Regeling vervallen per 17-08-2016

Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen 2005

Geldend van 01-01-2006 t/m 16-08-2016

Intitulé

VERORDENING GEMEENTELIJKE OMBUDSMAN GRONINGEN 2005

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(bijlage raadsverslag nr. 20);

                    

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 april 2005;

 HEEFT BESLOTEN:

 

de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen 2005 vast te stellen.

 

Artikel 1 Ombudsman

  • 1. Er is een gemeentelijke ombudsman.

  • 2. De ombudsman wiens benoemingstermijn eindigt, is terstond herbenoembaar.

Artikel 2 Ontslag/einde benoeming

  • 1. De ombudsman is van rechtswege van zijn functie ontheven wanneer de benoemingstermijn is verstreken.

  • 2. De gemeenteraad ontslaat de ombudsman met ingang van de eerstvolgende maand na die waarin hij de leeftijd van vijfenzestig jaar heeft bereikt.

  • 3. De ombudsman kan door de gemeenteraad worden ontslagen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden wegens opheffing van de functie van ombudsman;

  • 4. De ombudsman kan voorts door de gemeenteraad worden ontslagen:

    • a.

      bij de aanvaarding van een ambt of betrekking zonder voorafgaande toestemming van de raad;

    • b.

      bij het verlies van het Nederlanderschap.

Artikel 3 Rechtspositie

  • 1. De gemeenteraad stelt een verordening vast waarin de rechtspositie van de ombudsman wordt geregeld.

  • 2. In de verordening wordt de bezoldiging, schorsing en ontslag van de ombudsman nader geregeld.

Artikel 4 Ombudsmanplaatsvervanger

  • 1. De plaatsvervanger treedt in functie op een door de gemeenteraad te bepalen datum, zodra mag worden aangenomen, dat de ombudsman voor langere duur zijn functie niet zal kunnen vervullen.

  • 2. De plaatsvervanger blijft in functie tot dat de ombudsman zijn werkzaamheden heeft hervat, dan wel tot dat een nieuwe ombudsman in functie treedt.

  • 3. De bepalingen van deze verordening, alsmede van de in artikel 3 lid 2 bedoelde verordening, zijn op de plaatsvervanger van toepassing, tenzij de raad anders bepaalt.

Artikel 5 Bureau van de ombudsman

  • 1. Er is een bureau van de ombudsman.

  • 2. De begroting en de financiële verslaglegging van dit bureau maken deel uit van onderscheidenlijk de begroting en rekening van de gemeente.

  • 3. Het college verschaft de ombudsman na overleg met hem, de middelen nodig voor een goede uitoefening van de functie.

  • 4. De gemeenteraad stelt, na overleg met de ombudsman, de sterkte vast van het personeel van het bureau en de bij die sterkte behorende rangniveaus.

  • 5. Op het personeel van het bureau zijn de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (ARG) en de overige rechtspositieregelingen van de gemeente Groningen van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Voor de toepassing van de rechtspositieregelingen treedt de ombudsman jegens dit personeel op als hoofd van dienst.

  • 7. Van zijn bevoegdheid tot aanstelling, bestraffing, schorsing en ontslag ten aanzien van het in het vierde lid bedoelde personeel maakt het college geen gebruik, dan na een daartoe strekkend voorstel van de ombudsman.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

De ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

Artikel 7 Bemiddeling

  • 1. De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen

  • 2. De ombudsman brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit

Artikel 8 Mededeling oordeel

Een onderzoek naar een klacht wordt in beginsel binnen drie maanden afgesloten met een rapport, waarin de ombudsman verslag doet van zijn bevindingen en waarin zijn oordeel over de klacht is neergelegd.

Artikel 9

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 10

  • 1. De ombudsman kan werkzaamheden verrichten voor andere rechtspersonen, zulks onder verantwoordelijkheid van die betreffende rechtspersonen.

  • 2. De bepalingen van deze verordening zijn daarbij zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De werkzaamheden kunnen worden verricht indien met de gemeenteraad, in overleg met de ombudsman, een daartoe strekkende overeenkomst is vastgesteld.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als:

    Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen 2005.

  • 2.

    Zij treedt in werking op 1 januari 2006.

Ondertekening

Gedaan te Groningen ter openbare raadsvergadering van 27 april 2005.
De voorzitter,
J.Wallage.
De griffier,
D.H. Vrieling.

Bijlage 2

Bijlage

Artikelsgewijzetoelichting (bijlage 1)

Toelichting