Beleidslijn gebiedsontzeggingen Burgemeester 's-Hertogenbosch

Inleiding

Artikel 63B van de Algemene plaatselijke verordening ’s-Hertogenbosch 1996 opent voor de burgemeester van ’s-Hertogenbosch de mogelijkheid om gebiedsontzeggingen op te leggen aan personen die strafbare feiten plegen. De burgemeester kan dit doen in het belang van:

• -

  de openbare orde,

• -

  het voorkomen of beperken van overlast,

• -

  het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat,

• -

  de veiligheid van personen of goederen,

• -

  de gezondheid,

• -

  de zedelijkheid.

De volledige tekst van artikel 63B luidt als volgt:

Artikel 63B Gebiedsontzeggingen

• 1.

  De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid, aan degene die een strafbaar feit pleegt, een verbod opleggen om zich gedurende 24 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen waar, of in de nabijheid waarvan, het feit is gepleegd;

• 2.

  De burgemeester kan, met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen, aan degene aan wie eerder een verbod als bedoeld in het eerste lid is opgelegd en ten aanzien van wie wordt geconstateerd, dat hij opnieuw een strafbaar feit pleegt, een verbod opleggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van ten hoogste vier weken te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen waar, of in de nabijheid waarvan, het feit is gepleegd.

• 3.

  Een verbod als genoemd in het tweede lid kan slechts worden opgelegd indien het strafbare feit wordt geconstateerd binnen zes maanden na het opleggen van een eerder verbod op grond van het eerste of tweede lid;

• 4.

  De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid genoemde verboden indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is, of in verband met de in het eerste lid genoemde belangen verantwoord;

• 5.

  Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod.

  De bedoeling van deze bepaling is, de burgemeester een instrument in handen te geven waarmee hij met name in uitgaansgebieden en in woongebieden het risico op herhaling van strafbaar gedrag in individuele gevallen zo veel mogelijk kan beperken. In deze beleidslijn is aangegeven hoe de burgemeester van ’s-Hertogenbosch omgaat met de mogelijkheden die artikel 63B hem biedt bij het beperken van de bewegingsvrijheid van personen om daardoor herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen.

Strafbare feiten

De volgende strafbare feiten (misdrijven en overtredingen) houden verband met de door artikel 63 B te beschermen belangen en zijn aanleiding voor het opleggen van gebiedsontzeggingen.

• Delicten tegen de openbare orde

• Delicten tegen het openbaar gezag

• Belediging

• Vermogensdelicten

• Geweldsdelicten

• Drugsdelicten

• Zedendelicten

• Milieudelicten

• Verboden wapenbezit

Eerst waarschuwen

Onverlet eventueel strafrechtelijk optreden komt iemand die een strafbaar feit pleegt dat valt onder bovenstaande opsomming, in beginsel in aanmerking voor de waarschuwing dat bij een volgend strafbaar feit toepassing van artikel 63B van de APV kan volgen. Deze waarschuwing wordt mondeling door een politie-ambtenaar gegeven bij de constatering van het strafbaar feit indien deze op grond van feiten en omstandigheden de inschatting maakt dat een reële recidivekans aanwezig is.

De waarschuwing houdt in dat de desbetreffende persoon in kennis wordt gesteld van de mogelijkheid dat aan hem door of namens de burgemeester een gebiedsontzegging kan worden opgelegd op grond van artikel 63B van de APV. En dat daartoe onmiddellijk zal worden overgegaan indien de betrokkene binnen 6 maanden opnieuw een strafbaar feit pleegt dat onder bovenstaande opsomming valt. Alle relevante gegevens zoals personalia, plaats en aard van het delict en het geven van de waarschuwing, worden door de politie geregistreerd.

Indien niet tijdens maar na afloop van de periode van 6 maanden weer een strafbaar feit wordt gepleegd volgt opnieuw een waarschuwing. Indien wordt geseponeerd of in een eventuele strafzaak geen veroordeling volgt, wordt de waarschuwing geacht niet te zijn gegeven.

