Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting (Verordening binnenhavenbelasting 2008)

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavenbelasting (Verordening binnenhavenbelasting 2008)

xx

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

schip:

elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water alsmede een drijvend werktuig en een drijvende inrichting;

b.

vrachtschip:

elk vaartuig, dat wordt gebezigd of is bestemd geheel of hoofdzakelijk voor het vervoer van stoffen en/of goederen;

c.

laadvermogen:

het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootste toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

d.

ton:

gewichtseenheid van 1.000 kg;

e.

verblijf:

gebruik als bedoeld in artikel 2;

f.

dag:

een tijdvak van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur;

g.

maand, kwartaal, jaar:

kalendermaand, kalenderkwartaal, kalenderjaar;

h.

ligplaats:

een voor het meren van een schip bestemde plaats;

i.

gereserveerde ligplaats:

een ligplaats, door het college van burgemeester en wethouders met schriftelijke vergunning bestemd voor het tijdelijk gemeerd liggen met een aangewezen schip dat voor de scheepvaart wordt gebezigd;

j.

vaste ligplaats:

een ligplaats, door het college van burgemeester en wethouders met schriftelijke vergunning bestemd voor het blijvend gemeerd liggen met een aangewezen schip niet meer aan de scheepvaart deelnemend.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavenbelasting wordt een recht geheven voor het gebruik met schepen van voor de openbare dienst bestemde gemeentelijke wateren alsmede van de bij die wateren behorende voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen, een en ander met uitzondering van de havens te Scheveningen, de passantenhaven Bierkade en de voor de recreatieve passanten aangewezen gedeelten van het Laakkanaal.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De binnenhavenbelasting wordt geheven van de reder, de eigenaar, de kapitein of de schipper van het schip.

  • 2. Onder reder of eigenaar wordt mede verstaan hij, die tijdelijk het beheer over het schip voert.

  • 3. Onder kapitein of schipper wordt verstaan hij, die de feitelijke leiding over het schip heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen belasting wordt geheven terzake van het in artikel 2 bedoelde gebruik, indien dit plaatsvindt met:

  • a.

    een schip dat in opdracht of op verzoek van de gemeente wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en voorzieningen;

  • b.

    een oorlogsschip, een reddingsboot of een opleidingsschip van de koopvaardij, binnenvaart of visserij, mits geen personen of lading tegen betaling worden vervoerd;

  • c.

    een schip, bezig met een vaartocht voor invaliden of gehandicapten uit hoofde van een ideële doelstelling;

  • d.

    een schip waarvoor een vaste ligplaats is toegewezen en waarvoor een recht wordt geheven ingevolge de Verordening precariobelasting en gebruiksretributies 2008.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De binnenhavenbelasting wordt geheven voor:

  • a.

    vrachtschepen: naar het laadvermogen van het schip;

  • b.

    schepen, niet zijnde vrachtschepen: naar de oppervlakte van het schip.

Artikel 6 Tarieven

  • 1. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een vrachtschip:

    per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

    abonnement per maand

    abonnement per kwartaal

    abonnement per jaar

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,0853

    € 0,3416

    € 0,8531

    € 3,4159

  • 2. De belasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een schip, niet zijnde een vrachtschip:

    per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

    abonnement per maand

    abonnement per kwartaal

    abonnement per jaar

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,0853

    € 0,3416

    € 0,8531

    € 3,4159

  • 3. Voor een schip met een laadvermogen kleiner dan 10 ton onderscheidenlijk een oppervlakte kleiner dan 10 m2 is een bedrag verschuldigd ter grootte van de binnenhavenbelasting die is verschuldigd voor een schip met een laadvermogen van 10 ton onderscheidenlijk een oppervlakte van 10 m2.

  • 4. De binnenhavenbelasting voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen, bedraagt 125% van het bedrag, overeenkomstig het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid.

  • 5. De binnenhavenbelasting voor een schip waarvoor een gereserveerde ligplaats is toegewezen, bedraagt 150% van het bedrag, berekend overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid.

  • 6. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) voor een vrachtschip waarvoor een vaste ligplaats is toegewezen bedraagt bij een ononderbroken verblijf:

    per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

    per maand

    per kwartaal

    per jaar

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    per ton laadvermogen

    tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,3050

    € 1,2195

    € 3,0504

    € 12,1954

  • 7. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) voor een schip, niet zijnde een vrachtschip, waarvoor een vaste ligplaats is toegewezen bedraagt bij een ononderbroken verblijf:

    per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

    per maand

    per kwartaal

    per jaar

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    per m² oppervlakte

    tarief

    tarief

    tarief

    tarief

    € 0,3050

    € 1,2195

    € 3,0504

    € 12,1954

Artikel 7 Laadvermogen en oppervlakte bij toepassing tarieven

  • 1. Bij de toepassing van de tarieven wordt:

    • a.

      voor het laadvermogen van het vrachtschip gehouden het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij dat schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document;

    • b.

      voor de oppervlakte van het schip gehouden het product van de grootste lengte en grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het schip behorende, mits in Nederland geldige, meetbrief of een daarmede gelijk te stellen document;

    • c.

      een gedeelte van eenheden van tijd, hoeveelheid of oppervlakte voor een gehele eenheid gerekend.

  • 2. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmede gelijk te stellen document, dan wel indien deze stukken het laadvermogen, de grootste lengte en de grootste breedte van het schip niet vermelden, worden het laadvermogen en de oppervlakte ambtshalve vastgesteld.

Artikel 8 Tijdstip van ontstaan belastingschuld

De belastingschuld ontstaat:

  • a.

    indien een abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het abonnement wordt verleend;

  • b.

    indien geen abonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het verblijf aanvangt, dan wel het tijdstip waarop het verblijf wordt voortgezet na afloop van de periode waarvoor aanvankelijk belasting is geheven.

Artikel 9 Wijze van heffing en tijdstip van betaling

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en dient onmiddellijk te worden voldaan.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Overschrijving en ontheffing

  • 1. Indien het gebruik van de in artikel 2 bedoelde wateren met een schip in de loop van een abonnementsperiode van een kwartaal of jaar eindigt kan het abonnement worden over- geschreven op een vervangend schip. Daarbij wordt de belasting voor het nog niet verstreken deel van de abonnementsperiode verrekend met de over dat deel voor het vervangende schip verschuldigde binnenhavenbelasting. Bij de berekening wordt een kwartaal op 90 dagen en een jaar op 360 dagen gesteld.

  • 2. Indien de belasting bij wijze van abonnement per kwartaal of per jaar is geheven, wordt voor een schip dat in de loop van de abonnementsperiode de gemeentelijke wateren heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmachtsituatie heeft bestaan. Het bestaan van de overmachtsituatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de binnenhavenbelasting.

Artikel 12 Intrekking/Inwerkingtreding/Citeertitel

  • 1. De Verordening Binnenhavenbelasting 1998, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 2 november 2006 (rb 154), wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2008. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening binnenhavenbelasting 2008.