Subsidieregeling buurtstallingen Den Haag 2021

Geldend van 23-03-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Subsidieregeling buurtstallingen Den Haag 2021

Toelichting

Goede stallingsvoorzieningen voor fietsers in wijken en buurten voor bewoners zijn belangrijk om de groei in het fietsgebruik te faciliteren en zorgen voor minder overlast op straat. Buurtstallingen bieden voor inwoners van Den Haag een goede fietsparkeervoorziening.

Met deze subsidieregeling stimuleert en ondersteunt de gemeente initiatieven:

  • -

    voor nieuwe buurtstallingen door subsidie in de inrichtingskosten, in de exploitatiekosten en voor de officiële opening van de stalling;

  • -

    voor het uitbreiden van bestaande buurtstallingen door subsidie in de inrichtingskosten.

Daarnaast organiseert de gemeente voor een nieuwe buurtstalling samen met de initiatiefnemer een interessepeiling.

De subsidieregeling vloeit voort uit het Uitvoeringsprogramma Ruim baan voor de fiets 2020-2025 (RIS306923).

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit:

  • -

    vast te stellen de navolgende Subsidieregeling buurtstallingen Den Haag 2021:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- buurtstalling:

afsluitbare stalling hoofdzakelijk bestemd voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving. Het minimum aantal fietsparkeerplaatsen in een buurtstalling bedraagt tien;

- fietsparkeerplaats:

de plek waar één (e-)fiets, bakfiets, (e-)scooter, scootermobiel of motor kan worden gestald;

- Fietsparkeur:

de normen volgens de Fietsersbond, die de kwaliteit van een fietsenrek garandeert;

- stallinghouder:

degene die een buurtstalling exploiteert;

- subsidieaanvrager:

eigenaar of huurder van de ruimte waarin de buurtstalling gevestigd is of wordt;

- toegangspas:

een pas, sleutelhanger, tag, QR-code of app waarmee een bewoner toegang heeft tot de buurtstalling.  

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren en ondersteunen van initiatieven voor het exploiteren van buurtstallingen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is minder overlast van fietsen, tweewielers op straat en het bieden van een veilige plek voor het parkeren van fietsen, e-bikes, bakfietsen, (e-)scooters, scootermobielen, motoren etc.

Artikel 1:4Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. de inrichting van nieuwe buurtstallingen of uitbreiding van bestaande buurtstallingen. Deze inrichting bestaat uit:

    1°. het installeren of vernieuwen van een (geautomatiseerd) slot en toegangssysteem, inclusief de toebehoren;

    2°. het installeren van een inbraakbestendige deur;

    3°. het (bij)plaatsen of vernieuwen van fietsenrekken, die voldoen aan Fietsparkeur;

    4°. het aanbrengen van een adequate verlichting in de stalling en, indien mogelijk, rondom;

    5°. het schilderen van de binnenruimte van de buurtstalling;

    6°. het opknappen van de ruimte;

    b. een deel van de exploitatiekosten van nieuwe buurtstallingen voor maximaal de eerste 6 maanden;

    c. een officiële opening van een nieuwe buurtstalling, waarbij de stallinghouder de opening organiseert.

Artikel 1:5Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaar of huurder van de ruimte waarin de buurtstalling gevestigd is in Den Haag.

Artikel 1:6Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie komt in aanmerking de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

Artikel 1:7Hoogte van de subsidie

Een subsidie voor bedraagt maximaal:

  • a. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder a: € 500,00 per fietsparkeerplaats en maximaal € 50.000,00 per buurtstalling voor 100 fietsparkeerplekken. Bij uitbreiding van een bestaande buurtstalling: indien in de afgelopen vijf jaar al subsidie is verstrekt voor de uitbreiding van een bestaande buurtstalling wordt de al ontvangen subsidie in minder gebracht op het maximale subsidiebedrag;

  • b. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder b: € 3.500,00 in de exploitatiekosten bij onderbezetting gedurende de eerste 6 maanden na de opening. De subsidie wordt berekend op basis van het abonnementstarief per leegstaande fietsparkeerplek van maximaal 80% van de bezetting;

  • c. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder c: € 500,00, indien sprake is van een nieuwe buurtstalling, voor een bijdrage in de kosten van de officiële opening. De  subsidie wordt berekend op basis van het maandelijkse abonnementstarief per leegstaande fietsparkeerplek van maximaal 80% bezetting van de stallingscapaciteit.

