Regeling vervallen per 01-05-2015

Verordening Wmo-raad gemeente Aalten 2011

Geldend van 01-03-2011 t/m 30-04-2015

Intitulé

Verordening Wmo-raad gemeente Aalten 2011

De raad der gemeente Aalten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 januari 2011;

gelet op het bepaalde in de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet en de artikelen 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

Besluit:

vast te stellen de:

Verordening Wmo-raad gemeente Aalten 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en daarop berustende regelingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b.

    Cliënt: De persoon die een voorziening ontvangt ingevolge aan de gemeente Aalten opgedragen Wet op de maatschappelijke ondersteuning, in het bijzonder ouderen, lichamelijk gehandicapten, chronisch zieken, mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een chronisch psychisch probleem, dan wel een psychosociaal probleem, gebruikers vanmaatschappelijke opvang en GGZ/OGGZ/verslavingszorg, gebruikers van welzijnsvoorzieningen en thuiszorg. In de breedste zin van het woord kan elke inwoner van de gemeente Aalten als cliënt worden beschouwd.

  • c.

    Wmo-raad: Een door het college ingesteld adviesorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van de doelgroepen uit de verschillende prestatievelden zoals de Wmo die kent. De Wmo-raad adviseert over de beleidsvorming en de evaluatie van het beleidsplan Wmo van de Gemeente Aalten.

  • d.

    De gemeente:De gemeente Aalten.

  • e.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aaltenf. 

  • f.

    GGZ: Geestelijke Gezondheids Zorg.

  • g.

    OGGZ: Openbare Geestelijke Gezondheids Zorg.

  • h.

    Burgerparticipatie: Het proces waarbij de mening van de burgers wordt betrokken bij de totstandkoming van het gemeentelijk beleid.

  • i.

    Horizontalisering:Het beleid komt in samenspraak met de burgers tot stand en de verantwoording van het beleid wordt afgelegd aan de burgers. Dit in tegenstelling tot het verleden, waarin verantwoording over het gevoerde beleid aan het rijk werd afgelegd (dat is verticaleverantwoording).

  • j.

    Wmo-beleidsplan:Het beleidsplan omvat het lokale, samenhangende beleid gericht op mensen met beperkingen of problemen. Het plan geeft invulling aan de verantwoordelijkheid voor de gemeente als het gaat om het versterken van de sociale samenhang, het voorkómen van problemen en het bevorderen van deelname van alle inwoners. De gemeente is ingevolge de Wmo verplicht om elke vier jaar eenbeleidsplan Wmo op te stellen.

  • k.

    Prestatievelden:In de Wmo worden 9 prestatievelden onderscheiden, waarop gemeentelijk beleid moet zijn ontwikkeld:

    1. sociale samenhang en leefbaarheid 

    2. jeugdbeleid en opvoedingsondersteuning 

    3. informatie, advies en cliëntondersteuning 

    4. mantelzorgers en vrijwilligerswerk

    5. bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer en zelfstandig functioneren met een beperking 

    6. verlenen van voorzieningen ten behoeve van het behouden en bevorderen van zelfstandig functioneren of deelnameaan hetmaatschappelijk verkeer

    7. maatschappelijke opvang (w.o. vrouwenopvang en huiselijk geweld) 

    8. bevorderen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) 

    9. verslavingsbeleid.

 

Artikel 2 Doelstelling, taak en werkwijze van de Wmo-raad

  • 1 De Wmo-raad is ingesteld om de burgerparticipatie voor de Wmo vorm te geven. De Wmo-raad heeft tot doel de mening van de achterbannen te verwoorden door middel van het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen die betrekking hebben op het integrale Wmo-beleid. Vertegenwoordigers met een achterban uit de prestatievelden uit de Wmo geven gezamenlijk en geïntegreerd advies.

  • 2 Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het college dat gemotiveerd.

  • 3 Aan de Wmo-raad gevraagde adviezen worden binnen vier weken schriftelijk uitgebracht aan het college. De Wmo-raad kan het uitbrengen van een advies eenmaal voor twee weken verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 3 Bevoegdheden van de Wmo-raad

  • 1 Initiatiefrecht

    • a.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente met betrekking tot het integrale Wmo-beleid raken, in het overleg met de desbetreffende ambtenaren en/of wethouders aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo-raad heeft het recht advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente betreffen voor zover het betrekking heeft op het integrale Wmo-beleid.

    • c.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

  • 2 Informatierecht

    • a.

      De Wmo-raad wordt o.a. geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheids-onderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages voor zover die betrekking hebben op de Wmo.

