Regeling vervallen per 01-05-2013

Richtlijn verlaging ouderbijdrage peuterspeelzalen t.b.v. doelgroepkinderen voor het volgen van Voor- en Vroegschoolse Educatie 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-04-2013

Intitulé

Richtlijn verlaging ouderbijdrage peuterspeelzalen t.b.v. doelgroepkinderen voor het volgen van Voor- en Vroegschoolse Educatie 2011

Vastgesteld door het college op 19 juli 2011

Artikel 1 Algemeen

Op basis van deze richtlijn kan aan ouders, met een inkomen tot 10 % boven het sociaal minimum, met een doelgroepkind een gedeeltelijke tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten voor de ouderbijdrage voor drie of vier dagdelen Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) bij de peuterspeelzalen.

Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze richtlijn.

Deze richtlijn is van toepassing op:

  • 1.

    Peuterspeelzalen waar VVE wordt gegeven.

  • 2.

    Ouders / verzorgers met een doelgroepkind die gebruik maken van drie of vier dagdelen VVE.

Artikel 1 Begrippen

In deze richtlijnen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Aalburg;

  • b.

    de doelgroep: ouders met een inkomen tot 10% boven het sociaal minimum, wiens kind doelgroepkind is;

  • c.

    doelgroepkind: kind waarbij er door de deskundige van het consultatiebureau is vastgesteld dat hij/zij een taal/spraak- of een andere ontwikkelingsachterstand heeft en gebruik maakt van drie of vier dagdelen VVE;

  • d.

    peuterspeelzaal: de peuterspeelzaal die gevestigd zijn binnen de gemeente Aalburg en die het VVE-beleid van de gemeente Aalburg uitvoert.

Artikel 2 Beleidsdoel

Het doel van deze richtlijn is het vergroten van de deelname van doelgroepkinderen aan drie of vier dagdelen VVE door middel van het verstrekken van een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten voor de ouderbijdrage voor drie of vier dagdelen aan ouders met een inkomen tot 10% boven het sociaal minimum zodat onderwijsachterstanden worden voorkomen of beperkt.

Artikel 3 Doelgroep

Kinderen bij wie door een deskundige van het consultatiebureau een (taal-)ontwikkelingsachterstand is geconstateerd.

Artikel 4 Voorwaarden

  • a.

    Door de ouder of verzorger van het doelgroepkind wordt een aanvraag ingediend op het door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • b.

    De peuterspeelzaal verstrekt op verzoek van de gemeente gegevens over de doelgroep-kinderen ter controle van de ingediende aanvraag.

  • c.

    De peuterspeelzaal bevestigt de gegevens die zijn ingevuld bij punt 2 van het aanvraagformulier door het ondertekenen van dit onderdeel.

  • d.

    De ouder of verzorger is verplicht wijzigingen die optreden nadat een tegemoetkoming voor de ouderbijdrage is toegekend direct door te geven aan de gemeente. Aan de hand van de nieuwe gegevens wordt beoordeeld of de toegekende bijdrage moet worden aangepast.

  • e.

    De bijdrage wordt maandelijks uitgekeerd aan de ouder of verzorger.

Artikel 5 Hoogte van de tegemoetkoming ouderbijdrage

De gemeente verleent een tegemoetkoming in de kosten van de ouderbijdrage voor de peuterspeel-zalen aan ouders met een inkomen tot 10 % boven het sociaal minimum, van wie hun kind doelgroep-kind is en minimaal drie en maximaal vier dagdelen VVE volgt. Na verstrekking van de tegemoetkoming komt de verschuldigde bijdrage van de ouders overeen met de minimale ouderbijdrage voor de kinderopvang, die jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Wordt drie dagdelen gevolgd dan wordt de ouderbijdrage naar rato doorberekend.

Artikel 6 Duur van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming start in de maand waarop het doelgroepkind wordt aangemeld en waarin het doelgroepkind drie of vier dagdelen VVE volgt. Daarbij geldt dat gedurende maximaal 11 termijnen een bijdrage wordt verleend indien de peuterspeelzaal 11 maanden per jaar een ouderbijdrage in rekening brengt. Wordt de ouderbijdrage gedurende 12 maanden in rekening dan volgt daarvoor ook een tegemoetkoming in 12 termijnen. De bijdrage wordt berekend naar het aantal uren per dagdeel en het aantal te volgen dagdelen. De tegemoetkoming eindigt of wijzigt met ingang van de datum waarop het betreffende doelgroepkind minder dagdelen of uren VVE gaat volgen, de peuterspeelzaal verlaat, of om andere redenen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

Artikel 7 Indienen van de aanvraag

  • a.

    Bij de aanvraag maakt de ouder gebruik van een door het college vastgestelde formulier.

  • b.

    Bij de aanvraag overlegt de ouder of verzorger die stukken die nodig zijn voor het kunnen beoordelen van de aanvraag.

  • c.

    De aanvraag dient binnen vier weken na aanmelding van de doelgroeppeuter voor het derde en of vierde dagdeel ingediend te worden. Voor 2011 kunnen aanvragen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011 worden ingediend.

  • d.

    In individuele gevallen kan het college beslissen om bij bijzondere omstandigheden de verlaging van de ouderbijdrage in afwijking van deze richtlijn vast te stellen.

  • e.

    Binnen vier weken na de datum van indienen nemen burgemeester en wethouders een beslissing op de aanvraag.

Artikel 8 Overige bepalingen

  • a.

    De peuterspeelzaal verstrekt op verzoek van de gemeente gegevens over de doelgroepkinderen waarvoor een aanvraag is binnengekomen, zodat geverifieerd kan worden dat zij daadwerkelijk doelgroepkind zijn en drie of vier dagdelen VVE volgen.

  • b.

    De peuterspeelzaal meldt bij de gemeente per welke datum een doelgroeppeuter waarvoor een verlaging van de ouderbijdrage wordt ontvangen van de peuterspeelzaal gaat.

  • c.

    De bijdrage wordt maandelijks uitgekeerd aan de ouder / verzorger van het doelgroepkind.

Artikel 9 Eigen bijdragen deelnemers

Het college kan bepalen dat voor bepaalde activiteiten een eigen bijdrage moet worden gevraagd.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1.

    Deze richtlijn wordt aangehaald als: “Richtlijn verlaging ouderbijdrage doelgroepkinderen Voor- en Vroegschoolse Educatie 2011”.

  • 2.

    Deze richtlijn treedt in werking (met terugwerkende kracht) tot 1 januari 2011.