Beleidsregels toegang en eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 's-Hertogenbosch

Geldend van 01-07-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels toegang en eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang ’s-Hertogenbosch

College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Hertogenbosch,

gelet op

de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 's-Hertogenbosch

besluiten vast te stellen:

De beleidsregels toegang en eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang 's-Hertogenbosch

1. Inleiding

In deze beleidsregels wordt onder de eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang verstaan de eigen bijdrage zoals bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 15, eerste lid onder b), het Besluit maatschappelijke ondersteuning (artikel 4.7) en de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente ’s-Hertogenbosch 2014.

2. Werkwijze aanmeldingsprocedure

  • 1. Belanghebbende dient een schriftelijke aanvraag voor een opvangvoorziening in te dienen bij de instelling voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang in ’s-Hertogenbosch, zijnde Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch e.o;

  • 2. De instelling beoordeelt, zo spoedig mogelijk na het ontvangen van de aanvraag, binnen de kaders van de toelatingscriteria en weigeringsgronden, zoals opgenomen in deze beleidsregels, of de belanghebbende toegelaten kan worden tot de opvangvoorziening, zoals is bedoeld in de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang ’s-Hertogenbosch 2014;

  • 3. Indien de belanghebbende op basis van de toelatingscriteria en weigeringsgronden kan worden toegelaten tot de opvangvoorziening, maar er geen beschikbare plaatsen binnen de instelling beschikbaar zijn, zal de belanghebbende op de wachtlijst voor de opvangvoorziening worden geplaatst. Indien de instelling van mening is dat de wachttijd leidt tot onwenselijke situaties, heeft zij de inspanningsverplichting om andere passende opvang te zoeken en te zorgen voor een warme overdracht.

3. Algemene toelatingscriteria en weigeringsgronden

  • a)

    Voor de toelating tot de opvangvoorziening worden de volgende toelatingscriteria gehanteerd:

    • 1.

      Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit heeft, of houdt als vreemdeling rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000;

    • 2.

      De regio Den Bosch is de regio waarbinnen de opvang van de belanghebbende het meest kansrijk is, zoals is verwoord in artikel 6 van deze beleidsregels;

    • 3.

      De belanghebbende is niet in staat, zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk, dan wel met gebruikmaking van de algemene voorzieningen zich te handhaven in de samenleving. Indien de instelling inschat dat de wachttijd tot onwenselijke situaties leidt, heeft de instelling de inspanningsverplichting om een andere passende opvang te zoeken en te zorgen voor een warme overdracht.

  • b)

    Belanghebbende komt niet in aanmerking voor de opvangvoorziening indien:

    • 1.

      Belanghebbende ondersteuning nodig heeft bij het uitvoeren van alledaagse levensverrichtingen, waaronder persoonlijke verzorging en het verrichten van basale huishoudelijke taken;

    • 2.

      Belanghebbende een fysieke of zintuigelijke beperking heeft waardoor de opvangvoorziening niet of onvoldoende toegankelijk is;

    • 3.

      Er bij aanmelding duidelijke indicaties bestaan voor dominante verslaving of psychiatrische problematiek die niet door de instelling begeleid kan worden en / of belastend is voor het samenwonen binnen de voorziening;

    • 4.

      Belanghebbende ernstig verstandelijk beperkt is en daardoor binnen de instelling niet adequaat begeleid kan worden;

    • 5.

      Belanghebbende niet akkoord wenst te gaan met de huisregels en de verblijfsvoorwaarden van de opvanginstelling waaronder het meewerken aan een zekerheidsstelling voor de betaling van de eigen bijdrage;

    • 6.

      Belanghebbende zich (na toegang tot de voorziening) ernstig misdraagt jegens andere cliënten in de opvangvoorziening of jegens de medewerkers van de instelling.

4. Specifieke toelatingscriteria per voorziening

  • a)

    Vrouwenopvang

    Belanghebbende komt in aanmerking voor vrouwenopvang indien:

    • 1.

      Belanghebbende een vrouw is in de leeftijd van 18 jaar en ouder al dan niet met kinderen;

    • 2.

