Regeling vervallen per 13-02-2018

Indexering normbedragen en vaststelling regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag

Geldend van 24-12-2013 t/m 12-02-2018

Intitulé

Indexering normbedragen en vaststelling regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelet op:

- artikel 5 en artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; en

- artikel 1.3 van de Verordening individuele voorzieningen voor

maatschappelijke ondersteuningemeente Den Haag 2009.

Besluit:

I. In te trekken: de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuningemeente Den Haag 2013.

II. Vast te stellen: de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuninggemeente Den Haag 2014:

Deze luidt als volgt:

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

gelet op de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009.

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2014

Hoofdstuk 1

Algemeen

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze Regeling wordt verstaan onder:

a: Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

b: Verordening: de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009.

c: College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag.

d: Peiljaar: het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de aanvraag om een voorziening in het kader van de Verordening wordt gedaan.

e: Bruto inkomen: het inkomen vóór aftrek van belastingen en premies en zonder overhevelingstoeslag.

Artikel 2

Onderdelen van de beschikking

1. In de beschikking op een aanvraag voor een individuele voorziening wordt in aanvulling op hetgeen genoemd in artikel 10 van de Verordening tenminste vermeld:

- op welke voorziening de beschikking betrekking heeft;

- de ingangsdatum en geldigheidsduur van de beschikking;

- de voorschriften en voorwaarden waaraan de rechthebbende dient te voldoen en die van toepassing zijn op de te verstrekken voorziening;

- de bezwaar- en beroepsmogelijkheid.

2. Voor een voorziening die in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend, wordt aanvullend in de beschikking opgenomen aan welke specificaties deze voorziening moet voldoen. Deze specificaties zijn opgenomen in een programma van eisen.

3. Voor huishoudelijke hulp wordt aanvullend op hetgeen vermeld in het eerste lid in de beschikking opgenomen:

a: indien de huishoudelijke hulp in natura wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp en het aantal te ontvangen zorguren;

b: indien de huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp, het aantal toegekende zorguren per week, de hoogte van het van toepassing zijnde uurtarief en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan

Hoofdstuk 2

Voorzieningen

§ 2.1 Het voeren van een huishouden: hulp bij het huishouden

Artikel 3

Categorieën hulp bij het huishouden

1. De voorziening hulp bij het huishouden is onder te verdelen in twee soorten hulp:

a: Huishoudelijke hulp categorie 1:

- huishoudelijk werk, zoals: stofzuigen, reinigen van badkamer en toilet, ramen lappen, kamers opruimen, stof afnemen, bedden opmaken, afhalen en verschonen, opruimen huishoudelijk afval en planten verzorgen;

- kleding en linnengoed wassen en strijken;

- broodmaaltijd bereiden;

- hand- en spandiensten t.b.v. de huishouding;

- boodschappen doen voor het dagelijks leven;

- actief signaleren van veranderingen in de gezondheid en sociale situatie en van behoefte aan meer of andere zorg en dit communiceren naar de contactpersoon van ondernemer

b: Huishoudelijke hulp categorie 2:

Huishoudelijke werkzaamheden als genoemd onder a, aangevuld met activiteiten in het kader van organisatie van het huishouden:

- opvang en/of verzorging van kinderen;

- dagelijkse organisatie van het huishouden;

- advies, instructie en voorlichting over huishoudelijk werk.

2. Ten aanzien van respijtzorg als bedoeld in artikel 16, lid 2 van de Verordening geldt dat:

a: er slechts één maal per kalenderjaar een beroep op kan worden gedaan;

b. enkel de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 17 van de Verordening kan worden verstrekt;

c: er slechts tot verstrekking kan worden overgegaan indien er sprake is van ( dreigende) overbelasting;

de voorziening hulp bij het huishouden is bedoeld voor het huishouden van d. de persoon met beperkingen bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert;

e. de aanvrager en de persoon bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert voldoen aan alle voorwaarden en vereisten als genoemd in de Verordening, deze Regeling of beleidsregels welke voor voorzieningen ten behoeve van het voeren van een huishouden van toepassing zijn.

Artikel 4

Vaststelling van de omvang van de voorziening

1. Bij toekenning van een voorziening huishoudelijke hulp categorie 1 of 2 in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt de huishoudelijke hulp uitgedrukt in het aantal uren per week.

2. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp bedraagt per uur € 14,40 voor huishoudelijke hulp van categorie 1 en € 18,80 per uur voor huishoudelijke hulp van categorie 2.

Artikel 5

Periode waarin recht bestaat op een voorziening

Huishoudelijke hulp in de vorm van een natura verstrekking dan wel een persoonsgebonden budget, wordt verleend voor een periode die:

a: niet eerder aanvangt dan de dag, met ingang waarvan de aanvrager volgens de beschikking op de voorziening is aangewezen en

b: eindigt met ingang van de dag, waarop de beschikking zijn geldigheidsduur verliest.

Artikel 6

Uitbetaling van de voorziening huishoudelijke hulp in natura

Huishoudelijke hulp in natura wordt betaald aan de zorgaanbieder.

Artikel 7

Uitbetaling persoonsgebonden budget

De uitbetaling vindt plaats per vier weken conform de CAK periodetabel.

Artikel 8

Totstandkoming eigen bijdrage

De verschuldigde eigen bijdrage is afhankelijk van het bijdrageplichtige inkomen, leeftijd en huwelijkse staat.

Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt € 23.295,00;

Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt € 16.456,00;

Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 29.174,00;

Het bijdrageplichtige inkomen bedraagt voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt € 22.957,00.

Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen genoemd in het eerste lid gewijzigd

aan de hand van de ontwikkelingen van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag.

Artikel 9

Omvang eigen bijdrage

De verschuldigde eigen bijdrage voor de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 3 eerste lid onder a en b en het tweede lid bedraagt niet meer dan:

€ 19,00 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan € 23.295,00;

€ 19,00 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan € 16.456,00;

€ 27,20 per vier weken voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan € 29.174,00;

€ 27,20 per vier weken voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt met een bijdrageplichtige inkomen gelijk aan of lager dan € 22.957,00.

Voor alle personen genoemd in het eerste lid geldt dat indien het inkomen meer bedraagt dan het bijdrageplichtige inkomen de verschuldigde eigen bijdrage wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn (gezamenlijke) inkomen en het bijdrageplichtige inkomen.

De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,2.

Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen van € 19,00 en € 27,20 als bedoeld in het eerste lid, en het bedrag van € 2.500,00 als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid, jaarlijks gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De afronding als bedoeld in het derde lid wordt buiten beschouwing gelaten.

De eigen bijdrage per vier weken bedraagt nooit meer dan het door de opdrachtgever vastgestelde tarief van de voorziening.

Artikel 10

Berekening inkomen

Het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in de artikelen 8 en 9, tweede lid, bestaat uit het inkomen over het peiljaar, vermeerderd met 8% van de grondslag sparen en beleggen over het peiljaar van de ongehuwde verzekerde dan wel 8% van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, over het peiljaar van de gehuwde verzekerden.

Inkomen dat in het buitenland wordt belast, dan wel is vrijgesteld van belasting op grond van bepalingen van internationaal recht, wordt mede in aanmerking genomen als ware dit aan de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen.

Op aanvraag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend vindt, in afwijking van het eerste lid, een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats op grond van het inkomen en de grondslag sparen en beleggen van het lopende jaar, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het bijdrageplichtig inkomen in het lopende jaar ten minste € 2.500,00 lager zal zijn dan het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in het eerste lid.

Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen in het lopende jaar minder dan € 2.500,00 lager is geweest dan het bijdrageplichtig inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid.

De aanvraag, bedoeld in het derde lid, wordt gedaan uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 11

Wijziging burgerlijke staat

Voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop de bijdrage wordt vastgesteld.

Artikel 12

Oplegging eigen bijdrage

De eigen bijdrage wordt vastgesteld uiterlijk 24 maanden nadat het CAK ervan in kennis is gesteld dat maatschappelijke ondersteuning wordt verleend.

