Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie Den Haag 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

SUBSIDIEREGELING MAATSCHAPPELIJKE COÖPERATIE DEN HAAG 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

o verwegende dat:

  • -

    het doen van vrijwilligerswerk in een stedelijk georiënteerde sociaal culturele vrijwilligersorganisatie een belangrijk middel voor integratie en participatie is;

  • -

    de subsidieregeling ‘Leefbaarheid en bewonersparticipatie’ een wijkgerichte aanpak voorstaat, en daardoor geen ruimte biedt voor de subsidiering van stedelijke sociaal culturele activiteiten;

  • -

    de stadsdelen maatwerk leveren en snel en flexibel inspelen op actuele ontwikkelingen;

  • -

    stadsdelen het samenspel met bewoners verzorgen en goed zicht hebben op ontwikkelingen in de wijk, en de impact van beleid en activiteiten op bewoners;

  • -

    met ingang van 2016 taken op het gebied van maatschappelijke coöperatie naar de stadsdelen zijn gegaan;

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014

besluit:

  • I.

    Vast te stellen de Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie Den Haag 2016.

  • II.

    In te trekken de Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie (RIS256669) .

  • III.

    Dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2016.

  • IV.

    De uitvoering van de Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie Den Haag 2016 onder te brengen bij de dienst Publiekszaken.

  • V.

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad van week 51 van 2015 en met ingang van 17 december 2015, inclusief toelichting, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 290049.

Den Haag, 15 december 2015

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de burgemeester,

mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

§ 1. Algemene bepalingen

Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie Den Haag 2016

Artikel 1:1. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze regeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

§ 2. De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1. Activiteiten

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten in de gemeente Den Haag die een duurzaam effect hebben op de civil society, te weten het versterken van de eigen kracht van de Haagse burgers en bevorderen van de sociale samenhang, solidariteit, emancipatie en samenwerking.

  • 2. De activiteiten dienen in het jaar van de aanvraag uitgevoerd en afgerond te worden.

  • 3. De activiteiten mogen niet uit eten en drinken bestaan.

  • 4. De activiteiten moeten gericht zijn op een brede doelgroep en openbaar toegankelijk zijn.

Artikel 2:2. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan Haagse stedelijk georiënteerde vrijwilligersorganisaties die in de vorm van een rechtspersoon in Den Haag gevestigd zijn.

§ 3. De kosten en de subsidie

Artikel 3:1. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Voor subsidie komen de gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1.

  • 2. Huisvestingslasten, bureau- en/of organisatiekosten komen alleen als onderdeel van de kosten verbonden aan het uitvoeren van een activiteit voor subsidie in aanmerking.

  • 3. De BTW over de gesubsidieerde kosten komt niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 3:2. Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per activiteit.

§ 4. Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1. Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december een subsidieplafond van € 288.000,00 voor Maatschappelijke Coöperaties.

Artikel 4:2. Wijze van verdeling

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college van burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien het college van burgemeester en wethouders op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

§ 5. Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, uiterlijk zes weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend.

Artikel 5:2. Beslistermijn

Het college van burgemeester en wethouders beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, binnen zes weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

§ 6. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1. Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    indien de subsidieontvanger voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting behoeft en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de te verstrekken subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;

  • b.

    indien aan een beschikking tot subsidieverlening de verplichting is verbonden dat de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, kunnen daarbij verplichtingen worden opgelegd inzake meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende gemeentelijke vastgoed;

  • c.

    indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvindt in of op gemeentelijk vastgoed kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.

Artikel 6:2. Bevoorschotting

Bij verstrekking van een exploitatiesubsidie voor een activiteit wordt 90% van de verleende subsidie bevoorschot.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7:1. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie Den Haag2016.

Toelichting

Op 1 januari 2012 is de nieuwe subsidieregeling Leefbaarheid en Bewonersparticipatie ingevoerd. Deze vervangt verschillende regelingen, waaronder de regeling “Sociaal-cultureel vrijwilligerswerk1996”. De subsidieregeling Leefbaarheid en Bewonersparticipatie heeft als doel om activiteiten te steunen die bijdragen aan de oplossing van leefbaarheidproblemen in de wijken en die de sociale verantwoordelijkheid en integratie in de wijken stimuleren. De ambities uit het wijkprogramma zijn hierbij leidend.

Conform de raadsmotie 44/2014 ‘bewonersbetrokkenheid’ (RIS 278347) zijn de budgetten die met de uitvoering in de stadsdelen te maken hebben in een apart begrotingsprogramma 19 samengebracht. Met ingang van 2016 zijn taken op het gebied van maatschappelijke coöperatie naar de stadsdelen gegaan.

De uitvoering van deze subsidieregeling, die aanvullend is op de regeling ‘Leefbaarheid en bewonersparticipatie’ vindt met ingang van 1 januari 2016 plaats door de dienst Publiekszaken. In dit kader wordt voorgesteld de Subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie opnieuw vast te stellen.

De belangrijkste voorwaarden van de subsidieregeling Maatschappelijke Coöperatie zijn:

  • ·

    Activiteiten dragen bij aan stedelijke doelstellingen op het gebied van participatie en emancipatie;

  • ·

    Activiteiten moeten stedelijk zijn en toegankelijk voor alle Hagenaars;

  • ·

    We ondersteunen activiteiten, geen organisaties;

Alle subsidiabele kosten - inclusief huisvestings- en organisatiekosten - maken deel uit van de uit te voeren activiteit. Ruimte wordt slim gebruikt en zoveel mogelijk gedeeld met anderen.