      Belanghebbende geen veilig onderdak meer heeft ten gevolge van:

      • -

        geweld in huiselijke kring;

      • -

        geweld in afhankelijksrelaties;

      • -

        eergerelateerd geweld;

      • -

        mensenhandel .

  • b)

    Crisisopvang

    Belanghebbende komt in aanmerking voor crisisopvang indien:

    • 1.

      Belanghebbende 18 jaar en ouder is al dan niet met kinderen;

    • 2.

      Belanghebbende in een crisissituatie is beland door huisuitzetting en/of te maken heeft met meervoudige problemen

  • c)

    Begeleid wonen

    Belanghebbende komt in aanmerking voor begeleid wonen indien:

    • 1.

      Belanghebbende 18 jaar en ouder is al dan niet met kinderen;

    • 2.

      Belanghebbende dak- of thuisloos is in de zin van het (nog) niet kunnen hebben van een zelfstandig huurcontract op eigen naam;

    • 3.

      De verblijfsduur van een jaar, met een eventuele gemotiveerde verlenging van een half jaar, niet is verstreken.

5. Vaststelling en innen eigen bijdrage en registratie

De eigen bijdrage wordt vastgesteld en geïnd, conform de Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente ’s-Hertogenbosch 2014.

De instelling geeft toelatings- of afwijzingsbeschikkingen af aan de belanghebbende. De afgegeven beschikkingen worden door de instelling geregistreerd en zijn opvraagbaar voor de gemeente. De instelling registreert het aantal aanvragen, het aantal afgegeven toelatingsbeschikkingen en het aantal afwijzingsbeschikkingen alsmede de motivatie voor afwijzingen.

6. Meest kansrijke regio voor maatschappelijke opvang

Toelichting: Deze eis wordt gesteld omdat de kans op een succesvol traject voor de belanghebbende het grootst is in een regio, waar belanghebbende binding heeft. In verband met de eis van landelijke toegankelijkheid uit artikel 20, zesde lid, Wmo, is wel de volgende kanttekening te maken. Wanneer een persoon géén (vaststelbare) regiobinding heeft ergens in Nederland, wordt nagegaan in welke gemeente de cliënt het meest kans rijk is in de opvangvoorziening. In dat geval kan dit criterium niet zonder meer gebruikt worden om betrokkene toegang tot de opvang in ‘s-Hertogenbosch te weigeren.

  • 1.

    Er is sprake van een kansrijk traject in de regio Den Bosch indien belanghebbende voldoet aan tenminste één van de volgende criteria:

    • -

      de cliënt heeft gedurende drie jaar voorafgaand aan het moment van aanmelding minimaal twee jaar aantoonbaar zijn of haar hoofdverblijf in de centrumgemeente of regio gehad. Dit moet blijken uit inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie of het bekend en geregistreerd zijn bij zorginstellingen;

    • -

      de aanwezigheid van een positief sociaal netwerk (familie en vrienden);

    • -

      bekendheid bij de zorginstellingen of MO-instellingen;

    • -

      bekendheid bij de politie;

    • -

      geboorteplaats;

    • -

      redenen om de cliënt uit zijn oude sociale netwerk te halen.

  • 2.

    Als uit het onderzoek volgt dat de maatschappelijke opvang het beste in een andere regio kan plaatsvinden, neemt de instelling contact op met de centrumgemeente betreffende centrumgemeente voor het organiseren van een (warme) overdracht van de cliënt. De warme overdracht bestaat uit het maken van afspraken over de datum van overdracht, de instelling die de cliënt opneemt, de wijze van vervoer en eventuele reisbegeleiding en de overdracht van de persoonlijke gegevens.

  • 3.

    Als de cliënt niet in een andere centrumgemeente tot de maatschappelijke opvang wordt toegelaten, wordt hij (indien capaciteit beschikbaar is) tijdelijk toegelaten tot de maatschappelijke opvang in de gemeente.

Ondertekening

de secretaris, de burgemeester,
mr.drs. I.A.M. Woestenberg, mr.dr. A.G.J.M. Rombouts