Verordening rechtspositie burgemeester 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening rechtspositie burgemeester 2015

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Rechtspositiebesluit burgemeesters:

Koninklijk Besluit van 15 juni 1994, Stb. 462;

b.

Gedragscode voor het college:

Gedragscode voor het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag 2012.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor de burgemeester

Artikel 2 Dienstauto

  • 1. De burgemeester kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruikmaken van een dienstauto met chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 2. De dienstauto met chauffeur kan door de burgemeester ook worden gebruikt voor het woon-werkverkeer en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de burgemeester vervult uit hoofde van zijn ambt. Indien het efficiënt en doelmatig is met betrekking tot de beschikbaarheid en de doelmatigheid van de burgemeester, is het kort inlassen van bepaalde activiteiten toegestaan.

  • 3. Als de burgemeester gebruikmaakt van een dienstauto dan heeft hij voor die reizen geen recht op een tegemoetkoming voor de reiskosten.

  • 4. Indien de burgemeester voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 3 Communicatieapparatuur

Op de bezoldiging van de burgemeester die, op grond van artikel 30, lid 3 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters, door de gemeente in bruikleen ter beschikking gestelde communicatieapparatuur mede gebruikt voor privé doeleinden wordt voor dit privégebruik een nader door het college te bepalen bedrag ingehouden.

Artikel 4 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 36 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters, voorzover die vergoedingen en verstrekkingen plaatsvinden.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 5 Betaling vaste vergoedingen

De bezoldiging voor de burgemeester op grond van het Rechtspositiebesluit burgemeesters, de ambtstoelage en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit burgemeesters of de Regeling rechtspositie burgemeesters anders bepalen.

Artikel 6 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De burgemeester draagt ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de kosten door de burgemeester vindt plaats door de functionaliteit van de gemaakte kosten te vermelden op de originele factuur.

  • 3. Betaling van de factuur ten laste van de gemeente vindt plaats als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. De factuur wordt ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 7 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald vindt plaats door de betreffende bon voorzien van toelichting binnen één maand na de betaling ter goedkeuring in te dienen bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 2. Voor vergoeding van kosten bij buitenlandse dienstreizen wordt gebruik gemaakt van formulieren die gelden voor gemeenteambtenaren. Bij het invullen worden de bij de formulieren geldende voorschriften gevolgd.

    Het formulier voor de afrekening van een verstrekt voorschot (daggeldvergoeding) of het declaratieformulier daggeldvergoeding wordt binnen één maand na afloop van de buitenlandse dienstreis, volledig ingevuld en ondertekend door de burgemeester en ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Artikel 8 Gebruik creditcard

  • 1. Een gemeentelijke creditcard wordt de burgemeester op aanvraag in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen.

  • 2. De vergoeding van reis- en verblijfkosten in het buitenland kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.

  • 3. Verantwoording van de betaling met de creditcard vindt plaats door het overzicht van de Creditcardmaatschappij, waarop de uitgaven die gedaan zijn met de creditcard staan vermeld, te ondertekenen. Het overzicht van de Creditcardmaatschappij en de betaalbewijzen worden binnen 1 maand ingediend bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

  • 4. Niet tijdige inlevering van het ondertekende overzicht van de Creditcardmaatschappij heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de burgemeester komen.

  • 5. Bij beëindiging van het ambt van burgemeester wordt de creditcard onverwijld ingeleverd.

  • 6. Verlies of diefstal van de creditcard wordt onverwijld gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt voor rekening van de gemeente, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels.

  • 7. Met de creditcard worden geen kasopnamen gedaan.

Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 9 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie burgemeester 2012 wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie burgemeester 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 27 november 2014.
de griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.