Regeling vervallen per 17-01-2019

Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet gemeente Aalburg

Geldend van 08-06-2017 t/m 16-01-2019

Intitulé

Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet gemeente Aalburg

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt de Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet Gemeente Aalburg. Deze matrix beschrijft de aanpak van overtredingen bij alcoholverstrekkers. Met 'alcoholverstrekkers' wordt in ieder geval bedoeld: horecaondernemers, verenigingen (o.a. sportverenigingen) en stichtingen met een horeca-exploitatie (o.a. dorpshuizen), supermarkten, slijterijen en verstrekkers bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (bijvoorbeeld evenementen). De horeca vervult binnen een belangrijke maatschappelijke en economische functie. In sommige gevallen kan het woon- en leefklimaat echter worden aangetast door horeca-activiteiten. Er is behoefte aan duidelijkheid naar de horecaondernemers toe over wat de geldende regels en sanctiemaatregelen zijn die de gemeente Aalburg hanteert. Deze duidelijkheid wil de gemeente Aalburg verschaffen doormiddel van de Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet. Daarnaast is de handhavingsmatrix een essentiële schakel in de ketenaanpak met betrekking tot alcohol- en drugsmisbruik onder minderjarige jongeren..

De handhavingsmatrix is gebaseerd op het Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid dat is opgesteld door de Brabantse werkgroep Drank- en Horecawet. Hierdoor ontstaat op provinciaal niveau een uniforme aanpak van overtredingen bij alcoholverstrekkers. Een uniforme aanpak heeft verschillende voordelen:

  • 1.

    Het draagt bij aan het tot stand brengen van een provinciaal level playing field voor alcoholverstrekkers. Dit houdt in dat alle horecaondernemers zich aan dezelfde regels moeten houden;

  • 2.

    Het verschaft duidelijkheid over wat de bovenlokale handhavingspartners (politie en openbaar ministerie) van de bij het Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid aangesloten gemeenten mogen verwachten;

  • 3.

    Het verschaft duidelijkheid over wat de alcoholverstrekkers (en hun belangenbehartigers) van de gemeenten in Noord-Brabant mogen verwachten;

  • 4.

    Het draagt bij aan het voorkomen van een waterbedeffect waarbij alcoholverstrekkers die zich niet aan de regels wensen te houden zich verplaatsen naar een andere gemeente (binnen de regio) omdat overtredingen daar niet of minder streng wordt gesanctioneerd;

  • 5.

    Het draagt bij aan een betere handhaving en het terugdringen van zogenaamd free rider gedrag (horecaondernemers die profiteren van de inspanningen van andere, zonder mee te delen in de kosten) ;

  • 6.

    De Brabantse Handhavingsstrategie ’Zó handhaven wij in Brabant’ vormt het algemene kader waarbinnen, ook voor wat betreft de Drank- en Horecawet, kan worden gesanctioneerd. De matrix is dan ook een nadere uitwerking van de Brabantse Handhavingsstrategie voor wat betreft het sanctioneren van overtredingen bij alcoholverstrekkers. 

 

De Handhavingsmatrix van de gemeente Aalburg is op hoofdlijnen gelijk aan het Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid, maar er zijn ook eigen accenten gelegd. De handhavingsmatrix is zoals eerder genoemd een schakel in de ketenaanpak met betrekking tot alcoholmisbruik onder minderjarige jongeren. De eigen accenten zijn dan ook gelegd voor de overtredingen met betrekking tot het schenken van alcoholhoudende drank aan jongeren die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.   

Hoofdstuk 2 Handhaving

Artikel 2.1. Uitgangspunten handhavend optreden

De handhavingsmatrix is bedoeld om (herhaalde) overtredingen te voorkomen en risicovolle situaties op te heffen. Een eenmaal opgestart handhavingstraject moet dan wel worden afgerond. Het handhavend optreden door gemeente, politie en het Openbaar Ministerie (OM) moet immers effectief en geloofwaardig zijn. Elke overtreding dient dus in beginsel te leiden tot handhavend optreden. Uiteraard indien en voor zover de partners daartoe bevoegd zijn en voor zover hun prioriteitenstelling daarmee strookt. De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd. Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang.

