Regeling vervallen per 06-03-2018

Subsidieregeling Innovaties in het Onderwijs Den Haag 2017

Geldend van 08-03-2017 t/m 05-03-2018

Intitulé

Subsidieregeling Innovaties in het Onderwijs Den Haag 2017

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

overwegende dat:

  • -

    het college in de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 ‘Kwaliteit als kompas’ heeft aangegeven voornemens te zijn innovatieve ontwikkelingen in het Haagse onderwijs te stimuleren door middel van subsidies;

  • -

    om dit voornemen te kunnen uitvoeren het gewenst is in een regeling vast te leggen welk type innovatieve activiteiten voor subsidie in aanmerking kunnen komen en welke doelgroepen de subsidie kunnen aanvragen.

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en artikel 13 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014;

besluit:

  • I.

    Vast te stellen de Subsidieregeling Innovaties in het onderwijs Den Haag 2017.

  • II.

    Dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Den Haag, 21 februari 2017

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

mw. A.W.H. Bertram

de burgemeester,

J.J. van Aartsen

Toelichting op de Subsidieregeling innovaties in het onderwijs Den Haag 2017

Algemeen

In de HEA ‘Kwaliteit als Kompas’ is de wens opgenomen dat scholen meebewegen met maatschappelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke inzichten. Met deze subsidieregeling wordt uitwerking gegeven van een nieuw beleidsonderdeel van de HEA, waarmee het college de educatieve partners in de stad de ruimte wil bieden te komen met voorstellen voor innovatie in het Haagse onderwijs.

De educatieve partners zijn peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, de verschillende sectoren in onderwijs en partners die betrokken zijn bij volwasseneneducatie. Met het beleid worden deze organisaties gestimuleerd een ‘lerende organisaties’ te worden. Innovatie is daarbij essentieel. Het gaat erom bestaande kennis efficiënt en effectief toe te passen (verbeteren) en tegelijkertijd creatieve combinaties van kennis en ervaringen beter mogelijk te maken (vernieuwing). En daarvoor is betrokkenheid op alle niveaus van belang.

Twee wegen

Dit is de reden waarom het college met het beleid gericht op innovatie in het Haagse onderwijs twee wegen bewandelt.

  • 1.

    Van onderop: via de betrokkenen bij het primaire proces (ouders en leerlingen, leidsters en pedagogisch medewerkers, en leraren, tezamen aangeduid met ‘betrokkenen primaire proces’). Met de regeling krijgen zij ruimte, vertrouwen en ondersteuning om vernieuwende ideeën in de eigen leer- en werkcontext vorm te geven.

  • 2.

    Van bovenaf: via (consortia van) de besturen in de HEA-kolom van educatieve organisaties (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, scholen voor basis-, voortgezet- en middelbaar onderwijs en de volwasseneneducatie, tezamen aangeduid met ‘de besturen’). De regeling daagt deze besturen uit om binnen hun verantwoordelijkheid innovatieve ontwikkelingen op gang te brengen.

Proces

Betrokkenen in het primaire proces krijgen ondersteuning in het omzetten van innovatieve ideeën in een haalbare voorstellen. Daarvoor wordt subsidie verstrekt aan een organisatie die de ondersteuning op zich neemt (art. 2:2, onder c). Bij besturen is daarvoor voldoende beleidsvoerend vermogen aanwezig. Deze voorstellen worden vervolgens beoordeeld door een onafhankelijke adviescommissie. In deze adviescommissie zijn respectievelijk vertegenwoordigd een jongere, een leraar, een schoolleider, een innovator en een ondernemer. Deze commissie adviseert aan het college omtrent subsidiëring van de ingediende ideeën (art. 4:2). Het gehele subsidieproces zal in het voorjaar van 2017 zijn doorlopen, opdat in het schooljaar 2017-2018 met de innovaties kan worden gestart.

De gemeente toont betrokkenheid bij de uitvoering en evaluatie van de innovaties. Dit levert gaandeweg duidelijkheid op over de mate waarin met de regeling het beoogde doel wordt bereikt en of dit rechtmatig gebeurt. Met een eindevaluatie van het totaal zal in de zomer van 2018 bepaald worden of en hoe dit beleid gecontinueerd wordt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1:1

Ten behoeve van de leesbaarheid van de regeling, is ervoor gekozen met het begrip “leerlingen” te werken, waaronder iedere persoon wordt verstaan die onderwijs volgt in het basis-, voortgezet, mbo- en volwassenenonderwijs en kinderen die een voorziening voor kinderopvang of een peuterspeelzaal bezoeken.

