Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluitnadere regels maatschappelijkeondersteuning‘s-Hertogenbosch2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluitnadere regels maatschappelijkeondersteuning‘s-Hertogenbosch2018

Het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,

In zijn vergadering van 19 december 2017,

Gezien het voorstel met reg.nr. 7502386

Besluit

de wijzigingen Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente ’s-Hertogenbosch 2018 vast te stellen en per 1 januari 2018 in werking te laten treden.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      kleinschalig woonini ti atief: een woonsituatie op basis van een particulier initiatief waarbij minimaal drie en maximaal zesentwintig bewoners een persoonsgebonden budget als bedoeld in de wet ontvangen voor ondersteuning en hiervoor door bundeling van persoonsgebonden budgetten gezamenlijk de ondersteuning inkopen, én waarbij de bewoners verblijven op één woonadres als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet basisregistratie personen, of op verschillende woonadressen binnen een straal van honderd meter, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.

    • b.

      v erordening: de geldende verordening maatschappelijke ondersteuning ‘s-Hertogenbosch.

  • 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget

Paragraaf 1 Controle en Verantwoording pgb

Artikel 2.1 Verantwoording en controle

  • 1. Iedere cliënt legt verantwoording af over (de besteding van) het persoonsgebonden budget.

  • 2. De cliënt hoeft van het persoonsgebonden budget 1,5% per jaar niet te verantwoorden, met een minimum van € 250,- en een maximum van € 1250,- per jaar. Dat bedrag is bedoeld voor (kleine) uitgaven en administratieve kosten die te maken hebben met het PGB. Ook de kosten voor arbeidsbemiddeling van een bemiddelingspartij (met een Per Saldo Keurmerk), vallen hieronder.

  • 3. De controle van de verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college kan steekproefgewijs plaatsvinden na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.

  • 4. De controle richt zich op de besteding van het doel van het persoonsgebonden budget. Er vindt geen controle plaats of het aantal geïndiceerde uren ook overeenstemt met het aantal door de PGB budgethouder ingekochte zorguren. Indien uit de gegevens van de sociale verzekeringsbank blijkt dat binnen een half jaar geen besteding heeft plaatsgevonden, vindt in overleg met de belanghebbende burger beëindiging of omzetting naar hulp in natura plaats. De gemeente controleert het gebruik van het persoonsgebonden budget per kalenderjaar. Bij onderbesteding > 25% volgt een overleg met de PGB budgethouder naar de oorzaak van de onderbesteding.

Paragraaf 2 Voeren van een huishouden

Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1. De omvang van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld in uren per week.

  • 2. Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor ‘Hulp bij het huishouden’ bedraagt maximaal:

    • a.

      € 19,- per uur indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT).

    • b.

      € 16,- per uur indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt.

    • c.

      € 12,50 per uur indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt.

Paragraaf 3 Het hebben van zelfregie over het dagelijkse leven, het hebben van dagstructuur en het ontlasten van mantelzorgers

Artikel 2.3 Persoonsgebonden budget begeleiding

  • 1. De omvang van het persoonsgebonden budget begeleiding is afgeleid van de tarieven (in klassen) zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteerde.

  • 2. In bijlage 2 zijn de pgb tarieven in klassen opgenomen.

Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget dagbestedimg

  • 1. De omvang van het persoonsgebonden budget dagbesteding is afgeleid van de tarieven (in klassen) zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteerde.

  • 2. In bijlage 2 zijn de pgb tarieven in klassen opgenomen.

Artikel 2.5 Persoonsgebonden budget kortdurend verblijf

Het persoonsgebonden budget voor kortdurend verblijf bedraagt maximaal:

  • a.

    € 101,00 per dag indien de cliënt een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT).

  • b.

    € 85,85 per dag indien de cliënt een zzp’er of zorgorganisatie die een lagere cao hanteert, inschakelt.

  • c.

    € 30,00 per dag indien de cliënt iemand uit het sociaal netwerk inschakelt.

Paragraaf 4 Normaal gebruik van de woning

Artikel 2.6 Persoonsgebonden budget woonvoorzieningen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor de verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt maximaal € 2.500,-.

  • 3. Het persoonsgebonden budget voor het bezoekbaar maken van een woonruimte bedraagt maximaal € 2.300,-.