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie wordt rekening gehouden met:

  • -

    de mogelijke gevolgen van die overtreding;

  • -

    de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan;

  • -

    de houding en het gedrag van de overtreder;

  • -

    de voorgeschiedenis van de overtreder;

  • -

    het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat de minst ingrijpende en best passende sanctie moet worden toegepast om het gestelde doel te bereiken.

 

Artikel 2.2. Sanctiemaatregelen

De Algemene Wet Bestuursrecht en andere wetten (waaronder de Drank- en Horecawet) geven aan welke sancties het bevoegde gezag kan inzetten tegen het voorkomen of voortduren van overtredingen. Deze zijn:

  • -

    Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen.

  • De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder;

  • -

    Opleggen van een last onder dwangsom, waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt en/of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd (afd. 5.4 van de Awb);

  • -

    (Tijdelijke) sluiting van de inrichting, ingevolge de APV, de Drank- en Horecawet en artikel 174 Gemeentewet;

  • -

    Ontzeggen van de toegang tot een ruimte indien in strijd met de Drank- en Horecawet alcoholhoudende drank wordt verstrekt (artikel 36 van de Drank- en Horecawet);

  • -

    Intrekken van de vergunning ingevolge de APV en/of de Drank- en Horecawet;

  • -

    Opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 44a Drank- en Horecawet), De bestuurlijke boete kan door de burgemeester rechtstreeks, dus zonder tussenkomst van de rechter, worden opgelegd. In het Besluit bestuurlijke boete Dranken Horecawet staat voor welke overtredingen een boete kan worden opgelegd en welk boetebedrag op de bewuste overtreding van toepassing is. Het boetebedrag is daarbij afgestemd op de ernst van de overtreding en de grootte van de onderneming. Daarnaast kan het boetebedrag hoger uitvallen bij recidivisme. De geïnde boete valt toe aan de gemeente. Daarnaast kan op basis van artikel 1 onder 4 van de Wet op de economische delicten (WED) en artikel 45 van de Drank- en Horecawet (strafbaarstelling jongeren <18 jaar) strafrechtelijk worden opgetreden;

  • -

    Schorsen van de Drank- en Horecavergunning (artikel 32 Drank- en Horecawet);

  • -

    Tijdelijk stilleggen van de alcoholverkoop in de detailhandel (three strikes out) (artikel 19a Drank- en Horecawet).

  

Daarnaast kan op basis van een aantal artikelen in de Drank- en Horecawet (alleen) strafrechtelijk worden opgetreden middels het opmaken van een proces-verbaal.

Artikel 2.3. Sanctiestrategie

Binnen de regionale handhavingsamenwerking is voor het omgevingsrecht de zogenaamde Brabantse Handhavingstrategie opgesteld. De strategie deelt overtredingen grofweg op in 3 categorieën, met elk hun eigen aanpak. De categorieën zijn, van zwaar naar licht:

Categorie 0 - zeer ernstige overtredingen

Bij Categorie 0- overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen.

Categorie 1 - ernstige overtredingen

Categorie 1- overtredingen zijn ernstige overtredingen maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 1 worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn.

Categorie 2 - overtredingen 

Categorie 2-overtredingen zijn de overige overtredingen.

Deze overtredingen zijn van minder belangrijke aard, bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen. 

afbeelding binnen de regeling

Artikel 2.3.1. Spoedeisende bestuursdwang

Spoedeisende bestuursdwang in de vorm van de sluiting van een horecabedrijf (door de burgemeester) kan bijvoorbeeld geschieden wanneer:

  • -

    Daar door misdrijf verkregen voorwerpen zijn verworven, voorhanden zijn of worden overgedragen dan wel zijn bewaard of verborgen;

  • -

    Daar wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning dan wel verlof is verleend;

  • -

    Zich daar andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van die ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde;

  • -

    Daar is gehandeld in strijd met het bepaalde in de Opiumwet.

