Regeling vervallen per 01-06-2021

Vaststelling van de wijziging van de Leidraad invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2017

Geldend van 31-01-2018 t/m 31-05-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Vaststelling van de wijziging van de Leidraad invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2017

Toelichting

Op 2 november 2017 heeft de gemeenteraad de Regeling vermindering leges voor duurzame bouwplannen Den Haag 2018 (DSO/2017.944, RIS298033) vastgesteld. Onderdeel van deze regeling is dat voor leges omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten die op duurzame wijze gerealiseerd worden in afwachting van de gereedmelding van de bouwactiviteit uitstel van betaling wordt verleend. Hiertoe de Leidraad invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2017 aangepast dient te worden.

De leidraad tevens aangepast dient te worden aan de huidige stand van wetgeving.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op:

  • -

    de artikelen 231 en 249 van de Gemeentewet;

  • -

    de Invorderingswet 1990;

  • -

    de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • -

    de Legesverordening omgevingsvergunning 2013;

vast te stellen de navolgende wijziging van de Leidraad invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2017:

Artikel I

De Leidraad invordering Gemeentebelastingen Den Haag 2017 wordt gewijzigd als volgt:

  • A.

    Artikel 17.1 komt te luiden:

    17.1 Aanhouden tenuitvoerlegging bij verzet

    Als de belastingschuldige zich in rechte verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, houdt de ontvanger de (verdere) tenuitvoerlegging van het dwangbevel aan, tenzij:

    -de gronden van het verzet voor de ontvanger geen aanleiding vormen om de tenuitvoerlegging aan te houden en

    -de belangen van de gemeente worden geschaad door uitstel van de tenuitvoerlegging.

  • B.

    Aan artikel 19.3.5 wordt na de derde volzin de volgende nieuwe tekst toegevoegd, luidende:

    In dat geval past de ontvanger op de beslagvrije voet het percentage toe dat in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 en de bijlage bij die regeling is opgenomen voor het woonland van de belastingschuldige. Eventuele periodieke inkomsten die de belastingschuldige uit zijn woonland geniet, komen in mindering op de beslagvrije voet, nadat het in de vorige volzin bedoelde percentage is toegepast.

  • C.

    Aan artikel 25 wordt als tweede opsomming de volgende nieuwe tekst toegevoegd, luidende:

    -uitstel in verband met een aanvraag duurzaam bouwen;

  • D.

    Na artikel 25.1.15 worden de volgende nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

    25.1A. Uitstel in verband met een aanvraag vermindering leges voor duurzame bouwplannen

    25.1A.1. Verlenen uitstel van betaling

    Indien op een bouwactiviteit de Regeling vermindering leges voor duurzame bouwplannen Den Haag 2018 van toepassing is, verleent de ontvanger aan belastingschuldige, in afwachting van de gereedmelding van de bouwactiviteit, uitstel van betaling voor het gedeelte van de leges voor het duurzame bouwen tot een maximum van € 25.000 per aanvraag. Voor het overige gedeelte dient betaling plaats te vinden binnen de op legesnota vermelde vervaltermijn.

    25.1A.2.Vervallen uitstel van betaling indien verschuldigde legesbedrag niet betaald wordt

    1, Het verleende uitstel van betaling vervalt als belastingschuldige niet aan de voorwaarde voldoet, dat het gedeelte van het verschuldigde legesbedrag waarvoor geen uitstel van betaling is verleend, binnen de op de nota vermelde vervaltermijn wordt voldaan.

    2. Op dat moment is het legesbedrag vanaf het tijdstip van het vervallen van het uitstel in zijn geheel verschuldigd en wordt over het geheel van de belastingschuld invorderingsrente berekend.

    3. Bij het uitblijven van betaling worden verdere invorderingsmaatregelen genomen zoals een aanmaning en dwangbevel.

    25.1A.3.Vervallen uitstel van betalingindien bouwactiviteiten niet duurzaam gerealiseerd zijn

    1. Indien na de gereedmelding van de bouwactiviteit het college constateert dat de bouwactiviteit gedeeltelijk of geheel niet in aanmerking komt voor vermindering van het legesbedrag, vervalt het verleende uitstel van betaling voor het deel van het legesbedrag dat niet voor vermindering in aanmerking komt.

    2. Het vervallen van het uitstel wordt bij kennisgeving aan belastingschuldige meegedeeld, waarbij een termijn van vier weken wordt gegeven om het legesbedrag te betalen.

    3. De ontvanger berekent invorderingsrente over het geheel van de belastingschuld vanaf het moment dat de vervaltermijn van de nota leges verstreken is.

    4. Bij het uitblijven van betaling worden verdere invorderingsmaatregelen genomen zoals een aanmaning en dwangbevel.

  • E.

    Artikel 25.2.2B. wordt als volgt gewijzigd:

    1. Het opschrift komt te luiden: 25.2.2B. Nadere gegevens

    2. De eerste volzin vervalt.

    3. De zinsnede “De ontvanger kan voorts” wordt vervangen door: De ontvanger kan.

  • F.

    Artikel 25.2.5 tweede en derde volzin komen te luiden:

    In beginsel vraagt de ontvanger alleen zekerheid als de aard van de belastingschuld dan wel de omvang van de belastingschuld in relatie tot de verhaalsmogelijkheden die bij de ontvanger bekend zijn, daartoe aanleiding geeft. Daarnaast houdt de ontvanger bij zijn beslissing rekening met het aangifte- en betalingsgedrag van de belastingschuldige.

