Regeling vervallen per 15-01-2019

Vastgesteld door de gemeenteraad van Aalburg op 17 november 2015

Geldend van 17-12-2015 t/m 14-01-2019

Intitulé

Vastgesteld door de gemeenteraad van Aalburg op 17 november 2015

Verordening bezwaarschriftencommissie Aalburg 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: Vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften (Vcab);

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college, de burgemeester.

Artikel 2 Taakverdeling commissie

  • 1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet ter voorbereiding van beslissingen op bezwaren tegen besluiten van de bestuursorganen.

  • 2. De commissie bestaat uit Kamer I en Kamer II.

  • 3. Kamer I adviseert over bezwaarschriften op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwzaken, milieu, verkeer, subsidies, onderwijs en algemeen juridische zaken met uitzondering van bezwaarschriften die ingediend zijn tegen besluiten die betrekking hebben op:

    • a.

      belastingverordeningen van de gemeente Aalburg;

    • b.

      de Wet waardering onroerende zaken;

    • c.

      rechtspositionele regelingen voor overheidspersoneel;

    • d.

      het taakgebied van Kamer II.

  • 4. Kamer II is belast met de advisering over bezwaarschriften op het gebied van burgerzaken en sociaal domein, gehandicaptenparkeerkaarten en- plaatsen, alsmede de Verordening leerlingenvervoer.

  • 5. Een Kamer kan bij een complexe zaak beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6. Op de werkwijze van de Kamers is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing, voor zover een huishoudelijk reglement daarin niet voorziet.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. Elke Kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geldt voor de duur van vier jaar. Deze periode kan verlengd worden.

  • 3. De voorzitter van Kamer I is tevens voorzitter van de commissie.

  • 4. Het college benoemt zo nodig en wenselijk op voorstel van een Kamer een of meer plaatsvervangende leden.

  • 5. De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op elk moment om ontslag verzoeken; zij blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 6. De commissie regelt de onderlinge vervanging van de voorzitters en de leden, ingeval van verhindering of ontstentenis.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. Het college zorgt voor een ambtelijk secretaris voor elke Kamer.

  • 2. Het college kan de gemeentesecretaris mandateren personen aan te wijzen die fungeren als ambtelijk secretaris of als plaatsvervanger.

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt door het bestuursorgaan de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bestuursorgaan maakt direct melding van het ontvangen bezwaarschrift bij de vakafdeling en bij het secretariaat van de commissie.

  • 3. Het originele bezwaarschrift, de daarbij horende envelop met poststempel, de daarbij overgelegde stukken en de stukken die van belang zijn geweest bij de voorbereiding van het bestreden besluit worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4. Het bestuursorgaan kan besluiten bezwaarschriften niet aan de commissie ter advisering voor te leggen en deze af te handelen in overleg met de secretaris.

Artikel 6 Uitoefening bevoegdheden

  • 1. De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:14, voor zover de ontvangstbevestiging een bezwaarschrift betreft;

    • d.

      artikel 6:15, alleen doorzending bezwaarschrift naar bevoegd bestuursorgaan;

    • e.

      artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • f.

      artikel 7:4, tweede en zesde lid;

    • g.

      artikel 7:6, tweede en vierde lid;

    van de wet worden voor de toepassing van deze verordening, namens het bestuursorgaan, uitgeoefend door de voorzitter;

  • 2. De voorzitter is bevoegd de uitoefening van deze bevoegdheden in mandaat aan de secretaris over te dragen.

  • 3. De voorzitter is bevoegd de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 8, derde lid, 9 en 17, tweede lid in mandaat aan de secretaris over te dragen.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 8 Horen

  • 1. Het horen van belanghebbenden vindt als regel plaats door middel van een hoorzitting.

  • 2. De voorzitter beslist in uitzonderlijke gevallen over een andere wijze van horen.

  • 3. De voorzitter bepaalt in overleg met het bestuursorgaan plaats en tijdstip van de zitting, waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie namens het bestuursorgaan te laten horen.

  • 4. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 5. Als de voorzitter besluit om van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 9 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbende of de gemachtigde en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie werkdagen na deze mededeling kunnen belanghebbende of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter eenmalig verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen met opgave van verhinderdata.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek tot uitstel wordt uiterlijk een week na de datum van het verzoek aan de belanghebbende en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die hiervoor zijn genoemd.

Artikel 10 Handhaving orde

De voorzitter handhaaft de orde ter zitting en is bevoegd, als de orde op enigerlei wijze wordt verstoord, de ordeverstoorder te verwijderen of te doen verwijderen.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de (plaatsvervangend) voorzitter, aanwezig is. minimaal één lid en in beginsel de (plaatsvervangend) voorzitter aanwezig zijn. Bij afwezigheid van de (plaatsvervangend) voorzitter treedt een lid op als voorzitter.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zittingen van Kamer I zijn openbaar.

  • 2. Een voorstel tot behandeling met gesloten deuren kan worden gedaan door de voorzitter, een van de aanwezige leden of door een belanghebbende, dan wel een gemachtigde.

  • 3. Als de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. Als gewichtige redenen worden in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard aangemerkt.

  • 5. De zittingen van Kamer II zijn niet openbaar.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag vermeldt in het kort wat over en weer gezegd is en wat verder ter zitting voorgevallen is.

  • 3. Als de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of als belanghebbenden en hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid gehoord zijn, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door of namens de voorzitter en de secretaris, dan wel het secretariaat.

  • 6. Als een advies wordt opgesteld wordt het verslag bijgevoegd en maakt het integraal onderdeel uit van het advies.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Als na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere leden dit onderzoek houden. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de Kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in dit reglement die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Een lid mag zich niet onthouden van stemming.

    • c.

      Als bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

    • d.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Het advies wordt ondertekend door of namens de voorzitter en de secretaris, dan wel het secretariaat.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, samen met het verslag en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan, dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Als naar het oordeel van de voorzitter de termijn, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. De commissie adviseert het bestuursorgaan over de toepassing van artikel 7:10, lid 4 van de wet aangaande verder uitstel van de beslistermijn, als dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.

  • 4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Vergoeding werkzaamheden

  • 1. De voorzitter en leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een hoorzitting, inclusief voorbereidingstijd, voor- en nabespreking, een vergoeding, waarbij rekening is gehouden met de bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie, de zwaarte van de taak en de omvang van de te verrichten arbeid.

  • 2. Zij ontvangen eveneens een vergoeding voor de voorbereiding van een hoorzitting en het beoordelen van het advies van de commissie, zonder het bijwonen van de hoorzitting.

  • 3. Het college kan in voorkomende gevallen voor andere werkzaamheden dan genoemd in lid 1 en 2 een vergoeding toekennen.

Artikel 19 Reiskostenvergoeding

  • 1. De voorzitter en leden ontvangen een reiskostenvergoeding voor het bijwonen van hoorzittingen.

  • 2. De vergoeding is gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 20 Alternatieve geschillenbeslechting

  • 1. De secretaris onderzoekt bij binnenkomst van een bezwaarschrift de mogelijkheid om het onderliggende conflict door middel van alternatieve geschillenbeslechting op te lossen. Daartoe neemt de secretaris contact op met het verantwoordelijk bestuursorgaan en de indiener van het bezwaarschrift.

  • 2. Als gekozen wordt voor alternatieve geschillenbeslechting wordt de afhandeling van het bezwaarschrift opgeschort.

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De verordening, bekend onder de naam Reglement commissie bezwaarschriften, zoals vastgesteld op 29 maart 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 23 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als Verordening bezwaarschriftencommissie Aalburg 2015.