Mandaatregeling en lijst van gemandateerde bevoegdheden gemeente Aalten 2020

Geldend van 03-03-2020 t/m heden

Intitulé

Mandaatregeling en lijst van gemandateerde bevoegdheden gemeente Aalten 2020

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Aalten ieder voor zover bevoegd;

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 160, 168 en 171 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de mandaatregeling en lijst van gemandateerde bevoegdheden gemeente Aalten 2020.

Hoofdstuk 1.1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Beslissingsmandaat:

De bevoegdheid om in naam van het college van burgemeester en wethouders

dan wel de burgemeester besluiten te nemen. Voor de toepassing van dit mandaatbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht om namens het college dan wel de burgemeester voor de gemeente Aalten privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Ondertekeningsmandaat:

De bevoegdheid tot ondertekening van de door of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester genomen besluiten.

Mandaatverlener:

Degene die het mandaat verleent.

Gemandateerde:

Degene die het mandaat ontvangt.

Collegelid/portefeuillehouder:

Het lid van het college van burgemeester en wethouders dat in gevolge de binnen het college overeen gekomen portefeuilleverdeling primair belast is met en verantwoordelijk is voor het onderwerp waarop de te mandateren bevoegdheid betrekking heeft.

Ambtenaar:

Hij die door of vanwege de gemeente Aalten een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

Bestuursorgaan:

Het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

Hoofdstuk 1.2. Algemeen

Artikel 2

De Mandaatregeling gemeente Aalten 2020 bestaat uit:

  • 1.

    Deel 1: de Algemene bepalingen inzake mandaat gemeente Aalten 2020 (verder te noemen “de algemene bepalingen”) en

  • 2.

    Deel 2: de Lijst van gemandateerde bevoegdheden gemeente Aalten 2020 (verder te noemen “de lijst”). De algemene bepalingen worden in acht genomen bij het toevoegen van mandaten c.q. volmachten aan de lijst en bij het feitelijk uitoefenen van gemandateerde bevoegdheden. Gemandateerde bevoegdheden worden door de gemandateerde uitgeoefend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

Artikel 3 Beslissings- en ondertekeningsmandaat

Tenzij in de lijst uitdrukkelijk anders is bepaald, is degene aan wie een bevoegdheid is gemandateerd tevens bevoegd/gevolmachtigd een in mandaat genomen besluit te ondertekenen.

Artikel 4 Beperking ondertekeningsmandaat

Met uitzondering van onderwerpen met een routinematig karakter en de indiening van verweerschriften in (hoger)beroepszaken, kan de ondertekening van stukken gericht aan de Kroon, Minister, Staatssecretaris, Raad van State en de Commissaris van de Koning niet gemandateerd worden.

Artikel 5 Submandaat

Indien de gemandateerde een ambtenaar betreft, is deze bevoegd een andere ambtenaar binnen zijn discipline schriftelijk te machtigen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van een aan hem te mandateren bevoegdheid, tenzij dit door de mandaatverlener uitdrukkelijk is verboden.

Hoofdstuk 1.3. Lijst van gemandateerde bevoegdheden

Artikel 6 Kring van gemandateerden

Mandaatverlening is altijd functiegebonden. De mandaatverlener kan de te mandateren bevoegdheid opdragen aan de volgende functionarissen:

A= collegelid/portefeuillehouder

B= algemeen directeur/secretaris

C= afdelingshoofd

D= teamcoördinator

E= medewerker

F= budgetbeheerder

Artikel 7 Lijst van gemandateerde bevoegdheden

Op de lijst wordt per mandaat de bevoegdheid waarop het mandaat betrekking heeft, de wettelijke grondslag voor die bevoegdheid, de mandaatverlener, de eventueel door de mandaatverlener aan het mandaat verbonden specifieke instructies en/of beperkingen en de gemandateerde functionaris vermeld.