Indien het CAK de eigen bijdrage niet binnen de in het eerste lid bedoelde periode heeft vastgesteld, kan op een later tijdstip alsnog de eigen bijdrage worden vastgesteld. De ingangsdatum met ingang waarvan de eigen bijdrage is verschuldigd, mag dan niet langer dan 24 maanden liggen voor de dag waarop het besluit waarin de eigen bijdrage wordt vastgesteld, is verzonden.

Artikel 13

Evenredige reductie

Indien de periode, waarvoor het persoonsgebonden budget is verleend, niet volledig gelijk valt met de door het CAK gehanteerde (vier wekelijkse) periodetabel, wordt het persoonsgebonden budget voor die betreffende (begin- of eind-)periode naar evenredigheid berekend.

Artikel 14

Niet bestede deel van het persoonsgebonden budget

Vervallen per 01-01-2012

Artikel 15

Verantwoording persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

De budgethouder dient een schriftelijke overeenkomst met de zorgaanbieder af te sluiten en een financiële urenadministratie per week/maand bij te houden met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget. Op verzoek moet de budgethouder de administratie aan de gemeente overleggen. Onrechtmatige besteding van het pgb kan leiden tot terugvordering.

Overeenkomsten, bankafschriften, declaraties en nota’s moeten vijf jaar worden bewaard om controle mogelijk te maken.

Betalingen aan zorgverleners moeten via de bank plaatsvinden.

Artikel 16

Besteding persoonsgebonden budget buiten Den Haag

Het persoongebonden budget kan door de budgethouder buiten Den Haag worden besteed aan hulp bij het huishouden. Dit is mogelijk indien de budgethouder staat ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsadministratie van de gemeente Den Haag. Artikel 15 van de regeling blijft onverkort van toepassing.

§ 2.2 Het voeren van een huishouden: het normale gebruik van de woning

Artikel 17

Voorzieningen voor het normale gebruik van de woning

Een voorziening als bedoeld in artikel 23 van Verordening wordt slechts verstrekt ten behoeve van het opheffen van beperkingen bij het normale gebruik van de woning zelf en is gericht op elementaire woonfuncties.

Onder ‘woning’ als genoemd in het eerste lid wordt slechts de woning zelf verstaan. Inrichting van de woning valt hierbuiten, tenzij in de Verordening of deze Regeling specifiek anders wordt aangegeven.

Een woonvoorziening als genoemd in artikel 23 onder a. van de Verordening wordt slechts verstrekt als dit redelijkerwijs technisch mogelijk is.

Artikel 18

Verhuiskostenvergoeding

Het bedrag van de financiële tegemoetkoming in het kader van de woonvoorziening verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in artikel 23 onder e. van de Verordening bedraagt € 2.705,00.

Artikel 19

Afschrijvingstermijnen

De afschrijvingstermijn voor woonvoorzieningen als bedoeld in de Verordening is 7 jaar.

In afwijking van het eerste lid kan naar aanleiding van de aard en eigenschappen van de voorziening en het gebruik een afwijkende afschrijvingstermijn worden bepaald.

Artikel 20

Vaststelling van de omvang van de voorziening

Bij toekenning van een woonvoorziening wordt de omvang van de voorziening vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening.

Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie.

§ 2.3 Het zich verplaatsen in en om de woning

Artikel 21

Bepaling hoogte persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 41 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie.

§ 2.4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.

Artikel 22

Vervoersvoorzieningen

Indien een voorziening als genoemd in artikel 43 onder a. tot en met n. van de Verordening geen adequate oplossing biedt om de persoon met beperkingen in staat te stellen zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag anders onmogelijk is, kan gekozen worden voor een andere vervoersvoorziening. Hetgeen bepaald in de artikelen 2 en 42 van de Verordening blijft hierbij onverminderd van toepassing.

Artikel 23

Inkomensgrens vervoersvoorzieningen

Vervallen per 1 januari 2013

Artikel 24

Financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen

De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen bedraagt per jaar voor:

eigen vervoer of vervoer door derden € 942,00;

vervoer door middel van een bruikleenauto of open of gesloten buitenwagen € 617,00;

rolstoeltaxivervoer € 2.813,00;

begeleidingskosten € 327,00.