Paragraaf 5 Verplaatsen in en om de woning

Artikel 2.7 Persoonsgebonden budget rolstoelen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. Het persoonsgebonden budget voor een aanpassing van een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud en verzekering, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 3. In bijlage 1 zijn de pgb tarieven voor rolstoelen opgenomen. De PGB budgethouder is zelf verantwoordelijk om hiervoor een passende voorziening aan te schaffen en gedurende een periode van zeven jaar in stand te houden. Voor kinderrolstoelen geldt een gebruikersduur van 5 jaar.

Paragraaf 6 Lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Artikel 2.8 Persoonsgebonden budget vervoersvoorziening

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor de vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de prijs van de goedkoopst passende voorziening, inclusief kosten van onderhoud, verzekering en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier betaald zou worden.

  • 2. In bijlage 1 zijn de PGB-tarieven voor vervoersvoorzieningen opgenomen. De PGB budgethouder is zelf verantwoordelijk om hiervoor een passende voorziening aan te schaffen en gedurende een periode van zeven jaar in stand te houden. Voor vervoersvoorzieningen voor kinderen geldt een gebruikersduur van 5 jaar.

  • 3. In afwijking van lid 1 bedraagt het persoonsgebonden budget bedraagt:

    • a.

      voor gebruik van een eigen auto maximaal € 600,- per jaar.

    • b.

      voor gebruik van een rolstoeltaxi maximaal € 300,- per jaar.

    • c.

      voor gebruik van een bruikleenauto maximaal € 350,- per jaar.

Paragraaf 7 Onderhouden van sociale contacten

Artikel 2.9 Sportvoorziening

Via de hulpmiddelenleverancier (wheels2sport) kan een cliënt gratis een half jaar een sporthulpmiddel uitproberen. Daarna kan via een persoonsgebonden budget een sportvoorziening worden aangeschaft.

Een persoonsgebonden budget voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 3000,-. Dit bedrag is bedoeld als vergoeding in aanschaf, onderhoud en reparatie van de sportvoorziening voor een periode van drie jaar. In bijzondere situaties kan van dit bedrag afgeweken worden.

Paragraaf 8 Beschermd wonen

Artikel 2.10 Beschermd wonen

  • 1. Het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen bedraagt maximaal:

    • a.

      € 40.000 per jaar voor beschermd wonen all-inclusive.

    • b.

      € 30.000 per jaar voor beschermd wonen thuis.

    • c.

      € 16.000 per jaar voor beschermd wonen begeleid.

  • 2. De in het eerste lid genoemde bedragen worden opgehoogd met een bedrag van € 4.000 indien het pgb wordt besteed bij een kleinschalig wooninitiatief.

  • 3. Pgb-budgethouders met overgangsrecht behouden hun pgb budget beschermd wonen tot uiterlijk 1-1-2020, behalve als de indicatie eerder stopt of als cliënt nieuw aanbod van de gemeente krijgt waarmee cliënt akkoord gaat. Voor pgb-houders zonder overgangsrecht geldt het budget voor de looptijd zoals in de beschikking staat aangegeven.

Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten

Artikel 3.1 Bijdrage in de kosten

  • 1. De kostprijs is:

    • a.

      € 14,00 per uur voor huishoudelijke hulp.

    • b.

      € 14,00 per uur voor begeleiding.

    • c.

      € 14,00 per dagdeel voor dagbesteding.

    • d.

      € 14,00 per etmaal voor kortdurend verblijf.

    • e.

      € 14,00 per uur voor beschermd wonen thuis.

    • f.

      € 4.650 voor een scootmobiel.

    • g.

      € 2.500 voor een fietsvoorziening.

    • h.

      € 3.200 voor een traplift.

    • i.

      € 1.500 voor overige Wmo hulpmiddelen (douche en toilet, tillift e.d)

    • j.

      De kostprijs van een woningaanpassing is gelijk aan de prijs waarvoor de gemeente de voorziening in natura of pgb verstrekt

  • 2. De klant betaalt aan eigen bijdrage nooit meer dan de hierboven genoemde maximale kostprijs.