Hoofdstuk 1.4. Besluit mandaat aan collegelid / portefeuillehouder

Artikel 8 Besluit mandaat aan collegelid/portefeuillehouder

In het geval van mandatering van een bevoegdheid door het college van burgemeester en wethouders aan een collegelid/portefeuillehouder, is het mandaat pas verbindend indien en zodra het collegelid/de portefeuillehouder het mandaat expliciet en schriftelijk heeft geaccepteerd.

Hoofdstuk 1.5. Inhoudelijke beperkingen mandaat

Artikel 9 Inhoudelijke beperkingen mandaat algemeen

Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.

Mandaat wordt in ieder geval niet verleend voor:

  • a.

    de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;

  • b.

    de bevoegdheid tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met volstrekte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;

  • c.

    de bevoegdheid tot het beslissen op een beroepschrift, met uitzondering van een beroepschrift welke wordt ingediend naar aanleiding van een beslissing op een aanvraag om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen (administratief beroep);

  • d.

    de bevoegdheid tot het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan;

  • e.

    het beslissen op een bezwaar- of beroepschrift, indien degene die het besluit waartegen het bezwaar/beroep zich richt dat besluit krachtens mandaat heeft genomen. Er geldt een uitzondering op deze regel voor portefeuillehouders bij een beslissing op een bezwaar- of beroepschrift indien het bezwaar/beroep niet-ontvankelijk dan wel ontvankelijk en ongegrond is en het primaire besluit ambtelijk is genomen. Een en ander overeenkomstig het advies van de commissie bezwaarschriften.

Artikel 10 Inhoudelijke beperkingen mandaat aan ambtenaar

Als de gemandateerde een ambtenaar betreft legt deze een gemandateerd onderwerp ter besluitvorming en ondertekening voor aan de mandaatverlener:

  • a.

    indien het voorgenomen besluit strekt tot aanvulling, aanpassing of afwijking van het tot dan gevoerd beleid;

  • b.

    indien het voorgenomen besluit een onderwerp betreft waarvoor (nog) geen beleid is geformuleerd;

  • c.

    indien het voorgenomen besluit in strijd is met geldende richtlijnen of voorschriften;

  • d.

    indien het voornemen bestaat tot aanvulling of aanpassing van tot dusver gevoerd beleid en het voorgenomen besluit daarmee in strijd is;

  • e.

    indien er redelijkerwijs rekening mee gehouden moet worden, dat de betrokken mandaatverlener op zijn of haar verantwoordelijkheid voor het voorgenomen besluit zal worden aangesproken;

  • f.

    indien uit het voorgenomen besluit financiële consequenties voortvloeien die niet in de gemeentelijke begroting zijn opgenomen;

  • g.

    indien het te nemen besluit een ongewenste precedentwerking zal hebben;

  • h.

    indien een noodzakelijkerwijs intern dan wel extern ingewonnen advies niet strookt met het beleid van de mandaatverlener, of dit advies logischerwijs tot een ander besluit leidt toepassing van het beleid van mandaatverlener zou doen;

  • i.

    indien het gaat om een beslissing op bezwaar, indien het bestreden besluit onder mandaat is genomen, met uitzondering van de beslissing op WOZ-bezwaarschriften door de heffingsambtenaar;

  • j.

    indien door of namens de mandaatverlener kenbaar gemaakt is dat hij het besluit zelf wenst te nemen.

Artikel 11 Inhoudelijke beperkingen mandaat aan collegelid/portefeuillehouder

Als de gemandateerde een collegelid/portefeuillehouder betreft legt deze een gemandateerd onderwerp ter besluitvorming en ondertekening voor aan de mandaatverlener:

  • a.

    indien een noodzakelijkerwijs intern dan wel extern ingewonnen advies niet strookt met het beleid van de mandaatverlener of dit advies logischerwijs tot een ander besluit leidt dan

    toepassing van het beleid van mandaatverlener zou doen;

  • b.

    indien het gaat om een beslissing op bezwaar/beroep, met uitzondering van bezwaar- of beroepschriften die niet-ontvankelijk dan wel ontvankelijk en ongegrond zijn en waarbij het primaire besluit in mandaat is genomen. Een en ander overeenkomstig het advies van de commissie bezwaarschriften;

  • c.

    indien het voornemen bestaat tot aanvulling of aanpassing van tot dusver gevoerd beleid en het voorgenomen besluit daarmee in strijd is;

  • d.

    indien door of namens de mandaatverlener kenbaar gemaakt is dat hij het besluit zelf wenst te nemen.

