Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Aa en Hunze 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij ricidive gemeente Aa en Hunze 2015

De raad der gemeente Aa en Hunze;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

d.d. 28-10-2014,

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en gelet op artikel 8 lid 1 sub d van de Participatiewet en overwegende dat het noodzakelijk is de wijze waarop handhaving met betrekking tot de uitvoering van de Participatiewet plaatsvindt bij verordening te regelen;

besluit:

in te trekken:

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013;

vast te stellen:

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Aa en Hunze 2015.

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE AA EN HUNZE 2015

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK 2. BESCHERMING BESLAGVRIJE VOET BIJ VERREKENING WEGENS RECIDIVE

Artikel 2. Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. De verrekening gaat in vanaf de eerstvolgende gehele kalendermaand na dagtekening van het besluit.

Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

  • 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de wet.

Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:

  • a.

    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of

  • b.

    anderszins sprake is van dringende redenen.

Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de wet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Aa en Hunze, gehouden op

17 december 2014

De griffier,
Mr. E.P. van Corbach
De voorzitter,
Drs. H.F. van Oosterhout