Indien de in lid 1 onder a tot en met d vermelde voorziening voor korter dan een jaar wordt verleend, wordt het aldaar vermelde bedrag evenredig verminderd.

De financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als genoemd in lid 1 onder a, b en d wordt uitgekeerd als een forfaitaire vergoeding.

De financiële tegemoetkoming in de kosten van de vervoersvoorziening als genoemd in lid 1 onder c wordt uitgekeerd op basis van bevoorschotting en van periodiek in te dienen declaraties door middel van een hiertoe door het college verstrekt formulier.

de declaratie voor rolstoeltaxivervoer dient te bestaan uit gegevens waarmee wordt aangetoond dat er gebruik is gemaakt van een rol- of ligstoeltaxi.

de gereden ritten komen alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze plaatsvinden in de directe woon- en leefomgeving. Hieronder wordt verstaan het woonadres in Den Haag met daar omheen een schil van 4 OV-zones, tenzij door het college anders is aangegeven.

Artikel 25

Bepaling omvang persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 45 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten zoals een bedrag voor onderhoud en reparatie.

Artikel 26

Aanvragers ≥ 70 jaar en collectief aanvullend vervoer

Alle personen die ten tijde van de aanvraag zeventig jaar of ouder zijn en een vervoersbehoefte hebben voor de (middel)lange afstand, komen in aanmerking voor het collectief aanvullend vervoer. Aan hen worden geen aanvullende voorwaarden gesteld.

Artikel 27

Bijdrage collectief aanvullend vervoer

De gebruikers van het collectief aanvullend vervoer betalen een vaste eigen bijdrage per jaar van € 28,00.

§ 2.5 Hulpmiddelen voor deelname aan een sportactiviteit

Artikel 28

Hoogte financiële tegemoetkoming sporthulpmiddelen

De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van sportvoorziening bedraagt voor:

een sportrolstoel € 3.343.00.

sporthulpmiddelen als bedoeld in artikel 48 onder b. van de Verordening:

Tak van sport

Sporthulpmiddel

Financiële tegemoetkoming

E-hockey

Aanpassing ADL-rolstoel

343,00

E-hockey

Zelfschietende hockeystick

885,00

Fietsen

Ligfiets

534,00

Fietsen

Tandemfiets

767,00

Golf

Aanpassing bestaande scootmobiel

107,00

Handbike

Aankoppelbaar deel

343,00

Handbike

Fastframe

534,00

Paardensport

Aangepaste zadels

107,00

Rolstoelbasketbal

Sportrolstoel

427,00

Rolstoelrugby

Sportrolstoel

641,00

Ski- en sneeuwsport

Zitski

534,00

Sportschieten

Elektronische kijker

553,00

Sportschieten

Laservizier

553,00

Zeilen

Aanpassingen aan boot

534,00

Artikel 29

Frequentie van toekenning

Een financiële tegemoetkoming voor een sporthulpmiddel wordt maximaal eenmaal per drie jaar verstrekt.

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt een financiële tegemoetkoming voor aangepaste zadels of een zitski maximaal eenmaal per vijf jaar verstrekt.

Hoofdstuk 4

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30

Afwijken

Het college kan wanneer er sprake is van een pilot of op basis van een project besluiten om af te wijken van deze regeling.

Artikel 31

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in de regeling als toepassing van de bepalingen uit deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 32

Teruggaaf hulpmiddel / terugbetaling PGB

Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het Pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt dient dit binnen 30 dagen aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het Pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald, dan wel het hulpmiddel zal in eigendom aan de gemeente dienen te worden overgedragen. Hiervoor wordt geen vergoeding verstrekt.

Bij verhuizing naar een andere gemeente dient het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding in eigendom aan de gemeente te worden verstrekt dan wel dient naar rato het bedrag van het Pgb door de cliënt of door de gemeente van de nieuwe woonplaats te worden terugbetaald.

In geval van overlijden van de aanvrager dienen de erven ofwel het bedrag naar rato terug te betalen of het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding over te dragen aan de gemeente.

De hoogte van het terug te betalen Pgb wordt berekend door het aantal hele maanden vanaf het moment van niet gebruik tot aan het eind van de afschrijvingstermijn te delen door de voor het hulpmiddel van toepassing zijnde afschrijvingstermijn in maanden en deze breuk vervolgens te vermenigvuldigen met de hoogte van het oorspronkelijk verstrekte PGB.

