bij de betreffende regisseur in het traject. De uitvoering wordt gedaan door de vrijwilligers binnen de basiszorginfrastructuur.

Er is een budget beschikbaar voor de manuren voor nazorg. Daarnaast is een budget beschikbaar voor trainingen.

4.4 Samenvatting taken

Taak

Regie

Uitvoerder(s)

Preventie

Partij bzi 6

Vrijwilligers bzi

Vroegsignalering

Gemeente

Volledige bzi

Screening

Partij bzi

Partij bzi

Zelfstandig schuld oplossen

Partij bzi

Vrijwilligers bzi

Zelfstandig schuld stabiliseren

Meerdere partijen bzi

Volledige bzi

Gemeentelijke schuldregeling

Gecontracteerde partij

Gecontracteerde partij en vrijwilligers bzi

Langdurige schuldenstabilisatie

De Boei of Sociaal Team De Lingt

Volledige bzi

Nazorg

Bovenstaande regisseurs

Volledige bzi

Thuisadministratie

Bovenstaande regisseurs

Vrijwilligers bzi

Budgetbegeleiding

Bovenstaande regisseurs

Vrijwilligers bzi

Budgetcoach

Bovenstaande regisseurs

Vrijwilligers bzi

Trainingen

Bovenstaande regisseurs

Vrijwilligers bzi

Bewindvoering

Bovenstaande regisseurs

Gecontracteerde partij

Minnelijk traject

Gecontracteerde partij

Gecontracteerde partij

Budgetbeheer

Gecontracteerde partij

Gecontracteerde partij

Aanvraag WSNP

Gecontracteerde partij

Gecontracteerde partij

5. Financiën

5.1 Begroting

5.1.1 Kosten stijgen jaarlijks

De afgelopen jaren is het aantal huishoudens dat een beroep doet op de schuldhulpverlening gestegen naar 167 huishoudens. Dit komt enerzijds door de economische crisis, maar ook door de bekendheid van de dienstverlening. In kranten en op televisie komt het veel vaker aan de orde dan 10 jaar geleden. Daardoor zijn de uitgaven gestegen en wordt verwacht dat de kosten de komende jaren toenemen als het beleid onveranderd blijft.

Onderstaande tabel geeft de uitgaven van de afgelopen 3 jaar weer en de verwachte uitgaven voor 2015.

Uitgaven SHV

2012

2013

2014

2015

Totaal

€ 105.000

€ 105.000

€ 120.000

€ 120.000 7

Kostenstijging gaan we tegen door:

  • 1.

    formaliseren van de afspraken zodat we beter kunnen sturen

  • 2.

    investeren in voorkomen van problematische schulden om kosten aan lange, dure trajecten te verlagen.

Echter, dit betekent dat een extra tijdelijke stijging van de kosten nodig is.

5.1.2 Onderzoek budget

Wat is een redelijk budget?

Een vergelijking met andere gemeenten toont aan dat het budget in Bunschoten aan de lage kant is. We hebben gekeken naar het budget Schuldhulpverlening in de samenwerkingsgemeenten Soest en Baarn.

Gemeente

Inwoners

Budget 2015

Gem. per inwoner

Baarn

25.000

€ 194.000

€ 8

Soest

45.000

€ 490.000

€ 11

Bunschoten

20.000

€ 120.000

€ 6

5.1.3 Begroting gemeente Bunschoten

Voor de begroting 2016-2019 wordt aangesloten bij de samenwerkingsgemeente Baarn en een gemiddeld budget van € 8 per inwoner aangehouden. Met 20.000 inwoners, betekent dit een gemiddeld budget van € 160.000.

De begroting wordt gebaseerd op 175 huishoudens die in 2016 een beroep doen op de schuldhulpverlening. We gaan er van uit dat de uitvoering gedurende 2016 volledig ingevuld wordt. Nieuwe taken worden opgezet, huidige taken worden vernieuwd. Dit zorgt enerzijds voor lagere kosten in het begin van het jaar door formaliseren afspraken, maar hogere kosten vanwege opstartkosten en kinderziektes in screening en preventie. In 2017 wordt nog een stijging van het aantal aanvragen verwacht, maar zijn er geen opstartkosten en kinderziektes meer.

De resultaten van het nieuwe beleid zijn de komende jaren nog niet zo zichtbaar dat de kosten voor schuldregeling aanzienlijk afnemen. De kosten van de trajecten die afgelopen jaren zijn gestart, lopen namelijk drie tot vijf jaar door. Vanaf 2019 zijn de besparingen groter.