Daarnaast wordt – eveneens voor de leesbaarheid – met het begrip “professionals” gewerkt.

Artikel 2:1 Activiteiten

Het open staan voor verrassingen, creativiteit, dialoog en lef om nieuwe ideeën uit te werken zijn kenmerken van innovaties. Wanneer strenge criteria worden gesteld aan de innovatieve voorstellen, ontstaat er een spanning met deze kenmerken. Daarom worden de criteria voor de voorstellen globaal gehouden.

Aspecten waarop de innovatieve voorstellen zich kunnen richten zijn: innovatieve onderwijsconcepten; inhouden en methoden; werkvormen; vormen van competentie- en vaardigheidsontwikkeling van leraren; voorzieningen en digitalisering; organisatievormen, -structuur of -cultuur en/of nieuwe partners bij samenwerking. De innovaties dienen direct of indirect gericht te zijn op het behalen van extra kwaliteit in het educatieve veld binnen Den Haag. Het voorstel dient dan ook te passen bij de aard van het grootstedelijke onderwijs in deze internationale, cultuurdiverse stad. Verder wordt gekeken naar de mate waarin het voorstel niet alleen lokaal maar ook landelijk vernieuwend is, vorm en inhoud geeft aan een actueel maatschappelijk vraagstuk, meerdere HEA-ambities op originele wijze met elkaar combineert dan wel meerdere onderwijssoorten met elkaar verbindt.

Artikel 2:2 Doelgroep

Schoolbesturen, houders van centra voor kinderopvang of peuterspeelzalen en de organisatie die ouders en leerlingen ondersteunt, kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Ook de organisatie die professionals, leerlingen en ouders ondersteunt, kan een subsidieaanvraag indienen, maar doet dat namens de professionals, leerlingen of ouders. Voor deze constructie is gekozen omdat de hoofdregel is dat natuurlijke personen geen subsidie kunnen krijgen op grond van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014.

Artikel 5:1

Aanvragen moeten worden ingediend via het onderwijsloket.

Artikel 4:2

Het college moet de adviezen van de Adviescommissie innovaties in het Haagse onderwijs bij de besluitvorming betrekken.

Indien burgemeester en wethouders een besluit nemen dat afwijkt van het advies van de commissie, dienen zij op grond van artikel 3:50 van de Algemene wet bestuursrecht in de motivering van dit besluit aangeven wat de redenen voor de afwijking zijn.

Artikel 6:2

Voor alle organisaties die op grond van deze regeling subsidie ontvangen, geldt dat de aanvraag tot vaststelling de volgende elementen bevat:

  • -

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • -

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); dit verslag of jaarrekening moet op dezelfde wijze zijn ingericht als de bij de aanvraag om subsidie overgelegde begroting;

  • -

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

Subsidieregeling Innovaties in het onderwijs Den Haag 2017

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

  • -

    commissie: de Adviescommissie Innovaties in het Haagse onderwijs

  • -

    houder: houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • -

    innovatie: de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe of verbeterde concepten, producten, werkwijzen of processen in het Haagse onderwijs;

  • -

    kinderopvang: kinderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • -

    leerlingen: kinderen op centra voor kinderopvang en peuterspeelzalen, leerlingen in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs, mbo-studenten en volwassenen die volwasseneneducatie volgen;

  • -

    onderwijsloket: het onderwijsloket als bedoeld in artikel 1, sub e van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014;

  • -

    peuterspeelzaal: een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • -

    professionals: leraren, pedagogisch medewerkers en leidsters;

  • -

    schoolbestuur:

    • a.

      het bevoegd gezag van:

      • -

        een school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

      • -

        een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

      • -

        een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

    • b.

      het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1.1., onder w van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op innovaties in het onderwijs en bijdragen aan het behalen van meerdere ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 ‘Kwaliteit als kompas’.

  • 2.

