Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van Lijkbezorgingsrechten 2010

Geldend van 04-03-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Lijkbezorgingsrechten 2010

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

d.d. 1 februari 2010, nummer 2010/28

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010“

(Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

  • de begraafplaats te Anloo, Gasselte, Gasselternijveen, Gieten, Gieterveen (Broek, Streek), Grolloo en Rolde;

  • b.

    particulier graf:

  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstooien van as;

  • c.

    particuliere grafkelder:

  • een water- en vloeistofdichte betonnen of gemetselde ruimte onder het maaiveld, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.

  • d.

    particulier kindergraf:

  • een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken of menselijke vruchten van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • e.

    particulier urnengraf:

  • een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    particuliere urnennis:

  • een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    asbus:

  • een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn:

  • een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats:

  • een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek.

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010” van 11 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze, gehouden op
17 februari 2010.
De griffier, De wnd. Voorzitter,
T. Santes H. Schrotenboer

Tarieventabel behorende bij de "Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010"

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

 

1.1.1

voor een periode van 30 jaar enkeldiep

€ 1963.05

1.1.2

voor het verlengen van de periode enkeldiep met 5 jaar

€ 400,00

1.1.3

voor het verlengen van de periode enkeldiep met 10 jaar

€ 660,90

1.1.4

voor het verlengen van de periode enkeldiep met 20 jaar

€ 1.300,00

1.1.5

voor een periode van 30 jaar dubbeldiep

€ 2.500,00

1.1.6

voor het verlengen van de periode dubbeldiep met 5 jaar

€ 600,00

1.1.7

voor het verlengen van de periode dubbeldiep met 10 jaar

€ 1.000,00

1.1.8

voor het verlengen van de periode dubbeldiep met 20 jaar

€ 1.900,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf of urnengraf wordt geheven:

 

1.2.1

voor een periode van 30 jaar

€ 991,35

1.2.2

voor het verlengen van de periode met 5 jaar

€ 200,00

1.2.3

voor het verlengen van de periode met 10 jaar

€ 330,50

1.2.4

voor het verlengen van de periode met 20 jaar

€ 650,00

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven:

 

1.3.1

voor een periode van 10 jaar

€ 474,30

1.3.2

voor een periode van 20 jaar

€ 948,65

1.3.3

voor een periode van 30 jaar

€ 1.422,95

1.3.4

voor het verlengen van de periode met 5 jaar

€ 300,00

1.3.5

voor het verlengen van de periode met 10 jaar

€ 474,30

1.3.6

voor het verlengen van de periode met 20 jaar

€ 900,00

1.4

Voor een vergoeding voor een gedenkplaat ten behoeve van een urnennis wordt geheven:

€ 118,90

1.5

Voor het verlenen van het recht op een verstrooiingsplaats wordt geheven:

 

1.5.1

voor een periode van 30 jaar

€ 79,45

1.5.2

voor een periode van 40 jaar

€ 119,30

1.5.3

voor het verlengen van de periode met 10 jaar

€ 39,80

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk of menselijke vrucht wordt geheven:

 

2.1.1

Voor een persoon van 12 jaar en ouder

€ 493,70

2.1.2

Voor een kind tussen 1 en 12 jaar

€ 246,30

2.1.3

Voor een kind of levenloos geborene beneden één jaar

€ 180,75

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een particuliere urnennis

€ 47,00

3.1.2

op een particulier urnengraf

€ 47,00

3.1.3

in een particulier urnengraf

€ 128,55

3.1.4

op een particulier graf

€ 47,00

3.1.5

in een particulier graf

€ 191,00

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 e.v. van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Aa en Hunze, wordt geheven:

 

4.1

voor de aanleg van een grafkelder

€ 156,50

4.2

voor de aanleg van een urnenkelder

€ 90,85

4.3

voor het plaatsen van een grafbedekking

€ 81,25

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van particuliere graven en urnennissen

 

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven, urnengraven en urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 4,65

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

6.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 493,70

6.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander particulier graf wordt geheven

€ 740,00

6.3

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende/rechthebbende wordt geheven

€ 493,70

6.4

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

6.4.1

in een particulier graf

€ 313,40

6.4.2

in een particulier urnengraf

€ 129,10

6.4.3

op een verstrooiingsplaats

€ 62,65

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1

Voor het opbaren van een lijk of menselijke vrucht in een opbaarruimte wordt geheven:

 

7.1.1.

per etmaal of gedeelte daarvan

€ 62,65

7.1.2.

maximaal

€ 287,40

7.2

Voor het gebruik van de aula voor rouwbezoeken en uitvaarten wordt geheven:

 

7.2.1

per keer

€ 109,60

7.3

Voor het gebruik van de graflift wordt geheven

€ 95,25

7.4

Voor het luiden van de klok wordt geheven

€ 18,95

Behorend bij raadsbesluit van 17 februari 2010

De griffier,

T. Santes