Taak

2016

2017

2018

2019

Preventie

3.000

2.000

2.000

2.000

Vroegsignalering

3.000

2.000

2.000

2.000

Screening

40.000 8

30.000

34.000

25.000

Zelfstandig schuld oplossen

0

0

0

0

Zelfstandige stabilisatie

0

0

0

0

Schuldregeling

121.000

127.000

117.000

110.000

Langdurige schuldenstabilisatie

0

0

0

0

Nazorg

3.000

4.000

5.000

6.000

Totaal

€ 170.000

€ 165.000

€ 160.000

€ 145.000

5.2 Dekking

Tot 2015 werd een groot deel van de schuldhulpverlening uit het (overschot van het) participatiebudget betaald.

Omschrijving grootboeknummer

2012

2013

2014

Schuldhulpverlening

€ 20.000

€ 25.000

€ 65.000

Participatiebudget

€ 85.000

€ 80.000

€ 55.000

Totaal

€ 105.000

€ 105.000

€ 120.000

Vanaf 2015 is dit niet meer mogelijk. Enerzijds omdat de wetgeving veranderd is en anderzijds omdat het Participatiebudget fors verlaagd is.

Om de hogere kosten in de schuldhulpverlening op te vangen, benutten we de middelen WTCG vanuit de Integratie-uitkering Sociaal Domein. Dit budget ad € 209.000 is per 2015 toegeschreven aan het onderdeel Participatiewet/WWB 9 , maar nog niet bestemd. Het wordt gedeeltelijk toegevoegd aan het budget voor de schuldhulpverlening.

Omschrijving

2016

2017

2018

2019

Huidig begroting Schuldhulpverlening

€ 60.000

€ 60.000

€ 60.000

€ 60.000

Middelen WTCG

€ 110.000

€ 105.000

€ 100.000

€ 85.000

Totaal

€ 170.000

€ 165.000

€ 160.000

€ 145.000

6. Monitoring

Dit beleidsplan Schuldhulpverlening beschrijft het beleid tot en met het jaar 2019. In 2019 wordt dit beleidsplan herijkt voor de volgende jaren. In deze herijking nemen we de volgende gegevens mee:

  • 1.

    Opgeleverde jaarverslagen van uitvoerders

  • 2.

    Evaluatie met betrekking tot efficiëntie en effectiviteit van het beleid schuldhulpverlening door

    • a.

      onderzoek onder de uitvoerders over werkwijze

    • b.

      interpretatie jaarlijkse Prestatie Indicatoren (PI’s)

Onderstaande PI’s zijn genoemd in de missie en worden meegenomen in de Planning & Control-cyclus:

1.

Een intake vindt binnen 2 weken na aanmelding plaats, bij crisisinterventie binnen 2 werkdagen;

2.

Uitval na intake is maximaal 15%;

3.

70% van de huishoudens met een schuldhulpverleningstraject is na maximaal 5 jaar schuldenvrij;

4.

15% van de huishoudens met een schuldhulpverleningstraject heeft zijn schulden na maximaal 3 jaar gestabiliseerd;

5.

Kosten schuldhulpverlening blijven binnen het begrootte budget.

Bijlage 1 Afkortingen

Afkortingen:

BBS

Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst ‘Werk en Inkomen Baarn, Bunschoten en Soest’

Bzi

basiszorginfrastructuur

CJIB

Centraal Justitieel Incassobureau

CLIP

Cliënteninformatiepunt bij De Boei

KCC

Klanten Contact Centrum

NVI

Nederlandse Vereniging van Incasso-Ondernemingen

NVVK

Brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren

PI

Prestatie Indicator

SHV

Schuldhulpverlening

SMART

Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdgebonden

Wgs

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

WSNP

Wet schuldsanering natuurlijke personen

WTCG

Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

WWB

Wet werk en bijstand, heet nu Participatiewet

zzp’er

Zelfstandige zonder personeel

Verklarende woordenlijst

Hoofdstuk 1.

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Het doel van deze wet is het voorkomen en wegnemen van de schuldenproblematiek als drempel om te participeren in de samenleving. Met deze wet hebben gemeenten expliciet de verantwoordelijkheid gekregen om schuldhulpverlening uit te (laten) voeren.

Belangrijke onderdelen van de wet zijn:

  • 1.

    De gemeenteraad stelt een beleidsplan vast dat richting geeft aan integrale schuldhulpverlening. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit plan.

  • 2.

    De plannen voor een integrale aanpak van schuldhulpverlening worden per gemeente voor een periode van maximaal vier jaar opgesteld. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

    • a.

      Welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;

    • b.

      Welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd;

    • c.