    • b.

      De Wmo-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3 Adviesrecht

    • a.

      De Wmo-raad wordt bij de ontwikkeling van het integrale beleid betrokken.

    • b.

      De gemeente stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over het beleid en evaluatie met betrekking tot het integrale Wmo-beleid, dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Indien het college om advies vraagt, wordt het advies binnen vier weken uitgebracht.

    • c.

      Onderwerpen die behandeld zijn in de Wmo-raad worden niet meer ter advisering voorgelegd aan andere adviesorganen.

    • d.

      Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de Wmo-raad schriftelijk zijn verstrekt, worden door het college beoordeeld. De gemeente verzorgt binnen vier weken een schriftelijke met redenen omklede reactie.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming

  • 1 De Wmo-raad, heeft naast de onafhankelijke voorzitter, maximaal 12 leden.

  • 2 De leden van de Wmo-raad, inclusief de onafhankelijke voorzitter en de plaatsvervangende leden, worden benoemd door het college.

  • 3 De leden van de Wmo-raad zijn vertegenwoordigers van de doelgroepen zoals ze in de negen prestatievelden van de WMO zijn genoemd.

  • 4 Voor de samenstelling van de Wmo-raad wordt de volgende zetelverdeling gehanteerd:

    • 1.

      Senioren en Gehandicapten: 3 zetels

    • 2.

      Mensen met een lichamelijke beperking (chronisch zieken): 1 zetel

    • 3.

      Mensen met een verstandelijke beperking: 1 zetel

    • 4.

      Mantelzorgers: 1 zetel

    • 5.

      Vrijwilligers: 1 zetel

    • 6.

      Mensen met een psychische beperking: 1 zetel

    • 7.

      Verslaafden: 1 zetel

    • 8.

      De burger die nog geen zorg vraagt: 1 zetel

    • 9.

      Belangenverenigingen buurtschappen: 1 zetel

    • 10.

      Jongeren: 1 zetel

  • 5 De leden en plaatsvervangende leden worden door de Wmo-raad voorgedragen voor benoeming. Indien nodig voorziet het college door middel van werving van leden via een gemeentelijke publicatie.

  • 6 De vertegenwoordigers van de Wmo-raad zijn inwoners van de gemeente Aalten.Indien er geen geschikte kandidaten beschikbaar zijn, kan dispensatie van dit wooncriterium worden verleend door het college en kan worden toegestaan dat er kandidaten worden benoemd die niet woonachtig zijn in de gemeente Aalten. Voorwaarde is wel dat de desbetreffende kandidaten een aantoonbare binding hebben met de Aaltense samenleving en de doelgroepen.

  • 7 Per cliënt/doelgroep wordt maximaal één vertegenwoordiger door het college benoemd als plaatsvervangend lid van de Wmo-raad, waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige vertegenwoordiging uit de gemeente.

  • 8 De zittingstermijn voor leden van de Wmo-raad bedraagt maximaal vier jaar. Na deze eerste vier jaar komen de leden voor herbenoeming voor maximaal nog één termijn van vier jaar in aanmerking.

  • 9 Bij tussentijds aftreden van een lid, voorziet de Wmo-raad in de voordracht van een opvolger aan het college.

  • 10 Bij ernstig disfunctioneren van een of meer van de leden van de Wmo-raad kan door de meerderheid van de Wmo-raad het vertrouwen worden opgezegd. Indien overleg tussen de voorzitter en het desbetreffende lid onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, kan de Wmo-raad het college verzoeken te beslissen. In het geval dit het disfunctioneren van de voorzitter betreft, geldt dat ten minste een 2/3 meerderheid van de Wmo-raad het college kan verzoeken te beslissen.

  • 11 De Wmo-raad kan beleidsambtenaren uitnodigen in de vergadering die verantwoordelijk zijn voor de diverse beleidsgebieden van de Wmo. De beleidsambtenaar is geen lid van de Wmo-raad en heeft geen stemrecht.

Artikel 5 De onafhankelijke voorzitter, de secretaris en de vice-voorzitter

  • 1 De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 2 De voorzitter wordt op persoonlijke titel benoemd door het college. De plaatselijke afdelingen van organisaties die de belangen van cliënten vertegenwoordigen (de achterbannen) als genoemd in art.4 lid 2 worden in de gelegenheid gesteld om kandidaten die in aanmerking komen voor de functie van onafhankelijk voorzitter, aan het college voor te dragen.

