Regeling vervallen per 01-01-2019

Regeling Generatiepact 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Regeling Generatiepact 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

gelet op de instemming van het georganiseerd overleg op 22 november 2017;

Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Regeling Generatiepact 2018

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Op wie is de regeling van toepassing

  • 1. De ambtenaar die minimaal één jaar een dienstverband heeft bij de gemeente De Ronde Venen;

  • 2. De ambtenaar die in 2018 58 jaar of ouder is kan gebruik maken van de regeling Generatiepact;

  • 3. Voor de ambtenaar die in 2018 57 jaar is en binnen 10 jaar de AOW leeftijd bereikt geldt als overgangsmaatregel dat hij vanaf 2018 nog gebruik kan maken van de regeling Generatiepact;

  • 4. Een verzoek om gebruik te mogen maken van deze regeling wordt gehonoreerd tenzij zwaarwegende belangen van de dienst zich daartegen verzetten;

  • 5. De ambtenaar kan met ingang van de eerste maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd bereikt zoals genoemd in lid 2 en 3 aanspraak maken op de regeling.

Artikel 3. Arbeidsduur

  • 1. Op verzoek van de ambtenaar dan wel het college (na overleg met de ambtenaar) kan de ambtenaar zijn arbeidsduur per week worden teruggebracht met maximaal 20% met ingang van de eerste maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd bereikt zoals genoemd in artikel 2 lid 2 en 3;

  • 2. Bij de vermindering van arbeidsduur kan de arbeidsduur tot maximaal 24 uur per week worden teruggebracht.

Artikel 4. Arbeidstijd

  • 1. Het gebruik maken van de regeling houdt in dat de ambtenaar met een voltijdaanstelling vanaf de datum waarop het naar aanleiding van zijn verzoek genomen besluit ingaat minimaal 80% van de oorspronkelijke werktijd, gemiddeld over een jaar berekend, gaat werken zonder dat de omvang van de aanstelling wordt aangepast.

  • 2. Buitengewoon verlof wordt verleend voor maximaal 20% van het aantal aanstellingsuren. Bij buitengewoon verlof neemt de werkgever de helft voor zijn rekening en de andere helft is voor rekening van de ambtenaar.

Artikel 5 Aanstelling

  • 1. De formele aanstellingsuren blijven ongewijzigd. Er wordt een korting van maximaal 10% toegepast op het salaris en de salaristoelagen, en voor de uren die de ambtenaar minder gaat werken wordt buitengewoon verlof verleend (maximaal 20%).

  • 2. Voor het aantal uren die de ambtenaar werkelijk blijft werken wordt het salaris en de salaristoelagen 100% betaald. Daarbovenop wordt het salaris en de salaristoelagen voor de helft van het aantal uren waarmee de arbeidsduur is teruggebracht, zoals genoemd in artikel 3 lid 1, aangevuld.

Artikel 6 Salaris

Bij buitengewoon verlof (maximaal 20%) wordt het aantal uren die de ambtenaar werkelijk blijft werken het salaris en de salaristoelagen 100% betaald. Daarbovenop wordt het salaris en de salaristoelagen voor de helft van het aantal uren waarmee de arbeidsduur is teruggebracht, zoals genoemd in artikel 3 lid 1, aangevuld.

Artikel 7 Pensioenopbouw en premiebetaling

De pensioenpremie van de ambtenaar en van de werkgever wordt berekend over het oorspronkelijke salaris met toelagen (100% pensioenopbouw).

De pensioenpremies worden zowel door werkgever als door ambtenaar betaald in de normale verhouding zoals die door het ABP wordt vastgesteld.

Artikel 8 Werktijden

De feitelijke werktijden worden vastgesteld in overleg tussen de betrokken ambtenaar en de leidinggevende.

Artikel 9 Vakantieverlof

Gedurende de periode waarin betrokkene gebruik maakt van de regeling wordt het verlof teruggebracht tot maximaal 80% van het verlof dat hoort bij de (oorspronkelijke) arbeidsduur.

Artikel 10 Arbeidsongeschiktheid

Wanneer de ambtenaar die gebruik maakt van de regeling langdurig arbeidsongeschikt wordt wegens ziekte wordt conform het bepaalde in artikel 7:3 van de CAR en de lokale regeling Loondoorbetaling bij ziekte het salaris aangepast. Daarbij gelden als grondslag het nieuwe salaris en de toegekende salaristoelage(n) die op grond van deze regeling zijn vastgesteld.

Artikel 11 Boventalligheid

Wanneer de ambtenaar die gebruik maakt van de regeling boventallig wordt, wordt er een van werk naar werk traject gestart voor het aantal uren dat hij met toepassing van deze regeling feitelijk werkt. Wanneer het niet lukt om voor de ambtenaar een passende of geschikte functie te vinden, kan na afloop van de van werk naar werk periode ontslag worden verleend op grond van artikel 8:3 van de CAR. Dit ontslag betreft dan voor deze groep ontslag uit de volledige betrekking.

Artikel 12 Werkingsduur

  • 1. Deze regeling geldt tot 1 januari 2019.

  • 2. Degenen die vóór 1 januari 2019 gebruik maken van deze regeling blijven dat doen tot het moment waarop zij uitdienst gaan.

  • 3. Wanneer op basis van deze regeling buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 5 eerste lid is verleend bindt dat zowel de werkgever als de ambtenaar. Alleen wanneer beide partijen hiermee instemmen kan dat besluit worden ingetrokken.

Artikel 13 Verzoek om deelname

De ambtenaar dient een schriftelijk verzoek om deelname in twee maanden vóór de gewenste ingangsdatum, met inachtneming van de daarvoor aangewezen procedure (aanvraagformulier).

Artikel 14 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, dan wel waarin onduidelijkheid of onenigheid bestaat over de toepassing daarvan, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. De regeling treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2. De op 20 september 2016 vastgestelde regeling Generatiepact september 2016 wordt ingetrokken, maar behoudt eerbiedigende werking voor degenen die vóór 2018 onder deze regeling vielen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 19 december 2017,

Lilian Schreurs
secretaris
Maarten Divendal
burgemeester