Dan gebiedsontzegging 24 uur

Indien iemand, na gewaarschuwd te zijn, binnen 6 maanden opnieuw een strafbaar feit pleegt dat valt onder bovenstaande opsomming, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 24 uur op de openbare weg te bevinden binnen een gebied en op tijden zoals in het verbod nader zijn bepaald. Dit verbod wordt namens de burgemeester in mandaat opgelegd door de districtschef of door politieambtenaren die daartoe door de districtschef zijn aangewezen. Betrokkene wordt vooraf in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze daarop kenbaar te maken aan de politieambtenaar. Indien dat in verband met bijzondere omstandigheden noodzakelijk is wordt het verbod beperkt overeenkomstig artikel 4:84 Awb. Daarvan is in ieder geval sprake wanneer de betrokkene in het verboden gebied woont. In dat geval wordt zonodig een toegangsroute van en naar zijn woonadres van het verbod uitgezonderd. Het opleggen van het verbod geschiedt schriftelijk namens de burgemeester. Uit het verbod blijkt, dat de overtreder korter dan 6 maanden geleden is gewaarschuwd, waarom en met ingang van welk tijdstip het verbod is opgelegd en voor welk gebied en welke ren het geldt. Het verbod bevat tevens de mededeling dat betrokkene binnen 6 weken bezwaar kan maken bij de burgemeester op grond van de Awb. Het verbod van de burgemeester wordt in persoon uitgereikt, of op het adres van betrokkene persoonlijk bezorgd door politieambtenaren die daartoe door de districtschef zijn aangewezen. Het uitreiken of bezorgen wordt geregistreerd. Ook alle overige relevante gegevens worden door de politie geregistreerd. Het gebied waarvoor het verbod geldt wordt op een bij het besluit behorende plattegrond duidelijk gemarkeerd, is gerelateerd aan het belang dat met het verbod wordt gediend en is niet groter dan 1500 x 1500 meter. Alle relevante gegevens worden door de politie geregistreerd.

Zo nodig gebiedsontzegging 4 weken

Indien iemand binnen 6 maanden nadat hem een gebiedsontzegging voor 24 uur is opgelegd, in dat gebied, opnieuw een strafbaar feit pleegt dat valt onder bovenstaande opsomming, deelt de politie onmiddellijk mondeling namens de burgemeester aan betrokkene mee dat hem in beginsel een gebiedsontzegging van maximaal vier weken te wachten staat. Betrokkene wordt daarbij in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze daarop kenbaar te maken aan de politieambtenaar. De politiedistrictschef rapporteert zo spoedig mogelijk aan de burgemeester over het hernieuwd plegen van een strafbaar feit en maakt daarbij melding van de zienswijze van betrokkene op het voornemen tot het opleggen van een gebiedsontzegging voor maximaal vier weken.

De burgemeester legt de pleger van het strafbare feit schriftelijk een verbod op om zich op de openbare weg te bevinden binnen een gebied, gedurende de periode en op tijden zoals die in het verbod zijn bepaald.

Alleen indien dat in verband met bijzondere omstandigheden noodzakelijk is wordt het verbod beperkt. Daarvan is in ieder geval sprake wanneer de betrokkene in het verboden gebied woont. In dat geval wordt zonodig een toegangsroute van en naar zijn woonadres van het verbod uitgezonderd. Bijzondere omstandigheden kunnen eventueel ook leiden tot andere beperkingen. Bij het opleggen van het verbod wordt aangegeven waarom en met ingang van welk tijdstip het is opgelegd, voor welk gebied het geldt en dat betrokkene binnen 6 weken bezwaar kan maken bij de burgemeester op grond van de Awb. Het verbod van de burgemeester wordt in persoon uitgereikt, of op het adres van betrokkene persoonlijk bezorgd door politieambtenaren die daartoe door de districtschef zijn aangewezen. Het uitreiken of bezorgen wordt geregistreerd. Ook alle overige relevante gegevens worden door de politie geregistreerd. Het gebied waarvoor het verbod geldt wordt op een bij het besluit behorende plattegrond duidelijk gemarkeerd, is gerelateerd aan het belang dat met het verbod wordt gediend en is niet groter dan 1500 x 1500 meter.

Handhaving

Handelen in strijd met een opgelegd verbod is in artikel 63 B zelf verboden. Handhaving van een gebiedsontzegging gebeurt strafrechtelijk.