Aanwijzingsbesluit ligplaatsen woonschepen

Burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch, overwegende dat de Algemene Plaatselijke Verordening 1996 (APV) in artikel 121, eerste lid bepaalt dat het verboden is met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door hen aangewezen gedeelten van openbaar water; dat zij het wenselijk achten om in afwachting van de ontwikkeling van nieuw beleid inzake ligplaatsen, slechts een tweetal locaties aan te wijzen, die geschikt en bestemd zijn voor woonboten, zijnde vaartuigen die uitsluitend of hoofdzakelijk als woning worden gebezigd of tot woning bestemd; dat zij krachtens artikel 121, tweede lid APV de bevoegdheid hebben aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid van artikel 121 APV aangewezen gedeelten van openbaar water:

• a.

  nadere regels te stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

• b.

  beperkingen te stellen naar soort en aantal vaartuigen;

besluiten voor al het openbaar water in ’s-Hertogenbosch krachtens artikel 121, tweede lid APV, letter b te bepalen dat de vaartuigen waarmee ligplaats wordt ingenomen geen woonboten mogen zijn behalve op de locaties:

• a.

  Industriehaven langs de Oude Engelenseweg, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening en voorzover het de 11 woonboten betreft binnen de aangewezen strook met de huisnummers Oude Engelenseweg 15, 21, 23, 25, 27 , 29, 31, 31a, 31b, 33 en 35;

• b.

  Binnenhaven langs de Brede Haven, voor zover toegestaan krachtens bestemmingsplan zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening.