Regeling vervallen per 25-03-2021

Gedragscode raadsleden

Geldend van 11-06-2015 t/m 24-03-2021

Intitulé

Gedragscode raadsleden

Artikel I. Inleiding

Op grond van artikel 15, lid 3 Gemeentewet dient de raad een gedragscode vast te stellen voor zijn leden. Hiermee heeft de wetgever willen onderstrepen dat integriteit een essentiële voorwaarde is voor het goed functioneren van ons (lokaal) openbaar bestuur. De bij verordening (12/2002) ingestelde Commissie toetsing verenigbaarheid van functies kan ingevolge artikel 2, lid 2 van genoemde verordening adviseren bij het opstellen van de gedragscode.

De gedragscode geldt voor de raadsleden maar richt zich ook tot de raad als bestuursorgaan. De gedragscode is van overeenkomstige toepassing op fractievertegenwoordigers.

Toelichting:

De wetgever heeft in artikel 15, lid 3 Gemeentewet de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de gedragscode voor de raadsleden uitdrukkelijk bij de raad zèlf gelegd en niet bij enig ander orgaan.

Deze vaststelling door de raad draagt tevens bij aan de noodzakelijk te achten transparantie van het openbaar bestuur, zowel voor de burgers als voor de direct betrokkenen, te weten de raadsleden.

Integriteit is niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdrager, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdrager als tot het bestuursorgaan.

Artikel II. Algemene gedragsregels

In deze gedragscode wordt - in aanvulling op wat op dat gebied al bij wet is bepaald - een aantal richtlijnen gegeven, waaraan raadsleden zich in de uitoefening van hun functie dienen te houden.

Het raadslid gedraagt zich zodanig, dat hij ten opzichte van iedere burger, organisatie of instelling vrij blijft staan en zich zonder verplichtingen voelt.

Het raadslid voorkomt elke schijn van persoonlijk belang bij enig door de raad te nemen besluit.

Toelichting:

Artikel 15, lid 1 Gemeentewet geeft een opsomming van werkzaamheden en handelingen, waarvan raadsleden zich uitdrukkelijk dienen te onthouden. Omdat deze handelingen al bij wet verboden zijn, is ervan afgezien deze handelingen nogmaals expliciet in de gedragscode op te nemen. Voor de volledigheid zij voorts vermeld dat artikel 13 Gemeentewet een opsomming geeft van de functies die onverenigbaar zijn met het raadslidmaatschap. Artikel 28, lid 1 Gemeentewet bepaalt voorts dat een raadslid niet aan de stemming deelneemt over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Evenmin neemt hij deel aan de stemming over de vaststelling of goedkeuring van de rekening van een lichaam, waaraan hij rekenplichtig is of waarvan hij bestuurslid is.

Artikel III. Vertrouwelijke informatie

  • 1. Het raadslid verstrekt geen informatie aan derden die vertrouwelijk is dan wel kan zijn en maakt voor privédoeleinden geen gebruik van wat hem als raadslid ter kennis is gekomen.

  • 2. Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 3. Het raadslid maakt niet te eigen bate of ten bate van derden gebruik van de in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

    Toelichting:

    Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet worden gedacht aan het veilig opbergen van geheime stukken en het zich op de juiste manier ontdoen van geheime stukken wanneer zij niet langer nodig zijn, anders dan door opheffing van de geheimhouding van de stukken.

Artikel IV. Gemeentelijke goederen en diensten

  • 1. Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente te eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan.

  • 2. Het raadslid laat voor privédoeleinden geen diensten verrichten door personen in gemeentedienst tenzij dit expliciet is geregeld.

    Toelichting:

    Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Uitzondering daarop zijn de specifieke regelingen over het gebruik van door de gemeente in bruikleen gegeven bedrijfsmiddelen zoals een laptop of tablet.

Artikel V. Declaraties

Het raadslid zal uitsluitend die kosten bij de gemeente declareren, die conform de geldende regelingen voor vergoeding in aanmerking komen.

Toelichting:

In de praktijk zullen kosten die het raadslid uit hoofde van zijn functie maakt dienen te worden bestreden uit de vergoeding die hij ingevolge de Gemeentewet ontvangt dan wel uit de tegemoetkoming in de kosten van de fractiebijstand.

Artikel VI. Nevenfuncties

Het raadslid neemt bij het aanvaarden en uitoefenen van een nevenfunctie in acht dat:

  • -.

    zijn onafhankelijkheid gewaarborgd blijft;

  • -.

    elke vorm of schijn van beïnvloeding wordt vermeden;

  • -.

    de nevenfunctie het aanzien van het raadslidmaatschap niet schaadt;

  • -.

    geen strijdigheid met enig gemeentelijk belang optreedt;

  • -.

    het tijdsbeslag het goed functioneren als raadslid niet in de weg staat.