      Het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met betrekking tot het eerste gesprek waarin de hulpvraag van de schuldenaar wordt vastgesteld;

    • d.

      Hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven;

    • e.

      De gemeenteraad kan aangeven onder welke voorwaarden het college de verzoeker verplicht over een basisbankrekening te beschikken.

  • 3.

    De schuldhulpverlening moet breed toegankelijk zijn: er worden geen groepen mensen op voorhand uitgesloten. Wel mogen gemeenten individuele toegangseisen formuleren voor toelating tot een traject gericht op een schuldenvrije toekomst. Daarnaast kan het college ook beleidsregels vaststellen waarin wordt vastgelegd op basis van welke individuele omstandigheden een natuurlijke persoon de toegang tot de schuldhulpverlening kan worden ontzegd. In de memorie van toelichting bij deze wet is opgenomen dat een beslissing van het college tot het doen van een aanbod of tot het weigeren van schuldhulpverlening een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat er bezwaar en beroep mogelijk is op het besluit om een huishouden wel of niet toe te laten tot de schuldhulpverlening. Een zorgvuldige afweging van het aanbod en dossiervorming zijn daarvoor noodzakelijk.

  • 4.

    Ook is de gemeente bij een aanvraag schuldhulpverlening gebonden aan de afhandelingstermijnen genoemd in de Algemene wet bestuursrecht en is de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen van toepassing.

  • 5.

    Er gelden regels voor wacht- en doorlooptijden: de maximale wachttijd bedraagt 4 weken. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van 3 werkdagen. De gemeente geeft globaal inzicht in de doorlooptijd. Dat wil zeggen: het aantal weken tussen aanmelding en intake en het bereiken van het resultaat.

Basiszorginfrastructuur

In de kadernota transities is de term basis(zorg)infrastructuur geïntroduceerd. Het is het totale aanbod van voorzieningen die bijdragen aan een gezond en veilig leven in Bunschoten-Spakenburg. Het aanbod is voor iedereen toegankelijk en moet laagdrempelig zijn. In dit beleidsplan worden met de basiszorginfrastructuur de maatschappelijke partners uit die infrastructuur bedoeld. Dit zijn zowel partners waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft als partners die geen subsidierelatie met de gemeente hebben. De basiszorginfrastructuur bestaat zowel uit vrijwilligers (informele zorgverleners) als uit professionals (formele zorgverleners).

Hoofdstuk 2.

Plangroep

PLANgroep is onderdeel van Conclusion. Conclusion biedt allerlei commerciële diensten aan rond het functioneren van organisatie. Een van de onderdelen is Finance, Debt & Budget Services, specialist op het gebied van financiële dienstverlening en schuldenproblematiek. Daarin past PLANgroep als specialist in schuldhulpverlening en budgetbeheer.

De gemeente Bunschoten werkt sinds 2005 met PLANgroep. Daarvoor werkten we met de Kredietbank, maar die konden niet meer de resultaten leveren die het college voor ogen had. De PLANgroep heeft bewezen hier wel toe in staat te zijn.

PLANgroep heeft een paar dagen per week een werkplek bij De Boei.

Zuidweg & Partners

Zuidweg & Partners is gespecialiseerd in schuldhulpverlening voor (ex-)ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Dit zijn zzp’ers, die vanuit een eenmanszaak of bv handelen, of een vennootschap onder firma. Zuidweg & Partners heeft als uitgangspunt de schade te beperken voor zowel de ondernemer als de schuldeisers. Daarbij stimuleren zij de (ex-)ondernemer om in eigen inkomen te blijven voorzien. Ze bekijken of een doorstart mogelijk is of bij het beëindigen van de onderneming.

De gemeente Bunschoten is op advies van de BBS gaan samenwerken met Zuidweg & Partners. Het aantal trajecten is nog dusdanig gering geweest, dat moeilijk aan te geven is of de samenwerking voldoet. Zuidweg & Partners werkt vanuit haar eigen kantoor in Hilversum.

Hoofdstuk 3.

Problematische schulden

Problematische schulden zijn schulden die leiden tot hoge maatschappelijke kosten. Er is een direct verband aangetoond tussen hoge schulden en gezondheidsproblemen, vereenzaming, verwaarlozing, (kleine) criminaliteit en dak- en thuislozen.

Schulden stabiliseren

Schulden stabiliseren betekent dat er rust in de financiële situatie van de schuldenaar is. Er is rust als de schulden niet groter worden, doordat de schuldenaar zich houdt aan de betalingsafspraken en als er geen nieuwe schulden ontstaan..

