Regeling vervallen per 12-12-2018

Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006

Geldend van 23-09-2016 t/m 11-12-2018

Intitulé

Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de wet:

de Winkeltijdenwet;

b.

feestdagen:

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

c.

Scheveningen-Bad:

het strand, de duinpaden naar het strand, de Strandweg, het gebied dat begrensd wordt door de Strandweg/Gevers Deynootweg/Zwolsestraat tot de Gevers Deynootstraat tot de hoek Harstenhoekstraat/Haarlemsestraat, de Haarlemsestraat met een denkbeeldige lijn doorgetrokken tot de hoek Bosschestraat/ Badhuisweg, de denkbeeldige lijn vanaf die hoek tot de Circusstraat, de Circusstraat, de 2e Messstraat, de Dirk Hoogenraadstraat en de Scheveningse Slag;

d.

Scheveningen-Haven:

de Vissershavenweg, Schokkerweg, Dr. Lelykade, Kranenburgweg en het gebied dat door deze straten wordt begrensd;

e.

hoogseizoen:

15 maart tot en met 15 oktober;

f.

laagseizoen:

16 oktober tot en met 14 maart.

Artikel 2 Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist op de aanvraag van een ontheffing binnen 4 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 2 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van artikel 6 van deze verordening (avondwinkels) zijn perceelsgebonden en overdraagbaar.

  • 2. In geval van overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen dient de nieuwe houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen aan het college en onder vermelding van zijn naam en correspondentieadres. Zonder deze kennisgeving wordt de ontheffing niet geacht te zijn overgedragen.

  • 3. Ontheffingen op grond van deze verordening, behoudens de in het eerste lid bedoelde ontheffingen, zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 4. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het derde lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt;

  • g.

    indien de houder of een persoon wiens gedraging aan hem kan worden toegerekend handelt in strijd met de krachtens wettelijk voorschrift geregelde verplichting om aanwijzingen van een toezichthouder in acht te nemen of artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Openstelling van winkels op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. De verboden van artikel 2, eerste lid onder c van de wet gelden niet tussen 22.00 en 23.00 uur.

  • 2. Ten behoeve van openstelling tussen 23.00 en 06.00 uur kan het college op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voorzover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- een leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 4. Het college houdt bij de aanvraag van een ontheffing als bedoeld in dit artikel rekening met stedenbouwkundige, economische, toeristische, maatschappelijke, openbare orde en veiligheidsaspecten.

  • 5. Het college zal voorafgaande aan een besluit over de openstelling tussen 22.00 en 06.00 uur de betreffende raadscommissie(s) om advies vragen.

Artikel 6 Avondwinkels

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen van:

    • a.

      de in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet opgenomen verboden ten behoeve van winkels, die gesloten moeten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen van 00.00 tot 16.00 uur;

    • b.

      het in artikel 2, eerste lid, onder c van de wet opgenomen verbod tot winkelopening op werkdagen van 23.00 - 00.00 uur.

  • 2. Het college houdt bij het verlenen van de ontheffing, zoals bedoeld in het eerste lid, in elk geval rekening met de volgende aspecten:

    • a.

      er mogen in de winkel uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

    • b.

      de avondwinkels moeten zoveel mogelijk over de stad zijn gespreid en zoveel mogelijk in bestaande winkelgebieden zijn gelegen;

    • c.

      een combinatie van een avondwinkel met een reguliere winkel of met andere vormen van detailhandel in dezelfde ruimte, is niet toegestaan;

    • d.

      de ontheffing kan worden geweigerd, indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Vrijstelling op grond van toeristische motieven

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b en tweede lid van de wet, gelden in de gehele stad niet op zon- en feestdagen tussen 10.00 en 18.00 uur voor winkels in verband met de toeristische aantrekkingskracht van Den Haag.

  • 2. De verboden, opgenomen in artikel 2 van de wet, gelden in verband met toeristische aantrekkingskracht voorts niet voor Scheveningen-Bad en het Winkelcentrum aan het Deltaplein:

    • a.

      hoogseizoen

      • -

        op zon- en feestdagen van 09.00 tot 10:00 uur en van 18:00 tot 23.00 uur;

      • -

        op Goede Vrijdag en 4 mei van 19.00 tot 23.00 uur.