Artikel 2.4. Bepalen zwaarte sanctie

De hoogte van de dwangsom dient proportioneel te zijn (in redelijke verhouding te staan) tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Voor het bepalen van de dwangsom kunnen bijvoorbeeld de kosten voor het ongedaan maken van de overtreding(en) als uitgangspunt worden genomen. De daardoor verkregen hoogte van de dwangsom mag in het kader van de beoogde werking worden verhoogd met een “toeslag”, bijvoorbeeld van 25%. Dit is volgens jurisprudentie toegestaan. De dwangsom mag immers niet worden gezien als een afkoopsom. Om die reden en om de beoogde werking van de dwangsomoplegging veilig te stellen, mag de dwangsom hoger zijn dan het bedrag voor het ongedaan maken van de overtreding. Het opleggen van sancties is geen doel op zich. Sancties zijn in eerste instantie bedoeld als pressiemiddel om de overtredingen ongedaan te maken. Daarnaast hebben sanctiemaatregelen een preventieve werking.

Ook bij het inzetten van een last onder bestuursdwang dient de zwaarte van de dwangmaatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzettingen de urgentie van de overtreding.Als de maatregel is gericht op een tijdelijke sluiting van een bedrijf, dan dient zowel de sluiting zelf, als de duur van de sluiting in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de overtreding.

Het bestuursorgaan handelt in eerste instantie overeenkomstig de handhavingsmatrix. Zoals eerder gesteld, kan er in specifieke situaties worden afgeweken van de in de handhavingsmatrix voorgestelde sancties en termijnen. Hierbij is artikel 4:84 Awb van belang. Geadviseerd wordt om de motivatie voor het afwijken in het besluit op te nemen. Enerzijds doet dit recht aan de transparantie van de handhaving en anderzijds wordt daarmee een motiveringsgebrek voorkomen in bezwaar- en beroepzaken.

Artikel 2.4.1. Afwijkingsbevoegdheid

Er kunnen zich situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de sanctiestrategie wordt afgeweken. Dat kan betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen of acute bedreiging van de veiligheid een stap wordt overgeslagen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een cumulatie van overtredingen in of nabij een horecabedrijf met een zodanige negatieve invloed op de omgeving dat de openbare orde en/of fysieke leefomgeving in ernstige mate wordt aangetast. In een dergelijk geval worden afzonderlijke stappen per overtreding niet genomen.

Artikel 2.5. Sanctiestrategie schenken onder de 18 jaar

De afhandeling van de geconstateerde overtredingen met betrekking tot het schenken van alcohol onder de 18 jaar zal plaatsvinden volgens een afwijkende sanctiestrategie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten horeca instellingen.

Artikel 2.5.1. Commerciële instellingen

1e overtreding

Bij de eerste overtreding wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan de betreffende alcoholverstrekker. De hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Daarnaast wordt de alcoholverstrekker uitgenodigd voor een gesprek met de gemeente. Tijdens dit gesprek worden afspraken gemaakt om overtredingen in de toekomst te voorkomen.

2e overtreding (binnen 1 jaar)

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 50% worden verhoogd.

3e overtreding (binnen 1 jaar)

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 100% worden verhoogd.

Bij volgende overtredingen binnen 1 jaar zal opnieuw de met 100% verhoogde bestuurlijke boete worden opgelegd.

Artikel 2.5.2. Paracommerciële instelling

1e overtreding

Bij de eerste overtreding wordt een bestuurlijke waarschuwing uitgedeeld aan de betreffende alcoholverstrekker. Tevens zullen er maatwerkafspraken worden gemaakt met de alcoholverstrekker/instelling over de onmiddellijke invoering van een effectief leeftijdscontrolesysteem en/of verplichte training voor het personeel en/of het geven van voorlichting aan bezoekers. Deze maatwerkafspraken moeten binnen één jaar na de overtreding door de alcoholverstrekker/instelling worden genomen. 