  • G.

    Na artikel 25.2.9. wordt het volgende nieuwe artikel ingevoegd, luidende:

    25.2.10. Na uitspraak op bezwaar vier weken wachttijd

    In afwijking van het bepaalde in artikel 25.1.8. wordt de vervolging niet aangevangen of voortgezet binnen een termijn van vier weken na dagtekening van de uitspraak op bezwaar.

  • H.

    Aan artikel 25.5.6 wordt aan het eind de volgde nieuwe tekst toegevoegd, luidende:

    Voor een belastingschuldige die in het buitenland woont, past de ontvanger op de hiervoor bedoelde betalingscapaciteit het percentage toe dat in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 en de bijlage bij die regeling is opgenomen voor het woonland van de belastingschuldige. Eventuele periodieke inkomsten die de belastingschuldige uit zijn woonland geniet, telt de ontvanger op bij de aldus berekende betalingscapaciteit.

  • I.

    Artikel 26.1.7 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In het opschrift wordt ‘tien dagen’ vervangen door: vier weken.

    2. ‘tien dagen’ wordt vervangen door: vier weken.

  • J.

    In artikel 26.1.8 wordt ‘tien dagen’ vervangen door: vier weken.

  • K.

    De laatste drie volzinnen van artikel 26.2.3. komen te vervallen.

  • L.

    In artikel 26.2.12, onderdeel A. wordt “€ 61” vervangen door: € 62.

  • M.

    Artikel 26.2.15A vervalt.

  • N.

    In artikel 26.2.19 wordt ‘€ 86’ vervangen door: € 85.

  • O.

    In de eerste volzin van artikel 26.4.6 wordt ‘tien dagen’ vervangen door: vier weken.

  • P.

    In artikel 26.5.1 wordt ‘tien dagen’ telkens vervangen door: vier weken.

  • Q.

    Artikel 32.2 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Het opschrift komt te luiden: 32.2. Gemeenschapsschulden

    2. De laatste twee volzinnen komen te vervallen.

  • R.

    Aan artikel 73 wordt als laatste opsomming de volgende nieuwe tekst toegevoegd, luidende:

    -wettelijk breed moratorium.

  • S.

    Artikel 73.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Het opschrift komt te luiden: 73.5.1. Voorwaarden voor MSNP

    2. Voor de bestaande tekst wordt de volgende nieuwe tekst ingevoegd:

    Stabilisatiefase

    Een schuldhulpverleningstraject vangt in het algemeen aan met een stabilisatie-overeenkomst tussen de schuldenaar en de schuldhulpverlener als hierna bedoeld in onderdeel b. Voor de toepassing van dit artikel wordt met een stabilisatie-overeenkomst gelijkgesteld een schriftelijke mededeling van de schuldhulpverlener waarin staat dat hij activiteiten ontplooit die erop gericht zijn de financiële situatie van de schuldenaar op korte termijn te stabiliseren.

    Vanaf de ontvangst van een afschrift van de stabilisatie-overeenkomst neemt de ontvanger gedurende vier maanden geen dwanginvorderingsmaatregelen. Lopende invorderingsmaatregelen schort de ontvanger op, zo nodig in overleg met de schuldhulpverlener. Daarnaast vindt verrekening alleen plaats met belastingteruggaven die (materieel) zijn ontstaan tot en met de dag waarop het afschrift van de stabilisatie-overeenkomst is ontvangen. Als zich bijzondere omstandigheden voordoen kan de schuldhulpverlener de voormelde termijn in overleg met de ontvanger met maximaal vier maanden verlengen. Het in deze alinea beschreven terughoudende beleid geldt niet in situaties waarin op voorhand duidelijk is dat de belastingschuldige niet in aanmerking komt voor uitstel van betaling op basis van het hierna in dit artikel beschreven beleid. De ontvanger informeert de schuldhulpverlener hierover.

    3.Boven de alinea die begint met de zinsnede “De ontvanger verleent uitstel van betaling voor een periode van maximaal 36 maanden als” wordt de volgende kop geplaatst:

    Schuldregelingsovereenkomst

  • T.

    Artikel 73.5.2 vervalt.

  • U.

    Aan artikel 73.5.6 wordt na de laatste volzin de volgende nieuwe tekst toegevoegd:

    Voor de gevolgen van een buitengerechtelijk akkoord wordt verwezen naar artikel 73.6.3 van deze leidraad.

  • V.

    Na artikel 73.6.9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

    73.7. Wettelijk breed moratorium

    Gedurende een door de rechtbank afgekondigde afkoelingsperiode als bedoeld in artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, schort de ontvanger lopende invorderingsmaatregelen op. Verrekeningen met belastingteruggaven vinden gedurende de afkoelingsperiode niet plaats, ongeacht de periode waarin die teruggaaf is ontstaan.

    De afkoelingsperiode is niet van invloed op een eventueel verleend uitstel van betaling of een voorwaardelijk verleende kwijtschelding. Hierop blijft het in deze leidraad opgenomen beleid op de artikelen 25 en 26 van de wet van toepassing. Gedurende de afkoelingsperiode schort de ontvanger de uitbetaling aan een derde op in verband met een executoriaal beslag op belastingteruggaven van de belastingschuldige.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Den Haag, 23 januari 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Peter Hennephof

de burgemeester,

Pauline Krikke