    • b.

      laagseizoen

      • -

        op zon- en feestdagen van 09.00 tot 10:00 uur en van 18:00 tot 20.00 uur;

      • -

        op 24 december van 19.00 tot 20.00 uur;

  • 3. De verboden, opgenomen in artikel 2 van de wet, gelden in verband met toeristische aantrekkingskracht voorts niet voor de Keizerstraat en de Wassenaarsestraat:

    • a.

      Hoogseizoen

      • -

        op zon- en feestdagen van 18.00 tot 23.00 uur;

      • -

        op Goede Vrijdag en 4 mei van 19.00 tot 23.00 uur.;

    • b.

      laagseizoen

      • -

        op zon- en feestdagen van 18.00 tot 20.00 uur;

      • -

        op 24 december van 19.00 tot 20.00 uur.

  • 4. De verboden, opgenomen in artikel 2 van de wet, gelden in verband met toeristische aantrekkingskracht voorts niet voor Scheveningen-Haven in het hoogseizoen:

    • -

      op zon- en feestdagen van 09.00 tot 10.00 uur en van 18.00 tot 23.00 uur;

    • -

      op Goede Vrijdag en 4 mei van 19.00 tot 23.00 uur.

  • 5. Het verbod opgenomen in artikel 2, tweede lid, juncto artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet geldt niet voor het marktterrein op het Lange Voorhout of het Plein ten behoeve van een markt in antiek en curiosa, oude boeken en prenten:

    • a.

      voor de periode van 8 mei tot en met 30 september van 10.00 tot 18.00 uur;

    • b.

      op Hemelvaartsdag van 10.00 uur tot 18.00 uur.

  • 6. Het verbod vervat in artikel 2, tweede lid, juncto artikel 2, eerste lid onder a van de wet geldt niet voor het Lange Voorhout:

    • a.

      op tweede Paasdag, de dag waarop de Jaarmarkt - ingesteld op grond van artikel 151 van de Gemeentewet - wordt gehouden;

    • b.

      van 09.00 uur tot 18.30 uur.

  • 7. De verboden vervat in artikel 2, tweede lid, juncto artikel 2, eerste lid onder a. en c. van de wet, gelden niet gedurende de periode, waarin en voor de locatie, waar de Haagsche Pasar Malam Besar wordt gehouden.

  • 8. Het verbod, opgenomen in artikel 2, eerste lid van de wet en artikel 2, tweede lid, geldt niet voor het Zuiderpark op de zondag, waarop het Parkpopfestival gehouden wordt, voor goederen die direct verband houden met het evenement van 09.00 tot 00.00 uur.

  • 9. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a. en b. en artikel 2, tweede lid van de wet, gelden gedurende het hoogseizoen niet op kampeerterreinen:

    • a.

      op zon- en feestdagen van 09.00 tot 22.00 uur;

    • b.

      op Goede Vrijdag en 4 mei van 19.00 uur tot 22.00 uur.

  • 10. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid en artikel 2, tweede lid van de wet gelden niet ten behoeve van de verkoop van souvenirs op het terrein van de miniatuurstad Madurodam en het daarbij behorende parkeerterrein, tijdens de uren waarop Madurodam voor het publiek geopend is.

  • 11. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2 van de wet voor de uitoefening van straathandel dan wel overige vormen van detailhandel, waarbij uitsluitend souvenirartikelen plegen te worden verkocht.

  • 12. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c van de wet ten behoeve van de verkoop in een winkel, gelegen in een hotel, mits deze winkels geen rechtstreekse voor het publiek bestemde ingang vanaf de openbare straat heeft.

Artikel 8 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op andere zon- en feestdagen, genoemd voor:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het ter bezichtiging uitstallen en verkopen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden zoals een jubileum, lustrum of een bedrijfsopening, culturele bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.

Artikel 9 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor één of meer delen van de gemeente.

Artikel 10 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 10a

Een ieder is verplicht om de door de in artikel 10 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.

Artikel 11 Evaluatie

  • 1. Deze verordening wordt tot 2009 jaarlijks door het college geëvalueerd.

  • 2. Het college brengt hierover verslag uit aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

  • 2. Alle ontheffingen die krachtens de Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2000 zijn verleend blijven van kracht zolang de ontheffingen hun geldigheid niet hebben verloren of niet zijn ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006.