Artikel 1:8Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 per kalenderjaar een subsidieplafond van € 120.000,00.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond wijzigen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 1:9Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder a, de volgende gegevens over:

    a. een afschrift van een huurcontract;

    b. een verklaring waaruit blijkt dat de eigenaar van de ruimte instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    c. een drietal foto’s van de stalling;

    d. een begroting inclusief een dekkingsplan van de te subsidiëren activiteiten;

    e. gespecificeerde offertes van de te subsidiëren werkzaamheden; en

    f. minimaal twee concurrerende offertes per activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Indien de aanvrager eigenaar is van de ruimte waarin de fietsenstalling wordt geëxploiteerd, is het eerste lid onder a en b niet van toepassing, maar overlegt hij een eigendomsakte.

  • 3.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder b, de volgende gegevens over:

    a. een overzicht van het aantal abonnementhouders;

    b. het tarief per fietsparkeerplaats; en

    c. een overzicht van de totaal beschikbare capaciteit en bezetting.

  • 4.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder c een financieel overzicht van de gemaakte kosten over.

Artikel 2:2Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor subsidie wordt, in afwijking van artikel 9 van de ASV, ingediend:

  • a. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder a, uiterlijk op 31 december 2025;

    b. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder b, binnen 7 maanden na de start van de buurtstalling, doch uiterlijk op 31 december 2025;

    c. voor activiteiten op grond van artikel 1:4, onder c, binnen 4 weken na de officiële opening, doch uiterlijk op 31 december 2025.

Artikel 2:3Subsidievaststelling zonder verlening vooraf

  • 1.

    Het college stelt de subsidie direct vast.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing bij de subsidieverlening voor exploitatiekosten voor nieuwe buurtstallingen en bij de subsidieverlening voor een officiële opening.

Hoofdstuk 3Verplichtingen en betaling

Artikel 3:1Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de verplichting mee te werken aan de steekproefcontrole door het college:

    a. om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

    b. waarbij offertes en facturen beschikbaar worden gesteld en toegang tot het registratiesysteem wordt gegeven; en

    c. waarbij wordt gekeken of de buurtstalling dienst doet conform de door het college gestelde verplichtingen.

  • 2.

    Het college kan de subsidieaanvrager bij de subsidieverlening verplichten:

    a. om een zakelijk zekerheidsrecht aan de gemeente te verlenen of een andere vorm van zekerheidsstelling voor de vorderingen die ontstaan uit vorderingen op grond van 4:57 van de Awb;

    b. om abonnementhouders permanent toegang te geven tot de stalling door middel van een sleutel of toegangspas;

    c. om de fietsenstalling na verlening van de subsidie voor tenminste vijf jaar te exploiteren;

    d. de stalling regelmatig schoon te maken en zorg te dragen dat de stalling in een goede staat van onderhoud verkeert, evenals het op orde houden van de fietsrekken;

    e. in het kader van de subsidieaanvraag binnen vier maanden na de datum van subsidieverlening de werkzaamheden af te ronden;

    f. de buurtstalling op www.buurtstallingdenhaag.nl aan te melden;

    g. minimaal elk kwartaal de cijfers over het aantal beschikbare fietsparkeerplaatsen en actuele informatie over de buurtstalling te actualiseren en aan te leveren;

    h. in geval van het stoppen van de buurtstalling af te melden op fietsparkeren@denhaag.nl;

    i. de stalling te exploiteren. Dit omvat onder meer het verwerken van aanvragen en opzeggingen, het innen van abonnementsgelden, uitgifte en inname van toegangspasjes of sleutels. Hiertoe heeft de stallinghouder een registratiesysteem (administratie) voor abonnementhouders waaruit een overzicht te geven is van het aantal beschikbare plekken, het aantal abonnementhouders en gefactureerde stallingstarief; het door de stallinghouder zelf te bepalen van de hoogte van het maandelijkse stallingstarief met een maximaal jaartarief van € 180,00 per fiets en kan een borg vragen. Voor afwijkende fietsmodellen, bijvoorbeeld e-bikes of bakfietsen, voor scooters en motoren kan een hoger tarief vastgesteld worden.

