Regeling vervallen per 15-01-2019

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Aalburg

Geldend van 01-01-2015 t/m 14-01-2019

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Aalburg

Vastgesteld door gemeenteraad van Aalburg op 16 december 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Participatiewet

    • b.

      Wsw: Wet sociale werkvoorziening

    • c.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

    • d.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

    • e.

      Cliëntenpanel: de vertegenwoordiging van cliënten met een uitkering op grond van de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ of een indicatie op grond van de Wsw

Artikel 2 Samenstelling Cliëntenpanel

  • 1. Het Cliëntenpanel kan bestaan uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en individuele cliënten en bestaat uit minimaal 5 personen

  • 2. Het Cliëntenpanel bepaalt zelf welke personen lid zijn

  • 3. Het Cliëntenpanel draagt er zorg voor dat zijn samenstelling een goede afspiegeling vormt van de doelgroepen waarvoor het panel de belangen behartigt

Artikel 3 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden Cliëntenpanel

  • 1. Het college vraagt bij de voorbereiding van een besluit of beleid, dat van invloed is op de cliënten, advies aan het Cliëntenpanel. Dit geschiedt op een dusdanig tijdstip, dat het advies toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming aan de raad ter beschikking te stellen stukken en op deze manier volwaardig invloed kan hebben op de besluitvorming.

  • 2. Het college informeert het Cliëntenpanel over alle stukken, rapporten, nota’s en dergelijke die het panel kunnen helpen bij het nastreven van het in artikel 3 gestelde doel en zenden deze aan het Cliëntenpanel toe.

  • 3. Indien het college in een voorstel aan de gemeenteraad een advies van het Cliëntenpanel overneemt stelt hij het panel schriftelijk van het besluit op de hoogte.

  • 4. Indien het college in een voorstel aan de gemeenteraad geheel of gedeeltelijk afwijkt van een advies van het Cliëntenpanel, dan wordt dit in het voorstel vermeld, voorzien van de achterliggende motivatie.

  • 5. De adviezen van het Cliëntenpanel zijn openbaar en zijn via de gemeentelijke website te raadplegen.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. Het Cliëntenpanel vergadert vier maal per jaar of zoveel meer als voor een goede uitoefening van zijn taak nodig is.

  • 2. Indien wordt besloten tot stemming over een uit te brengen advies van het Cliëntenpanel, dan is een absolute meerderheid van het aantal aanwezige leden c.q. stemmen vereist voor het uitbrengen van een advies.

  • 3. Er is minimaal een keer per jaar een overleg tussen de betrokken wethouder en het Cliëntenpanel.

  • 4. Het Cliëntenpanel krijgt ondersteuning van een ambtelijk secretaris.

  • 5. De ambtelijk secretaris is geen lid van het Cliëntenpanel.

  • 6. Contacten tussen het Cliëntenpanel en de sector inwoners lopen via de voorzitter en de ambtelijk secretaris. 

  • 7. Wanneer het Cliëntenpanel uit eigen beweging advies uitbrengt gebeurt dit via de voorzitter.

  • 8. De ambtelijk secretaris nodigt het Cliëntenpanel en de betrokken wethouder uit voor het overleg en zorgt dat de agenda en de benodigde stukken tijdig worden verstuurd.

  • 9. De ambtelijk secretaris woont het overleg bij, biedt ondersteuning, maakt de notulen en bewaakt de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen

Artikel 6 Faciliteiten

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg tussen het college en het Cliëntenpanel naar behoren te laten verlopen. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van het Cliëntenpanel. Ter bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten van taken en bevoegdheden van het Cliëntenpanel stelt het college aan het Cliëntenpanel jaarlijks middelen ter beschikking.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

  • 1. Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Voordat het college nadere regels stelt wordt het Cliëntenpanel hierover gehoord.

Artikel 8 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 9 Verantwoording

Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks door middel van het beleidsverslag verantwoording af aan de raad.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening cliëntenparticipatie Sociale Zekerheid vastgesteld 10 juni 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid 2015 gemeente Aalburg.

Algemene Toelichting

Binnen verschillende sociale zekerheidsregelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente, wordt er belang gehecht aan de vormgeving van cliëntenparticipatie. Dit belang wordt groter naarmate de gemeente meer beleidsvrijheid krijgt. Om deze redenen heeft de wetgever in een aantal sociale zekerheidsregelingen de verplichting opgelegd dat de gemeente bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliëntenparticipatie plaatsvindt. Een dergelijke bepaling is opgenomen in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) de Wet sociale werkvoorziening (Wsw).

In de Participatiewet is in artikel 47 de volgende bepaling over cliëntenparticipatie opgenomen.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:

  • 1.

    Vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • 2.

    Worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • 3.

    Deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • 4.

    Onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 5.

    Worden voorzien van de, voor een adequate deelname aan het overleg, benodigde informatie.

 

In zowel de IOAW als de IOAZ is in artikel 42 de volgende bepaling opgenomen.

Het college draagt zorg voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet.

In artikel 2, lid 3 van de Wsw is het volgende vastgelegd.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • 1.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezeten of hun vertegenwoordigers;

  • 2.

    deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • 3.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

In deze verordening wordt vormgegeven aan cliëntenparticipatie ten aanzien van de hierboven genoemde wetten.

