Kadernota Aalsmeerse Lokale Omroep

Geldend van 10-03-2016 t/m heden

Intitulé

Kadernota Aalsmeerse Lokale Omroep

De raad van gemeente Aalsmeer besluit vast te stellen de Kadernota Aalsmeerse Lokale Omroep.

1.Inleiding

Deze nota geeft richting aan de rol van de gemeente ten opzichte van de lokale omroep en vervangt de kadernota mediabeleid 2010-2014 die op 14 januari 2010 is vastgesteld door de raad.

De gemeente Aalsmeer streeft ernaar dat de burgers van Aalsmeer toegang hebben tot een onafhankelijk en gevarieerd media-aanbod. Hierbij spelen de volgende mediavormen een rol: de lokale omroep, gedrukte/ digitale media en internet. De gemeente heeft slecht een taak in het ondersteunen van de erkende lokale omroep. Deze nota richt zich dan ook slechts op dit deel van het media-aanbod.

Het college acht een lokale omroep van belang om bewoners van de gemeente te informeren. Inwoners krijgen informatie over de lokale situatie en over actualiteiten. Informatie die kan leiden tot bewustwording, communicatie tussen inwoners en opinievorming.

De mate waarin de lokale omroep in staat is om haar functie te vervullen staat of valt met de kwaliteit van de programma’s en met het aantal luisteraars. Het college draagt er binnen de wettelijke mediavoorschriften aan bij dat de erkende lokale omroep haar functies zo goed mogelijk kan vervullen. Anders dan bij het communicatiebeleid is directe invloed op de programma’s in het kader van de basissubsidiëring niet mogelijk. De op advies van de gemeenteraad door het Commissariaat van de Media aangewezen lokale omroep is in ieder geval tot 2019 Stichting Lokale Omroep Aalsmeer ofwel radio Aalsmeer. Gedurende de looptijd van de uitzendlicentie heeft de gemeente een zorgplicht.

Sinds de vorige nota heeft radio Aalsmeer onder andere de volgende resultaten bereikt:

  • -

    de programmering is uitgebreid tot 24-uurs programmering;

  • -

    uitzendingen vinden deels op locatie plaats;

  • -

    de website is aangepast, waarbij sociale media zijn geïntegreerd en raadsvergaderingen live via internet te volgen zijn;

  • -

    de studio is verhuisd naar een goed zichtbare locatie binnen Crown Studio’s Aalsmeer;

  • -

    diverse medewerkers hebben opleidingen gevolgd en geven deze nu intern door.

2. Doelen ten aanzien van de lokale omroep

Het college beoogt een gemeente waarbinnen levendige en onafhankelijke journalistiek en opinievorming plaatsvindt tussen inwoners, organisaties en verenigingen over de lokale situatie en actualiteiten.

De lokale omroep kan hier een steentje aan bijdragen met haar unieke positie als enige lokaal zendgemachtigde. Hiertoe wil de gemeente onafhankelijke radioprogrammering door een lokale omroep die zoveel mogelijk aansluit op de behoeften van inwoners en past binnen de wettelijke kaders. Het resultaat vanuit de gemeente bezien, is de lokale omroep hiertoe in staat te stellen.

Het is wettelijk niet toegestaan om eisen te stellen aan de programmering in het kader van de basissubsidiëring. Volgens Commissariaat voor de Media geldt dit ook voor bereik en waardering van de lokale omroep. De gemeente acht het wenselijk dat:

  • -

    vergaderingen van de gemeenteraad worden uitgezonden door de omroep;

  • -

    minimaal 75 % van de inwoners de lokale omroep kent;

  • -

    minimaal 15% van de inwoners af en toe afstemt op de lokale omroep en dit aantal verder wordt uitgebreid;

  • -

    de lokale omroep met een voldoende gewaardeerd wordt.

Om dit te realiseren, is ons inziens onderstaande inzet nodig:

  • 1.

    continuïteit van de lokale omroeporganisatie tot tenminste 2019;

  • 2.

    tenminste handhaven bereik en waardering en streven naar uitbreiding;

  • 3.

    vernieuwing aanbod;

  • 4.

    een goed functionerend programma beleidsbepalend orgaan (PBO) en voldoen aan de wettelijke eisen.

Deze doelen kunnen worden vertaald in meetbare prestaties waarover in het kader van jaarlijks budgetsubsidieafspraken worden gemaakt.

2.1 Continuïteit van de lokale omroeporganisatie

De lokale omroep is zelf verantwoordelijk voor een vitale organisatie en continuïteit. Dit betekent onder meer dat de omroep zou moet zorgen voor:

  • -

    voldoende mensen die zich (vrijwillig) inzetten voor de omroep;

  • -

    voldoende deskundigheid/redactionele kwaliteit;

  • -

    onderhoud van bestaande en investering in nieuwe apparatuur;

  • -

    vernieuwing/ inspelen op ontwikkelingen;

  • -

    voldoende financiële middelen (naast subsidie ook eigen inkomsten/ sponsors vergaren);

  • -

    voldoen aan de wettelijke bepalingen.

