Regeling vervallen per 01-01-2022

Mandaatregeling hoofdstuk 1.4 Den Haag 2021

Geldend van 01-03-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Mandaatregeling hoofdstuk 1.4 Den Haag 2021

Toelichting

Met het voorliggende hoofdstuk 1.4 van de mandaatregeling voor de gemeente Den Haag worden de dienst specifieke mandaten voor Stadsbeheer vastgesteld. Vanwege de leesbaarheid bij wijzigingen wordt het onderhavige hoofdstuk van de mandaatregeling integraal opnieuw vastgesteld.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

  • -

    hoofdstuk 10, afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de Mandaatregeling hoofdstuk 1.4 Den Haag 2021:

Artikel 1Algemene mandaten

Burgemeester en wethouders verlenen mandaat aan de algemeen directeur van de dienst Stadsbeheer, voor de bevoegdheden die betrekking hebben op het taakgebied van de dienst Stadsbeheer, zoals omschreven in artikel 2 tot en met artikel 9.

Artikel 2Subsidie

Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020.

Artikel 3Begraafplaatsen

Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Den Haag 2016.

Artikel 4Scheveningen Haven en Binnenwateren

Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van:

  • a. de Scheepvaartverkeerswet;

    b. de Wrakkenwet;

    c. de Verordening Scheveningen Haven 2008;

    d. de Verordening op de Binnenwateren voor de gemeente Den Haag;

    e. het Binnenvaartpolitiereglement.

Artikel 5Markten en Straathandel

Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van:

  • a, de Marktverordening Den Haag 2016 en de hierop gebaseerde uitvoeringsbesluiten;

    b. de Verordening straathandel Den Haag 2017;

    c. de Verordening incidentele private markten gemeente Den Haag 2017;

    d. de Gemeentewet, artikel 160, eerste lid, onder g.

Artikel 6Milieu

Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van:

  • a. de Wet milieubeheer, de ter uitvoering van deze wet vastgestelde gemeentelijke verordeningen en de op deze wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten;

    b. de Wet geluidhinder, de ter uitvoering van deze wet vastgestelde gemeentelijke verordeningen en de op deze wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten;

    c. de Afvalstoffenverordening 2010;

    d. de Waterwet;

    e. de Wet inzake de luchtverontreiniging en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten;

    f. de Wet bodembescherming, de ter uitvoering van deze wet vastgestelde gemeentelijke verordeningen en de op deze wet gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

Artikel 7Openbare Ruimte

  • 1.

    De bevoegdheden krachtens de volgende bepalingen van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag: 2:8, 2:10, 2:10A., 2:11, 2:12, 2:21, 2:38B. derde lid, 2:45, 2:72, 4:6 tweede lid, 5:2 vierde lid, 5:3 tweede lid, 5:6 derde lid, 5:7 tweede lid, 5:8 vierde lid, 5:24, 5:36 derde lid, 5:41 derde lid, 5:42 vierde lid en de op deze verordening gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

  • 2.

    Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van de Visserijwet 1963.

  • 3.

    De bevoegdheden krachtens de bepalingen van hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet en de ter uitvoering van deze wet vastgestelde gemeentelijke verordening.

Artikel 8Verkeer

  • 1.

    De bevoegdheden krachtens de volgende bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten ter zake van:

    a. het treffen van tijdelijke verkeersmaatregelen krachtens artikel 17 jo. artikel 34 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    b. beslissingen op verkeersbesluiten krachtens artikel 18, eerste lid, onder d.;

    c. ontheffingen voor het houden van wedstrijden met voertuigen op de weg krachtens artikel 148;

    d. beslissingen op ontheffingen krachtens artikel 149, eerste lid, sub d. en artikel 150;

    e. het verstrekken van gegevens en informatie en het geven van toestemming krachtens artikel 149b;

    f. de uitvoering van artikel 170 tot en met 173, waarbij in afwijking van artikel 2, eerste lid, van de Mandaatregeling hoofdstuk 1.1 Den Haag 2021, de algemeen directeur van de dienst Stadsbeheer ondermandaat kan verlenen voor de uitvoeringshandelingen, als bedoeld in artikel 171 tot en met 173, aan de werknemers van een onderneming waarmee de gemeente ter zake van de uitvoering van de Wegsleepregeling een overeenkomst is aangegaan.

  • 2.

    De bevoegdheden krachtens de bepalingen van hoofdstuk 4 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

  • 3.

    De bevoegdheden op basis van de Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels ter zake van de bevoegdheden als tunnelbeheerder op basis van deze wet voor alle wegtunnels in beheer bij de gemeente Den Haag.

  • 4.

    Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van:

    a. de Parkeerverordening 1992;

    b. de Taxiverordening Den Haag 2014.

Artikel 9Fysieke leefomgeving

  • 1.

    Alle bevoegdheden, ook die welke betrekking hebben op het taakgebied van andere diensten krachtens de bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten, met uitzondering van:

    a. de besluiten over ontheffingen voor bomen of houtopstanden die op de lijst monumentale bomen en houtopstanden staan;

    b. de bevoegdheden krachtens artikel 4.2 voor zover de vergoeding meer bedraagt dan € 1.000.000,00.

  • 2.

    Alle bevoegdheden betreffende de bestuursrechtelijke handhaving op grond van de Wet natuurbescherming, de Erfgoedwet, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet, voor zover bij of krachtens deze wetten de handhaving berust bij het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 10Slotbepalingen

  • 1.

    De regeling Aanpassing Mandaatregeling Burgemeester en Wethouders Hoofdstuk 1.4 Dienst Stadsbeheer (RIS 305053), wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2021.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling hoofdstuk 1.4 Den Haag 2021.

Den Haag, 30 maart 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Ondertekening