Toelichting:

Het vervullen van nevenfuncties is vanuit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt positief te waarderen. Dat neemt niet weg dat het uit een oogpunt van zuiverheid en transparantie van het openbaar bestuur noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het aanvaarden en uitoefenen van nevenfuncties. Artikel 12, lid 1 Gemeentewet schrijft voor dat ieder raadslid openbaar maakt welke andere functies hij vervult dan het lidmaatschap van de raad. Lid 2 bepaalt dat openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van de bedoelde opgave op het gemeentehuis. De opgave wordt ook openbaar gemaakt via de gemeentelijke website.

Artikel VII. Geschenken, uitnodigingen en gunsten

  • 1. In aansluiting op wat het raadslid bij zijn beëdiging heeft verklaard en beloofd dan wel gezworen (artikel 14 Gemeentewet) neemt hij geen geschenken aan in welke vorm dan ook van personen of instanties die direct of indirect zakelijke betrekkingen hebben met de gemeente, dan wel deze in de naaste toekomst kunnen of zullen krijgen, dan wel in het recente verleden hebben gehad. Het in de vorige volzin bepaalde is niet van toepassing op geschenken tot een geldwaarde van € 50,00.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

    In zijn kwaliteit van raadslid onderneemt hij alleen dàn reizen, werkbezoeken en dergelijke voor rekening van derden, indien het gemeentelijk belang een en ander noodzakelijk maakt.

  • 2. Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 3. Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wat daarvan de kosten waren.

  • 4. De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

    Toelichting:

    Wel is toegestaan gratis kaartjes voor bijvoorbeeld voetbalwedstrijden, concerten en dergelijke te accepteren,indien de bij te wonen evenementen direct te maken hebben met de werkzaamheden als raadslid. Acceptabel zijn relatiegeschenken die de normale omvang en aard niet te boven gaan. Zodra het raadslid de indruk krijgt dan wel zou dienen te krijgen dat de geschenken zijn bedoeld om de besluitvorming te beïnvloeden, worden de geschenken geweigerd. Geschenken worden nooit op het huisadres ontvangen. Hierdoor maakt betrokkene voor iedereen duidelijk dat hij het geschenk aanneemt in de hoedanigheid van raadslid en dat er geen verwarring kan bestaan over de hoedanigheid waarin hij het geschenk aanneemt.

    Het gaat om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier niet onder.

Artikel VIII. Procedurele bepalingen

  • 1. Ieder raadslid meldt jaarlijks op een door de Commissie toetsing verenigbaarheid van functies te bepalen moment alle door hem vervulde betaalde en onbetaalde nevenfuncties. Dit overzicht wordt door de griffie openbaar gemaakt. Ook tussentijds verworven nevenfuncties dienen onverwijld aan de commissie te worden gemeld en worden vervolgens eveneens door de griffie openbaar gemaakt.

  • 2. Indien sprake is van een persoonlijk belang - direct of indirect - als bedoeld onder II., licht het raadslid daaromtrent onverwijld zijn fractievoorzitter of het presidium in en neemt geen deel aan de beraadslaging en besluitvorming ter zake. Ingeval van twijfel over de vraag of het is toegestaan een geschenk als bedoeld onder VII. te aanvaarden, raadpleegt het raadslid zijn fractievoorzitter of het presidium.

  • 3. Op voorstel van de burgemeester maakt de raad in ieder geval afspraken over:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitsschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 4. Eens in de vier jaar, bij voorkeur kort voor de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen, wordt deze gedragscode door de raad geëvalueerd.

    Toelichting:

    De Commissie toetsing verenigbaarheid van functies heeft op grond van artikel 2 van de verordening tot taak onderzoek te doen naar de opgaven van de raadsleden van hun nevenfuncties en van datgene wat anderszins als een relevant persoonlijk belang kan worden aangemerkt. De commissie brengt een openbaar advies uit over de verenigbaarheid van deze functies en/of belangen en doet aanbevelingen over de vraag of het woordvoerderschap c.q. lidmaatschap van enige raadscommissie gepast is, gezien de betreffende functies of belangen.

    De gedragscode bevat een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich committeren, in aanvulling op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille integriteit duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen moet worden gedacht aan het optreden bij incidenten. Een belangrijk onderdeel is de preventie: ervoor zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de raad een plek krijgt en daarbij afspraken worden gemaakt over een regelmatige bespreking van het thema. De onderwerpen genoemd in lid 3 zijn niet uitputtend. Denkbaar is dat de raad met de burgemeester nadere afspraken maakt over de werkwijze die wordt gevolgd wanneer een incident of een vermoeden van een integriteitsschendig zich voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld moet worden.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 11 juni 2015.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter , J.J. van Aartsen