Crisisinterventie

Bij dreigende uithuiszetting, wordt crisisinterventie ingeroepen. Er wordt dan korte en intensieve begeleiding van het gezin ingezet. Daarbij speelt het behouden van een dak boven het hoofd met water en elektriciteit een grote rol. Daarvoor moet schuldhulpverlening ingeschakeld worden.

Hoofdstuk 4.

Bewindvoering

Een bewindvoerder wordt op last van de rechter aangesteld. Er zijn verschillende vormen van bewindvoering.

• In een WSNP-traject is een bewindvoerder vergelijkbaar met een curator in een faillissement. De bewindvoerder is geen hulpverlener. Het is iemand die er in opdracht van de rechtbank op toeziet dat de schuldenaar zijn verplichtingen nakomt. De schuldenaar ontvangt een minimaal bedrag om van te leven. De rest van het geld dat de schuldenaar ontvangt, wordt op een boedelrekening gestort om schuldeisers te betalen.

• Daarnaast is ook bewindvoering mogelijk als een schuldenaar (tijdelijk) niet in staat is zijn eigen financiën te regelen door (tijdelijke) verstandelijke beperkingen.

Budgetbegeleiding

De schuldenaar wordt begeleid bij het verwerken van zijn rekeningen, berekenen budgetten en maken van een budgetplan bij schulden. Eventueel wordt ook geholpen met aanvragen van toeslagen en invullen van formulieren, zoals de inkomstenbelasting.

Budgetbeheer

De dienstverlener ontvangt het inkomen van de schuldenaar en zorgt dat vaste kosten betaald worden. De mate van budgetbeheer varieert van betalen van huur, gas, water, elektriciteit en premie zorgverzekering waarbij de schuldenaar de rest krijgt, tot het betalen van alle rekeningen waarbij de schuldenaar weekgeld krijgt.

Budgetcoach

Een budgetcoach is een vertrouwenspersoon voor de schuldenaar. Hij kan door een schuldenaar worden opgeroepen omdat de schuldenaar er niet uit komt of gewoon advies met betrekking tot zijn financiën wil. Ook kan de budgetcoach afspraken maken met een schuldenaar om hem of haar te blijven motiveren in het schuldhulpverleningstraject.

Curatie

Curatie zijn de taken die curatief, of te wel zorgverlenend, zijn.

Gemeentelijke schuldregeling

Basis taken zijn het contact leggen met schuldeisers om verdere invorderingsmaatregelen en renteberekening te stoppen. Vervolgens wordt de ruimte van schuldeisers besproken en een budgetplan opgesteld. Alle schuldeisers krijgen een voorstel voor betaling in de komende 3 jaar.

Intake

Dit is een eerste gesprek na aanmelding van de schuldenaar. In het eerste gesprek kan de volledige screening plaatsvinden, maar het kan ook zijn dat voor screening meerdere gesprekken nodig zijn.

Minnelijk traject

Schuldeisers werken vrijwillig mee aan het voorstel tot betaling van (een deel van) de schulden binnen 3 jaar.

Multiproblematiek

Er is sprake van multiproblematiek bij gezinnen en personen wanneer deze langdurig te maken hebben met twee of meer samenhangende en elkaar mogelijk versterkende problemen én de betrokkene(n) niet in staat is/zijn tot het ontwikkelen en voeren van een adequate regie ten aanzien van de beheersing of oplossing van het complex aan problemen, waardoor deelname aan de samenleving en de arbeidsmarkt problematisch is. 10

Nazorg

Nazorg is het geheel van onderhouden van contacten met en het controleren en begeleiden van de schuldenaar om daarmee de bereikte situatie ook op de langere termijn te kunnen garanderen.

Preventie

Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën

op orde houden.

Gecontracteerde partij

Partij waarmee de gemeente geen subsidierelatie heeft en die de gemeente op privaatrechtelijke wijze moet contracteren.

Schuldenstabilisatie

De hoogte van het totaal van schulden blijft stabiel; er komen geen nieuwe schulden bij en bestaande schulden worden niet hoger.

Screening

Het geheel van gesprekken, waaronder een intake, waarmee een compleet beeld ontstaat van de schuldenaar en, indien mogelijk en noodzakelijk, de schuldenaar naar de juiste hulpverlener kan worden doorverwezen.

Screeningsinstrument

( o.a. Mesis, Intakekompas, Traject 51)

Hulpmiddel voor de uitvoerder van het screenen om na te gaan wat voor een schuldenaar het maximaal haalbare is. De motivatie van de schuldenaar en de positieve beïnvloeding van zijn of haar gedrag, zijn belangrijke componenten.

