Subsidieregeling jeugd Den Haag 2018

Geldend van 01-05-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling jeugd Den Haag 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

besluit vast te stellen de Subsidieregeling jeugd Den Haag 2018:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    eerste tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, die eindigt op 1 mei 2021;

  • -

    jeugd: kinderen, jongeren en jong volwassenen;

  • -

    jeugdteam: op decentraal niveau (wijk, stadsdeel of andere gebiedsafbakening) georganiseerd multidisciplinair team dat de hulpvraag van of voor de jeugd afhandelt;

  • -

    jongeren: 12- tot 23-jarige inwoners van Den Haag;

  • -

    jong volwassenen: 23- tot 27-jarige inwoners van Den Haag;

  • -

    kinderen: 0 tot 12-jarige inwoners van Den Haag;

  • -

    risicojongeren: jongeren en jong volwassenen die te kampen hebben met een opeenstapeling van problemen en daardoor risico lopen voor zichzelf of een risico vormen voor anderen;

  • -

    tweede tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke loopt van 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden, tot 1 november in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden;

  • -

    vroegsignalering het zo snel mogelijk signaleren van opgroei- en opvoedproblemen, zodat ingegrepen kan worden als het probleem nog in een vroeg stadium is.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten, tenzij de activiteiten vallen onder artikel 2:1 van de Subsidieregeling Leefbaarheid en Bewonersparticipatie Den Haag 2016 of artikel 2:1 van de Subsidieregeling Haags Sportinitiatief Den Haag 2016.

Hoofdstuk 2 De activiteiten

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

    a. het stimuleren van jeugdigen om zelf hun rechten te kennen en bewust te zijn van de mogelijkheden om voor deze rechten op te kunnen komen;

    b. het stimuleren van eigen initiatieven waarbij jeugdigen leren met en van elkaar, gericht op persoonlijke groei en verantwoordelijkheid nemen voor de omgeving;

    c. het stimuleren van vaardigheden gericht op weerbaarheid en identiteitsontwikkeling, met als doel veerkracht en eigenaarschap bij jeugdigen;

    d. het versterken van de leefomgeving en de eigen kracht van jeugdigen en gezinnen met vrijwillige inzet;

    e. het bevorderen van een gezonde ontwikkeling van jeugdigen in een ongunstige opvoedsituatie gericht op het versterken van ouderschap en vroegsignalering;

    f. het verbeteren van het bereik van voorzieningen voor jeugd en ouders, gericht op een gezonde ontwikkeling, met oog voor diversiteit in de stad;

    g. het stimuleren van activiteiten gericht op het ondersteunen van kwetsbare jongeren, in de overgang van jeugd naar volwassenheid, waarbij de leefwereld van de jongere centraal staat.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvrager samenwerkt met overige sociale partners, die zijn benoemd in het Beleidsplan jeugd 2018-2020 ‘Haagse Jeugd, samen aan zet’.

Artikel 2:2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

Hoofdstuk 3 De kosten

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:1.

Artikel 3:2 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor aanvragen binnen de tweede tranche in de periode van 1 mei 2021 tot 1 november 2021 een subsidieplafond van € 900.000,--.

Hoofdstuk 4 Besluitvorming subsidie

Artikel 4:1 Aanvraag

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, is bij aanvragen op grond van deze subsidieregeling geen de-minimisverklaring vereist, tenzij burgemeester en wethouders daartoe uitdrukkelijk besluiten.

  • 2.

    De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek toegankelijke wijze opgesteld.

Artikel 4:2 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, wordt een aanvraag om subsidie in de eerste tranche ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie wordt in de tweede tranche ingediend, indien er naar het oordeel van burgemeester en wethouders een gegronde redenen is waarom de aanvraag niet in de eerste tranche kon worden ingediend.

  • 3.

    Een gegronde reden kan zijn een aanvraag voor subsidie voor activiteiten die inspelen op actuele ontwikkelingen.

Artikel 4:3 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld;

  • b.

    de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen en verantwoording

Artikel 5:1 Verplichtingen

In aanvulling op de artikelen 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht en 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om mee te werken aan:

  • a.

    inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

  • b.

    het onderzoek van de op grond van artikel 27 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 aangewezen toezichthouder.

Artikel 5:2 Verantwoording

In aanvulling van de op grond van artikel 20, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking een inhoudelijk voor openbaarmaking geschikt verslag over, waarbij op een voor het algemene publiek toegankelijke wijze wordt toegelicht op welke wijze de verleende subsidie is gebruikt.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van realisatie van de doelen uit het beleidsplan Haagse Jeugd, samen aan zet, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6:2 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    De Subsidieregeling Jeugd Den Haag 2016 wordt ingetrokken.

  • 3.

    De Subsidieregeling Jeugd Den Haag 2016 blijft van toepassing op aanvragen en bezwaarschriften die voor de dag van inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jeugd Den Haag 2018.

Den Haag, 5 juni 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Peter Hennephof

de burgemeester,

Pauline Krikke

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

De aangeduide leeftijdsgroepen komen overeen met de indeling die de Haagse Welzijnsorganisaties hanteren op basis van afspraken met de Dienst Publiekszaken. Bij de opeenstapeling van problemen waarmee een risicojongere te maken heeft, kan gedacht worden aan schooluitval, schuldenproblematiek, overlast of criminaliteit.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Een afzonderlijke regeling die van toepassing kan zijn, is de Subsidieregeling Leefbaarheid en Bewonersparticipatie Den Haag 2015. Activiteiten die op grond van laatstgenoemde regeling in aanmerking komen voor subsidie, zijn primair gericht op de buurt, de wijk of het stadsdeel.

Artikel 2:1 Activiteiten

  • Ad1.

    De ambities en doelen genoemd in het eerste lid, zijn nader uitgewerkt in het beleidsplan Jeugd 2018 – 2020 ‘Haagse Jeugd, samen aan zet’.

  • Ad2.

    Denk hierbij bijvoorbeeld in het bijzonder aan de wettelijke verplichtingen rondom de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Artikel 4:2 Aanvraagtermijn

De aanvraagtermijn wijkt af van die in de ASV. Uiterlijk op 1 september dienen alle aanvragen binnen te zijn voor subsidies die voor het daarop volgende jaar worden verleend. De beslistermijn is gelijk aan die van artikel 10 ASV: het college beslist uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

De doelen uit het beleidsplan Haagse Jeugd, samen aan zet zijn:

  • 1.

    De rechten van Haagse jeugdigen zijn geborgd

  • 2.

    Haagse jeugd benut kansen en ontwikkelt talenten

  • 3.

    Haagse jeugdigen en ouders zijn veerkrachtig en doen mee

  • 4.

    Een gezond en veilig opgroei- en opvoedklimaat

  • 5.

    Soepele overgang naar volwassenheid

  • 6.

    Eén gezin, één plan, één regisseur

  • 7.

    De jeugdhulp transformeert