Handhavingverordening Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen (IOAZ) Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers (IOAW) Gemeente Aa en

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Handhavingverordening Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen (IOAZ) Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers (IOAW) Gemeente Aa en

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

d.d. 27 maart 2012, nummer 2012/24d;

besluit:

vast te stellen:

Handhavingverordening Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen (IOAZ) Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers (IOAW) Gemeente Aa en Hunze 2012

Artikel 1 Definities.

Voor de betekenis van de in deze verordening genoemde begrippen wordt verwezen naar de begripsomschrijvingen van de relevante wetten alsmede de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    De WWB: de Wet werk en bijstand;

  • 2.

    IOAZ: Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Gewezen Zelfstandigen;

  • 3.

    IOAW: Inkomensvoorziening voor Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze Werknemers;

  • 4.

    Langdurigheidstoeslag: de toeslag als bedoeld in artikel 36 WWB;

  • 5.

    Uitkering: algemene en bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag op grond van de WWB, een uitkering op grond van de IOAW en een uitkering op grond van de IOAZ;

  • 6.

    College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Aa en Hunze.

Artikel 2 Handhavingplan.

  • 1.

    Het college zorgt, in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen uitkeringen alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de relevante wetten, voor het opstellen van een handhavingplan.

  • 2.

    In het handhavingplan komt op zijn minst tot uitdrukking:

    • a.

      Aanpak fraudepreventie;

    • b.

      Aanpak frauderepressie.

Artikel 3 Afstemming en terugvordering.

  • 1.

    Bij ten onrechte ontvangen uitkeringen ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede bij misbruik en oneigenlijk gebruik van de relevante wetten verlaagt het college deze diverse vormen van uitkeringen conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingverordening(en);

  • 2.

    Terugvordering van ten onrechte ontvangen uitkeringen vindt plaats op grond van de relevante wetsartikelen zoals in de wetten is omschreven. Elke wet heeft hieromtrent een afzonderlijke paragraaf;

  • 3.

    In principe wordt er altijd teruggevorderd met inachtneming van artikel 5 van deze verordening;

  • 4.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot terugvordering.

Artikel 4 Invordering en kwijtschelding.

1. Het college stelt nadere regels met betrekking tot de invordering en kwijtschelding.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden en hardheidclausule.

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding.

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2010

  • 2.

    De handhavingverordening WWB en WIJ vastgesteld op 27 januari 2010 wordt gelijktijdig ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “de Handhavingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op 11 april 2012.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes Drs. H.F. van Oosterhout

TOELICHTING

Vooraf:

Met ingang van 1 januari 2010 is de wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wet BUIG per 1 januari 2010 heeft de gemeente een grotere beleidsmatige rol en financiële verantwoordelijkheid rond de uitvoering van de IOAW, IOAZ en (voor een deel) het Bbz 2004 gekregen.

Door de Wet BUIG wordt het aantal landelijke regels verder teruggedrongen. In de plaats komt een grotere beleidsruimte voor de gemeente. Daardoor wordt het college ook gehouden om op een aantal punten zelf beleid te ontwikkelen.

Daarnaast moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen met betrekking tot:

  • 1.de

    verlaging van uitkeringen IOAW en IOAZ en als gevolg van verwijtbaar handelen van de belanghebbende (maatregelenverordening)

  • 2.

    de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de IOAW en de IOAZ in het kader van het financiële beheer (handhavingverordening).

Waarom deze verordening?

Gelet op de gevolgen van de Wet Buig dient ook de huidige handhavingverordening, van de WWB aangepast te worden. In deze verordening zijn dus ook de wetten IOAZ en IOAW opgenomen. De “oude” verordening komt hiermee te vervallen.

Deze verordening betreft een kaderverordening. Jaarlijks stelt het college een handhavingplan vast waarin minimaal wordt aangegeven de wijze van preventieve en repressieve handhaving. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep doen op de relevante regelgeving en toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde ‘poortwachterfunctie’, dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de uitkering en de controle op het recht op de uitkering bij het zittende bestand'. Repressief beleid, gericht op misbruikbestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van fraudeschulden.