• Mesis is een initiatief van Stichting Beheer en Ontwikkeling Instrumenten Ondersteuning Vakmanschap Sociaal Domein.

• IntakeKompas is een product van PinkRoccade Local Government;

• Traject51 is een product van Stadsring51 in Amersfoort.

Thuisadministratie

Ondersteuning voor mensen die zelf niet in staat zijn om hun persoonlijke administratie te voeren. Het gaat hierbij om verwerking en ordening van alle post en niet zozeer om oplossen van openstaande rekeningen. Daarvoor is budgetbegeleiding.

Uitval

Personen die om welke reden dan ook het schuldhulpverleningstraject niet afmaken.

Vroegsignalering

Proactief personen met schulden zoeken en benaderen om problematische schulden te voorkomen.

WSNP

Deze schuldsaneringsregeling is bedoeld voor personen die in een problematische schuldsituatie terecht zijn gekomen en die niet via de minnelijke regeling geholpen kunnen worden. De regeling duurt, net als het minnelijke traject, drie jaar. De rechter wijst een bewindvoerder aan. Als de rechter na verloop van de drie jaar oordeelt dat de schuldenaar zich aan zijn verplichtingen heeft gehouden, wordt de zogenaamde schone lei gegeven. De schone lei betekent dat de schulden die bestonden op het moment dat de schuldsaneringsregeling is uitgesproken, niet lager afdwingbaar zijn. Wanneer een schuldenaar binnen 10 jaar weer in een problematische schuldsituatie terecht komt, komt deze niet opnieuw in aanmerking voor de WSNP. Een rechter wijst een WSNP ook af als de schuldenaar nog boetes door fraude, misdrijf of een overtreding (waaronder CJIB) heeft uitstaan of als de schuldenaar niet laat zien gemotiveerd te zijn om zijn schulden op te lossen.

Hoofdstuk 5.

WTCG

Per 2014 zijn de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) en de Compensatie Eigen Risico (CER) afgeschaft. De reden hiervoor is dat het kabinet vond dat deze tegemoetkomingen ongericht werden uitgegeven. Besloten is om de gemeenten de taak te geven. De middelen zijn aan de Integratie-uitkering Sociaal Domein toegevoegd.

De raad heeft met vaststellen van de Wmo nota 2015-2018 gemeente Bunschoten besloten de nadere invulling van het beleid en de middelen toe te schrijven aan de Participatiewet, omdat het binnen de Participatiewet mogelijk is om een tegemoetkoming te laten afhangen van het inkomen en vermogen van een chronisch zieke of gehandicapte.

De opdracht is door het college per 1 juni 2015 met het beleid Bijzondere Bijstand ingevuld.

Bijlage 2 Kwadranten schuldhulpverlening

Op basis van gedrag, motivatie en schuldenproblematiek, kan beoordeeld worden of een schuldenaar op korte of lange termijn schuldenvrij kan zijn of niet en of interventie kortdurend of langdurend nodig is. Het gaat hierbij om het kunnen en willen van de schuldenaar en niet over het kunnen en willen van de schuldeisers. Het succes van een schuldhulpverleningstraject hangt namelijk af van het kunnen en willen van een schuldenaar en niet van de schuldeiser, want die kunnen gedwongen worden mee te werken.

Daaruit ontstaat het volgende kwadrant

afbeelding binnen de regeling

Om de kwadranten meer te verduidelijken, volgen per kwadrant beschrijvingen van enkele fictieve situaties en personen.

  • 1.

    Kortdurende interventie gericht op schuldenvrij: Zelfstandig schuld oplossen

  • 2.

    Kortdurende interventie gericht op schuldstabilisatie: Zelfstandig schuld stabiliseren

  • 3.

    Langdurende interventie gericht op schuldenvrij: Gemeentelijke schuldregeling:

  • 4.

    Langdurende interventie gericht op schuldstabilisatie: Met langdurige ondersteuning stabiliseren

  • 1.

    Zelfstandig schuld oplossen

    Jan verloor in 2010 zijn baan en een halfjaar later ging hij weg bij zijn vrouw. Inmiddels heeft hij weer vast inkomen, maar in die turbulente periode een flinke schuld opgebouwd bij enkele schuldeisers, van wie hij aanmaningen ontvangt. Hij is zich bewust van kosten, leeft erg zuinig en maakt geen nieuwe schulden. Hij wil er alles aan doen om er weer uit te komen, maar weet niet waar hij moet beginnen.