2e overtreding

Bij de tweede overtreding wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan de betreffende alcoholverstrekker. De hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

3e overtreding

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 50% worden verhoogd.

4e overtreding

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 100% worden verhoogd.

Bij volgende overtredingen binnen 1 jaar zal opnieuw de met 100% verhoogde bestuurlijke boete worden opgelegd.

Artikel 2.5.3. Detailhandel

1e overtreding

Bij de eerste overtreding wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan de betreffende alcoholverstrekker. De hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Daarnaast wordt de alcoholverstrekker uitgenodigd voor een gesprek met de gemeente. Tijdens dit gesprek worden afspraken gemaakt om overtredingen in de toekomst te voorkomen.

2e overtreding (binnen 1 jaar)

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 50% verhoogd.

3e overtreding (binnen 1 jaar)

Opnieuw een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete kan met 100% verhoogd.

Bij volgende overtredingen binnen 1 jaar zal opnieuw de met 100% verhoogde bestuurlijke boete worden opgelegd.

Artikel 2.5.4. Overige alcoholverstrekke

De afhandeling van de geconstateerde overtredingen bij de overige alcoholverstrekkers (bijvoorbeeld bij evenementen en schoolfeesten) voor het verstrekken van alcohol onder de 18 jaar zal anders verlopen dan voor de commerciële instellingen, paracommerciële instellingen en detailhandel. De alcoholverstrekker wordt uitgenodigd voor een gesprek met de gemeente. Situatieafhankelijk zal op basis van maatwerk een passende sanctie worden opgelegd.

Artikel 2.5.5. Recidive

In geval van herhaling van de overtreding binnen een bepaalde tijd wordt strenger opgetreden. Zie hierboven. Algemeen geldt dat indien een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker dezelfde overtreding binnen één jaar na de eerste constatering begaat dit als recidive wordt beschouwd, ook als er toen geen sanctiebeschikking is opgelegd.

Voor zover de periode van één jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn (geweest), ligt het voor de hand in geval van recidive te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel.

Als een overtreding vaker heeft plaatsgevonden, maar de overtreder vanwege juridische constructies verschillend is, is in formele zin geen sprake van recidive. Als kan worden aangetoond dat de overtreder dezelfde natuurlijke persoon betreft dan dient de overtreding te worden aangemerkt als recidive. In de sanctiebeschikking dient dit expliciet te worden verantwoord.

Artikel 2.5.6. HALT-afdoenining

Jongeren van 12 tot 18 jaar, die zijn staande gehouden/aangehouden voor bijvoorbeeld artikel 45 van de Drank- en Horecawet hebben de keuze: naar de Officier van Justitie of naar Halt.

In een Halt-afdoening kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie.

Hoofdstuk 3 Handhavingsmatrix gemeente Aalburg

APV: Algemeen Plaatselijke Verordering Gemeente Aalburg (gewijzigd op 19-05-2017)

DHW: Drank- en Horecawet, geldend per 1-1-2013

Handhavingsmatrix gemeente Aalburg

Het Brabants Alcohol- en Horecasanctiebeleid is uitgewerkt in bovenstaande handhavingsmatrix. Voor zover noodzakelijk geacht zijn hieronder een aantal begrippen uit de sanctietabel verder uitgewerkt.

Artikel 3.1. Begrip ‘recidive’

Bij recidive is aansluiting gezocht bij de eerder genoemde Brabantse Handhavingsstrategie. Wanneer een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker een overtreding begaat en daarvoor een sanctiebeschikking krijgt, wordt dezelfde overtreding van de dezelfde overtreder binnen 2 jaar na de 1e sanctiebeschikking beschouwd als recidive. Voor zover de periode van 2 jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker (exploitant) of alcoholgebruiker, vervalt deze termijn en wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn, ligt het voor de hand te kiezen voor een ander (effectief) sanctiemiddel.

