Regeling vervallen per 01-07-2021

Subsidieregeling Herstart culturele instellingen in relatie tot COVID-19 Den Haag 2020

Geldend van 01-10-2020 t/m 30-06-2021

Intitulé

Subsidieregeling Herstart culturele instellingen in relatie tot COVID-19 Den Haag 2020

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

overwegende dat:

  • -

    de culturele instellingen in Den Haag extra investeringen moeten doen om te voldoen aan de maatregelen tegen verspreiding van COVID-19;

  • -

    de culturele instellingen de extra investeringen niet in hun begroting hebben voorzien;

gelet op:

 - artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

besluit de subsidieregeling Herstart culturele instellingen in relatie tot COVID-19 Den Haag 2020 vast te stellen:

Subsidieregeling Herstartculturele instellingen in relatie tot regels COVID-19 Den Haag2020

Hoofdstuk1Algemenebepalingen

Artikel1:1Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV 2020:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

gemeentelijk vastgoed:

bebouwde en onbebouwde onroerende zaken in eigendom van of in gebruik door de gemeente Den Haag;

culturele instelling:

een rechtspersoon die zich structureel en in hoofdzaak bezighoudt met activiteiten die bijdragen aan een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod in Den Haag of die een bijdrage levert aan de Haagse kunst- en cultuur infrastructuur;

publiek:

inwoners en bezoekers van Den Haag die één of meerdere activiteiten van culturele instellingen bezoeken.

Artikel1:2Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel1:3Doel van desubsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is een bijdrage leveren aan de kosten die culturele instellingen moeten maken om te voldoen aan de regels tegen de verspreiding van COVID-19, waardoor het publiek de activiteiten weer kan bezoeken.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is culturele instellingen in staat te stellen culturele activiteiten voor publiek uit te voeren op locatie.

Artikel1:4Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend en éénmalig verstrekt voor activiteiten die direct bijdragen aan het voldoen aan de regels tegen de verspreiding van COVID-19 op één of meerdere locaties van de culturele instelling.

Artikel1:5Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan culturele instellingen die activiteiten uitvoeren, die door publiek worden bezocht.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;

    b. de BTW over de gesubsidieerde kosten.

Artikel1:7Hoogte van desubsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 10.000,00 per aanvragende culturele instelling.

Artikel1:8Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 65.000,00.

Artikel1:9Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel2:1Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV 2020 legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de aanvrager als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

    b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

    c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de aanvrager als belastingplichtige op grond van de vennootschapsbelasting is aan te merken;

  • 2.

    In afwijking van de op grond van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV 2020 over te leggen gegevens, hoeft de aanvrager een de-minimisverklaring, een kopie van de meest actuele statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar niet te overleggen.

  • 3.

    De aanvrager dient de aanvraag per mail in en maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel2:2Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV 2020, ingediend tussen 1 oktober 2020 en 1 december 2020.

Artikel2:3Subsidievaststelling zonder verleningvooraf

Het college stelt de subsidie direct vast.

Artikel2:4Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV 2020, binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Hoofdstuk3Weigeringsgronden

Artikel3:1Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV 2020 kan het college de subsidie weigeren als:

  • a. de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd gerekend kunnen worden tot de reguliere werkzaamheden om op een locatie publiek te ontvangen,

  • b. als voor de activiteiten andere gemeentelijke subsidieregelingen beschikbaar zijn.

Hoofdstuk4Verplichtingen en betaling

Artikel4:1 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV 2020, geldt voor de subsidieontvanger de verplichting om mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt.

  • 2.

    Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten:

    a. om een zakelijk zekerheidsrecht aan de gemeente te verlenen of een andere vorm van zekerheidsstelling voor de vorderingen die ontstaan uit vorderingen op grond van 4:57 van de Awb;

    b. om de activiteiten van de subsidieontvanger te laten plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, voor zover het gemeentelijk vastgoed geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, of daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is;

    c. om het betreffende gemeentelijk vastgoed meervoudig of gezamenlijk te (laten) gebruiken;

    d. om de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik te geven of te verhuren aan andere subsidieontvangers van de gemeente teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.

Hoofdstuk5Overige bepalingen Artikel5:1Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikel 1.4, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel5:2Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling in 2021.

Artikel5:3Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020 en vervalt met ingang van 1 juli 2021.

Artikel5:4Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Herstart culturele instellingen in relatie tot regels COVID-19 Den Haag 2020

Den Haag, 29 september 2020

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris a.i.,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Toelichting

Met de uitbraak van COVID-19 in Nederland gold er vanaf 17 maart 2020 een ‘’lockdown’’, waarbij het bezoek aan culturele instellingen en het houden van festivals en evenementen zijn stilgevallen. Landelijke en lokale maatregelen waren en zijn er op gericht om de culturele sector zoveel als mogelijk overeind te houden.

Met het door de rijksoverheid versoepelen van de ‘’lockdown’’ is er ook aandacht voor de herstart van culturele instellingen: het geven van voorstellingen, het vertonen van films en het houden van evenementen in het najaar. Alle binnen de regels tegen de verspreiding van COVID-19. Waar meerdere mensen samenkomen is het aanpassen van de organisatie, de logistiek en de locatie nodig om het publiek op een veilige wijze te ontvangen. Dit geldt voor alle culturele instellingen die publieksgerichte activiteiten verzorgen, zoals podia en culturele festivals en evenementen. Op extra investeringen om te voldoen aan de regels tegen verspreiding van COVID-19 hebben culturele instellingen niet gerekend, laat staan dat met aanpassingen bij verdere versoepeling van de regels tegen de verspreiding. Deze subsidieregeling heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de extra kosten die culturele instellingen moeten maken bij het moeten voldoen aan de regels tegen de verspreiding van COVID-19.

Toelichting artikelsgewijs

Toelichting Artikel 1:4 Activiteiten

De activiteiten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd houden direct verband met het voldoen aan de landelijke maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19. Voorbeelden zijn het aanschaffen van plexiglas, bewegwijzering, extra schoonmaak, aanschaf van desinfecterende middelen en/of apparaten voor desinfecterende middelen etc. De subsidie van de kosten van deze activiteiten is eenmalig.

Toelichting Artikel 3.1: Weigeringsgronden

De activiteiten die voor subsidiering volgens deze regeling in aanmerking komen, behoren niet tot de reguliere onderhoudswerkzaamheden van de instelling. Ook bijdragen aan de kosten van culturele kernactiviteiten van de instelling komen niet in aanmerking voor deze subsidie. Daarvoor zijn andere regelingen, zoals het Meerjarenbeleidsplan 2017-2020, de regeling Culturele Projecten en de Makersregeling. Ter onderscheiding van de subsidieregeling Cultureel Ondernemerschap is de thans voorliggende regeling specifiek gericht op activiteiten in het kader van het voldoen aan de regels tegen de verspreiding van COVID-19, die op het moment van het doen van de aanvraag van kracht zijn.

Ondertekening