    Maurice heeft in 2008 zijn aanvraag voor huurtoeslag verkeerd ingevuld. Althans, volgens de Belastingdienst. Nu moet hij een groot bedrag terugbetalen. Maurice is het er niet mee eens.

  • 2.

    Zelfstandig schuld stabiliseren

    Jan verloor in 2010 zijn baan en een halfjaar later ging hij weg bij zijn vrouw. Inmiddels is hij alcoholist, verzorgd zichzelf slecht, wordt hij regelmatig opgepakt voor overlast en ligt zijn huis bezaaid met ongeopende post van minimaal 1 jaar. Deurwaarders dreigen beslag te leggen op zijn huis en inboedel. Hij wil er wel wat aan doen om er weer uit te komen, maar weet niet waar hij moet beginnen.

    Mieke is psychiatrisch patiënt. Ze neemt niet trouw haar medicijnen in. Met regelmaat is ze de realiteit kwijt en maakt ze nieuwe schulden.

  • 3.

    Gemeentelijke schuldregeling

    Jan verloor in 2010 zijn baan en een halfjaar later ging hij weg bij zijn vrouw. Hij heeft in die turbulente periode een flinke schuld opgebouwd. Hij wil er alles aan doen om daar weer uit te komen, maar verschillende deurwaarders zijn al langs geweest. Hij solliciteert en maakt geen nieuwe schulden.

    Joan is 18 jaar en heeft een dochter van 3 jaar, die extra zorg nodig heeft. Als tienermoeder is ze gestopt met haar opleiding. Ze leeft van een uitkering, maar de benodigde zorg voor haar dochter brengt hoge zorgkosten met zich mee, waardoor de uitkering opgaat aan vaste lasten en de zorgkosten. Joan vindt verder dat zij zelf ook wel eens wat extra’s verdient en dan koopt ze via Zalando en Wehkamp kleding voor zichzelf en andere benodigdheden in de uitverkoop. Tenslotte heeft Joan nog een brede vriendenkring, die ze door haar dochter weinig ziet, maar met wie zij veel contact houdt via haar smartphone. De schulden bij Zalando, Wehkamp en de Vodafone zijn zodanig opgelopen, dat ze niet meer weet hoe ze dit ooit weer kan oplossen.

  • 4.

    Met langdurige ondersteuning stabiliseren

    Jan verloor in 2014 zijn baan en een halfjaar later ging hij weg bij zijn vrouw. Inmiddels is hij alcoholist, verzorgd zichzelf slecht, wordt hij regelmatig opgepakt voor overlast en ligt zijn huis bezaaid met ongeopende post, waarbij ook veel blauwe enveloppen zitten van de Belastingdienst. Hij weet dat hij hulp nodig heeft, maar weet niet waar hij moet beginnen.

    Jay is laag opgeleid en heeft, buiten wat klusjes op de markt, nooit gewerkt. Hij woonde altijd nog samen met zijn vader in een sociale huurwoning. Maar zijn vader is vorig jaar bij zijn nieuwe vriendin ingetrokken. Hij kan al geruime tijd niet meer pinnen en nodigt zichzelf sindsdien uit bij vrienden, familie en kennissen om aan eten te komen. Helaas gaat iedereen de komende weken op vakantie.

Bijlage 3 Voorbeeld vragenlijst screening

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 Bibliografie

Onderzoeken

  • ‘Lokaal en Integraal, Vormgeving en uitvoering van de schuldhulpverlening in zestig gemeenten’ van Verwey-Jonker Instituut, april 2014

  • ‘Werkwijzer Dienstverlening voor zelfstandigen met schulden inrichten’, Divosa, mei 2014

  • ‘Schuldenchaos’, scriptie van Jeannette Oosterom, maart 2014

  • ‘Mesis©: Methodisch Screeningsinstrument schulddienstverlening’, Divosa, oktober 2012

  • ‘Op weg naar effectieve schuldhulpverlening; kosten en baten van schuldhulpverlening’ (en rekentool), ministerie SZW, juli 2011

  • ‘Schuldhulpverlening loont! Een onderzoek naar de kosten en baten van schuldhulpverlening’, Hogeschool Utrecht en Regioplan, juli 2011

  • ‘SchuldPreventiewijzer: Over het belang van schuldpreventie en de mogelijkheden om daar lokaal invulling aan te geven’, Schuldpreventiewijzer.nl, januari 2011

  • ‘Multiproblematiek bij cliënten’, Meccano en Astri, juli 2010

  • 155 Red een bedrijf, IMK, mei 2015

Gemeentelijke beleidsplannen

  • ‘Integrale Schuldhulpverlening; Beleidsplan gemeente Soest 2013-2016, Gemeente Soest, februari 2013

  • ‘Schuldenaanpak in Almere = Werken met klantprofielen. Beleidsplan aanpak schuldenproblematiek 2013-2017’, Gemeente Almere, oktober 2012

  • ‘Beleidsplan integrale schuldhulpverlening gemeente Elburg 2012-2015, Gemeente Elburg

Bijlage 5 Uitvoeringsplan

Doel van dit document

Het Uitvoeringsplan is onderdeel van het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2016-2019. Het is een globaal plan van aanpak om de gemeenteraad een idee te geven hoe en wanneer het college uitvoering gaat geven aan het beleidsplan. Indien gewenst, kan de gemeenteraad geïnformeerd worden over de voortgang van dit uitvoeringsplan.

Doelstellingen

  • Inzicht geven in het tijdspad

  • Inzicht geven in de benodigde taken

Verlangde uitkomst

Zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval vóór 1 juli 2016, schuldhulpverlening aan inwoners van de gemeente Bunschoten bieden conform Beleidsplan Schuldhulpverlening 2016-2019.

Scope & afbakening

Scope is het inrichten van de uitvoering van het beleidsplan Schuldhulpverlening 2016-2019 binnen het beschikbare budget

Taak

Regie 11

Uitvoerder(s)

2016

Preventie

Partij bzi

Vrijwilligers bzi

3.000

Vroegsignalering

Gemeente

Volledige bzi

3.000

Screening

Partij bzi

Partij bzi

40.000

Zelfstandig schuld oplossen

Partij bzi

Vrijwilligers bzi

0

Zelfstandig schuld stabiliseren

Meerdere partijen bzi

Volledige bzi

0

Gemeentelijke schuldregeling

Gecontracteerde partij

Gecontracteerde partij en vrijwilligers bzi

121.000

Langdurige schuldenstabilisatie

De Boei of Sociaal Team De Lingt

Volledige bzi

0

Nazorg

Bovenstaande regisseurs

Volledige bzi

3.000

Afbakening

  • 1.

    Taken die al uitgevoerd worden op de wijze waarop ze in het beleidsplan zijn vermeld, worden niet meegenomen in het uitvoeringsplan; de partij wordt wel meegenomen in de communicatie;

  • 2.

    De producten binnen een taak vallen niet onder het uitvoeringsplan. Voor zover producten niet bestaan, wordt de regisseur gevraagd de producten vorm te geven;

  • 3.

    Werving van vrijwilligers en vrijwilligersbeleid valt niet onder de scope van dit plan.

Betrokken interne en externe partijen

  • College van Burgemeester en Wethouders

  • Management Team

  • Beleidadviseurs Wmo en Jeugd

  • Coördinator Sociaal Team De Lingt

  • Communicatie

  • Financieel adviseur

  • Inkoopadviseur

  • BBS

  • De Boei

  • Plangroep

Interfaces / raakvlakken

  • Wmo nota 2015-2018 gemeente Bunschoten

  • De Lingt Processen en systemen 2015.

  • Inrichtingsdocument Uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Baarn, Bunschoten en Soest

  • Algemene Subsidie Verordening 2011

  • Subsidiebeschikking De Boei 2016

  • Beleidsregel Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013

  • Reglement inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013

  • Beleid mantel- en vrijwilligerszorg

Beperkingen & Aannames

Beperkingen:

  • Tijdsdruk invoering in verband met stijgende kosten;

  • Tijdelijk personeel op belangrijke functies;

  • Enkele betrokken partijen bestaan sinds 1 januari 2015 in deze setting en zijn nog bezig hun organisatie, processen en systemen, in te richten.

Aannames:

  • Intern is voldoende kennis aanwezig om de inrichting mogelijk te maken;

  • Er zijn partijen die de taken en producten op zich willen nemen;

  • Dat er voldoende ruimte is in het subsidie- en inkoopbeleid om de taken uit te laten voeren.

Argumenten aanpassingen uitvoering

Op dit moment loopt de schuldhulpverlening goed en zijn er zover bekend geen klachten over de manier waarop mensen geholpen worden. Echter, om het terrein van schuldhulpverlening in de toekomst betaalbaar te houden, krijgen preventie, vroegsignalering, als ook nazorg, een grotere rol. Tevens moeten huidige taken geformaliseerd worden om te kunnen sturen op de taken. Ten slotte is landelijk gebleken dat een dure gemeentelijke schuldregeling niet effectief is als gedrag en motivatie niet meegenomen worden in het traject.

Een uitgebreid takenpakket binnen de schuldhulpverlening, waarop te sturen is op basis van vooraf gemaakt afspraken, heeft daarmee zowel een financieel als maatschappelijk rendement.