Artikel 33

Ingangsdatum

Deze Regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 34

Intrekking

De Regeling Individuele Voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013, zoals die is vastgesteld per 11 december 2012 (RIS 255713), wordt per 1 januari 2014 ingetrokken.

Artikel 35

Citeertitel

Deze Regeling kan worden aangehaald als “Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2014”.

Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 52 van 2013 en

met ingang van 24 december 2013, inclusief bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site

www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 268866.

Den Haag, 10 december 2013

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de locoburgemeester,

Annet Bertram Marnix Norder

Bijlage I

FINANCIËLE TEGEMOETKOMING KOSTEN WONINGSANERING TEN GEVOLGE VAN ALLERGIE

Artikelomschrijving

afmeting

Normbedrag 2014

Deken/dekbed

éénpersoons

150 x 220

67,70

tweepersoons

190 x 240

96,00

Vloerbedekking / linoleum woonkamer, keuken, gang, toilet

per m²

90

Vloerbedekking slaapkamer

per m²

15,00

Overgordijnen breed 1.20 m

per mtr.

16,40

Vitrage breed 1.20 m

per mtr.

12,60

Bij ouderdom

Tot 2 jaar 100% van het normbedrag.

Tot 4 jaar 75% van het normbedrag.

Tot 6 jaar 50% van het normbedrag.

Tot 8 jaar 25% van het normbedrag.

Bijlage II

LIJST VAN EENVOUDIGE GENORMEERDE AANPASSINGEN

Aangepaste raamopener

€ 274,00

4001

Afsluitbaar kastje (anti vandaal) tbv voeding wcd en accu scootermobiel leveren, aanpassen en plaatsen. Incl. aanleggen voeding

€ 557,00

4121

Afsluitb kastje tbv scootmob muurslot incl voeding

€ 718,00

4130

Anti-slip coating (tot 5 m2)

€ 431,00

4002

Badkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm

€ 326,00

4004

Badkraan, begrenzer, eenhandel 17 cm

€ 308,00

4003

Badkraan, thermostaat

€ 374,00

4005

Badkraan, thermostaat, eenhandel 15 cm

€ 551,00

4006

Bedpapegaai, plafondmontage

€ 166,00

4007

Bedpapegaai, wandmontage

€ 288,00

4008

Deurautomaat: afdekkap voor buitenmontage

€ 316,00

4103

Deurautomaat: deurautomaat compleet, incl. elektra

€ 3.177,00

4101

Deurautomaat: herplaatst

€ 1.047,00

4132

Deurautomaat: inbouw ontvanger en handzender

€ 157,00

4102

Deurautomaat: naleveren en instellen van handzender

€ 157,00

4105

Deurautomaat: nalevering van ontvanger, opbouw op bestaande aandrijving

€ 489,00

4106

Deurautomaat: sleutelschakelaar op/inbouw (incl. cilinder)

€ 285,00

4104

Deurautomaat won.corp; incl.handz, 5 jr. onderhoud

€ 4.458,00

4131

Deurontgrendeling: bedieningspunt extra

€ 345,00

4009

Deurontgrendeling: bedieningspunt verplaatsen

€ 163,00

4010

Dorpel verwijderen en afwerken met aluminium strip (binnen)

€ 113,00

4011

Dorpeloploop afschuinen met geprofileerd multiplex afmeting cm oplopend naar cm. Tot maximaal 4 cm oploop

€ 110,00

4122

Dorpeloploop afschuinen met kunstharstmortel

€ 107,00

4012

Douchekop, slang en glijstang, lengte 100 cm

€ 197,00

4014

Douchekraan verplaatsen

€ 219,00

4015

Douchekraan, begrenzer, eenhandel 10 cm

€ 249,00

4018

Douchekraan, thermostaat

€ 312,00

4022

Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm

€ 498,00

4023

Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm, omstel

€ 642,00

4024

Douchekraan, thermostaat, omstel

€ 455,00

4025

Douchezitje verwijderen (incl. wand herstellen)