  • 3 De Wmo-raad kiest uit zijn midden een secretaris, penningmeester en een vice-voorzitter.

Artikel 6 Het secretariaat

De invulling van administratieve ondersteuning van de Wmo-raad wordt vanuit de gemeentelijke organisatie verzorgd (bijv. notuleren en het uitwerken daarvan, verzenden van stukken).(NB. De te ondernemen acties nav de verslagen, advisering aan college/raad, enz., wordt door de secretaris verzorgd).

Artikel 7 De vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de Wmo-raad vinden (afhankelijk van het moment waarin de beleidscyclus van vier jaren verkeert) minstens zes maal per jaar plaats (incl. het onder lid 11 genoemd overleg) , of zoveel vaker als ten minste vier leden dat nodig achten.

  • 2 De leden van de Wmo-raad kunnen tot ten minste twaalf werkdagen voorafgaand aan de vergadering onderwerpen voor de agenda aanmelden bij de voorzitter. De voorzitter beslist, in overleg met de secretaris, over de agendering.

  • 3 De agenda en de bijbehorende stukken worden in principe tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering naar de leden verstuurd.

  • 4 De Wmo-raad heeft de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een agendapunt van de vergadering.

  • 5 Alle leden van de Wmo-raad zijn, met uitzondering van de onafhankelijk voorzitter, stemgerechtigd. Alle besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is.

  • 6 Bij het staken der stemmen kan het desbetreffende voorstel op een volgende vergadering wederom aan de orde worden gesteld, op voorwaarde dat tweederde van de leden aanwezig is. Staken de stemmen weer, dan wordt het voorstel als verworpen beschouwd.

  • 7 Voor de besluitvorming is geen unaniem standpunt vereist. Afwijkende standpunten kunnen gemotiveerd in het advies worden opgenomen, met vermelding van de desbetreffende vertegenwoordigende cliënt- of doelgroep(en).

  • 8 De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar. De stukken voor de vergadering zijn in principe tien dagen voorafgaand aan de vergadering voor derden beschikbaar. De agenda wordt gepubliceerd in de gemeenterubriek van de lokale weekkrant.

  • 9 De Wmo-raad kan slechts besluiten tot het houden van een besloten vergadering als het de behandeling van privacygevoelige zaken betreft.

  • 10 De Wmo-raad kan besluiten (tijdelijk) uit zijn midden een of meer commissies of werkgroepen te vormen. De onkosten komen ten laste van het budget van de Wmo-raad.

  • 11 Naast de reguliere vergaderingen vindt minimaal één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig geacht, overleg plaats tussen de Wmo-raad en een of meer betrokken wethouders van de gemeente Aalten.

Artikel 8 De facilitering

  • 1 Het college draagt zorg voor beschikbaarheid van een vergaderruimte (die ook toegankelijk is voor mensen met een functiebeperking) inclusief vergaderfaciliteiten en koffie en thee.

  • 2 Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de Wmo-raad presentiegeld toegekend. In dit bedrag is een onkostenvergoeding begrepen. Maximaal wordt voor 10 vergaderingen per jaar presentiegeld toegekend. Voor de hoogte van het presentiegeld wordt de betreffende regeling gevolgd van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Naast de in het tweede lid genoemde vergoeding, stelt het college voor de Wmo-raad een jaarlijks budget beschikbaar, bedoeld voor het functioneren van de Wmo-raad.

Artikel 9 De verslaglegging

Jaarlijks brengt de secretaris namens de Wmo-raad voor 1 april verslag uit aan het college van de activiteiten en de bevindingen over het voorafgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

Artikel 10 Geschillen

Het college beslist (gehoord hebbende de Wmo-raad) over de geschillen die voortkomen uit deze verordening.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1 Communicatie

    • a.

      Het college maakt het bestaan van de Wmo-raad bekend bij de cliënten van de gemeente, de gemeentelijke organisatie en de belangenorganisaties.

    • b.

      Het college zorgt voor de bekendmaking van deze verordening.

  • 2 Evaluatie

    • a.

      De Wmo-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college van burgemeester en wethouders het functioneren van het onderling overleg.

    • b.

      Indien er op basis van deze evaluatie reden is om de verordening aan te passen, wordt hiertoe via de Wmo-raad en het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

Artikel 12 Citeerartikel

De Verordening treedt in werking per 1 maart 2011 en kan worden aangehaald als: Verordening Wmo-raad Gemeente Aalten 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Aalten d.d. 15 februari 2011.
De voorzitter, G. Berghoef
De griffier, M.A.J.B. Fiering