Regeling vervallen per 21-03-2019

Verordening rechtspositie raadsleden 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 20-03-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden 2017

HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • b.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • d.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

HOOFDSTUK II Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

  • 1. De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikel 97 van de Gemeentewet is:

    • a.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 3 Scholing

  • 1. Raadsleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raadslid, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie.

  • 2. De aanvraag, bedoeld in lid 1, gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap komen de kosten voor rekening van de fractie. Aan het budget fractieondersteuning is een budget voor scholing toegevoegd.

  • 3. De kosten van deelname van een raadslid aan scholing, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 4 ICT voorziening

Raadsleden aan wie, voor de uitoefening van het raadslidmaatschap, op aanvraag een ICT voorziening, software en faciliteit voor internetverbinding in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 5 Voorziening bij overlijden

  • 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een raadslid wordt aan de nabestaande met wie het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden over een tijdvak van drie maanden.

  • 2. Indien de overledene geen nabestaande nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen dan wel pleegkinderen. Ontbreken ook deze, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was voor ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 3. Onder de nabestaande van een raadslid wordt verstaan: degene met wie het raadslid was gehuwd c.q. een geregistreerd partnerschap was aangegaan, dan wel zijn/haar levenspartner, indien de niet-huwelijkse samenlevingsvorm blijkt uit een bij een notaris opgemaakt samenlevingscontract.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van raadsleden die zijn benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, als bedoeld in artikel X10 van de Kieswet.

HOOFDSTUK III De procedure van declaratie

Artikel 6 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de onkostenvergoeding en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 7 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van de betreffende bon, voorzien van een toelichting.

  • 3. De originele factuur, met vermelding van de functionaliteit van de gemaakte kosten, wordt binnen één maand na factuurdatum of betaling ingediend bij de griffier.

HOOFDSTUK IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 8 Intrekking oude verordening

De Verordening voorzieningen raadsleden 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raadsleden 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 15 december 2016.
De griffier, mr. H.L.G. Seuren en de voorzitter, J.J. van Aartsen.