Verordening maatschappelijke verkenning

Geldend van 16-06-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening maatschappelijke verkenning

Artikel 1 Begripsbepaling.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Reglement van Orde:

het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

b.

Het presidium:

het presidium van de raad als bedoeld in artikel 1a van het Reglement van Orde.

c.

Raadscommissie:

een commissie die de besluitvorming van de raad kan voorbereiden en met het college onderscheidenlijk de burgemeester kan overleggen.

Artikel 2 Definitie en reikwijdte

  • 1. Een maatschappelijke verkenning is een onderzoek waarbij informatie wordt verzameld voor en door de raad over relevante, maatschappelijke ontwikkelingen. Met de verzamelde informatie kan de raad zich een beeld vormen van de aard en de omvang van die ontwikkelingen en beoordelen of nieuw beleid moet worden ontwikkeld of bestaand beleid moet worden aangepast.

  • 2. De raad stelt in dezelfde vergadering waarin hij besluit tot het instellen van een verkenning het aantal leden van de verkenningscommissie vast met een minimum van zeven leden.

  • 3. Tot lid van de verkenningscommissie kunnen worden benoemd raadsleden, fractievertegen-woordigers en waarnemers ter tijdelijke vervanging in raadscommissies.

  • 4. Verkiezing van de leden en plaatsvervangende leden van de verkenningscommissie vindt plaats in een openbare raadsvergadering binnen een maand nadat de raad tot het houden van een verkenning heeft besloten. Op deze verkiezing is artikel 33 van het Reglement van Orde van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Raadsvoorstel.

  • 1. Een voorstel voor het houden van een maatschappelijke verkenning kan aan de raad worden voorgelegd door het presidium op verzoek van een raadscommissie.

  • 2. Een initiatiefvoorstel voor het houden van een maatschappelijke verkenning kan ook door een of meer raadsleden worden ingediend.

  • 3. Een initiatiefvoorstel wordt behandeld conform artikel 38 van het Reglement van Orde.

Artikel 4 Werkwijze van de verkenningscommissie.

De verkenningscommissie bepaalt haar eigen werkwijze.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de verkenningscommissie eindigt op het moment waarop het betrokken lid ophoudt lid te zijn van de raad danwel niet langer als fractievertegen-woordiger respectievelijk waarnemer deel uitmaakt van een raadscommissie.

  • 2. Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.

  • 3. In vacatures die ontstaan op grond van een van de gevallen bedoeld in het eerste en tweede lid wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. Het lidmaatschap eindigt voorts op het moment dat de raad heeft besloten over de door de commissie uitgebrachte rapportage.

Artikel 6 Organisatie

  • 1. De verkenningscommissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De griffier draagt zorg voor voldoende ambtelijke ondersteuning van de commissie. Zo nodig kan de griffier een beroep doen op de gemeentesecretaris om hem voor de duur van het onderzoek een of meer medewerkers ter beschikking te stellen.

Artikel 7 Openbaarheid en rapportage

  • 1. De bijeenkomsten van de verkenningscommissie zijn besloten, tenzij het door de commissie noodzakelijk wordt geacht de bijeenkomst openbaar plaats te laten vinden.

  • 2. Het rapport is openbaar.

  • 3. Een of meer door de commissie aangewezen leden kunnen in de vergadering van de raad voorstellen of adviezen van de commissie toelichten.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Maatschappelijke Verkenning

Artikel 9 Ingangsdatum

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de bekendmaking.