    Subsidie voor activiteiten genoemd in het eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt indien wordt voldaan aan een of meer van onderstaande criteria:

    • a.

      de activiteit komt rechtstreeks ten goede aan leerlingen of professionals;

    • b.

      er is sprake van samenwerking tussen schoolbesturen, centra voor kinderopvang, peuterspeelzalen, bedrijven of andere instellingen;

    • c.

      de activiteit heeft aantoonbaar draagvlak;

    • d.

      ouders zijn betrokken bij de ontwikkeling, implementatie of evaluatie van de activiteit;

    • e.

      de activiteit versterkt de doorgaande lijn van primair naar voortgezet onderwijs of van voortgezet onderwijs naar een vervolgopleiding.

Artikel 2:2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    schoolbesturen;

  • b.

    houders van voorzieningen voor kinderopvang of peuterspeelzalen;

  • c.

    een organisatie die ouders, leerlingen of professionals ondersteunt bij de uitwerking van hun ideeën voor innovatie.

§ 3 De kosten en de subsidie

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie is een bijdrage in de kosten die direct verbonden zijn aan de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid.

  • 2.

    Niet gesubsidieerd worden:

    • a.

      verzendkosten, locatie- en cateringkosten, loon-, verlet- of verblijfskosten van personeel dat een training, cursus of workshop volgt;

    • b.

      huisvestingskosten;

    • c.

      de BTW over gesubsidieerde kosten.

Artikel 3:2 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, bedraagt per aanvraag van een schoolbestuur of houder van voorzieningen voor kinderopvang of peuterspeelzalen maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 100.000,- per aanvraag.

  • 2.

    Een subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid, bedraagt per aanvraag die door een organisatie als bedoeld in artikel 2:2 onder c namens ouders, leerlingen of professionals wordt ingediend maximaal € 10.000 per aanvraag.

§ 4 Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 15 februari 2017 tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 300.000,- voor doelgroepen zoals bedoeld in artikel 2:2, onder a en b.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 15 februari 2017 tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 100.000,- voor doelgroepen zoals bedoeld in artikel 2:2, onder c.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond zoals genoemd in lid 1 niet bereikt wordt, is het overblijvende bedrag beschikbaar voor de doelgroep in lid 2.

  • 4.

    Indien het subsidieplafond zoals genoemd in lid 2 niet bereikt wordt, is het overblijvende bedrag beschikbaar voor de doelgroep in lid 1.

  • 5.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in dit artikel genoemde periode wijzigen.

Artikel 4:2 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Het college stelt een adviescommissie in waaraan een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt voorgelegd.

  • 3.

    Het college stelt een reglement vast waarin de taken, bevoegdheden, wijze van benoeming van leden en werkwijze van de commissie worden vastgelegd.

  • 4.

    In de commissie worden geen leden benoemd met een persoonlijk belang bij de verdeelprocedure.

§ 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1 Aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend via het onderwijsloket.

  • 2.

    De aanvraag is ondertekend met een elektronische handtekening namens de aanvrager als bedoeld in artikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel op een andere door het college toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.

  • 3.

    Artikel 8, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 is van toepassing.

Artikel 5:2 Aanvraagtermijn Een aanvraag om subsidie kan tot 1 april 2017 worden ingediend.

Artikel 5.3 Aanvullende weigeringsgrond

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 11, eerste en tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 en artikel 8 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld.

§ 6 Verplichtingen, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1 Verplichtingen

  • 1.

    Het bepaalde in de artikelen 15 en 16 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 is van overeenkomstige toepassing op subsidieverstrekking aan schoolbesturen.

  • 2.

    Indien een subsidieontvanger die houder van een peuterspeelzaal of een centrum voor kinderopvang is, de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de op deze wet gebaseerde regelgeving en de Verordening nadere kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2013 niet naleeft kan het college de subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3.

    De subsidieontvanger is bereid de opgedane kennis en ervaringen te delen met andere Haagse peuterspeelzalen, centra voor kinderopvang, schoolbesturen en overige instellingen.

Artikel 6:2 Eindverantwoording subsidies

Het bepaalde in artikel 20, derde lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag tot subsidievaststelling van schoolbesturen.

Artikel 6:3 Bevoorschotting

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, vermeldt het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten, indien tot bevoorschotting is besloten.

§ 7 Slotbepalingen

Artikel 7:1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in artikel 5:2 van deze regeling voor zover toepassing ervan gelet op het belang van innovaties in het onderwijs, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7:2 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Innovaties in het onderwijs Den Haag 2017.