Regeling vervallen per 01-01-2021

SUBSIDIEREGELING MAKERS DEN HAAG 2019

Geldend van 01-09-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

SUBSIDIEREGELING MAKERS DEN HAAG 2019

Toelichting

De Subsidieregeling makers Den Haag 2019 is bedoeld om de artistieke ontwikkeling van beginnende makers in Den Haag te stimuleren door samenwerking te bevorderen met culturele instellingen uit de stedelijke regio Haaglanden en de stedelijke cultuurregio Leiden. Door een subsidie beschikbaar te stellen aan een maker om in samenwerking met een culturele instelling een activiteit uit te voeren ontstaat er artistieke groei en rijping van de maker.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

  • artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

  • de samen met deze regeling tegelijk vast te stellen Beleidsnotitie beginnende makers,

besluit:

  • I.

    vast te stellen de Subsidieregeling makers Den Haag 2019:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- college: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

- instelling: een instelling of organisatie die werkt op het gebied van beeldende kunst, muziek, theater, mode, letteren, film, dans, design, games, strip en urban culture, of een mix hiervan;

- makers: beginnende cultuurbeoefenaars die iets creëren, hetzij materieel hetzij immaterieel. De cultuurbeoefenaars kunnen afkomstig zijn uit verschillende culturele velden: beeldende kunst, muziek, theater, mode, letteren, film, dans, design, games, strip, urban culture, of een mix hiervan;

- makersklimaat: omstandigheden zoals tijd, begeleiding en ondersteuning voor de maker, binnen het kunstklimaat met oog en plaats voor vernieuwing en talentontwikkeling.

Artikel 1:2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1. Activiteiten

  • 1.

    Het college verstrekt de subsidie uitsluitend aan activiteiten die een samenwerking tussen een subsidieontvanger, de maker, uit Den Haag en een instelling uit de stedelijke cultuurregio Haaglanden of stedelijke cultuurregio Leiden behelst.

  • 2.

    Het doel van de activiteit is een bijdrage leveren aan de professionele en kunstzinnige ontwikkeling van de Haagse subsidieontvanger en het makersklimaat in Den Haag.

  • 3.

    De activiteit dient voorts te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    het betreft een samenwerking tussen de subsidieontvanger uit Den Haag en een instelling uit de stedelijke cultuurregio Haaglanden of stedelijke cultuurregio Leiden;

  • b.

    het moet aannemelijk zijn dat zonder de subsidie de activiteit niet gerealiseerd kan worden;

  • c.

    de activiteit moet plaatsvinden in de stedelijke cultuurregio Haaglanden of stedelijke cultuurregio Leiden;

  • d.

    er bestaat een proportionele verhouding tussen het gevraagde bedrag en de activiteit, ter beoordeling aan het college.

  • 4.

    De koppeling met het na te streven achterliggende maatschappelijke doel is het stimuleren van

  • innovatie en verbinding, die bijdragen aan de versterking van de culturele infrastructuur.

Artikel 2:2. Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan subsidieaanvragers die op het moment van de aanvraag aantoonbaar hun activiteiten ontplooien in Den Haag.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen die ingeschreven zijn bij de gemeente Den Haag, dan wel rechtspersonen, gevestigd in de gemeente Den Haag.

  • 3.

    Subsidie wordt maximaal twee maal verstrekt aan dezelfde subsidieontvanger.

Hoofdstuk 3 De kosten

Artikel 3:1. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:1.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van salarissen, huur van de woning en de werkruimte, en kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

Artikel 3:2. Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt € 8000,00 per jaar.

Hoofdstuk 4 Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1. Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2019 een subsidieplafond van €104.000,00 en voor de jaren 2020, 2021 en 2022 een subsidieplafond van € 120.000,00 op jaarbasis.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

Artikel 4:2. Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en positief worden beoordeeld, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond voor het betreffende jaar is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1. Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling van de op grond van artikel 8, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 over te leggen gegevens, levert de subsidieaanvrager de volgende gegevens aan:

  • a.

    informatie over de manier waarop wordt samengewerkt met de instelling en op welke manier die samenwerking bijdraagt aan de ontwikkeling van de subsidieaanvrager;

  • b.

    een door subsidieaanvrager en instelling ondertekende verklaring waarin de samenwerking tussen beide partijen wordt bevestigd.

  • 2.

    De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek toegankelijke wijze opgesteld.

Artikel 5:2. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie dient uiterlijk 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd, te worden ingediend.

Artikel 5:3. Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:2 binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 6. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot

Artikel 6:1. Verantwoording

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet Bestuursrecht en 15 van de Algemene Subsidieverordening Den Haag 2014 geldt de verplichting dat na afronding van de activiteiten de subsidieontvanger in persoon zijn/haar ervaringen presenteert in een door het college te organiseren bijeenkomst. Deze bijeenkomst kan openbaar zijn.

  • 2.

    De subsidieontvanger geeft bij de presentatie uit het eerste lid aan:

  • a.

    welke activiteiten hebben plaatsgevonden;

  • b.

    hoe deze hebben bijgedragen aan zijn/haar ontwikkeling; en

  • c.

    welke nieuwe kennis hij/zij heeft opgedaan.

    • 1.

      De subsidieontvanger dient tijdens de presentatie vragen te beantwoorden van een afvaardiging van het college en overige aanwezigen.

    • 2.

      Het antwoord op die vragen dient de subsidieontvanger te verwerken in de verslaglegging van de presentatie. De verslaglegging van de presentatie dient als inhoudelijke verantwoording.

    • 3.

      De instelling waarmee de subsidieontvanger heeft samengewerkt wordt door de subsidieontvanger uitgenodigd voor de presentatie.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 7:1. Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van de regeling, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7:2. Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling eind 2020.

Artikel 7:3. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019 en vervalt op 31 december 2022.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling makers Den Haag 2019.

Den Haag, 16 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders,

de wnd. secretaris, de burgemeester,

Dineke ten Hoorn Boer Pauline Krikke

Ondertekening