Financieel rendement:

  • voorkomen dat schuldenaars een problematische schuld opbouwen beperkt het aantal ingezette trajecten met lange, dure schuldhulpverlening

  • voorkomen dat schuldenaars onnodig (lang) in een duur traject zitten

  • efficiëntere inzet van middelen en de basiszorginfrastructuur

Maatschappelijk rendement:

Vanuit politiek Den Haag en de maatschappij is er veel druk om schuldhulpverlening in te zetten en betaalbaar te houden. De maatschappij heeft meer begrip voor mensen die alles doen om schulden te voorkomen dan haar beeld dat mensen ‘zomaar’ hun schulden krijgen kwijtgescholden.

Op te leveren

Dit plan is volledig uitgevoerd als er namen van partijen zijn ingevuld in plaats van ‘Partij 1 t/m 5’ in onderstaande tabel. Met deze partijen moeten formele afspraken zijn gemaakt die passen binnen de taken als genoemd in het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2016-2019 en de begroting.

Taak

Regie

Uitvoerder(s)

2016

Preventie

‘Partij 1’

Vrijwilligers bzi

3.000

Vroegsignalering

Gemeente

Volledige bzi

3.000

Screening

‘Partij 2’

‘Partij 2’

40.000

Zelfstandig schuld oplossen

‘Partij 3’

Vrijwilligers bzi

0

Zelfstandig schuld stabiliseren

Meerdere partijen bzi

Volledige bzi

0

Gemeentelijke schuldregeling

‘Partij 4’

‘Partij 5’

120.000

Langdurige schuldenstabilisatie

De Boei of Sociaal Team De Lingt

Volledige bzi

0

Nazorg

Bovenstaande regisseurs

Volledige bzi

3.000

Stappenplan

stap 1. Overzicht belangstelling maken

Plan en taken bespreken met betrokken partijen en inventariseren belangstelling;

stap 2. Subsidie of inkoopcontract?

Onderzoek mogelijkheden binnen bestaand beleid en onderzoek naar andere mogelijke aanbieders in verband met de beginselen van objectiviteit, gelijkheid en transparantie;

stap 3. Besluiten nemen ten aanzien van product 1 tot en met 5 Invullen product 1 tot en met 5 door subsidiebeschikking of conform inkoopbeleid;

stap 4. Startbijeenkomst met alle aanbieders;

stap 5. Afsluiten uitvoeringsplan en monitoring en evaluatie meenemen in reguliere taken.

Projectstructuur

Op dit moment is nog niet duidelijk of er een projectstructuur met projectteam en eventuele werkgroepen zal worden gevormd. Dit blijkt na het betrekken van de betrokken partijen. Mocht dit nodig zijn, dan wordt deze opgezet om het doel op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier te halen waarbij voldoende draagvlak is binnen de basiszorginfrastructuur.

Rolbeschrijving (Pas van toepassing als er een projectstructuur is).

Planning

stap

Omschrijving

Deadline

1

Overzicht belangstelling

13 november 2015

2

subsidie of inkoopcontract?

20 november 2015

3

Besluiten per taak

4 maart 2016

4

Startbijeenkomst

1 april 2016

5

Afsluiten uitvoeringsplan

4 april 2016


Noot
1

Bron: Cijfers juni 2015 van de Nederlandse Vereniging voor incasso-ondernemingen (NVI)

Noot
2

Bron: Brochure Schuldpreventiewijzer

Noot
3

Zie Bijlage 1 voor een definitie

Noot
4

Zie bijlage 1 voor een definitie van problematische schulden

Noot
5

Bron: Schuldaanpak in Almere, oktober 2012. Zie voor toelichting ook bijlage 2.

Noot
6

bzi=basiszorginfrastructuur

Noot
7

Zie tussentijdse rapportage 2015

Noot
8

Op dit moment wordt de klant ook gescreend, maar slechts beperkt. De kosten hiervoor waren in 2014 ca. € 20.000. De voorgestelde uitgebreide screening zal duurder zijn en er worden meer screeningen verwacht. Afhankelijk van de gecontracteerde partij, is daarnaast een budget nodig voor software. Voor de inkoop wordt daarom een plafond gehanteerd van € 40.000 voor het eerste jaar.

Noot
9

Zie Wmo nota 2015-2018 gemeente Bunschoten, tabel 2. In hoofdstuk 11.

Noot
10

"Multiproblematiek bij cliënten", Meccano en Astri, juli 2010

Noot
11

bzi=basiszorginfrastructuur