  • 3.

    De steekproef vindt in ieder geval plaats op twee momenten, te weten:

    a. bij opening van de stalling of binnen drie maanden na afronding van de werkzaamheden;

    b. binnen tweeënhalf jaar na subsidieverlening.

  • 4.

    Bij tussentijdse beëindiging van de buurtstalling kan het gesubsidieerde bedrag naar rato van het aantal verstreken maanden teruggevorderd worden.

  • 5.

    Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen die zien op het bevorderen van de toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

  • 6.

    De officiële opening wordt georganiseerd binnen 6 maanden na opening van de buurtstalling.

Artikel 3:2Kostensoorten

Subsidie die bij de beschikking tot verlening verdeeld is over verschillende kostensoorten, mag van de ene kostensoort naar de andere kostensoort worden overgeheveld.

Artikel 3:3Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. 90% van de verleende subsidie in één keer bij subsidie voor inrichtingskosten;

    b. 100% van de verleende subsidie in één keer voor exploitatiekosten voor nieuwe buurtstallingen en voor het openingsfeest.

Hoofdstuk 4Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 4:1Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot de definitieve vaststelling in voor subsidie voor inrichtingskosten uiterlijk binnen 1 jaar na voltooiing van de werkzaamheden.

Artikel 4:2Wijze van verantwoorden

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

    b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV;

    c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

  • 2.

    Het inhoudelijk verslag bevat :

    a. een overzicht van de gesubsidieerde en de gerealiseerde activiteiten;

    b. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;

    c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de aanvraag of de verleningsbeschikking zijn gehaald;

    d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de aanvraag of de verleningsbeschikking geformuleerde doelstellingen zijn gehaald.

  • 3.

    Het financieel verslag bevat in ieder geval:

    a. een overzicht van de baten en lasten die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de begroting en een toelichting op afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10%;

    b. wanneer de (niet verrekenbare) BTW voor vergoeding in aanmerking komt dient de BTW zichtbaar in de financiële verantwoording te worden opgenomen;

    c. voor de op grond van artikel 1:4, onder b, verleende subsidie het maandelijks bezettingspercentage van de buurtstalling voor de eerste 6 maanden, de gehanteerde tarieven voor abonnementhouders voor fietsen, e-bikes, (e-) scooters, scootermobielen en motoren, voor zover van toepassing.

  • 4.

    Bij subsidieverlening kan worden afgeweken van het eerste tot en met vierde lid.

Hoofdstuk 5Overige bepalingen

Artikel 5:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling minimaal eens in de 5 jaar.

Artikel 5:3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum publicatie en werkt terug tot 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2025.

Artikel 5:4Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling buurtstallingen Den Haag 2021.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1:4, onder c

Deze subsidie is bedoeld om het opstarten van de buurstalling te bevorderen. Dit is een subsidie per fietsparkeerplek indien bij het opstarten van de buurtstalling sprake is van onderbezetting. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het maandelijkse abonnementstarief per leegstaande fietsparkeerplek van maximaal 80% bezetting van de stallingscapaciteit.

Voorbeeld: als een nieuwe buurtstalling met 100 fietsparkeerplekken in de eerste maand voor 70% bezetting heeft, vult de gemeente tot maximaal 80% aan, in dit geval met 10%. omgerekend is de subsidie voor de eerste maand dan het abonnementstarief voor 10 fietsparkeerplekken (10% van 100 fietsparkeerplekken).

Den Haag, 2 maart 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Ondertekening