De huidige lokale omroep radio Aalsmeer heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in randvoorwaarden en techniek. Deze ontwikkelingen hebben mede geleid tot de aanwas van nieuwe vrijwilligers. De komende periode staat de inhoud en kwaliteit van de programmering centraal. Daarbij worden ook mogelijkheden om samen te werken met andere media-instellingen/omroepen onderzocht. Dit sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen. Het is aan de lokale omroep zelf om in te spelen op dergelijke ontwikkelingen.

Momenteel is de invulling van het begrip “lokaal toereikend mediabeleid” een belangrijk thema binnen de sector. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Organisatie Lokale Omroep Nederland (OLON) hebben dit begrip vertaald in criteria. Daarbij staan 3 punten centraal:

  • -

    het product: gericht op natuurlijke habitat van de burger eventueel gemeentegrens overschrijdend;

  • -

    kanalen: tenminste radio (audio), tv (video), internet;

  • -

    kwaliteit: onder andere bedrijfsvoering (professioneel geborgde organisatie) en redactie (professioneel geborgde journalistiek).

Om tot dit “lokaal toereikend media-aanbod” te komen is voor het grotendeel van de lokale omroepen schaalvergroting (vorming van een streekomroep) dan wel verregaande samenwerking nodig, aldus VNG en OLON.

2.2 Bereik en waardering

De mate waarin de lokale omroep haar functie vervult, staat of valt met kwaliteit van de programma’s. Om zicht te krijgen op de luisterdichtheid en waardering van de lokale omroep vindt het college het belangrijk dat eens in de vier jaar luisteronderzoek wordt verricht.

Radio Aalsmeer heeft in 2012 niet zelf een luisteronderzoek uitgevoerd, maar een onderzoek met min of meer dezelfde inhoud werd uitgevoerd binnen de gemeentepeiling. In 2015 zijn wederom enkele vragen over radio Aalsmeer opgenomen in de gemeentepeiling. De verschillende wijze van onderzoeken maakt de vergelijkbaarheid met eerdere en landelijke luisteronderzoeken lastig.

Uit de gemeentepeiling 2012 en 2015 blijkt dat respectievelijk 13% en 15% van de ondervraagden weleens naar de lokale omroep luistert. Er lijkt sprake te zijn van een kleine toename van het aantal luisteraars. De luisteraars geven aan tevreden te zijn.

Uitbreiding van het bereik kan in onze ogen worden verwezenlijkt door:

  • -

    zichtbaar te zijn o.a. door interactie met de burger bijvoorbeeld door uitzenden op locatie of het betrekken van burgers bij de programma’s;

  • -

    aansprekende programma’s te maken van goede kwaliteit die inspelen op de lokale behoefte. Training van vrijwilligers, goede apparatuur, regelmatig peilen van de mening van luisteraars en vernieuwing van het aanbod kunnen hierbij helpen;

  • -

    samenwerking met andere lokale organisaties en omroepen.

Volgens het Commissariaat voor de Media is het wettelijk niet toegestaan om subsidievoorwaarden op te nemen ten aanzien van het bereik en de waardering. Daarom wordt:

  • -

    het wenselijk geacht het wenselijk geacht dat het huidige bereik en waardering wordt gehandhaafd en waar mogelijk uitgebreid;

  • -

    de omroep in staat gesteld het bereik en de waardering te behouden door bovenop het basisbedrag een bedrag beschikbaar te houden voor positieve ‘prikkels’ en stimulering van maximaal € 5.000 per jaar;

  • -

    niet ‘afgerekend’ op het bereik en de waardering. Wel dient om de vier jaar een luisteronderzoek te worden gehouden. Het volgend luisteronderzoek dient in 2017 te worden gehouden door radio Aalsmeer.

2.3 Het programma beleidsbepalend orgaan

Lokale omroepen zijn om een uitzendlicentie te verkrijgen verplicht een programma beleidsbepalend orgaan (PBO) te hebben. Het PBO heeft tot taak de programmering van de lokale omroep vast te stellen, waarbij het PBO er op moet letten of de programmering voldoet aan het wettelijk programmavoorschrift. De wettelijke vereisten hiertoe zijn opgenomen in de bijlagen.

De gemeente hecht waarde aan een open en transparant functionerend PBO. Zodat het voor de inwoners mogelijk is zich tot het PBO te wenden met klachten of ideeën. De lokale omroep dient te zorgen dat het PBO goed zichtbaar en benaderbaar is. Het college zal de komende jaren goed in de gaten houden of dit het geval is.

Binnen radio Aalsmeer wordt jaarlijks het media-aanbod ter vaststelling aan het PBO voorgelegd.

2.4 Vernieuwing aanbod

Wil een lokale omroep haar relevantie in de lokale samenleving verstevigen of behouden, dan is het nodig vernieuwend te zijn: nieuwe programma’s, nieuwe aanpakken, nieuwe samenwerkingen, inspelen op de veranderende technologische mogelijkheden en de veranderingen die hieraan verbonden zijn.

Radio Aalsmeer heeft aangegeven de komende periode verder te werken aan het verstevigen van het aanbod. De mogelijkheden om samen te werken met andere media-instellingen/ omroepen worden daarbij onderzocht. Radio Aalsmeer heeft bijvoorbeeld geen eigen nieuwsredactie en kijkt naar samenwerking met lokale media om actueel nieuws te brengen.

Het is geen taak van de gemeente zich inhoudelijk te bemoeien met de programmering. Wel wil de gemeente middels het beschikbaar stellen van een stimuleringsbudget mogelijkheid bieden om te experimenteren.

3.Financiën

Gemeenten zijn met ingang van 2010 wettelijk verplicht te zorgen voor de bekostiging van een door het Commissariaat van de Media aangewezen lokale publieke omroep met een toereikend media-aanbod. Dit voor zover kosten niet op andere wijze kunnen worden gedekt. De gemeenteraad adviseert over de aanwijzing.

De middelen in het gemeentefonds zijn niet geoormerkt. De afgelopen jaren verkreeg de lokale omroep, conform een richtlijn van VNG, subsidie op basis van de volgende formule: basisbedrag per woonruimte 0,82 * aantal woonruimte * landelijke uitkeringsfactor. Door herindeling in het gemeentefonds is subsidiëring op basis van het aantal woonruimte achterhaald. De lokale omroep krijgt momenteel structureel een subsidie van ongeveer € 15.000 en incidenteel is maximaal € 5.000 beschikbaar. Voor 2016 en vervolgjaren wordt deze verdeling aangehouden en de formule losgelaten. De bedragen worden geïndexeerd op basis van het door de gemeente vastgesteld indexcijfer.

De structurele subsidie wordt verleend voor reguliere bedrijfsvoering. Het bedrag van € 5.000 blijft net als voorgaande jaren beschikbaar als prikkel voor vernieuwing om maximale relevantie te kunnen behouden voor Aalsmeerse bewoners. Deze subsidie is incidenteel en bedoeld voor: onderzoek naar, aanloopkosten voor, experimenteren met. Het college zal aan de hand van deze nota en binnen de kaders van de Algemene Subsidie Verordening beoordelen of eventuele aanvragen van de omroep voor deze subsidie voor verlening in aanmerking komen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 maart 2016.
De griffier,
O.van Kolck
De voorzitter
J.J. Nobel

Bijlage Wettelijk kader

Met ingang van 2010 hebben gemeenten de wettelijke plicht te zorgen voor de bekostiging van een door het Commissariaat voor de Media aangewezen lokale publieke omroep met een toereikend media-aanbod.

Om de vijf jaar kunnen omroeporganisaties een aanvraag indienen bij het Commissariaat voor de Media om aangewezen te worden tot lokale omroep. Belangrijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor een aanwijzing zijn, beschikken over:

  • -

    statuten die voldoen aan de Mediawet;

  • -

    een representatief programma beleidsbepalend orgaan.

De gemeenteraad adviseert het Commissariaat voor de Media over de toewijzing. Als er meerdere aanvragers zijn, dient de gemeente het samengaan van die instellingen te bevorderen. Als dit niet lukt dan wijst het Commissariaat voor de Media een instelling aan rekening houdend met het advies van de gemeenteraad en de vereiste om goed te functioneren als media-instelling.

Eén van de eisen is dat de lokale omroep een zogeheten ‘programma beleidsbepalend orgaan’ (PBO) heeft. Het programmabeleidsbepalend orgaan moet representatief zijn voor de verschillende stromingen binnen de gemeente. Wettelijk is voorgeschreven dat in ieder geval in de statuten moet staan dat de stroming etnische en culturele minderheden is vertegenwoordigd. Het gaat niet alleen om een formaliteit, want een eventuele vacature moet binnen zes maanden worden vervuld.

Het PBO heeft tot taak de programmering van de lokale omroep vast te stellen, waarbij het PBO er op moet letten of de programmering voldoet aan het wettelijk programmavoorschrift, namelijk:

  • -

    tenminste 50% van de zendtijd tussen 07.00 en 23.00 uur wordt besteed aan programma’s met een informatief, cultureel of educatief karakter (ICE);

  • -

    van deze zogeheten ICE-tijd moet tenminste 60% bestaan uit programmaonderdelen met een lokaal informatief of educatief karakter;

  • -

    maximaal 40% van de ICE-tijd mag bestaan uit programmaonderdelen met een lokaal cultureel karakter.

Om ook de uitzendingen te kunnen laten controleren, is de lokale omroep verplicht alle uitzendingen integraal op te nemen en gedurende twee weken na de uitzending te bewaren.

Het Commissariaat toetst drie onderdelen: de programmering, het functioneren van het PBO en de financiële positie. De verantwoording over de ICE-norm hoeft sinds juni 2012 niet langer standaard jaarlijks door de lokale omroep te worden ingediend. Het Commissariaat kan een lokale omroep verzoeken zich hierover te verantwoorden. Wel moet de lokale omroep jaarlijks aan het Commissariaat voor de Media een financiële verantwoording zenden.