 

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de wetten waarop deze verordening betrekking heeft (de Participatiewet, Wsw, IOAW en IOAZ) of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in deze wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de genoemde wetten of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2 Samenstelling Cliëntenpanel

Dit artikel regelt de samenstelling van het Cliëntenpanel sociale zekerheid. Zoals in het eerste lid is bepaald kunnen zowel vertegenwoordigers van belangenorganisaties als individuele cliënten lid zijn van het Cliëntenpanel. De praktijk laat overigens zien dat het aantal individuele cliënten dat de bereidheid heeft om zitting te nemen in het Cliëntenpanel laag is. De gemeente wil geen invloed uitoefenen op de samenstelling van het Cliëntenpanel. In het tweede lid is dan ook bepaald dat het Cliëntenpanel zelf bepaalt welke personen lid kunnen zijn. Wel is in het derde lidbeschreven dat het Cliëntenpanel er wel voor moet zorgen dat zijn samenstelling een goede afspiegeling vormt van de doelgroepen waarvoor het panel de belangen behartigt. Dit betekent dat er voldoende vertegenwoordiging dient te zijn van uitkeringsgerechtigden (de Participatiewet, IOAW, IOAZ) en personen met een Wsw-indicatie.

Artikel 3 Doel cliëntenparticipatie

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van beleidsgebieden waarin de cliënt centraal staat.

 

Artikel 4 Taken en bevoegdheden Cliëntenpanel

Dit artikel bepaalt dat het college tijdig advies vraagt aan het cliëntenpanel zodat het advies volwaardig kan worden meegewogen bij de besluitvorming. Uit het vervolg van artikel 4 in relatie tot artikel 3 valt af te leiden dat het Cliëntenpanel ook een algemene adviserende taak heeft, onder andere betreffende de dienstverlening van de afdeling Sociale Zaken en daarbij ook het recht van initiatief op het brede terrein van de sociale zekerheid.

In het tweede lid is bepaald dat het college alle stukken die nodig zijn voor het in artikel 3 genoemde doel ter beschikking moet stellen. Dit behelst in ieder geval alles aangaande de Participatiewet, Wsw, IOAW en IOAZ. Dit zijn namelijk de onderdelen waarvoor er een wettelijke verplichting is om cliëntenparticipatie vorm te geven Maar dus ook andere sociale zekerheidsregelingen waarvan de uitvoering is neergelegd bij de gemeente. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen of het gemeentelijk minimabeleid dat buiten de wet is vormgegeven. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) behoort in principe niet tot het taakveld van het Cliëntenpanel sociale zekerheid, omdat de Wmo zijn eigen vorm van cliëntenparticipatie kent.

Het derde lid regelt dat het college bij overname van een voorstel van het Cliëntenpanel dit schriftelijk meldt aan het Cliëntenpanel. In de regel gebeurt dit ook als het college het advies geheel of gedeeltelijk niet overneemt, dit is echter niet in de verordening opgenomen. Het college zal bij gehele of gedeeltelijke afwijking van het advies dit in het voorstel vermelden met de achterliggende motivatie.

Lid 5 geeft aan dat de adviezen van het Cliëntenpanel openbaar zijn en via de gemeentelijke website te raadplegen moeten zijn.

 

Artikel 5 Werkwijze

Het eerste lid regelt dat het Cliëntenpanel minimaal vier maal per jaar vergadert.

Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven.

Lid 2 bepaalt dat indien een stemprocedure wordt gestart voor een uit te brengen advies een absolute meerderheid van het aantal aanwezige leden van het Cliëntenpanel c.q. stemgerechtigden nodig is. Concreet houdt dit de helft van het aantal aanwezige leden van het Cliëntenpanel c.q. stemgerechtigden plus één, in. Bij een absolute meerderheid tellen de onthoudingen en de blanco stemmen ook mee om te bepalen of de helft plus 1 bereikt is. Dit in tegenstelling tot een gewone meerderheid.

In lid 3 wordt geregeld dat er minimaal 1 x per jaar overleg is met de portefeuillehouder. Dat betekent dat op afspraak ook vaker een overleg gepland kan worden.

Lid 4 gaat over de ondersteuning van een ambtelijk secretaris. Deze persoon biedt administratieve ondersteuning, maar is geen lid van het Cliëntenpanel. De taken en verantwoordelijkheden zijn voldoende helder beschreven in de overige leden van artikel 5. De ambtelijk secretaris is binnen de ambtelijke organisatie het centrale aanspreekpunt voor het Cliëntenpanel.

 

Artikel 6 Faciliteiten

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met het Cliëntenpanel naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van het Cliëntenpanel. Daarbij kan gedacht worden aan periodieke instructies aan de leden c.q. deelnemende belangengroepen en maatschappelijke organisaties. Ter bestrijding van kosten in verband met de bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten die worden gemaakt in de uitoefening van taken en bevoegdheden van het Cliëntenpanel wordt door het college aan het Cliëntenpanel jaarlijks een vast bedrag ter beschikking gesteld. Het college voert overleg met het Cliëntenpanel over de hoogte en verantwoording van dat bedrag. Het college stelt jaarlijks dat bedrag vast.

Artikel 7 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen. In het tweede lid wordt geregeld dat het Cliëntenpanel hier vooraf over gehoord wordt.

Artikel 8 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de Participatiewet, Wsw, IOAW en IOAZ ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 9 Verantwoording

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen op een goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Om deze reden is in dit artikel bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening. Deze verantwoording wordt afgelegd door middel van het beleidsverslag sociale zekerheid

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting