Regeling vervallen per 01-09-2014

Vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming

Geldend van 19-12-2007 t/m 31-08-2014

Intitulé

Vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming

Vastgesteld door de gemeenteraad op 18 december 2007

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de commissie: de vertrouwenscommissie;

    • b.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Aalburg;

    • c.

      de commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord Brabant

Artikel 2 Taak en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de Commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen en daarover haar opvattingen schriftelijk en gemotiveerd aan de raad en aan de Commissaris ter kennis te brengen.Zij doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een gemotiveerd voorstel van tenminste twee kandidaten, die naar haar oordeel voor benoeming in aanmerking komen. Indien geen geraadpleegd referendum als bedoeld in artikel 61 2e lid van de Gemeentewet wordt gehouden, geeft de commissie tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan. 

  • 2. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad op 18 december 2007.

  • 3. De commissie kan de Commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld haar op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit 8 leden met inbegrip van de voorzitter en worden door de gemeenteraad benoemd.

  • 2. De commissie bestaat uit:_ Mevrouw Y.M. de Brieder_ De heer C. Branderhorst_ De heer A. Burghout_ De heer C. Honcoop_ De heer C. Nieuwenhuizen_ De heer C.J. Schreuders_ De heer S.R. Sheikkariem_ De heer J. Spuijbroek

  • 3. De heer A. Burghout treedt op als voorzitter van de commissie. Hij heeft evenals de overige commissieleden stemrecht. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de heer C. Schreuders op als waarnemend voorzitter.

  • 4.

    • a.

      De commissie laat zich bijstaan door de griffier, die tevens als secretaris van de commissie optreedt.

    • b.

      De commissie laat zich tevens bijstaan door de gemeentesecretaris.

    Deze adviseurs zijn geen lid en hebben geen stemrecht in de commissie

  • 5. Plaatsvervangende leden en plaatsvervangende adviseurs worden, met uitzondering van de voorzitter, niet aangewezen. Het lidmaatschap is persoonlijk.

  • 6. Alle bepalingen die van toepassing zijn op de secretaris van de commissie zijn tevens van toepassing op de gemeentesecretaris.

  • 7. Een lid van de commissie houdt op lid van de commissie te zijn, indien hij ontslag heeft genomen als raadslid of niet meer voldoet aan de vereisten van het raadslidmaatschap zoals bedoeld in artikel 10 en 13 van de Gemeentewet.

  • 8. De adviseur houdt op adviseur te zijn indien hij ontslag heeft genomen of is ontslagen.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten. 

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter tenminste drie dagen tevoren schriftelijk aankondiging gedaan aan de leden van de commissie. Hij bepaalt in overleg, de dag, het uur en de plaats van de vergadering.

  • 3. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Van het behandelde wordt door de griffier een verslag gemaakt en wordt in de eerstvolgende commissievergadering vastgesteld.

Artikel 5 Vergadering van de commissie

  • 1. De leden van de commissie als ook de adviseurs hebben volstrekte geheimhouding over wat direct of indirect aan hen als lid of adviseur van de commissie ter kennis is gekomen. 

  • 2. Noch aan de raadsleden, die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen wordt inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering.

  • 3. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding, zoals vermeld in lid 1, opheffen.

  • 4. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 5. De voorzitter ziet er op toe dat aan het bepaalde van dit artikel wordt voldaan.

Artikel 6 Quorum

  • 1. De commissie vergadert niet, indien tenminste een meerderheid van de leden aanwezig is.

  • 2. De opvattingen zoals bedoeld in artikel 2 lid 1, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij elk lid evenveel stemmen uitbrengt als de door dit lid vertegenwoordigende fractie zetels inneemt in de raad.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt in de schriftelijke rapportage aan de raad en de Commissaris opgenomen.

Artikel 7 De voorzitter en de griffier

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé adres van de griffier en daar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de griffier ondertekend en vanaf het privé adres van de griffier verzonden.

Artikel 8 Gesprek kandidaten

  • 1. De voorzitter en de griffier nodigen in overleg met de commissie degenen uit die kandidaat zijn voor het ambt van burgemeester in Aalburg.

  • 2. Plaats, datum en tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3. Over kandidaten worden geen inlichtingen – schriftelijk of mondeling – ingewonnen.Overleg met derden – met uitzondering van de Commissaris – is uitgesloten.

Artikel 9 Einddatum commissie

  • 1. De commissie wordt geacht ontbonden te zijn met ingang van de dag, volgend op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt wie als burgemeester van Aalburg is benoemd.

  • 2. De voorzitter en de griffier dragen er zorg voor dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip, alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders, onverwijld in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet aangewezen archiefplaats.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging zoals bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt.In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c van de Archiefwet 1995, gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar. De voorzitter en de griffier dragen er zorg voor dat uitvoering hieraan wordt gegeven.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris of van kandidaten, worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan betrokkenen teruggezonden.

  • 5. Alle aan de commissie verstrekte bescheiden worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip door de leden bij de griffier ter vernietiging ingeleverd.

  • 6. De in het vijfde lid bedoelde bescheiden worden met alle overige bescheiden door de griffier terstond vernietigd.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie met inachtneming van het ter zake bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar vaststelling.

  • 3. Deze verordening vervalt – met uitzondering van het bepaalde in artikel 5 – op de dag volgend op die waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt wie als burgemeester van Aalburg is benoemd.

  • 4. Deze verordening zal aan de Commissaris ter kennis worden gebracht.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2007.
de griffier de voorzitter