€ 50,00

4027

Douchezitje, meerprijs contraplaat

€ 82,00

4028

Douchezitje, opklapbaar, dubbele scharn. hulppoot, kunststof

€ 411,00

4029

Douchezitje, opklapbaar, kunststof

€ 295,00

4030

Douchezitje, opklapbaar, rugleuning , armleggers, dubbele scharn. hulppoot, kunststof

€ 568,00

4031

Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, dubbele schanierende hulppoot, kunststof

€ 531,00

4032

Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, kunststof

€ 416,00

4033

Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, opklapbare armleggers, kunststof

€ 452,00

4035

Fonteinkraan, eenhandel 10 cm

€ 175,00

4039

Fonteintje verhangen of verwijderen

€ 151,00

4041

Galerij: leuningwerk/balustrade ophogen (per m¹)

€ 82,00

4117

Glijstang plaatsen (100 cm)

€ 193,00

4043

Handzender (zonder ontvanger)

€ 159,00

4045

Keukenkraan (wand), thermostaat

€ 524,00

4050

Keukenkraan (wand), thermostaat, eenhandel 10 cm

€ 498,00

4051

Leuning (hout) per meter

€ 66,00

4052

Muurslot

€ 162,00

4133

Opklapbare beugel 50 cm

€ 153,00

4053

Opklapbare beugel 60 cm

€ 157,00

4054

Opklapbare beugel 70 cm

€ 160,00

4055

Opklapbare beugel 80 cm

€ 163,00

4056

Opklapbare beugel 90 cm

€ 166,00

4057

Opklapbare beugel meerprijs contraplaat

€ 71,00

4058

Opklapbare beugel meerprijs hulppoot

€ 75,00

4059

Opklapbare beugel meerprijs statief

€ 162,00

4060

Opklapbare beugel meerprijs toiletrolhouder

€ 28,00

4061

Opklapbare beugel verplaatsen

€ 65,00

4062

Opnamemeter indien voeding niet van klant (voor opladen accu)

€ 92,00

4125

Radiator verplaatsen

€ 344,00

4063

Scooterstalling: aanbrengen van straatwerk incl. grond/planten verwijderen (gemiddeld 5 m²)

€ 840,00

4108

Scooterstalling: aanleggen van elektra

€ 289,00

4113

Scooterstalling: aanvraag bouwvergunning verzorgen

€ 465,00

4107

Scooterstalling: bestrating herstraten, gem. 5 m2

€ 428,00

4109

Scooterstalling: beton, compleet met elektra, vergunning en straatwerk

€ 6.383,00

4126

Scooterstalling: beton, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 2100x1600x1840 mm

€ 4.446,00

4111

Scooterstalling: betonnen berging (ver)plaatsen: kraanhuur en begeleiding

€ 842,00

4112

Scooterstalling: graaf- en straatwerk elektra, 5 m2

€ 261,00

4114

Scooterstalling: metaal, compleet met elektra, vergunning en straatwerk

€ 6.338,00

4127

Scooterstalling: metaal, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 1625x1190x1320 mm

€ 4.401,00

4110

Scooterstalling: wandcontactdoos, lichtpunt en plankje voor acculader t.b.v. de betonnen berging

€ 282,00

4115

Straatwerk: aanbrengen van nieuw straatwerk incl. grond/planten verwijderen (niet te gebruiken voor scooterstallingen)

€ 168,00

4120

Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog excl. opsluitbanden(niet te gebruiken voor scooterstallingen)

€ 113,00

4118

Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog incl. opsluitbanden(niet te gebruiken voor scooterstallingen)

€ 124,00

4119

Terras ophogen (max.15 cm) per vierkante meter

€ 102,00

4065

Toilet, hoog reservoir aanbrengen

€ 146,00

4066

Toilet, reservoir verhogen

€ 71,00

4067

Toilet, toiletpot van andere hoogte, incl. bril

€ 449,00

4068

Toiletrolhouder verplaatsen

€ 30,00

4069

Tussentrede plaatsen

€ 150,00

4128

Vlonders/hellingbanen (per m²)

€ 263,00

4116

Voorrijkosten

€ 46,00

4100

Wandbeugel meerprijs contraplaten (2 stuks)