Hoofdstuk 1.6. Vervangingsregeling

Artikel 12 Vervangingsregeling managementteam

Het managementteam bestaat uit de algemeen directeur/gemeentesecretaris, de hoofden van de afdelingen Ruimte, Sociaal Domein en Bedrijfsvoering.

In geval van afwezigheid van het afdelingshoofd aan wie bij of krachtens deze mandaatregeling bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door elk willekeurig ander afdelingshoofd dan wel door de algemeen directeur/gemeentesecretaris.

Artikel 13 Vervangingsregeling gemandateerden

In geval van afwezigheid van functionarissen aan wie bij of krachtens deze mandaatregeling bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de naast hogere functionaris, in die zin dat als E niet aanwezig is, D bevoegd is, als D niet aanwezig is, C bevoegd is, als C niet aanwezig is, B bevoegd is. Als C dan wel B niet aanwezig zijn, treedt de vervangingsregeling managementteam beschreven in artikel 12 in werking. Als F niet aanwezig is, wordt deze vervangen door het desbetreffende afdelingshoofd. Als A niet aanwezig is keert de beslissingsbevoegdheid terug naar de mandaatverlener.

Hoofdstuk 1.7. Uitvoeringsschriften

Artikel 14 Wijze van ondertekenen

  • 1. De ondertekening van stukken uitgaande van het college van burgemeester en wethouders, door de burgemeester en de algemeen directeur/gemeentesecretaris, wordt op grond van artikel 59a van de Gemeentewet overgedragen aan de hoofden van de afdelingen Ruimte, Sociaal Domein en Bedrijfsvoering.

  • 2. Ingeval van uitoefening van gemandateerde bevoegdheden door een ambtenaar namens burgemeester en wethouders, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend: “namens burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten”, gevolgd door de handtekening van de (sub)gemandateerde en daarna zijn voorletters en naam. Ten slotte volgt de naam van de afdeling en van het team.

  • 3. Ingeval van uitoefening van gemandateerde bevoegdheden door een collegelid/portefeuillehouder namens burgemeester en wethouders, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend: “namens burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten”, gevolgd door de handtekening van het collegelid/portefeuillehouder, zijn naam en de toevoeging “wethouder” dan wel “burgemeester”.

  • 4. Ingeval van uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid namens de burgemeester, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend: “namens de burgemeester van de gemeente Aalten”, gevolgd door de handtekening en de voorletters en naam van de (sub)gemandateerde. Ten slotte de naam van de afdeling en van het team.

  • 5. Ingeval van ondertekening van een gemandateerde bevoegdheid van burgemeester en wethouders, namens de gemeentesecretaris door een afdelingshoofd, worden de uitgaande stukken als volgt ondertekend: “namens burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten”, gevolgd door de handtekening en de voorletters en naam van het hoofd, gevolgd door loco-gemeentesecretaris.

Artikel 15 Verbod handtekeningstempel

Met uitzondering van het waarmerken van bescheiden, is ten behoeve van de ondertekening van in mandaat genomen besluiten het gebruik van een handtekeningstempel van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, niet toegestaan.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Mandaatregeling en Lijst gemandateerde gemeente Aalten 2020’.

Ondertekening

Aalten, 25 februari 2020.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, drs. A.J.M. Gildhuis

de burgemeester, mr. A.B. Stapelkamp

De burgemeester voornoemd, mr. A.B. Stapelkamp