  • 3. Cliënten met een verzamelinkomen tot 110% van het sociaal minimum, krijgen wel een eigen bijdrage (fictief) opgelegd krijgen door het Centraal Administratie Kantoor doch deze in opdracht van de gemeente niet wordt geïnd. Voor 2018 gelden de volgende inkomensgrenzen voor dit minimabeleid:

    Gezinssamenstelling

    Inkomensgrens

    Eenpersoonshuishouden jonger dan 65 jaar

    € 20.967

    Eenpersoonshuishouden, ouder dan 65 jaar

    € 16.018

    Meerpersoonshuishouden, jonger dan 65 jaar

    € 35.175 (overeenkomstig landelijke maatregel)

    Meerpersoonshuishouden, 65 jaar en ouder

    € 22.117

     

Hoofdstuk 4 Mantelzorgwaardering en -ondersteuning

Artikel 4.1 Jaarlijkse blijk van waardering mantelzorgers

  • 1. De waardering voor mantelzorgers vindt plaats door:

    • a.

      een individuele blijk van waardering in de vorm van een waardebon van € 50,00, en

    • b.

      een collectieve blijk van waardering aan mantelzorgers tijdens de jaarlijkse nationale Dag van de Mantelzorg.

  • 2. De criteria om in aanmerking te komen voor de individuele blijk van waardering zijn opgenomen in de beleidsregels Wmo gemeente ’s-Hertogenbosch 2015.

Artikel 4.2 Mantelzorgondersteuning

Een mantelzorger kan tegen gereduceerd tarief van € 5,50 per uur hulp bij het huishouden en aanvullende diensten als tuinonderhoud en ramen wassen afnemen van de zorgcoöperatie Den Bosch.

De jaarlijkse lidmaatschapskosten voor de zorgcoöperatie bedragen € 10,-

De specifieke criteria voor deze mantelzorgregeling zijn opgenomen in de beleidsregels Wmo gemeente ’s-Hertogenbosch 2017.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Overgangsrecht

Het Financieel Besluit Wmo gemeente ‘s-Hertogenbosch 2015 wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van dit besluit, met dien verstaande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van voorzieningen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn verstrekt, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

artikel 5.3 Citeertitel

Deze besluit wordt aangehaald als “Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning ‘s-Hertogenbosch 2018”.

Ondertekening

De secretaris,
Mr.drs. I.A.M. Woestenberg
De burgemeester,
Drs. J.M.L.N. Mikkers

Bijlage 1: Pgb tarieven rolstoelen, vervoersvoorzieningen en overige hulpmiddelen Wmo

1

Handbewogen rolstoelen

type voorziening

All-in Huurprijs per maand

Termijn economische afschrijving in maanden1

PGB-tarief

1.a

Hoepelrolstoel incidenteel of actief gebruik, vouwbaar

rolstoel

€ 24,09

84

€2.024,00

1.b

Rolstoel, permanent; vast frame

rolstoel

€ 59,52

84

€5.000,00

1.c

Hoepelrolstoel, (semi) permanent gebruik

rolstoel

€ 24,09

84

€2.024,00

1.d

Vastframe hoepelrolstoel actief gebruik

rolstoel

€ 59,52

84

€5.000,00

2

Elektrische rolstoelen

2.a

Binnenshuis en directe woonomgeving

rolstoel

€ 145,96

84

€12.260,64

2.b

Binnen- en buitenshuis

rolstoel

84

3

Scootmobielen

3.a

Max. 10 km

vervoer

€ 77,50

84

3.b

Max 12km

vervoer

84

€ 6.510,00

3.c

Max. 15 km

vervoer

84

4

Driewielfietsen

4.a

Volwassenen

vervoer

€ 52,37

84

€ 4.399,08

4.c

Elektr. Volwassenen

vervoer

84

5

Tilliften

5.a

Tilliften passief

overig

€ 50,71

84

€ 4.259,64

5.b

Tilliften actief

overig

84

6.

Overige

6.d

Handbike aankoppeldeel voor rolstoel

overig

€ 98,62

84

€ 8.284,08

6.e

Aandrijfunit duw rolstoelen

overig

€ 26,64

84

€ 2.237,76

6.f

Aandrijfunit op achterwielen hoepelrolstoelen

overig

€ 145,32

84

€12.206,88

6.h

Tandemfiets volwassenen

vervoer

€ 82,49

84

€ 6.929,16

6.i

Fiets met elro trapondersteuning

vervoer

€ 91,56

84

€ 7.691,04

6.j

Badliften

woon

€ 11,77

60

€ 1.500,00

6.k

Douche- en Toilethulpmiddelen

woon

€ 42,79

60

€ 1.750,00

Kindervoorzieningen

6.a

kinderduwwandelwagens

vervoer

€ 50,82

60

€ 3.049,20

6.b

Kinder rolstoelen

rolstoel

€ 70,79

60

€ 4.247,40

6.c

Kinder autozitjes

vervoer

€ 46,23

60

€ 2.773,80

2.c

Kinderen elektrische rolstoelen

rolstoel

€ 145,96

60

€ 8.757,60

4.b

Kinderen driewielfietsen

vervoer

€ 52,37

60

€ 3.142,20

6.g

Tandemfiets kinderen

vervoer

€ 77,94

60

€ 4.676,40

Bijlage 2: Pgb tarieven Wmo diensten

Dagbesteding

Klasse

Dagdelen per week*

Max. pgb per jaar bij inschakeling zorgorganisatie

Max. pgb per week inschakeling zorgorganisatie

Korting 15% bij inschakeling andere zorgorganisatie of zzp'er. Max. per week

Korting 50% met een max. van € 20,- per uur bij inschakeling sociaal netwerk. Max. per week.

1

1

€ 2.340,00

€ 45,00

€ 38,25

€ 22,50

2

2

€ 4.680,00

€ 90,00

€ 76,50

€ 45,00

3

3

€ 7.020,00

€ 135,00

€ 114,75

€ 67,50

4

4

€ 9.360,00

€ 180,00

€ 153,00

€ 90,00

5

5

€ 11.700,00

€ 225,00

€ 191,25

€ 112,50

6

6

€ 14.040,00

€ 270,00

€ 229,50

€ 135,00

7

7

€ 16.380,00

€ 315,00

€ 267,75

€ 157,50

8

8

€ 18.720,00

€ 360,00

€ 306,00

€ 180,00

9

9

€ 21.060,00

€ 405,00

€ 344,25

€ 202,50

*Toeslag vervoer € 5,33 per dagdeel

Begeleiding

Klasse

Uren per week

Max. pgb per jaar bij inschakeling zorgorganisatie

Max. pgb per week inschakeling zorgorganisatie

Korting 15% bij inschakeling andere zorgorganisatie of zzp'er. Max. per week

Korting 50% met een max. van € 20,- per uur bij inschakeling sociaal netwerk. Max. per week.

1

0 -1,9

€ 2.340,00

€ 45,00

€ 38,25

€ 22,50

2

2 - 3,9

€ 7.020,00

€ 135,00

€ 114,75

€ 67,50

3

4 - 6,9

€ 12.870,00

€ 247,50

€ 210,38

€ 123,75

4

7 - 9,9

€ 19.890,00

€ 382,50

€ 325,13

€ 191,25

5

10 - 12,9

€ 26.910,00

€ 517,50

€ 439,88

€ 258,75

6

13 - 15,9

€ 33.930,00

€ 652,50

€ 554,63

€ 326,25

7

16 - 19,9

€ 42.120,00

€ 810,00

€ 688,50

€ 405,00

8

20 - 24,9

€ 52.650,00

€ 1.012,50

€ 860,63

€ 506,25

Gedifferentieerde tariefstelling

Er is sprake van een gedifferentieerde tariefstelling voor het persoonsgebonden budget diensten, met uitzondering van beschermd wonen:

  • a.

    Een PGB budgethouder die een zorgorganisatie inschakelt met medewerkers in loondienst met de voor de sector toepasselijke cao (veelal VVT), kan het maximum (100%) PGB-tarief ontvangen.

  • b.

    Inschakeling van een zzp’er, personen (niet zijnde uit iemands sociaal netwerk) die in loondienst zijn bij de budgethouder, zorgorganisatie die arbeidsvoorwaarden met lagere loonschalen hanteert, leidt agv aannemelijke minderkosten, tot een verlaging van het maximum PGB-tarief met 15%.

  • c.

    Bij inschakeling van iemand uit het sociaal netwerk door een PGB budgethouder geldt een korting op het PGB-tarief van 50%. Dit met een maximum van € 20,- per uur en bij kortdurend verblijf maximaal € 30,- per etmaal (zie overeenkomstig PGB tarief Wet langdurige zorg voor hulp van niet professionele zorgverleners).

  • d.

    De genoemde kortingspercentages gelden als uitgangspunt. Indien de PGB budgethouder kan aantonen dat in zijn situatie het PGB-tarief niet toereikend is om passende ondersteuning in te kopen, kan aanpassing plaatsvinden.

  • e.

    Het PGB kan vastgesteld worden op basis van een combinatie van tarieven als de diensten geleverd worden door verschillende soorten zorgverleners.