Subsidieregeling Pluriform Programmeren Den Haag 2014

1. Subsidie kan worden verleend voor incidentele professionele culturele/kunstzinnige projecten die gericht zijn op het verkennen van nieuwe formules en samenwerkingsverbanden gericht op een divers aanbod en publiek met als uitgangspunt dat geslaagde experimenten worden geïncorporeerd in de reguliere activiteiten.

2. Uitsluitend de uitgaven die betrekking hebben op de programmering of op nieuwe vormen van public relations. en marketing voorzover zij gericht zijn op het bereiken van een nieuw, meer divers publiek, komen voor subsidie in aanmerking

3. Een project of activiteit moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

• a.

  Het project levert door vorm, onderwerp, inhoud en/of bezetting een bijdrage aan de veelzijdigheid van het cultuuraanbod en aan het bereiken van een divers samengesteld publiek in Den Haag;

• b.

  Het project heefteen goede artistieke kwaliteit, waarbij gedacht moet worden aan kernbegrippen als professionaliteit en vakmanschap, innovatie, zeggingskracht, oorspronkelijkheid of uniciteit;

• c.

  Het dekkingplan getuigt van goed ondernemerschap. De aanvrager is verplicht om de kosten voor de programmering en pr en marketing te matchen met een eigen financiële bijdrage;. Deze bijdrage moet minimaal van dezelfde omvang zijn als het aangevraagde subsidiebedrag. Daarnaast moet de aanvrager ook de niet subsidiabele kosten, zoals organisatie- en productiekosten voor eigen rekening nemen;

• d.

  Aanvragers geven in hun aanvraag blijk van een visie op het incorporeren van geslaagde experimenten in hun reguliere activiteiten en spreken in de aanvraag de intentie hiertoe uit;

• e.

  De activiteit vindt plaats in Den Haag;

• f.

  Het is aannemelijk dat zonder de subsidie het betreffende project niet gerealiseerd kan worden;

1. Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door middel van een volledig ingevuld aanvraagformulier Pluriform Programmeren.

2. De aanvraag en de daarbij behorende bijlagen zijn gesteld in het Nederlands.

3. In aanvulling van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

• a.

  de naam van het project met een inhoudelijke omschrijving en, voor zover bekend, de namen van de (artistiek) betrokkenen;

• b.

  een goed marketing/publiciteitsplan, waaruit blijkt hoe de beoogde doelgroep wordt bereikt;

• c.

  een sluitende begroting met dekkingsplan, waarin duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de subsidiabele en de niet-subsidiabele kosten.

4. Voor een reeds bestaand project of activiteit, dat tot het moment van de aanvraag met andere financiële bronnen werd gerealiseerd, kan geen beroep worden gedaan op deze regeling, tenzij de aanvrager overtuigend motiveert wat de toegevoegde waarde van een bijdrage vanuit deze regeling is voor het project of de activiteit.

5. Een aanvraag voor subsidie wordt door het college om advies voorgelegd aan de door het college ingestelde onafhankelijke Adviescommissie Culturele Projecten.

1. Een aanvraag om subsidie kan eenmaal per jaar worden ingediend. De aanvraag moet, in afwijking van artikel 9, derde lid van de ASV, door burgemeester en wethouders zijn ontvangen:

• -

  uiterlijk 15 februari om 17.00 uur van enig jaar als het activiteiten betreft die plaatsvinden of waarvan het zwaartepunt ligt in de daarop volgende periode van 1 juli tot en met 30 juni.

2. Indien de uiterste datum van indiening van de aanvraag valt op een zaterdag of zondag, dan moet de aanvraag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, uiterlijk door het college zijn ontvangen op de maandag daarop volgend voor 17.00 uur.

a. indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is.

b. Indien aan een beschikking tot subsidieverlening de verplichting is verbonden dat de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kunnen daarbij verplichtingen worden opgelegd inzake meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende gemeentelijke vastgoed.

c. Indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.

1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2014 en vervalt op 1 januari 2017.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Pluriform Programmeren Den Haag 2014.