Subsidieregeling ouderensociëteiten Den Haag 2020

Toelichting

Haagse ouderensociëteiten kunnen via de Subsidieregeling ouderensociëteiten Den Haag 2020 subsidie aanvragen ter bevordering van recreatieve activiteiten voor senioren. Denk aan een zangkoor, een biljart- of bridgeclub of een nordic walking groep. De subsidieregeling is opnieuw vastgesteld zodat de regeling beter past bij het beoogde doel, te weten het stimuleren van ontmoeting en recreatie voor en door Haagse senioren. Gezien de verouderde regeling van 2015 is ervoor gekozen om de regeling opnieuw vast te stellen. Een gemaakte wijziging is dat educatieve activiteiten niet meer in aanmerking komen voor subsidie omdat de regeling nu gerichter ingezet wordt op de doelen ontmoeting en recreatie. Een volgende wijziging is dat de intermediaire functie is weggehaald zodat tussenpersonen niet meer namens meerdere sociëteiten aanvragen kunnen doen. Op deze manier heeft de gemeente een directe subsidierelatie met de betrokken sociëteit, wat toezicht en controle bevordert.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

besluit vast te stellen de Subsidieregeling ouderensociëteiten Den Haag 2020:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• -

  aanvrager: de ouderensociëteit;

• -

  college: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

• -

  senioren: in Den Haag wonende burgers van 55 jaar en ouder;

• -

  ouderensociëteit: een rechtspersoon, natuurlijk persoon, of groep personen, die recreatieve activiteiten organiseert of organiseren voor en door senioren;

• -

  recreatieve activiteiten: activiteiten die als doel ontspanning en vermaak hebben.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten.

Hoofdstuk 2 De activiteiten en de doelgroep

Artikel 2:1 Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor recreatieve activiteiten van een ouderensociëteit.

• 2.

  Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is het stimuleren van ontmoeting en recreatie voor en door senioren.

• 3.

  De koppeling met het na te streven achterliggende maatschappelijke doel is het langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen van senioren.

Artikel 2:2 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan ouderensociëteiten, die minimaal 26 keer per jaar bijeenkomen met minimaal 15 senioren per keer voor de uitvoering van de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd.

Hoofstuk 3 De kosten en de subsidie

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1.

Artikel 3:2 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt:

• a.

  € 400,00 per jaar per ouderensociëteit als niet aantoonbaar actief is ingezet op promotie en communicatie voor de werving van nieuwe deelnemers en leden;

• b.

  € 500,00 per jaar per ouderensociëteit als wel aantoonbaar actief is ingezet op promotie en communicatie voor de werving van nieuwe deelnemers en leden.

Hoofdstuk 4 Subsidieplafond en verdeling

Artikel 4:1 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt jaarlijks een subsidieplafond van € 71.596.

• 2.

  Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

Artikel 4:2 Wijze van verdeling

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

• 3.

  Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 5 Besluitvorming subsidie

Artikel 5:1. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, ingediend tot 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, maar uiterlijk op 30 september.

Artikel 5:2. Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 5:3 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 kan subsidieverlening worden geweigerd als:

• a. de aanvraag niet tijdig of volledig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld;

  b. de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar al een subsidie op grond van deze subsidieregeling heeft ontvangen.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zo ver toepassing ervan gelet op het belang van recreatie en ontmoeting voor en door senioren leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6:2 Slotbepalingen

• 1.

  De Subsidieregeling Ouderensociëteiten Den Haag 2015 wordt ingetrokken.

• 2.

  Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020 en vervalt op 1 januari 2026.

• 3.

  Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ouderensociëteiten Den Haag 2020.

Den Haag, 14 januari 2020

Het college van burgemeester en wethouders,

de wnd. secretaris,

Dineke ten Hoorn Boer

de wnd. burgemeester,

Johan Remkes