Artikel 3.2. Begrip ‘overtreder’

Als een overtreding vaker heeft plaatsgevonden maar de overtreder vanwege juridische constructies verschillend is, is in formele zin geen sprake van recidive. Als kan worden aangetoond dat de overtreder dezelfde natuurlijke persoon betreft dan dient de overtreding te worden aangemerkt als recidive. In de sanctiebeschikking dient dit expliciet te worden verantwoord.

Artikel 3.3. Scope

De handhavingsmatrix beperkt zich tot overtredingen en de daartegen te treffen aanbevolen sancties bij horeca- en alcoholgerelateerde zaken. Er wordt per overtreding een sanctiemiddel aanbevolen. Daarnaast zijn natuurlijk nog andere sanctiemiddelen per overtreding mogelijk, dit ter beoordeling van de gemeente zelf.

Artikel 3.4. Wet- en regelgeving

In de sanctietabel zijn alleen de direct horeca- en alcoholgerelateerde overtredingen op grond van de volgende wet- en regelgeving nader uitgewerkt:

  • 1.

    Drank- en Horecawet;

  • 2.

    Algemene Plaatselijke Verordening (o.a. exploitatievergunning, sluitingstijden en terrassen);

  • 3.

    Wet milieubeheer (alleen voor geluid);

  • 4.

    Wet op de kansspelen (speelautomaten);

  • 5.

    Wet wapens en munitie;

  • 6.

    Gemeentewet (ordeverstoringen en ernstige incidenten).

Voor de volgende onderdelen/aspecten wordt verwezen naar de Handreiking bestuurlijke sanctiemiddelen: Brandveiligheid; Bestemmingsplan; Milieu; Bouw; Eventuele andere onderwerpen. Dit heeft als reden dat deze onderdelen bij veel meer inrichtingen, naast bijvoorbeeld horeca- en slijtersbedrijven, van toepassing zijn en deze daarom niet specifiek in de handhavingsmatrix opgenomen.

Artikel 3.5. Dwangsom

Bij het sanctiemiddel ‘dwangsom’ zijn de hoogtes van de dwangsommen vermeld die opgelegd kunnen worden. Bij deze bedragen is de hoogte van de bestuurlijke boete als uitgangspunt genomen. Het maximum van de dwangsom is gesteld op 3 x de opgelegde dwangsom. Bij veel overtredingen is uitgegaan van een dwangsom per m2. Het aantal m2 ’s wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van de lokaliteiten in het horeca- dan wel slijtersbedrijf dan wel de verkoopruimte van een andersoortig bedrijf (bijvoorbeeld supermarkt). Het terras behoort ook tot het horecabedrijf. Deze oppervlaktes zijn onder andere terug te vinden in de Drank- en Horecavergunning.

Artikel 3.6. Bestuurlijke boete

De bestuurlijke boete is in twee aparte kolommen opgenomen. Er dient rekening gehouden te worden met verhoging van de genoemde bestuurlijke boetebedragen in verband met recidive (zie hiervoor het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet).

Het in de kolommen I en II opgenomen bedrag van de bestuurlijke boete wordt met 50% verhoogd indien aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend, door de burgemeester of Onze Minister een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van hetzelfde artikel van de Drank- en Horecawet en er nog geen twaalf maanden zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.

Hoofdstuk 4 Vaststelling en inwerkingtreding, alsmede intrekking.

Inwerkingtreding, alsmede intrekking

Deze handhavingsmatrix treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Citeertitel

Deze handhavingsmatrix kan worden aangehaald als ‘Handhavingsmatrix Drank- en Horecawet Gemeente Aalburg’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te Wijk en Aalburg op 29 mei 2017,
_____________________
A.M.T. Naterop
Burgemeester van Aalburg