€ 61,00

4071

Wandbeugel verplaatsen

€ 31,00

4072

Wandbeugel verwijderen (incl. wand herstellen)

€ 33,00

4073

Wandbeugel, 020 t/m 090 cm staalgecoat

€ 84,00

4129

Wandbeugel, 030 cm staalgecoat

€ 72,00

4074

Wandbeugel, 040 cm staalgecoat

€ 75,00

4075

Wandbeugel, 050 cm staalgecoat

€ 80,00

4076

Wandbeugel, 060 cm staalgecoat

€ 83,00

4077

Wandbeugel, 070 cm staalgecoat

€ 84,00

4078

Wandbeugel, 080 cm staalgecoat

€ 87,00

4079

Wandbeugel, 090 cm staalgecoat

€ 90,00

4080

Wandbeugel, 100 cm staalgecoat

€ 93,00

4081

Wandbeugel, 110 cm staalgecoat

€ 109,00

4082

Wandbeugel, 120 cm staalgecoat

€ 113,00

4083

Wandbeugel, 200 cm staalgecoat

€ 199,00

4091

Wandcontactdoos + plankje (voor opladen accu)

€ 275,00

4092

Wastafelbeugel, staalgecoat

€ 316,00

4096

Wastafelkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm

€ 219,00

4097

Zeepbakje verhangen

€ 28,00

4099

Bijlage III FINANCIËLE TEGEMOETKOMING VERVANGING WOONVOORZIENING

Keuken, 270 cm

Vergoeding 2014

Nastelbaar

865,00

Mechanisch verstelbaar

485,00

Elektrisch verstelbaar

541,00

Hittebestendig werkblad

351,00

Hoge toiletpot

125,00

Genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

Indexering normbedragen en wijziging Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2014

1. Trendmatige verhoging

Systematiek

Jaarlijks worden de normbedragen voor de individuele verstrekkingen (woon- en vervoersvoorzieningen) en de toetsinkomens voor vervoersvoorzieningen binnen de Wmo aangepast aan de te verwachten inflatiepercentages voor het komende jaar.

Met betrekking tot de berekeningswijze is in 2005 met de directie Financiën afgesproken om de te verwachten trend voor het komende jaar te verrekenen met de nacalculatie op de trend van het lopende jaar.

Dit betekent voor 2014:

Prijzen

Voorcalculatie 2014

2,0 %

Nacalculatie 2013

0,0 %

+

Totaal

2,0 %

Normbedragen individuele voorzieningen

Aangezien de door concern vastgestelde nacalculatie van de prijsindex 2013 en de voorcalculatie van de prijsindex 2014 per saldo op 2,0 % uitkomt, zullen de normbedragen voor de vergoedingen die burgers krijgen, met 2,0 % worden verhoogd.

Hulp bij het Huishouden

Voor hulp bij het Huishouden geldt dat de norminkomens en de daarbij behorende maximum eigen bijdragen middels een Algemene maatregel van bestuur (het Besluit maatschappelijke ondersteuning) door het Ministerie jaarlijks worden aangepast. Deze wijzigingen zijn eveneens in de regeling opgenomen.

2. Overige wijziging ten opzichte van bestaande Regeling:

In het hiervoor genoemde Besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo) zijn (of worden per

1 januari 2014) door de wetgever nog enkele wijzigingen aangepast, die integraal zijn overgenomen in de regeling. Dit betreft de volgende artikelen:

Artikel

Aard van de wijziging

1 sub b Bmo

Regelt binnen welke termijn de eigen bijdrage nog kon worden opgelegd.

2 Bmo

Introductie van de vermogensheffing en wijziging van de bepalingen ten aanzien van voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen.

3 Bmo

Regelt het moment waarop een gewijzigde omstandigheid (wijziging in burgerlijke staat of het bereiken van een van belang zijde leeftijd) voor de vaststelling van de eigen bijdrage in aanmerking wordt genomen. De tekst in de gemeentelijke regeling was niet meer in overeenstemming met de tekst uit het - in 2009 gewijzigde - Bmo. Dit is nu gerepareerd.